Translate

donderdag 29 mei 2008

Embryoselectie (vervolgd)

Op www.dag.nl werd de vraag gesteld of embryoselectie moet worden toegestaan.
De stand op donderdagavond 21:30 uur is als volgt:

- Ja, als dit borstkanker kan voorkomen, vind ik het prima: 99%
- Nee, embryo's zijn een vorm van leven en moeten beschermd worden: 1%

Het klinkt wellicht paradoxaal maar de grote vraag bij dit soort enquêtes is in welke mate de stemming van de gemiddelde Nederlander overeenkomt met het stemgedrag van Tweede Kamerleden, onze afgevaardigden. De laatste informatie over dit onderwerp geeft aan dat de ChristenUnie wil dat de brief van staatssecretaris Bussemaker van tafel gaat; het zou niet het standpunt van het kabinet verwoorden. Het is bekend dat de ChristenUnie principieel tegenstander is van embryoselectie. Volgens die partij 'tast het de beschermwaardigheid van het leven aan'.

Gisteravond was in Nova een vraaggesprek te aanschouwen tussen Esmé Wiegman, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie en Jan Maarten Cobben, klinisch geneticus bij het AMC. Mevrouw Wiegman was stellig van mening dat er voor dragers van het foute BRCA-gen “geen 100% zekerheid is dat je borstkanker krijgt”. (Het gaat bij deze erfelijke aandoening inderdaad om percentages die net onder 100% liggen.)
Dat is kennelijk voor haar en haar partij de belangrijkste reden om embryoselectie niet gelijk te schakelen aan een ziekte als Duchenne waarbij embryoselectie wel is toegestaan omdat die 100% zekerheid een feit blijkt. Je zult maar drager zijn van het erfelijke borstkankergen! En bovendien: wat een wonderlijke redenatie voor een partij die het leven pretendeert te beschermen?!

Geneticus Cobben sloeg de spijker op zijn kop toen hij Wiegman (retorisch) vroeg hoe De ChristenUnie het voor zichzelf kan verantwoorden op de stoel van die ouders te gaan zitten... Wie zijn zij om te bepalen wat foute-gendragende ouders met een kinderwens moeten besluiten?! Het is belangrijk dat ouders de keuzemogelijkheid krijgen. Hij verwijt de ChristenUnie terecht dat de ChristenUnie de autonomie van ouders om zelf te beslissen over hun leven ontneemt.
Ik zag dat mevrouw Wiegman iets moest wegslikken na die opmerking.

Aanstaande vrijdag zal de brief van de staatssecretaris op de agenda staan in de Ministerraad dus we blijven het op de voet volgen.

Birma

Van november 2007 tot maart 2008 reisde ik door Zuidoost-Azië. Die reis begon in Bangkok en wij zouden met het openbare vervoer op ons gemak naar Noord-Thailand reizen, tot aan de grens met China om vervolgens in het noordoosten van Thailand de grens naar Laos over te steken. Daarna zouden wij naar Vietnam en Cambodja doorreizen. Voor een foto-impressie van de reis, verwijs ik naar mijn fotoalbum 'Indochina'.

Een van onze reisdoelen was de grensplaats 'Mae Sot', in het noord-westen van Thailand. We wilden daar met eigen ogen het Birmeze vluchtelingenkamp aanschouwen. (“Nee, geen ramptoerisme maar oprechte aandacht voor mensen in nood...”) De vluchtelingen daar zijn met name mensen van het Karen-bergvolk. De Karen worden bruut onderdrukt door de militaire junta van Myamar: ze hebben hun 'homeland' moeten verlaten, hun dorpen zijn in brand gestoken, mensen zijn gedwongen tot dwangarbeid. Veel Karen zijn gevlucht naar de grens met Thailand waar ze inmiddels met meer dan 200.000 in kampen langs de grens met Thailand verblijven.

We kwamen vroeg in de middag aan in Mae Sot, na een lange, lastige bustocht door de 'Three Pagodas Pass'. Het is een pas door de Bilauktaung Bergen, op een hoogte van 280 meter. Dat klinkt als niet bijzonder hoog en dat was het ook niet. Het waren de vele honderden haarspeldbochten die de reis -zeker voor iemand met aanleg voor wagenziekte- een ware verzoeking maakten!
's Morgens vroeg waren we met een groot aantal andere mensen in een gammel busje gepropt maar het goede nieuws was dat we een monnik in ons midden hadden. Hij zou voor een veilige reis zorgen... Deze oude monnik bleek geïnteresseerd in vrouwelijke buitenlanders want hij maakte veelvuldig oogcontact en sprak ons regelmatig in zijn eigen taal toe. Geen idee wat hij zei maar ik glimlachte met plezier terug.

De ochtend na aankomst in Mae Sot reden we met een tuk-tuk naar het Birmese vluchtelingenkamp dat min of meer onder de 'Friendship bridge' ligt. Het stemde treurig: veel mensen op een klein oppervlak, schamele behuizing, schaarsgeklede kinderen, badende vrouwen in vies water, mannen die hun buffel wassen, grote vuilstapels, sigarettenverkopende schoffies, blote, vuile voeten, snottebellengezichtjes, gedeukte pannen en potten op het vuur. Maar natuurlijk veel zwaaiende handjes!

Na dit indrukwekkende bezoek reden we -wederom- in een overvol vrachtwagentje terug naar Mae Sot. Ook die rit werd gedenkwaardig: mijn liefje werd door haar buurman op slinkse wijze van haar camcorder beroofd. Volgens de politie-agent ter plaatse was het delict gepleegd door 'een Karen'. De vermeende dader droeg een sarong (een soort wikkelrok) die door Birmese mannen wordt gedragen. Er zijn veel Birmezen die illegaal in Thailand verblijven en zich maar moeten zien te redden. Al was het een nare ervaring, we hopen oprecht dat hij met de verkoop van de camera zijn familie tenminste een dag voldoende eten heeft bezorgd.

En dan nu ook nog die verschrikkelijke gevolgen van cycloon Nargis... Plus het feit dat het huisarrest van Aung San Suu Kyi wederom met een jaar is verlengd. Het raakt mij diep. Ik moet denken aan een uitspraak van Diederik Samson in een recent interview met hem: 'overdrijven helpt niet, de waarheid is al erg genoeg'. Het is zeer toepasselijk op het leed van de Birmezen. Van mij mag Albayrak ze allemaal persoonlijk gaan ophalen!

De vertaling van de officiële aanduiding van het Koninkrijk van Thailand (Prathet Thai) is 'Land of the Free', het land van de vrije mensen. Thailand is het enige land in deze regio dat nooit door een buurland of andere vreemde mogendheid is bezet.
Ik hoop zó dat er weldra ook vrijheid zal komen voor de Birmezen. Maar wat hebben zij aan onze hoop? Ik moet als Westerlinge oppassen niet cynisch te worden maar... “waar zijn nu de politieke druk, de dreigementen aan het adres van een fout regime..?!”

dinsdag 27 mei 2008

Het kan wel maar het mag niet

In een eerde blog, getiteld 'Brief aan de staatssecretaris' (april 2008) heb ik een oproep gedaan aan staatssecretaris Jet Bussemaker om embryoselectie in Nederland toe te staan voor dragers van de BRCA-genmutatie. Dat is namelijk door de staatssecreataris van het vorige kabinet Balkenende verboden. Het Academisch Ziekenhuis Maastricht doet veel onderzoek naar de mogelijkheden van embryoselectie en beheerst de techniek van embryoterugplaatsing ook maar vanwege het verbod, mag de toepassing van die techniek niet in Nederland plaatsvinden.

In België is de toepassing van embryoselectie wèl toegestaan. Nederlandse paren met een kinderwens waarvan een van de partners drager is van de BRCA-genmutatie (een genetische veroorzaker van borstkanker) gaan in sommige gevallen voor die toepassing de grens over. Zij komen dan vaak tegen het probleem aangelopen dat de Nederlandse verzekering de kosten van de behandeling in België niet dekt; dat is voor velen een tè hoge drempel die wordt opgeworpen bij al het leed dat al wordt gevoeld...

Gisteren bekeek ik een uitzending van 'Netwerk' waarin Jet Bussemaker meldde dat zij de beslissing van het vorige kabinet wil terugdraaien en dat is GOED NIEUWS! Zij is van mening dat embryoselectie voor deze (kleine) groep mensen mogelijk moet zijn in Nederland. Bij andere genetisch bepaalde ziekten, zoals de ziekten van Huntington (hersenen) en Duchenne (spieren), behoort embryoselectie wel tot de behandelmogelijheden en de staatssecretaris vindt daarin een belangrijk argument om de toepassing ook voor de dragers van het foute BRCA-gen toe te staan.
Inmiddels heeft zij namens de regering een brief aan de Kamer gestuurd waarin de volksvertegenwoordigers worden geïnformeerd over haar standpunt. Wanneer de Kamer de kwestie gaat behandelen, is nog niet duidelijk. Wat mij wel heel duidelijk is dat het een spannend debat zal worden.
Wordt vervolgd.

Vrekkenkrant

Ik zie al jarenlang een zekere mevouw op de camping die binnenfietst om flessen te verzamelen waarop statiegeld rust. Ik zag haar vanmorgen weer en besloot haar eens te volgen; het intrigeerde mij en ik had toch niets anders te doen.
Op de camping zijn op bepaalde punten zogenaamde 'milieustraten' te vinden waar afvalkarren, papierbakken en glascontainers staan opgesteld. Na drukke weekeinden zijn die straten overvol; dus ook met, voor deze mevrouw waardevolle spullen. Vanmorgen zag ik haar een flinke hoeveelheid Grolsch-beugelflesjes uit de container tillen en in haar fietstassen overladen. Vervolgens fietste zij op haar gemakje naar de campingsupermarkt waar zij de statiegeldflessen verzilverde zodat zij een Trouw-krantje kon aanschaffen...

Ik heb ooit over een vrouw in Engeland gelezen die alle proeverijen afging (inclusief wijnproeven!) in supermarkten en op braderieën. Ze had er wel een dagtaak aan maar ze laafde zich goed.
Èn ik las onlangs dat je voor €1.000 in Amsterdam een nachtje kunt 'meelopen' met de zwervers in de hoofdstad. De zwerver die in die betreffende nacht als 'gastheer' optrad, vond het geen goed idee om met zijn gast naar de soepkar van het Leger des Heils op de Hoogte Kadijk te gaan. Hij wist namelijk iets veel beters: er was een feestje op het dakterras van het Stedelijk Museum en daar was vast iets lekkerders te vinden. Dat bleek de understatement van de avond: de tweede ongenode gasten konden tamelijk ongestoord genieten van verse gambaspiesjes en een heerlijk glaasje prosecco..!

In april 1992 kwam in Nederland de eerste uitgave uit van de 'Vrekkenkrant', die aandacht kreeg van journalisten van over de hele wereld maar in 2002 werd opgeheven. De krant bevatte verhalen, oproepen en tips om zuinig te leven, soms tot in het extreme.
De Vrekkenkrant is inmiddels opgevolgd door het blad 'GENOEG', met een eigen website: http://www.genoeg.nl/.
Alhoewel het niet uit de inhoudsopgave van het recentste nummer (67) blijkt, gaat de aandacht van het blad uit naar meer doen met minder, het zogenoemde 'consuminderen'. Het betekent dat je minder geld uitgeeft en zuinig leeft. Voor mij betekent het ook kiezen voor duurzaamheid en dàt spreekt mij aan.
Het huis dat wij als laatste in Nederland bewoonden, was uitgerust met zonnepanelen en had mos op het dak voor isolatie (zowel in de zomer als in de winter).
Nù gebruiken wij tenminste drie dagen per week de auto niet en eten we tenminste drie dagen in de week geen vlees. De productie en consumptie van vlees is de belangrijkse bijdrage aan de opwarming van de aarde. Wanneer ALLE Nederlanders drie dagen in de week geen vlees zouden eten, zou dat de hoeveelheid broeikasgassen in ons land evenveel reduceren als wanneer drie miljoen auto’s van de Nederlandse wegen zouden worden gehaald!

Drie jaren geleden heb ik de keuze gemaakt om te stoppen met werken.
Ik had als 50-minner nog jaren kunnen doorgaan met geld verdienen (en volgens sommigen had ik dat ook moeten doen) maar het was genoeg. De eindigheid van het leven was mij duidelijk geworden en ik realiseerde mij heel goed dat tijd hebben ook heel belangrijk is. Ik weet dat het een luxe-situatie is maar voor mijn liefje en mij betekent consuminderen tevens dat wij het zo lang mogelijk met ons spaarvarken willen uithouden. Maar daarvoor hoef je niet tot 'vrekken' te verworden.

maandag 26 mei 2008

Eten in een vreemd land

“Vreemd eten is voedsel voor de verbeelding”; dat was de stelling van de Zuid-Afrikaanse schrijfster Marlene van Nieuwkerk die enkele weken geleden in De Volkskrant herinneringen ophaalde aan haar eerste bezoek aan Nederland. Voor haar waren toentertijd een frietje met pindasaus en verse haring ervaringen die haar zeer vreemd waren. Dat vreemde eten heeft haar tot reizen aangezet.

Je kunt het ook omdraaien: je hebt veel verbeelding nodig om verrassend (vreemd) eten te maken. Twee koks die deze zienswijze eer aandoen, zijn Heston Blumenthal en Ferran Adrià. De eerstgenoemde is eigenaar en kok van ‘The Fat Duck’ in Bray-on-Thames (Engeland) nummer twee is de superkok van ‘elBulli’, gevestigd in Rosas (aan de Spaanse Costa Brava).
Zij zijn beiden exponenten van het zogenaamde moleculaire koken. In de praktijk komt het erop neer dat ze hun gasten met hun gerechten continu op het verkeerde been zetten: wie bedenkt nu dat de makreelmousse in dotjes uit een spuitbus komt, de pap in je bord van slakken is bereid en het oranje bolletje niet de sinaasappel is maar juist de rode biet (en vice versa)..?! Je komt hier voor het eten maar zeker ook voor de ervaring!

Hieronder geef ik twee 10-minutenrecepten van Ferran Adrià, de kok van het (drie) Michelinsterrenrestaurant dat ook dit jaar is verkozen tot Beste Restaurant ter Wereld. Je moet inmiddels een jaar vantevoren reserveren om er te kunnen dineren. Ik kreeg zijn (Spaanse) kookboek vorig jaar kado in de hypermarkt van El Corte Ingles en heb er inmiddels vele vrienden mee verrast.

Benodigdheden voor dit voorgerecht:
- verse witte asperges
- waterkers en rucola
- macademianoten
- foie gras
- frambozenvinaigrette

Kook de asperges (bij voorkeur in een stoomoven want dan blijft de smaak goed behouden) en houdt wat kookvocht achter. Maak op een bord een bedje van waterkers en rucola en leg de asperges erop. Snijd de ganzelever in dunne plakjes en schik deze over de asperges. Rasp een macademianoot per bord over de asperges en de lever.
Roer een eetlepel kookvocht en twee lepels frambozenvinaigrette door elkaar en sprenkel dit over het bord. Nog wat peper naar smaak ter afronding. Zelf voeg ik aan het sausje enkele verse frambozen toe die tenslotte ook dienst doen als garnering.

Benodigdheden voor het hoofdgerecht:
- visfilet (bij voorkeur stevige witte vis zoals heilbot)
- verse bladspinazie
- pijnboompitten
- krenten (bij voorkeur de Malagadruif, zonder pit)
- Dulce de Malaga (een zoete wijn uit Zuid-Spanje)

Doe wat zout op de filets en bak ze in roomboter op de huid. Wok de spinazie en maak daarmee een bedje op het bord waarop de vis wordt gelegd. Doe een klontje roomboter in een andere pan en voeg daaraan een handje krenten en pijnboompitten toe. Giet na enkele minuten de Dulce de Malaga in de pan en laat de saus indikken. Besprenkel de saus met pitten en krentjes over de vis. Succes verzekerd. ¡Que approveche!



zaterdag 24 mei 2008

Martin Bril

Ik ben een groot fan van de columns van Martin Bril. Elke dag kijk ik reikhalzend uit naar de tekst op de rechterkolom van de voorpagina van het katern 'De Voorkant' van de Volkskrant. De Plek Waarvan De Meester Spreekt.

Hij beschrijft in zijn columns het dagelijkse leven van hemzelf, van mevrouw Bril of zomaar een Nederlandse burger. Hij weet als geen ander dat overal een mooi verhaal in kan zitten. Hij observeert scherp en maakt met zijn pen gewone mensen vaak tot bijzondere mensen. Hij heeft veel oog voor detail en kan situaties door taalgebruik, interpunctie, witregels heel treffend neerzetten. Vaak klinken zijn zinnen nog lang voor mij na. Een van zijn uitspraken die ik nimmer zal vergeten is: 'Een man laat zijn scheten het liefst bij de vrouw van wie hij houdt'. Mooi zoals je met iets banaals iets heel innig kunt uitdrukken. Daarvoor moet je Martin Bril heten.

Op mijn weblog schrijf ik zelf maar ik zal mijn geschrijf niet snel richten aan officiële instanties of sprekers in het openbaar. Ik ben geen klager maar heb wel een mening over het 'Paarse Krokodil'-gehalte en politiek correct handelen in Nederland.

Ik kon mij dan ook nauwelijks inhouden toen ik de column 'Aanstoot' van Martin Bril las. Eerst ben ik op zoek gegaan naar een manier om MB te laten weten dat ik onder de indruk was van hetgeen hij op zo'n gewone vrijdag had geschreven. Op zijn eigen site 'De Wereld van Martin Bril' staat de column overigens onder de kop 'Nahib en de meisjes'.
Toen ik zijn emailadres had gevonden, vond ik het eigenlijk al niet meer nodig hem mijn eigen mening voor te schotelen. Op de Volkskrant-site constateerde ik dat vele anderen mij waren voorgegaan en dat was goed zo. Maar onder de indruk bleef ik.

Natuurlijk had meneer Bril zijn column al op donderdag geschreven, zeer waarschijnlijk naar aanleiding van de ophef die was ontstaan rond het schilderij van Ellen Vroegh, in een expositie in het gemeentehuis van Huizen. Het gaat om twee dansende, naakte vrouwen van verschillende huidskleur die de handreiking van twee verschillende culturen moet uitbeelden.
Het schilderij was uit de tentoonstelling verwijderd naar aanleiding van klachten van twee of drie mannen met een islamitische achtergrond en enkele baliemedewerkers over het naaktgehalte in haar schilderijen... Naakt in De Kunst verbieden? Dan kun je alle musea in de wereld wel ontruimen!

De column 'Aanstoot' van Martin Bril gaat over een aardige, vrome moslimjongen die de columnist al enkele jaren kent en die zich uitspreekt over iets dat hem kennelijk erg dwarszit. Ik citeer:

'Wat bleek? Nahib voelt zich gekwetst door het terras vijftig meter verderop. Ze houden daar geen rekening met zijn gevoelens, en al helemaal niet met zijn religieuze overtuiging. Het kan gewoon niet, dat vrouwen er zo uitzien op straat. Het is aanstootgevend.'

De manier waarop de heer Bril zijn column opbouwt, vind ik van een grote schoonheid. Ik vind het misschien wel een van zijn beste columns van de afgelopen maanden. Terwijl het toch over een onderwerp gaat waarvan de honden -gelovig of ongelovig- geen brood lusten. Het snode plan van de columnist om het probleem van Nahib op te lossen, luidt als volgt:

"Je moet foto's maken van het terras," zei ik dus tegen Nahib. "En die stuur je naar het stadsdeel. Met een lange brief erbij, over je gevoelens en je overtuiging en aanstoot. Dan zul je zien dat het snel voorbij is met de terrasvergunning van die kroeg."
"Denk je?" vroeg Nahib. "Tuurlijk," zei ik, "en anders kun je altijd nog verhuizen. Naar een ander stadsdeel. Of naar een gebergte waar alleen maar geiten wonen."

Deze plotwending vond ik zo geniaal en dramatisch dat ik de krant even moest wegleggen. Zoals de man kan schrijven! Dat maakt je nederig als weblogger.

P.S. Als je klikt op de titel 'Martin Bril' kom je op zijn website.

woensdag 21 mei 2008

Fietsen door Kopenhagen

“I want to ride my bicycle, I want to ride my bike, I want to ride my bicycle, I want to ride it where I like”. Het zijn zinnen uit de jaren 80 hit van 'Queen'. Hoe toepasbaar is het op København, de hoofdstad van Denemarken.
Ik was er vijf dagen: wat een leuke, ontspannende maar ook mooie stad is het! Kopenhagen lijkt op Amsterdam met de vele kanalen, de rondvaartboten en woonboten op het water. Liefde voor fietsen is een van de dingen die Denen en Nederlanders met elkaar gemeen hebben. Kopenhagen heeft 340km fietspaden en er wordt zelfs gesproken van 'Copenhagenizing' om het doelmatig ontwerpen en aanleggen van fietspaden in deze stad aan te geven. Je kunt bovendien heel fraaie, Deense fietsontwerpen in de stad zien rondrijden. Denemarken wil ook graag wereldwijd een voortrekkersrol vervullen op het gebied van klimaatverandering en Kopenhagen zal in 2009 de VN-topconferentie over Klimaatverandering in de stad houden. Het klinkt logisch want fietsen levert nu eenmaal een positieve bijdrage aan een verminderde uitstoot van broeikasgassen.

Fietsen door Kopenhagen is vooral leuk vanwege de kleinschaligheid van de stad en het feit dat het er lekker plat is. Een van mijn eerste indrukken was dat werkelijk IEDERE fietser voor rood licht stopt. Dat is even wennen voor een reislustige Hollandse maar na een dag was ik al veel meer geneigd mij aan die goede gewoonte aan te passen.
Kopenhagen heeft overal in de stad fietsenstallingen staan met zogenaamde 'City Bikes'. Het zijn stoere, grappige fietsen. Je stopt Dkr 20 (circa €3) in een kastje aan het stuur en je kunt de 'bycyklen' gebruiken zolang je wilt. Als je je fiets aan het einde van de rit in een van de daarvoor geeïgende fietsenstallingen parkeert (dat hoeft niet dezelfde stalling te zijn), krijg je de euros terug! Er rijden volop riksja's rond maar dat is inmiddels ook in Nederland een bekend verschijnsel; ze zijn o.a. in het centrum van Den Haag te gebruiken.

De dame aan de receptie begroette ons in rap Deens (zoals Denen doen) en bleef ons in die taal aanspreken, ondanks onze antwoorden in Engels. Ik moest een hevige lachbui onderdrukken want het deed mij denken aan de zweedse kok van de 'Muppet Show'. Die van: “Heudebiskideu, Burdeheude biskideu, Wee-deu behurdiwurkbeu, Bork-bork-bork”..?! Het is ons desalniettemin gelukt fietsen van ons hotel te huren en we zijn er vier dagen, in een heerlijk zonnetje, op uitgetrokken.

En wat is er veel te zien, zowel op het water als op het land! Op het water vielen het zeilschip van Koningin Margarethe, het cruiseschip van Costa en het motorjacht van de Russische miljardair Roman Abramovitsj direct in het oog. De 'MV Pelorus', een van de grootste jachten ter wereld, ligt vanwege haar omvang buiten de reguliere binnenhaven van Kopenhagen.

Op het land konden we genieten van de moderne architectuur van het Operagebouw van Henning Larsen (gelauwerd Deens architect), het nieuwe koninklijke theater van de Deense architecten Lundgaard & Tranberg, 'De Zwarte Diamant' van Arne Jacobsen en het Joods Museum dat door Daniel Libeskind is ontworpen. Het museum is gevestigd in een van de oude gebouwen van de koninklijke bibliotheek. Het innerlijke van het museum heeft de vorm van een davidster en als je door de gangen van dit fraaie museum loopt, heb je -vanwege de hellende vloerdelen- constant het idee te wankelen. Het moet de bezoeker herinneren aan de moeilijke positie waarin de Deense joden zich bevonden. Denemarken is overigens als enige Europese (bezette) land in staat gebleken haar Joodse bevolking van deportatie door de Duitsers te redden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarom heeft Libeskind het museum ook 'Mitzwa', daad van menslievendheid genoemd.

Een bezoek aan het Tivoli-park, de Carlsberg Brouwerij, de Citadel en de Kleine Zeemeermin mogen niet in de fietstocht door de stad ontbreken. Ook de inwendige mens komt in Kopenhagen ruim aan zijn trekken want er zijn maar liefs elf restaurants met een of meer Michelinsterren! Wij tafelden opperbest bij restaurant 'Noma' en 'The Paul'. Het bijwonen van een demonstratie Vikingworstelen in het Nationaal Museum was het klapstuk van het bezoek - al behoort het tot de categorie 'Kerststalletjes Kijken'...
Klik voor de foto's op de link Copenhagen van mijn weblog.
“København, jeg elsker dig”!

woensdag 14 mei 2008

Krommunikatie

Vraag: “Wat hebben Louis van Gaal (trainer van voetbalclub AZ), Rita Verdonk (oprichtster van 'Trots Op Nederland') en Herman Stevens (honorair consul van Birma in Nederland) met elkaar gemeen”?

Antwoord: “Alle drie eindigen zij hun zinnen regelmatig met ...Ja?!”. Op luide toon, als om de strekking van hun zinnen kracht bij te zetten. Het is een dwingende manier van spreken die onrecht doet aan de gesprekspartner. Alsof die dom is en door de spreker bij de les moet worden gehouden. Het lijkt bij deze spreektrant niet de bedoeling dat je iets anders denkt dan wat door de spreker wordt meegedeeld en bedoeld. Al wordt de 'Ja' als vraag gesteld, het is niet de bedoeling dat er 'Nee' wordt geantwoord!

Als spreekstijl een afspiegeling is van de persoonlijkheid van de sprekers, komen ze er niet op hun voordeligst af. Alle drie lijken ze desperaat om als autoriteit te worden gezien. Maar niet iedereen kan dat op overtuigende wijze in taal uitdrukken. Wat ze als sprekers lijken te vergeten, is dat iedere gesprekspartner de waarheid uit eigen ervaringen kent. 'Mijn waarheid is dé waarheid en die leg ik met enige klem op'. Maar helaas: er is dus niet slechts één waarheid. Voor dergelijke sprekers lijkt het in een gesprek dan al gauw te gaan om macht. Met macht kun je namelijk heersen en heersen betekent dat je je zin kunt krijgen. Het is voor hen belangrijk om gezien te worden als autoriteit want dan accepteert men gemakkelijker het feit dat macht wordt uitgeoefend.
In de gesprekken is er sprake van een onbewuste aanname dat de gedachtegang van de gesprekspartner dezelfde is als die van henzelf. Daarmee is het uitgangspunt van hun communicatie echter al onjuist. Hoe die communicatie dan kan verlopen, was vorige week te zien in het gesprek tussen Herman Stevens (Birma-consul) en NOVA-presentator Twan Huys. Het aantal keren dat Stevens zijn dwingende '...Ja?!' liet horen, nam toe naarmate het gesprek tussen deze twee ongelijk gestemden vorderde.

Het levert boeiende televisie op maar ik zit tegelijkertijd met kromme tenen als die (on)stijl wordt gebezigd. Het gaat zelfs zó ver dat deze spreekwijze mij ervan weerhoudt goed naar de inhoud van de spreker te luisteren. Ik zit die stuitende '...Ja?!'s te turfen... Zou de spreker zich bewust zijn van het effect dat deze spreekstijl heeft op de toehoorder?

Het woord 'krommunikatie' werd in de jaren 70 uitgevonden door Kees van Kooten en Wim de Bie, de mannen van het Simplisties Verbond. Op televisie werd bij het begrip een fragment getoond van Liesbeth den Uyl die in gesprek was met werkende jongeren. In de samenvatting van de uitzending heette krommunikatie ‘ontwijkende antwoorden in versluimerende termen’. Op hun langspeelplaat (‘simpelpee’ genoemd) kreeg krommunikatie een heel andere definitie: ‘slechts op zó weinig kunnen bogen, dat men grote zwaarwegende indrukbogen moet gaan wekken’. Alleen Koot kan het zo verwoorden. Krommetenenkommunikatie dus.

dinsdag 13 mei 2008

Blote voeten in het zand

Toen wij zelf nog in Kijkduin woonden, gingen we zomers regelmatig 'het duin over' om voor het slapengaan een borreltje te drinken op het strand. Waren de ouderwetse strandtenten overdag druk bezocht door dagjemensen, 's avonds laat waren we daar met een handjevol badplaatsbewoners en dan luisterden we, tevreden nippend aan ons glas, naar 'Die Vier Letzte Lieder' van R. Strauss of naar de zwoele klanken van Café del Mar, met de blote voetjes in het zand.

In Kijkduin had je in die tijd de keuze uit twee ouderwetse strandtenten: je ging naar Sjarrel van 'Bang on the Beach' of je ging naar 'Zeerob'. Ze liggen min of meer naast elkaar. Als je nu googelt op 'Bang on the Beach', kom je uit bij 'Beachclub People'. Sjarrel heeft zijn tent verkocht en die is inmiddels verbouwd tot trendy strandrestaurant People waar nu een heel ander publiek dan voorheen neerstrijkt. Daar is niks mis mee want er is voor iedereen een plek onder de zon. Maar als je 'full moon beach festival' of 'trans/Goa beach party' intypt, komt je alleen nog op strandtent 'Zeerob' uit. Zeerob staat voor verse gerechten uit een gevarieerd menu, heerlijk zitten, lekkere muziek.

Er bestaat al jaren een strandcultuur in ons land. Nederland is een van de weinige landen waar strandtenten en -restaurants letterlijk op het strand staan. Dat maakt het een unieke ervaring. Aan de Belgische kust vind je geen stranttenten zoals bij ons. Wel heb je daar strandcabines aan de voet van de duinrand waar badgasten hun strandspullen uitstallen en lekker voor hun huisje gaan zitten. In Frankrijk en Spanje bestaan wel barretjes op het strand maar de equivalent van een Hollandse strandtent is er niet.

We lijken als (Nederlandse) natie in de loop van de jaren minder calvinistisch te zijn geworden; er mag nu meer worden genoten. En genieten doe je ook op het strand. Ik heb mij in de zomerse dagen rond Pinksteren echter verbaasd over het grote aantal mensen dat onbeschermd, dat wil zeggen zonder parasol uren lag te bakken in het hete zand. Het aantal roze- en kreeftrode ruggen en armen was niet te tellen, evenmin als de kinderen zonder petje of lange mouwen. Dat is niet mijn definitie van genieten! En zoals een Hollands orakel ooit zei: 'elk voordeel heb ze nadeel'... want huidkanker in Noord Europa neemt toe.

'Huidkanker, met name het melanoom (moedervlekkanker) komt veel vaker voor in het noordwesten van Europa dan in het zuiden en oosten. In het noordwesten neemt de sterfte vooral toe bij mannen van middelbare leeftijd en ouder. Waren er in het jaar 2000 in Nederland ongeveer 20.000 nieuwe patiënten met een eerste huidtumor, in 2015 zal dat bijna zijn verdubbeld door een stijging van 5-7% per jaar' (aldus Esther de Vries die in 2004 promoveerde op 'Trends en risicofactoren voor het melanoom van de huid in Europa').



Zelf beperk ik mij dus maar gewoon tot 'met de voetjes in het zand zitten', staren naar de ondergaande zon, naar een voorbijvarend schip of een ogenschijnlijk stuurloze vlieger. Tijd om de zonden te overdenken, onderuitgezakt in de juttersstoel, met de flip-flops onder het wankele tafeltje en mijn liefje aan mijn zij. Strandpaviljoen Zeerob is en blijft een leuke plek voor oudere jongeren, zoals wij.


maandag 12 mei 2008

Sanibel Scoop

Lang voordat Bush Jr. het voor het zeggen kreeg, vonden wij Amerika een leuk vakantieland. Dat vinden wij al jaren niet meer. In 1999 was ik voor werk in 'the US of A' en mijn liefje en ik zouden er nog een weekje vakantie aan vastplakken. Wij hebben stops gemaakt aan de Atlantische kust en aan de kant van de Golf van Mexico. Zonsondergangen aan de Golf zijn qua kleuren een waar spektakel. Maar één stop is mij in het bijzonder bijgebleven: Sanibel Island, gelegen aan de zuidwestkust van Florida.

Sinds mijn kindertijd verzamel ik schelpen. De eerste schelp kwam in mijn leven via de spaaractie van Shell in de jaren 70 van de vorige eeuw: je kreeg bij elke (flinke) tankbeurt een schelp kado. Het waren doorgaans zeer fraaie exemplaren die in een serieuze verzameling niet mochten ontbreken. De actie had veel succes maar werd toch na een aantal jaren gestopt: het was een tè grote aanslag op de wereldwijde schelpenstand geworden. Ik was als kind diep teleurgesteld maar nu begrijp ik het maar al te goed.

Stel je voor: je loopt het strand van Sanibel op en je weet werkelijk niet waar je kijken moet: ZOVEEL, ZO MOOI en gewoon voor het oprapen. Ik kan mij de opwinding van al die glimmende schelpen nog herinneren als de dag van gisteren! En de variatie was ongelofelijk: wulken, conussen, olijfjes, murexen, zeeslakken, jujubussen, pecten, tellientjes, juwelendoosoesters, wenteltrappen, teveel om op te noemen. En dan ook nog die prachtige sanddollars, zo kwetsbaar en ozo begeerlijk... Dat is nog eens wat anders dan Sinterklaasinpakpapier verzamelen!
Wij zijn een paar dagen op het eiland gebleven. Elke dag zag ik mensen met een plastic zak voorovergebogen op het strand staan; dat beeld bleek een specifieke aanduiding te hebben: de 'Sanibel Scoop'. Ik heb mij in die dagen met graagte in de rij van 'gebukten' geschaard om te kijken èn te rapen. Let wel: neem nooit schelpen mee met een levende slak erin.

Nu we in Nederland zijn, loop ik -zeker met dit fantastisch zomerse weer- graag langs de vloedlijn en zie ik van alles, al is het minder exotisch: gewone strandschelpen, wulken, alikruiken, kokkels, venusschelpen, slijkgapers, mossels, oesters, zaagjes, nonnetjes en veel, heel veel tafelmesheften. Niet alleen meeuwen genieten van een zilt hapje dus hierbij voeg ik een eenvoudig recept toe.

Ik Spanje kun je scheermessen overal kopen; in Nederland moet je er waarschijnlijk even naar zoeken.

Zet een pan met water op het vuur en breng dit aan de kook. Doe een paar teentjes knoflook in een koekepan met olijfolie en fruit ze. Doe de scheermessen in het kokende water en kook ze gedurende 20 seconden (ze mogen niet taai worden). Giet de messen af en voeg ze vervolgens bij de knoflook; doe er nog een scheut witte wijn bij en fijngesneden bladselderij en schep nog een keer om. Kan zo uit de pan en op het bord.

vrijdag 9 mei 2008

Wij gaan voor de Smiley!

Er worden in heel Nederland snelheidscontroles uitgevoerd, door mensen en door machines. Een van die onbemensde machines is een elektronisch signaleringsbord dat om de hoek van onze camping staat. Het is een paal met daarop een paneel dat automatisch de snelheid aangeeft die je in de auto hanteert als je op de paal afrijdt. Op een fiets reageert het systeem niet, heb ik uitgevonden. Houd je je aan de maximaal toegestane snelheid -in dit geval 50km per uur- dan verschijnt er een smiley. Ga je te hard dan verschijnt er een sippe uitvoering van de smiley. Ik geloof veel meer in de kracht van het prijzen van positief gedrag dan in het bestraffen van ongewenst gedrag. Ik ga dus voor de smiley!

“Maak van je blog geen klaagmuur”, is een van mijn motto's. Nu ben ik zelf zeker geen heilige en kan ik ook weleens licht ontvlambaar reageren maar ik wil in deze blog toch mopperen op het gedrag van medeweggebruikers. Hieronder een kleine greep uit de ervaringen op de Nederlandse wegen van de afgelopen vijf weken.

SITUATIE 1: Wij zijn op weg naar Rotterdam en moeten invoegen op de A13. Voordat je de invoegstrook op kan, moet een scherpe bocht naar rechts worden gemaakt en rijd je tevens op een stoplicht af. Harder dan 70 km kan om die redenen niet (het is tevens de maximale snelheid). Groot was mijn verbazing dan ook toen ik achter mij een scheurendsnel zwart autootje gewaar werd met een drukgebarende chauffeur met lampgesein: of ik maar snel aan de kant ging. Terwijl je ziet dat het om een buitenlandse auto gaat... Geef elkaar toch de ruimte!

SITUATIE 2: Nelly en ik steken in Rotterdam op ons gemak een zebrapad over. Nelly is net uit het ziekenhuis en maakt haar tweede ommetje dus we gaan langzaam. Te langzaam kennelijk want er komt een rood autootje met twee jongemannen van links genaderd dat ons bijkans van de sokken rijdt! Als we naar de verhitte koppies opkijken, krijgen we ook nog een scheldcanonade naar ons hoofd geslingerd.

En zo zou ik nog wel even kunnen doorgaan.
Nu houd ik erg van verzorgd woordgebruik maar in dergelijke situaties komt er maar een uitdrukking in mij op: “hollandse hufterigheid”. Deze uitdrukking is inmiddels ingeburgerd want ik hoor het uit vele monden en de artikelen met het 'H-woord' erin zijn ook niet meer te tellen. Het woord 'hufterigheid' behoort wat mij betreft tot het grove taalgebruik dat uit ons vocabulaire mag worden geweerd.

'Hufter' was oorspronkelijk een scheldwoord voor 'bangerik' of 'zwakkeling'. Later werd het algemener gebruikt om een lomp, onbeschaafd persoon aan te duiden. Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal is het woord in 1871 voor het eerst in ons taalgebied opgetekend. Het zou afgeleid zijn van 'huft' hetgeen paal of galg betekent. De eigenlijke betekenis is dus 'iemand die aan de galg hoort'.
“Waar waren die flitspalen nog maar eens voor bedoeld..?”

woensdag 7 mei 2008

Week van de Goeiedag


Van 5 tot 9 mei is het in België 'De Week Van de Goeiedag'. Het is een actie voor meer vriendelijkheid en hoffelijkheid op straat en dus is het de bedoeling dat iedereen elkaar die week 'Goeiedag' wenst. Vanwege de tweetaligheid van onze Zuiderbuur, mag 'Bonjour' deze week natuurlijk ook overal. Er lopen undercover Goeiedag-teams rond die goeiedagzeggers €25 beloning kunnen uitreiken en de twee allervriendelijkste mensen maken deze week zelfs kans op een hoofdprijs van €25.000. Wie het niet gelooft, klikke op de titel van dit blog.



Onze eigen week begon met een goeie dag: op bevrijdingsdag waren wij door vriend Ger uitgenodigd voor een rondje golf op 'Golfbaan Delfland'. Het was voor ons de eerste keer op deze baan en het viel niet tegen. Het is bijzonder om in hartje Randstad (de baan ligt tussen Den Haag en Rotterdam) zo'n mooi groen terrein te vinden. En het is natuurlijk fantastisch om op een gewone maandag met vriendjes in het zonnetje een balletje te slaan. Delfland is een polderbaan dus het is er lekker vlak maar er zijn veel waterpartijen die kennelijk maandag een sterke aantrekkingskracht hadden op de ballen dus het was voor mij geen beste wedstrijd...

Op dinsdag was er een volgend hoogtepunt: 'Nelly Dag' op de camping! Sinds mijn vriendin ongeneeslijk ziek is, stelden wij deze dag in. Als wij in Nederland aan het kamperen zijn, is het de dag waarop Nelly, met Diederik naar de caravan komt en wij haar zo goed mogelijk 'pamperen'. Tot nu toe was het te fris voor haar op de camping -en bovendien was er erg veel met haar gebeurd sinds onze aankomst in Nederland- maar afgelopen dinsdag was het weer zover. De vloerkleden waren geveegd, de toilet verschoond en de koffie mèt biologische stroopwafel stond klaar. We wandelden over de camping, genoten van de zon en van elkaars gezelschap.

Op woensdagavond waren wij uitgenodigd door onze vrienden in Rhoon. Het zijn leuke mannen met succesvolle, internationale carrières dus het is een wonder dat we ze doordeweeks kunnen ontmoeten. Ze doen ons sterk terugdenken (maar niet terugverlangen) aan ons eigen werkzame leven: lange dagen op kantoor, veel in het vliegtuig, te volle weekenden, elkaar te weinig zien. Ze kiezen op dit moment bewust voor dit hectische leven en het legt hen ook geen windeieren: ze genieten volop van de mooie dingen des levens. Zij behoren tot 'de harde kern' van vrienden die ons overal in het buitenland kwam opzoeken. We koesteren de vriendschap met hen.

Sinds ik ben geconfronteerd met ernstig zieken ben ik mij veel bewuster geworden van de grote waarde van een goede gezondheid en het geluksgevoel dat echte vriendschap met zich meebrengt. Het klinkt wellicht paradoxaal maar ik ben door al dat verdriet nòg meer van het goede in mijn eigen leven gaan houden...

Het was dus geenszins een doorsneeweek maar eentje in de categorie 'Goeieweek'. Een die ik voor geen vijfentwintigduizend eurie had willen missen!

maandag 5 mei 2008

One Meulendijks a day...

Een van de fijne dingen des levens is de dagelijkse krant. In Spanje bekijk ik de Nederlandse kranten online en dat doe ik ook tijdens onze reizen maar de voorkeur gaat uit naar de vuile vingers-ervaring, ofwel de krant ter hand nemen. En dat kan nu we weer in Nederland zijn.

Op de camping wordt de krant voor ons apart gehouden bij de kassa van de buurtsuper dus wij zijn elke dag verzekerd van onze actualiteitentoevoer. In ons geval is dat met ‘De Volkskrant’ maar vrienden brengen ook weleens een stapel NRC Next-en mee die ik qua formaat en inhoud ook zeer kan waarderen. Vooral Fokke en Sukke.

Jan Meulendijks vierde onlangs zijn 40-jarig jubileum als maker van cryptogrammen, sudoku's en puzzels: hij ontwikkelt ze dagelijks voor de Volkskrant. Ik heb groot respect voor de man: zoals hij elke dag een ambachtelijk meesterwerkje aflevert. Ik geniet dan ook van mijn dagelijkse puzzel. Het houdt de grijze cellen actief en is goed voor de intermenselijke verhoudingen ("Weet jij wat … is?"). Mijn liefje, Hoofd Boekhouding van het gezin, is van de sudoku dus dat komt goed uit; we zullen in ieder geval geen ruzie krijgen over wie wat oplost, al staan ze wel afgedrukt op dezelfde pagina van de krant.

Nu heb ik zelf ooit drie kruiswoordpuzzels vervaardigd als verjaardagskadootje voor mijn beste maatjes. Het maken van een kruiswoordraadsel is edel hoofd- en handwerk want de puzzel moet natuurlijk persoonlijk zijn, tot nadenken stemmen en vooral: een glimlach op het gezicht van ‘the lucky one’ toveren.
Mijn eerste handgemaakte puzzel heb ik ongeveer 20 jaar geleden gemaakt als allereerst verjaardagsgeschenk voor mijn liefje. Het was een goedgevulde puzzel, compleet met zwarte vakjes. Het maakte grote indruk en het invullen was een hilarische gebeurtenis, met af en toe wat hulp van mijn kant. Die ingevulde puzzel is tot op vandaag bewaard gebleven en is inmiddels na veel verhuizingen in geplastificeerde uitvoering.

De overige twee kruiswoordraadsels heb ik vorig jaar over een periode van enkele weken in elkaar gezet. Het begon met een kladje in een lommerrijke hoteltuin net buiten Venetië; we waren vanuit Nederland weer op weg naar huis in Spanje.
De inspiratie voor zoiets komt natuurlijk in eerste instantie voort uit vriendschap maar een mooie omgeving helpt zeker! Ook deze keer viel het resultaat in goede aarde. Er was bewondering over hoezeer die op de persoon was afgestemd en verbazing over hoe je zoiets doet… Nou gewoon, met pen en papier en dan maar uitproberen.

Groot was dan ook mijn verbazing toen ik op het web tegen een ‘Instant Online Cross Puzzle Maker’ aansurfte… Je geeft de beschrijvingen en de te zoeken woorden in en de puzzelgenerator zet alles in een raster van horizontale en verticale rijen. De beschrijvingen komen eronder te staan en je kunt een afdruk maken van de blanco puzzel èn de oplossing. Ik heb het uitgeprobeerd en het werkt al is’ie in opzet niet zo compact als de mijne en mist hij de zwarte vakjes. Ik heb óók respect voor de programmeur die van een simpele, platte tekst iets boeiends weet te maken.

Mijn liefje kan zich in de toekomst echter blijven verheugen op een nieuwe, handgemaakte puzzel waarin woorden als ‘sudokuverslaving’ (voor: kwilhetnietmaarkkannietzonder), ‘beertender’ (voor: barmaatje) en ‘bunkerslag’ (voor: meest gehate golfslag) zeker zullen voorkomen. Ik blijf graag ploeteren voor mijn dierbaren…



zaterdag 3 mei 2008

Steenbergen aan de Maas

De 87-jarige Willi Schludecker, voormalig piloot van de Luftwaffe bood onlangs tijdens de herdenking van het bombardement op de Engelse stad Bath zijn excuses aan. Hij zei dat hij zich destijds niet realiseerde hoeveel schade hij had aangericht... Na van mijn verbazing te zijn bekomen, gingen mijn gedachten uit naar het bombardement op Rotterdam dat op 14 mei 1940 plaatsvond. Nadat de bommenregen van de Duitse bommenwerpers was neergedaald, was er nog maar weinig over van de dynamische, internationaal georiënteerde stad van toen.

Zal er zich ooit een voormalig Duitse piloot bij de poort van Steenbergen aan de Maas melden met excuses? De Nederlands-Duitse relatie is altijd onderwerp van veel gepraat en geschrijf geweest. Zouden die excuses door de stad worden geaccepteerd? Bij het bombardement op Rotterdam raakte niet alleen het hart van de stad zwaar gewond, er kwamen ook bijna 900 mensen om en ongeveer 80.000 Rotterdammers werden dakloos.

Na de oorlog begon de wederopbouw volgens het ‘Basisplan voor de Wederopbouw van Rotterdam’. In een drang naar vernieuwing en modernisering worden veel beschadigde gebouwen niet hersteld maar gesloopt en in de 50’er jaren van de vorige eeuw is de Rotterdamse wederopbouw in volle gang.

In de tijd dat er een beslissing moest worden genomen over de vestigingsplaats van het nieuw te bouwen ‘Nederlands Architectuur Instituut’ (NaI) was ik woonachtig in Amsterdam en werkzaam bij een rechtenbureau voor kunstenaars. Toen de keuze eenmaal was gemaakt voor Rotterdam, was er veel commotie op kantoor en in het Amsterdamse. Dat kon toch niet?! Maar als ik eerlijk ben, hoort het instituut ècht in de stad aan de Maas... Qua architectuur timmert Rotterdam internationaal (het) hard(st) aan de weg. Bovendien heeft Rotterdam een van de internationaal belangrijkste architecten voortgebracht: Rem Koolhaas met zijn OMA (Office for Metropolitan Architecture). Koolhaas is een van de twee Hollanders op de TIME-lijst van invloedrijkste wereldburgers.

‘Steenbergen aan de Maas’ was de naam die Rotterdammers gaven aan hun plat gebombardeerde stad. Rotterdammers hebben de gewoonte alles van een bijnaam te voorzien. Een beetje surfen op het web toont aan dat er meer dan 200 alternatieve namen voor moderne gebouwen in Rotterdam circuleren! Bijgaand een kleine fotografische greep uit een berg bijzondere stenen:
  • Het Blaakse Bos (Kubuswoningen van Piet Blom)
  • De Putdeksel of De Transparante Pannekoek (Station Blaak van Harry Reijnders)
  • Het Potlood (Blaaktoren, ook van Piet Blom)
  • De Zwaan, de Harp, de Wipkip (Erasmusbrug van Ben van Berkel)




Elke keer wanneer ik via de Brienenoordbrug de Nederlandse randstad binnenrijd, ben ik weer onder de indruk van de prachtige Rotterdamse skyline. Die is on-Nederlands! Op 4 mei ga ik naar Rotterdam om met vrienden de aankomst van het nieuwste cruiseschip van de Cunard Line te zien, de ‘Queen Victoria’. Ik zal tijdens dat bezoek ook zeker stilstaan bij de oorlogsgeschiedenis van deze bijzondere stad.


Cas

Heppie
Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag.
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?

Joke van Leeuwen
Uit: 'Ozo heppie en andere versjes' (Amsterdam, Querido, 2000)

Met volle teugen genieten van de jongste telg van de familie...