Translate

vrijdag 22 januari 2010

Silly de Strandjutter

Toen ons personeel de recent aangeschafte spullen het huis zag binnenkomen, hoorde ik vaak het woord 'kerang' in hun conversatie, het Indonesische woord voor 'schelp'. Dat was niet verwonderlijk: (bijna) alle lampen in huis zijn schelpenlampen en overal in huis zijn wel schelpen of een schelpenmotief te vinden. Een opvallende liefde, zo gezegd.
De lampen op het terras, de woon- en de studeerkamer zijn geheel samengesteld uit tropische schelpen. Op de eerste verdieping ligt een kleine collectie eerder verzamelde schelpen uitgestald. De regelmatige lezer weet dat die wondertjes der natuur mij na aan het hart liggen. Als je dichtbij de zee woont -en dat doen we al een aantal jaren- kun je niet om de schoonheid van schelpen heen. Ik niet, in ieder geval!

Nadat wij deze week de lampen voor de zithoek hadden uitgepakt, bleek van één lamp een schelp te ontbreken. Die was waarschijnlijk gesneuveld tijdens het transport. Mijn schelpenencyclopedie was inmiddels uitgepakt dus ik zocht daarin op om welke soort het ging. Het bleek een witte tepelhoren te zijn, de 'Eunaticina Papilla'. Het is een stevige maar lichte schelp in peervorm, met een kegelvormige top die in het Indo-Pacifische gebied is te vinden. De schelp is niet zeldzaam maar je moet er wel goed naar zoeken.

Enkele dagen geleden opperde mijn liefje, die zichzelf inmiddels 'de oude' zegt te voelen (ze is niet meer moe en haar beenspieren lijken het weer te doen), een nieuw idee: waarom zouden we de grasbakken aan de buitenmuur niet van een schelpenrand gaan voorzien?! Ik vond het een leuk idee, goed passend bij ons schelpenhuis. Elke dag ga ik nu voor dat doel met een emmer het strand op om schelpen te rapen. Alleen dode schelpen, dat wil zeggen: schelpen zonder weekdier erin, worden opgepakt. Net als Margreet Dolman, buk ik voor groot en klein... Ik voel mij op die momenten een ware Silly-de-Strandjutter. Het was al een verslaving toen ik een meisje was en nu ik bijna 50 jaar ben voelt het nog steeds zo.
Alhoewel ik dagelijks voorovergebogen over het strand loop, heb ik toch contact met Banjarese vissersmannen. Mijn “apa kabar?” (hoe gaat gaat?) leidt geheid tot een “baik” (goed) of zelfs een “baik-baik” (heel goed) van elk van hen. Ze glimlachen daarbij meestal van oor tot oor. Laatst vroeg iemand mij op het strand wat ik met al die schelpen doe. Ik ben nog niet goed genoeg in bahasa Indonesia om een vloeiend antwoord te geven maar ik begreep zijn vraag wel. Dat is een begin. Ik antwoordde daarop in zeer elementaire taal iets over een schelpenhuis maar zelfs dat schiep een band. Hij kwam even in mijn emmer kijken en knikte bemoedigend.

Ik vond al verschillende soorten kauri's, nerieten, tol- en penhorens, zonneslakken, sand dollars, tepelhorens, olijfhorens, kam- en hartschelpen en pecten. Dat is niet gering voor 5 weken speuren. Er zijn schelpen bij die ik tè mooi vind om in cement te drukken. Die exemplaren verzamel ik dan ook in een glazen schelpenschaal die op de terrastafel staat, om regelmatig te bekijken. De mooiste tot nu toe is een helmslak, de 'Phalium Areola'; een soort Tijger Annie-schelp. Inmiddels heb ik ook een familieverwante schelp gevonden (zie foto). Ik vrees dat de fraaiste vondsten op termijn weer in een vitrinekast zullen terechtkomen. Eenmaal een afwijking, altijd een afwijking! Bovendien biedt ons huis aan de zeeweg ruimte genoeg.

Na wat gezoek in de schelpenschaal bleek dat ik reeds een kleine witte tepelhoren op het plaatselijke strand had geraapt. En wat wil het toeval? Die paste precies in het ontstane gat op de lampekap. Met een beetje Balinese lijm was de lamp snel compleet. Toen ik mijn liefje na de reparatie vroeg de nieuwe schelp op de lamp aan te wijzen, bleef het stil. Een glimlach van voldoening gleed over mijn gezicht. Wie wat bewaart, die heeft wat. Een vriendin vroeg mij laatst in een email wat ik zoal doe op een dag. Dit dus.

P.S. De nieuwe foto in de kop van mijn blog is van een uitgebloeide lotusbloem in eigen tuin. Als je de zaden uit die dozen in het water gooit, vormen ze na enige tijd weer bloemen. Ze kijken je aan als aliens... “ET is watching you!” Fascinerend.