Translate

donderdag 26 maart 2009

Subtropisch vogelen

Er is een nieuwe vogelgids uit in Nederland, geschreven door Kester Freriks, columnist van NRC Handelsblad. Deze rijk geïllustreerde gids is getiteld ‘Vogels kijken - Alle driehonderd Nederlandse vogelsoorten’. Freriks is een toegewijd vogelaar: slechts twee van de 300 voorkomende vogels uit de gids heeft hij niet met eigen ogen aanschouwd. Op de vraag waar zijn eerstvolgende vakantie naartoe zal gaan, antwoordde hij: “naar Zuid-Frankrijk want daar komt de azuurmees voor”. Dat is namelijk één van de twee ontbrekende vogels in zijn afvinklijstje. Dat typeert de ware liefhebber voor wie alles in het teken staat van vogels. Op de kleurrijke omslag van het boek staat een hop afgebeeld. Daarover zei de vogelkenner dat hij zeldzaam is in Nederland. Die punkertjes zien we constant in onze eigen biotoop rondfladderen. Wij leven dan ook in de subtropen. Op het nieuws werd onlangs gemeld dat ijsvogels in Nederland deze winter niet goed zijn doorgekomen: slechts 800 (de helft) van deze kleurrijke gevederde vriendjes hebben het barre weer overleefd.

Van een vriendin kreeg ik een vroeg verjaardagskado toegestuurd: de verhalenbundel 'Mijn leven als hond' van Martin Bril. Dat waren twee vliegen in een klap (al is dat niet bepaald diervriendelijk uitgedrukt): verrassende dierenverhalen van mijn favoriete Nederlandse columnist. Vogels zijn een belangrijk thema bij Bril, alhoewel hij zelf zegt dat hij niet veel opheeft met deze dieren. Na lezing van zijn boek deed ik zijn uitspraak af als ironie want in bijna 75% van zijn verhalen figureert wel een vogel! De mus, de merel en de vink zijn bij hem favoriet.
Hij verklaart in een van zijn verhalen hoe het komt dat er in de Nederlandse tuinen niet meer zoveel vogels zijn te bewonderen: we kloppen de tafelkleden niet meer uit waardoor vogels geen kruimels meer kunnen vinden en er dus letterlijk niets meer te zoeken hebben. Het was een simpele verklaring die desalniettemin een 'Aha-ervaring' voor mij was.
In onze Spaanse woongemeenschap is het tegenovergestelde aan de orde: sommige vogels komen in dermate groten getale voor dat jaarlijks gebruik wordt gemaakt van de diensten van een valkenier. Dit wordt onder andere gedaan om het aantal rondvliegende en nestelende duiven te beheersen. Er wordt daarbij een pelgrimsvalk ingezet om de andere vogels te verdrijven. Die methode blijkt vooralsnog effectief te zijn, mits regelmatig herhaald.

Vorige maand schreef ik dat mijn liefje hier in mijn afwezigheid een 'heel grote vogel' had gespot boven ons huis. Na enig speurwerk blijkt dat een buizerd te zijn. Eerder zag ik grote roofvogels in de verte, hoog in de lucht cirkelend, maar ze waren te ver weg om te herkennen. Inmiddels heb ik de vogel ook zelf van heel dichtbij gezien. Het waren er overigens twee: de ene (naar nu blijkt: het vrouwtje) is groter dan de andere. Na zoeken in de 'Internet Bird Collection' en onderzoek op de site van 'Bird Link to Spain' weet ik het zeker: het is de Buteo buteo, de gewone buizerd. Ik vind 'm echter niet zo gewoon!

Kenmerkend voor het vlieggedrag van deze imposante roofvogel zijn de korte slagen achter elkaar waarna de vogel verder zweeft op de luchtlagen. Buizerds zijn sterk genoeg om een konijn of eekhoorn 'te slaan', zoals dat heet in vogelaarkringen. Ik heb een fragment toegevoegd waarop het geluid van een buizerd is te horen. Samen vogelen is nóg leuker dus klik op de knop (met de pijl).


Op zondagmorgen luister ik vaak naar het Nederlandse radioprogramma 'De Sandwich' van Jacques Klöters, op Radio 2. Ik vind het niet alleen een interessant programma vanwege de gevarieerde muziek uit alle werelddelen maar er worden wekelijks ook gedichten voorgedragen. Tijdens een recente uitzending hoorde ik het onderstaande gedicht van Patty Scholten die zichzelf dierendichteres noemt:

De Buizerd

De vrome vogel bidt voor ieder maal.
Hoog in het blauw laat hij zijn vlerken trillen.
Hij ziet de muizen, die van angst al rillen
voor gratis vliegles, kort en terminaal.

Hij kraakt hun kopje als een eierschaal
en voelt het zachte bontlijfje verkillen.
Nog even ’t diertje op een oor na villen
en toetasten voor een klein bacchanaal.

De buizerd is een rover die frequent
zijn klauwen boort in fietsers, trimmers,
zelfs in een motorrijdende agent.

“Pas op voor buizerds!” maant Staatsbosbeheer.
Men wist het niet, hij was in Holland immers
bijna verdwenen. Maar hij is er weer.

Uit: 'De tweede ronde'

Inmiddels is hier alweer een nieuw vogelavontuur aan het ontstaan: we menen namelijk een arend te hebben gezien! Het zou zelfs een zeearend kunnen zijn... Het zal toch niet gekker worden?! Wordt vervolgd.