Translate

maandag 14 juli 2008

Knuffelhormoon

Mijn vriendin Nelly heeft groot gelijk: alles in het leven gaat om liefde!
Ik zag ooit een vriendschapsring met de tekst 'diligo ergo sum' erin gegraveerd, 'ik bemin dus ik besta'. Het is een mooie variant op een bewering van de 17de eeuwse Franse filosoof en natuurwetenschapper René Descartes: 'cogito ergo sum'. Het simpele feit dat hij wist dat hij dacht was voor hem het bewijs dat hij bestond: 'ik denk dus ik besta'. We weten dat de mens beschikt over vijf zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven en voelen; dat is een open deur. Het zal ook niemand verwonderen dat positieve menselijke contacten heilzaam zijn. Ik heb daarover in eerdere blogs al eens geschreven. Maar dat het zó gemakkelijk is, dat wist ik niet!

Er bestaat namelijk een stof die 'oxytocine' heet.
Liefhebbers van wetenschappelijke details over de precieze werking van het hormoon verwijs ik graag naar de Engelstalige Wikipedia die het zeer uitgebreid verklaart, in tegenstelling tot de Nederlandse versie. Het gaat mij hier met name om het feit dat oxytocine ook wel 'het knuffelhormoon' wordt genoemd.
De Zweedse hoogleraar fysiologie dr Kerstin Uvnäs-Moberg is door onderzoek wereldwijd DÉ authoriteit op dit terrein geworden. Door huidcontact wordt de aanmaak van oxytocine gestimuleerd. Zij ontdekte dit naar aanleiding van moeders en baby's die bij borstvoeding rustiger werden. Zij heeft een boek geschreven over het hormoon met de titel 'De oxytocinefactor' (Uitgeverij Thoeris, ISBN 9789072219213; €18,50). Op zo'n onderwerp zou ik best bij haar willen promoveren!

Het hormoon blijkt een goed medicijn te zijn tegen fysieke en geestelijke klachten. De menselijke huid is het grootste orgaan waarmee je gevoel kunt registreren. Je heb het geluksgevoel dus letterlijk in eigen handen en je hoeft er niets bijzonders voor te doen. Elkaar (alleen maar) liefdevol aanraken. Dat geloof ik zonder dat het wetenschapelijk hoeft te worden bewezen!
Aanraken behoort tot de eerste levensbehoeften van de mens. Op dat vlak kun je zelf veel doen: een omhelzing, een aai over een bol, wang-tegen-wang, kietelen, een handdruk, zacht strijken, een streel over de wang, knietjevrijen. Maar je kunt het natuurlijk ook professioneel aanpakken door naar een masseur te gaan. Vroeger was ik niet zo'n getalenteerde 'hugger' maar tegenwoordig maak ik grote vorderingen...


In Zweden, het geboorteland van Moberg, staat in veel bedrijven een massagestoel voor de werknemers. Het is inmiddels wetenschappelijk aangetoond dat werknemers die tijdens werktijd worden gemasseerd, minder fouten maken, sneller werken en zich gewoonweg fitter voelen dan hun niet-gemasseerde collega's.
Als kinderen een knuffeltekort oplopen in hun vroege jaren zou dit hen als ze ouder worden tot asociale, agressieve personen kunnen maken. (Ik denk dat we allemaal wel een voorbeeld kennen uit onze eigen omgeving.) Op menig Zweedse lagere school staat 'masseren' dan ook -naast taal en rekenen- op het lesrooster. En ook hier blijkt dat er minder agressiviteit tussen leerlingen bestaat in klassen waar wordt gemasseerd. Zulke goede voorbeelden om te volgen en zó eenvoudig dus mijn Tip van de Dag is: “Heb je geen reiki, doe dan aan strijkie!”

Ter afsluiting van dit verhaal vraag ik ook graag aandacht voor de 'Free Hugs'-campagne, een wereldwijde campagne die in 2007 officieel door Australiër Juan Mann is gestart. Sinds enige tijd is er een 'Hug the World' forum te vinden op het web. Als je op de titel van dit blog klikt, komt je er. Ook op YouTube vind je een aantal bijdragen over de beweging.

Met een dikke knuffel!