Translate

maandag 31 mei 2010

A room with a view

Het is heerlijk om terug te zijn op het Spaanse honk! In de afgelopen dagen stond de zon bij opstaan al hoog aan de hemel, brachten wij de ochtenden door op het zonovergoten terras, gingen wij 's middags naar het strand en genoten wij 's avonds in korte mouwen van de geluiden en de zwoelte die door de open schuifpui binnenkwamen. Spanje voelt weer als vanouds als warme thuishaven. De kou op de Nederlandse camping was daarmee snel vergeten. Vandaag kwam de temperatuur voor het eerst boven 30° Celsius.

Sinds de terugkeer naar onze casa en España voel ik mij wel enigszins verstoken van de wereld... Wij hebben hier namelijk geen vaste telefoonaansluiting en internetverbinding van Telefonica meer. Dit nationale telefoonbedrijf is een monopolist in Spanje en rekent 'hoofdprijzen' voor de diensten die zij bieden.
Voor een substantieel bedrag per maand, waarvoor wij in Bali -ons derde vaderland- een heel dorp kunnen onderhouden, gingen wij jaren geleden in zee met deze Spaanse PTT.
Wij besloten echter voor ons vertrek naar Nederland dat het abonnement zijn langste tijd had gehad, gezien het beperkt aantal weken per jaar dat wij in Spanje vertoeven (vorig jaar uitgezonderd). Al ben ik geen Zeeuws meisje, us ben zuunig. Er is tenslotte nog steeds sprake van crisistijd, zeker in Spanje. Bij thuiskomst bleek de vaste telefoonlijn inderdaad morsdood dus de modem en het telefoontoestel konden worden opgeborgen. Het maandelijkse bedrag aan het Spaanse telecombedrijf bleek nog wel steeds van de rekening te worden afgeschreven... Dat moet dus nog worden gecorrigeerd. Dat verbaast mij overigens niets gezien de ervaringen met KPN bij ons vertrek uit Nederland en het afscheid van British Telecom in Engeland. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Wat ik belangrijker vind, is dat ik als blogger op korte termijn een alternatief moest verzinnen. Ik wil immers graag contact houden met de buitenwereld. Ik wanhoopte niet want er waren alternatieven. De eerste optie was het clubhuis van 'mijn' golfbaan van Real Campo de Golf Campoamor. Diezelfde baan waar ik afgelopen zondag na een onderbreking van zes maanden weer een rondje golfde met Hugo. Het spel ging goed en mijn bovenarmspier gaf geen krimp.

Ik loop nu regelmatig met laptop-in-rugzak heuvelopwaarts. Het nabijgelegen clubhuis beschikt over een onbeveiligd draadloos netwerk. Zolang ik geen bankzaken doe, is dat een goede, zij het tijdelijke oplossing. Ik ben niet de enige wifi-piraat en zeker niet de enige Hollander. Op deze manier sla ik twee vliegen in een klap: ik maak mijn dagelijkse wandeling tegen de heuvel op (30 minuten bewegen!) èn ik krijg verbinding met het web. Alhoewel we dagelijks nieuws- en actualiteitenprogramma's volgen en plaatselijke kranten lezen, wil ik ook graag voeling houden met het kekke worldwide web. Ik mis die rijke informatiebron en vind surfen bovendien een leuk tijdverdrijf. Hoe vaak op een dag ik niet zeg “dat zoek ik even op”?! Dat is even wennen. Afkicken, heet dat.

Gezeten aan een tafel in het clubhuis, dichtbij een stopcontact, log ik in. Het duurt even voordat mijn laptop het draadloze netwerk vindt. Ik klikt het aan en krijg direct verbinding; zelfs sneller dan mijn duurbetaalde Telefonica-verbinding!
En zo zit ik nu dus in 'a room with a view'. Het uitzicht in en vanaf het clubhuis is majestueus. Qua interieur: onder een zeer hoog kersenhouten plafond, met daaraan een kroonluchter die zijn weerga niet kent, in een zaal waarin een koninklijk huwelijksfeest niet zou misstaan en af en toe een vriend of kennis die aan mijn tafel een praatje komt maken. Onder het genot van een glaasje tinto de verano (zomerwijn) en Spaanse klanken.
Voor wat betreft het vergezicht: uitkijkend over de Mar Menor en de Middellandse Zee, met bloeiende tuinen rondom het clubhuisterras èn in de uitbundige sfeer van de 19de hole. Geen slechte kantoordag, al zeg ik het zelf. Ik ken iemand die een bordje in huis heeft hangen met daarop de tekst 'een slechte dag op de golfbaan is nog altijd beter dan een goede dag op kantoor'...


vrijdag 28 mei 2010

Over klaprozen en bloeiende brem in de berm

We zijn weer veilig terug in Spanje. De dag van ons vertrek uit Kijkduin, reden wij via de Franse Bourgogne richting Zuid-Europa. In de auto werd het net voorbij de Hollandse grens al 30° Celsius. Ik was 'flabbergasted'... Hoe kon het toch zo warm zijn op steenworp afstand van de koude Zuid-Hollandse camping? Onderweg keek ik mijn ogen uit naar de vele klaprozen, die als dieprode kleden langs de weg opdoken, en bloeiende brem in de Franse berm. De oleanders doken in dikke rijen in de berm op toen wij de Spaanse grens passeerden.

Op de avond van onze eerste stop in Frankrijk (Beaune) konden de lange mouwen, de dikke spijkerbroek en de warme sokken uit. Luchtig gekleed dronken wij een aperitief op een terras in de open lucht. Ik kon mijn geluk niet op: eindelijk warm! Na vergelijkend onderzoek in belendende straten besloten we te gaan dineren bij een leuk aangekleed restaurant genaamd 'Le Grillade', met een traditioneel Bourgondische kaart: escargots, boeuf bourguignon, kaasplateau met plaatselijke producten en nog veel meer. We hadden er zin an.
De maaltijd werd een grote deceptie: het slakkenpapje was laf van smaak, het beroemde stoofpotje was smakeloos en ook het kaasplateau was niet om over naar huis te schrijven: er lagen 3 miezerige puntjes doodordinaire kaas. Niets bijzonders. Om maar te zwijgen over de Bourgogne-wijn die wij bestelden. Al vele jaren ben ik van mening dat Frankrijk zich te buiten gaat aan zeer hoge prijzen voor plaatselijke wijnen. In dit restaurant zaten wij om de hoek van enorme wijnvelden... Waarom moet een mooie, lokaal geproduceerde fles wijnen €60 of meer bedragen in zo'n restaurant? Uit de wijnkaart koos mijn liefje niet de duurste maar zeker ook niet de goedkoopste. Wat op tafel kwam, had veel weg van slappe limonade: het ontbrak aan smaak, body en karakter. Het gehaaste personeel had geen aandacht meer voor ons. Wij hadden onze bestelling immers al gedaan. Niet veel later kwam een grote groep Amerikaanse toeristen binnen. Die zullen het waarschijnlijk 'great' en 'wonderful' hebben gevonden... Ik, burger van de 'oude wereld', was teleurgesteld tot in mijn tenen!
We verbleven in het comfortabele hotel 'Hostellerie de Bretonnière' in het hart van de stad Beaune aan de rue du Faubourg Bretonnière 43. Dat maakte veel goed. Het adres met afgesloten parkeerplaatsen is een heuse aanrader.

Op weg naar Zuid-Frankrijk bleef de temperatuur rond 24° Celsius, al viel er af en toe een regenbuitje. Op weg naar de volgende bestemming deden wij wederom het viaduct van Millau aan. In 2008 reed ik voor het eerst over dit knappe ontwerp van Sir Norman Foster, een van mijn favoriete architecten. Deze brug, die op 7 betonnen pilaren rust, is op het moment van bloggen nog steeds de hoogste (343 meter) en langste (2460 meter) ter wereld. Deze keer gingen wij er echter niet overheen maar er onderdoor. Van onderaf bezien leken passerende vrachtwagens speldenknoppen... Het gaf een nieuw perspectief en nóg meer foto's.

Na enkele uren verder zuidwaarts rijden, arriveerden wij op de eindbestemming voor die dag: 'Le Château Hospitalet' in Languedoc-Rossillon, vlakbij het Zuid-Franse Narbonne-plage. Op het wijnlandgoed van Gérard Bertrand snappen ze het: l'art de vivre méditerranéen... Het gerenoveerde hotel heeft 38 ruime, comfortabele kamers (gratis wi-fi) en het restaurant heeft seizoengebonden groenten uit eigen tuin, biologisch brood en eigen wijnen (ook biologische). Op het landgoed bevinden zich wijnranken zover het oogt rijkt!
In tegenstelling tot de voorgaande avond was het diner smaak- en karaktervol. Mijn liefje koos verse artichokkensla met mosterddressing en lamsrack met aardappeltaartje. Mijn keuze ging uit naar eendelever met huisgemaakte vijgencompote en gamba's in plaatselijke wijn geflambeerd op verse pasta. De favoriete wijn, die wij eerder ontdekten tijdens de -gratis- wijnproeverij, was een stevige, enigszins fruitige rode Minvervois uit 2008, vervaardigd door Gérard zelf. Op de foto is 'my beautiful prouverette' te zien, met slechts de helft van de testflessen. Het spuugbakje viel helaas van de foto...

De volgende ochtend was het heerlijk wakker worden met de vogels en het uitzicht over zonovergoten druivenvelden. Het ochtendlicht was prachtig. We reden nog even naar het nabijgelegen strand van Narbonne om zilte lucht te snuiven. Dit typisch Franse badplaatsje lag nog in diepe rust maar in het hoogseizoen moet het hier een gekkenhuis zijn.

Na een lange maar rustige dag op de Spaanse Autopista was er een warm onthaal (letterlijk en figuurlijk) door onze bevriende buren Emmy & Hugo die heerlijk voor ons hadden gekookt. We zijn grote bofkonten. We zijn weer thuis en de zon schijnt nog steeds?! De korte broek gaat de komende maanden niet meer uit. L'art de vivre méditerranéen kan hier doorgaan!



maandag 24 mei 2010

Ik vertrek (wederom)

Poeh-poeh, het afbraakwerk is gedaan. Gisteren en vandaag waren qua weer uitermate geschikte dagen voor opbreken. Al is het ironisch: gaan we weg wordt het zomers! Ik weet inmiddels uit ervaring dat deze opleving niet voor lang is. Op het moment van typen (maandagavond) heeft de zeemist weer ingegrepen. Het is wederom kil en koud op de camping. Mijn rugspieren doen pijn maar toch mopper ik niet want alle onderdelen van de 'pre-tent' -Bladels voor voortent- zijn kurkdroog in de caravan opgeborgen. En dat was het hoofddoel van de afgelopen dagen.

Zondagavond beleefden we de eerste zomerse avond. We besloten het ervan te nemen aan het Nederlandse strand en togen naar strandpaviljoen Zeerob. Zeerob is een favoriete plek aan het Kijkduinse strand die we al jaren frequenteren. Deze strandtent ademt een hippiesfeer uit die ons aanspreekt. Het is er -gelukkig- (nog?) niet zo gelikt als bij vele andere, hedendaagse strandpaviljoens. De muziek is er trendy, de rosé is goed van kleur, het pilsje is op de juiste temperatuur, de gerechten zijn heerlijk en het uitzicht over de Noordzee is majestueus. Dus de sokken gingen uit, de blote voetjes rustten op het zand. Ik was met recht 'barefoot on the beach'. Rob zelf stond in de keuken en bereidde smakelijke gerechten: verse pasta met spinazie, geitenkaas en verse dragonsaus voor mij en mals lamsvlees met krokante frietjes en gevarieerde sla voor mijn liefje. Ik ademde puur geluk!

In de afgelopen weken was er weliswaar sprake van koud voorjaarsweer op de camping maar ieder weerzien met vrienden en familie ervoer ik als hartverwarmend. Dat maakte veel goed. Ook namens mijn liefje: dank aan jullie allen voor de warme ontvangst! En aan diegenen die we niet met een bezoekje vereerden: het ligt zeker niet aan jullie. Het kwam er eenvoudigweg niet van.

Ik zal ze missen: de gezamenlijke maaltijden, de borrels, de spontane bezoekjes, de gezelligheid. Maar ook het Hollandse landschap: de kleur van de luchten, de wolkenpartijen, de duinen, de brede stranden. En Snolliebollie! Maar er is zoveel meer. Het credo van mijn favoriete Volkskrant-columnist Martin Bril was: 'je mist meer dan je meemaakt. Helemaal niet erg.' Al was de vernieuwde Volkskrant dagelijks een feestje, zijn columns mis ik nog steeds. Net als Nelly-op-de-camping...

Het Spaanse honk lonkt. Ook daar is de zomer eindelijk aangebroken. Ik kijk uit naar kleurrijke zonsopgangen vanaf het terras, het gekrijs van steenuilen en roofvogels na zonsondergang, dineren in de openlucht, met blote voeten in het warme zand, sardientjes eten bij de zigeuners van San Pedro, tapas eten aan de boulevard en zwemmen. Elke dag. De herinneringen zijn opgeslagen, de boekentas is gevuld, het hart loopt over. We zijn klaar om te gaan.


Ik vertrek één keer. Daarna blijf ik.
Ik vertrek misschien twee keer. Maar dàn zal ik toch blijven…

Als ik vertrokken ben zal ik één keer blijven staan
en aarzelen,
misschien ook twee keer - ik weet het niet.

Ik heb gelijk, zal ik denken.
Ik neem de kortste weg, de mooiste weg,
en ook de snelste weg,
de weg langs afgronden en elegante ruïnes,
de weg langs klaprozen, langs schreeuwende meeuwen -

de weg naar huis.


Toon Tellegen
Uit: 'Over liefde en niets anders'
Querido Amsterdam (1997)

Mijn eerstvolgende blog zal ik schrijven vanaf de Costa Blanca. ¡Hasta pronto!


vrijdag 21 mei 2010

Amo et odi

In de jaren vijftig van de vorige eeuw vertrokken tienduizenden mensen uit Nederland naar Australië en Canada om nooit terug te keren. De ouders van mijn liefje hadden bijna tot die groep emigranten behoord. Ik ben blij dat ze het niet deden; ikT had haar dan hoogstwaarschijnlijk niet ontmoet... Een halve eeuw later pakte een nieuwe generatie Nederlanders de koffers. Niet eerder vertrokken zo veel mensen naar het buitenland: meer dan 300 personen per dag. Tot die groep behoor ik. Sinds 10 jaar ben ik een van de vele transmigranten. Nederlanders die naar het buitenland vertrokken maar de Nederlandse ontwikkelingen op de voet blijven volgen. Alhoewel ik mij in de eerste plaats wereldburger voel, blijf ik sterk verbonden met 'Het Vaderland'.

Door internet en satellietverbinding is voeling houden met mijn geboorteland nauwelijks een probleem. Of wij nu in Spanje of in Bali vertoeven: dagelijks kunnen wij op het web en via BVN het Nederlandse nieuws en favoriete nieuwsprogramma's volgen zoals NOVA, Pauw & Witteman en De Wereld Draait Door (jubilerend).
Op dit moment houden vooral de aanstaande parlementaire verkiezingen mij bezig. De uitoefening van het kiesrecht was dit jaar voor Nederlanders in het buitenland geen sinecure. Het werd door de vervroegde verkiezingen zo goed als onmogelijk je tijdig van buiten de landsgrenzen voor de verkiezingen aan te melden. Mijn stem gaat dit jaar dus helaas verloren. Voor anderen is er 'echt iets te kiezen', aldus de commentaren na de doorberekening van de Nederlandse verkiezingsprogramma's door het Centraal Planbureau. Het wordt spannend, zelfs zonder spindoctor De Vries. Hij lijkt naar de VVD te zijn overgestapt: die partij speelt momenteel de electorale joker Neelie Kroes (als eventuele première van NL) heel slim uit!

Ik vind het een geruststellende gedachte dat Wilders' PVV niet meer op een eclatante overwinning afstevent. Zijn verkiezingsprogramma berust wat mij betreft op bedenkelijke uitgangspunten. Daarentegen ben ik wel enthousiast over de campagne 'Geert spreekt niet voor mij' die een student onlangs startte. Die straalt hoop uit. Ook ik ben vóór een samenleving waarin geen enkele biculturele burger (nieuw woord voor allochtoon) wordt uitgesloten op grond van cultuur en geloof. Ook ik ben tegen discriminatie en tegen uitsluiting van groepen mensen. Dat soort onrecht pas een -van oorsprong- tolerante natie als Nederland niet. Waar op de wereld ik ook leef, ik zal mij altijd uitspreken tegen dergelijk onrecht. Ik denk dat we blij moeten zijn met diversiteit in de Nederlandse samenleving. Culturele diversiteit betekent rijkdom. De trots op Nederland waarvoor Rita Verdonk staat, komt voort uit een negatief sentiment. Dergelijke trots maakt meer kapot dan je lief is, zoals uit haar deplorabele campagnefilm moge blijken. Nul zetels voor Ton lijkt mij dan ook een terechte verkiezingsuitslag.

Maar als je als ingezetene niet aan de maatschappij wenst deel te nemen of -erger nog- je in die samenleving angst zaait of medelanders kwaad doet, dan moet je je heil elders zoeken. Dan moet je gaan naar waar je wel aardt. 'Homo sapiens non urinat in ventum' - een wijs mens piest niet tegen de wind in...

Mijn eigen verblijven in het buitenland waren en zijn niet altijd gemakkelijk want transmigreren moet je leren. Daarvoor heb je een flinke dosis culturele sensitiviteit (inlevingsvermogen), flexibiliteit en doorzettingsvermogen nodig. Bi-burgers met zo'n instelling zijn overal welkom. Het is net als met een driehoeksverhouding: je moet van twee tegelijk kunnen houden om gelukkig te zijn. Mijn eigen motto is simpel: 'home is where the heart is'. Ik prijs mij dan ook gelukkig dat mijn eigen liefje, hartendief binnenkort weer mee naar Spanje gaat.


dinsdag 18 mei 2010

Spartakusje!

Op ons opvangcentrum aan de Noordzeekust daalt de temperatuur 's nachts nog steeds tot bedenkelijk niveau. Ik spreek over eind mei. Als ik op sommige ochtenden met mijn kaplaarzen over de camping klos, glinstert en knerpt het gras onder mijn voeten. Rijp! De heren IJsheiligen zijn inmiddels gepasseerd maar het risico van koud voorjaarsweer voor gewassen die in deze tijd in volle bloei staan, bestaat nog steeds. Een late vorstnacht kan veel schade aanrichten, niet alleen aan de natuur. Lees en huiver (mee).

Twee weken geleden kwam er een mail binnen, afkomstig van onze vriendin Rose-Marie uit Zwitserland. Ze schreef dat ze ons tijdens het huidige verblijf in Nederland wilde bezoeken - mèt golftas. Enkele jaren geleden stonden wij onze eigen oefenset aan haar af zodat ze in eigen land kon gaan onderzoeken of ze het een leuke sport vindt. Golf werd zeg maar niet haar ding. Naar haar oordeel 'waren er teveel hulpmiddelen bij nodig'. Een tas boordevol links- en rechtshandige clubs kwam dus retour. Inclusief een zak nieuwe ballen. Zaterdagochtend jongstleden haalden wij onze vriendin op bij Centraal Station. Ze liep ons met afgezakte schouders tegemoet. Maar schijn bedriegt: zij was oprecht blij de auto ons weer te zien!

RM is française van geboorte maar zij woont al vele jaren uit vrije wil in het Duitssprekende deel van Zwitserland waar zij inmiddels goed inburgerde. Dat gaat daar niet vanzelf: na een verblijf van minimaal 12 permanente jaren kom je eventueel in aanmerking voor het Zwitserse burgerschap. Vooropgesteld dat je een van de landstalen vloeiend spreekt en volledig bent geïntegreerd 'into the Swiss way of life'. Als ervaren inburgeraar ben ik ervan overtuigd dat zij een goed voorbeeld is van geslaagde integratie: ze werd niet alleen dol op bergen en Zwitserse chocolade maar vindt ook de -in mijn ogen- vreemdste Zwitserse regels inmiddels 'doodnormaal'... Zo mag nergens in Zwitserland na 00:00 uur een toilet worden doorgespoeld en op zondag mag niemand stofzuigen?! Ik vind haar de ideale bi-burger. Dat is mijn eigen multiculti-variant op de 'biculturele burger' waarmee de ChristenUnie allochtonen van Nederland voortaan wenst aan te duiden.

Anyway. Onze RM is tamelijk streng voor zichzelf (en soms ook voor anderen). Alhoewel zij bepaald geen Spartacus is, kwalificeert zij zich als aanhanger van een Spartaanse levensstijl. Dat zeg ik niet ongefundeerd: ze wilde namelijk in een tent bij ons op de camping vertoeven; niet in een warm caravan-, hotel- of chaletbed. In aanloop naar haar bezoek keken wij dagelijks met angst en beven naar de weersvoorspellingen: de nachtelijke temperatuur zou tijdens haar verblijf extreem laag blijven en er werden fikse regenbuien voorzien. Hoe sober en minimaal comfortabel kan een mens het zich wensen? Maar als zij ècht wil kamperen, dan steun ik haar daarin. Het tentje werd dus op een zonnig moment naast de caravan opgezet, het luchtbed werd opgeblazen, de slaapzak werd gelucht. We waren klaar voor het bezoek.

De eerste nacht werd diep afgezien: de temperatuur kwam niet boven 5° Celsius. 's Ochtends om 7 uur stapte een Zwitsers ijsklontje de caravan in. Het nachtelijke avontuur had lang genoeg geduurd. Deze warme, uitgeslapen Tom Poes moest dus een list verzinnen voor haar tweede nacht: we legden een deken over het voetengedeelte, het bed werd met plastic afgedekt om vocht te weren en de bedsokken werden in de magnetron voorverwarmd. Die nacht werd het weliswaar niet kouder dan 10° Celsius en haar voeten bleven warm(er) maar het was nog niet optimaal: vocht was nu tussen de slaapzak en het plastic gekropen en had de warme, isolerende slaapzak verkild. We tobden voort. De laatste overnachting werd zelfs een dieptepunt: ze voelde zich de ganse nacht 'als een alpinist op de Matterhorn'. Dat was haar aan te zien ook!

Slapen in de tent werd dus geen succes maar dit gold uitsluitend voor de nachten; overdag was campinglife plezierig en zonnig. Wij fietsen veel en namen haar mee naar vrienden en familie. Zo vergezelde RM ons naar Brabant waar mijn liefje de marathonmedaille die zij vorig jaar -ter aanmoediging- van haar sportieve broer ontving, officieel terugoverhandigde (zie blog van 26 oktober 2009). Die hopen wij niet meer nodig te hebben.
Onze vriendin deed mij in de afgelopen dagen regelmatig jodelen. Nou ja, zij niet persoonlijk maar Ger's geleende herenfiets waarnaar ik door haar komst was uitgeweken. Het stalen ros fietste goed maar zitten op een mannenzadel? Aïaïaï! Ik hoop Mijn Zwitserleven Gevoel spoedig te hervinden...




vrijdag 14 mei 2010

Riooljournalistiek

Elke Nederlander weet inmiddels dat zich recent een grote vliegramp afspeelde rond de luchthaven van Tripoli, Libië. Het werd een ramp in meer opzichten: niet alleen kwam een groot aantal passagiers bij die crash om het leven, het betreft bovendien veel Nederlanders die vakantie hadden gevierd in Zuid-Afrika en met vliegmaatschappij 'Afriqiyah Airways' (deels eigendom van kolonel Khadafi) op weg naar huis waren. Wat heugelijk en tegelijkertijd diep tragisch is, is dat slechts één persoon -het Brabantse jongetje Ruben van 9 jaar- deze vliegramp overleefde. Dat mocht helaas niet zo zijn voor zijn ouders en zijn broer. Wij weten dat inmiddels. Hij nog niet.

Animated avatar. SwirlGroot was mijn verbijstering toen ik vanochtend op de radio vernam dat een journalist van 'De Krant van Wakker Nederland' telefonisch contact had gezocht met het jochie op Intensive Care en hem enkele vragen had gesteld. Wie doet zoiets? Toch zeker geen weldenkend mens. A twisted mind?

Het bleek een journaliste van De Telegraaf. Het begrip 'weldenkend' is in de context van de Telegraaf nu eenmaal een contradictio in terminis. Sinds 2009 is Sjuul Paradijs (zie foto) er hoofdredacteur. Niet eerder was een achternaam van iemand zó ontoepasselijk! Zelf noem ik deze krant al vele jaren 'De Telegrof'. Die bijnaam maakt de krant nu voor het aanzicht van heel Nederland volledig waar, wat mij betreft. Wat een rioollucht komt ervan af!

We will have to brace ourselves... want deze krant verwierf, onder aanvoering van dezelfde hoofdredacteur, nog niet zo lang geleden televisierechten. De nieuwe, publieke omroep 'Wakker Nederland TV' (WNL) afficheert zichzelf graag als exponent van Nederlanders die houden van normen, waarden en tradities. Paradijs meent dan zijn omroep een grote groep mensen vertegenwoordigt, de zogenaamde 'ruggengraat' van de Nederlandse samenleving. Mijn hemel, is het met Nederland dan erger gesteld dan ik al dacht?!
Toen de radioverslaggever contact opnam met de betreffende hoofdredacteur om hem een reactie te ontlokken, kreeg hij nul op het rekest. Paradijs wenste niet te worden gestoord in zijn ochtendritueel... Dat noem ik nog eens meten met twee maten. Ik vind het respectloos en volstrekt normen- en waarde(n)loos! Deze schandalige telefoonactie overschreed ieders normen en waarden, Telegraaf-lezer of niet. Het is niet te hopen dat WNL van dergelijke onbetamelijkheden een nieuwe Nederlandse traditie maakt.

Maar we zijn gewaarschuwd.


donderdag 13 mei 2010

Je bent een rund als je met botten stunt

Mijn liefje zei het al toen ik begin April een bot op het strand van Ter Heijde vond: “daarvan kunnen we vast een mooie bouillon maken.” Alhoewel ik erom moest lachen, vond ik het tegelijkertijd barbaars. Want dat doe je toch niet met een fossiele vondst van enige importantie? Ik dacht namelijk iets bijzonders te hebben gevonden. Zij dacht van niet. Wie van ons kreeg gelijk? Haar reactie bleek -helaas- profetisch te zijn. Je moet er even op wachten maar dan heb je ook (n)iets. Getuige de reactie van mevrouw Van Duijn, werkzaam in het natuurinformatiecentrum van Natuurhistorisch Museum Naturalis in Leiden. Ik citeer:

'Zo te zien betreft uw vondst een stuk wervel, vermoedelijk van een rund. Het zou de bovenkant van een borstwervel kunnen zijn, waarvan het doornuitsteeksel is afgebroken (zie breukvlak in het midden van de wervel). Of het bot fossiel is, is lastig te zeggen. Ook recente botten worden in zee al vrij snel zwart. De vlamtest kan helpen om een indruk te krijgen van de ouderdom van het bot. Een recent bot -bijvoorbeeld van een huisrund- gaat stinken als je er even een aansteker onder houdt, een fossiel bot niet. In het laatste geval zou het bot van Laat-Pleistocene ouderdom kunnen zijn.' (Dit houdt ongeveer 12.000 jaar ouderdom in.)

Tja, runderen bewonen nu eenmaal de wereldzeeën niet dus ik moest accepteren dat mijn bot geen fossiele vondst uit de Noordzee is... De vlamtest toonde aan dat het niet eens om een fossiel runderbot gaat. Je kunt je mijn teleurstelling voorstellen. Zeker gezien het feit dat ik dit bot juist in 2010 vond: het jaar van de biodiversiteit. De afname van de soortenrijkdom moet in dit jaar tot staan worden gebracht. Bij nader inzien moest ik lachen om mijn eigen 'wishful thinking'.

Deze amateur-vorser mag sowieso niet mopperen want ik deed tot nu toe al enkele interessante vondsten: baarmoederzakjes van diverse soorten haaien (Nederland en elders), fossiele haaientanden (Cadzand en Oostkust VS), bot van de legendarische crucifix-vis (Florida), fossiele en niet-fossiele schelpen in diverse grootte, kleur en soort die ons huis in Bali verfraaien. Maar ik geef niet op: misschien vind ik ooit nog iets dat niet alleen voor mij bijzonders is.

Bijvoorbeeld op Flores. Dit Indonesische eiland is al enige tijd een gewenste reisbestemming. Wellicht dat het ervan komt tijdens ons aanstaande, lange bezoek aan Bali. Flores is een van de vulkanische Sunda-eilanden ten Oosten van Bali. Het eiland had 18.000 jaar geleden veel weg van een Jurassic Park-achtige verloren wereld. In September 2003 deden de Amerikaanse professoren Brown and Morwood een interessante ontdekking in een grot op het eiland Flores. Men vond een bijna compleet skelet van een exceptioneel klein wezen van 1 meter hoog, met de hersenen van een baby. Ondanks die kleine hersenen konden de wezens jagen, koken en gereedschap maken. Niet ver van die grot vond men bewijs van deze activiteiten.
Dit wezen werd vervolgens Homo floresiensis of 'Hobbit' genoemd. In mijn pubertijd las ik de boeken van Tolkien met grote belangstelling. De hoofdpersoon uit 'The Lord of the Rings' (Frodo) is een hobbit.

Eerder deze week luisterde ik naar een uitzending van Radio 1 waarin een Hollandse paleontologe vertelde over de bijzondere fossiele vondsten die zij en anderen hadden gedaan op Flores. De dwergmens Homo floresiensis leefde er dus maar ook reuzenratten en een primitieve mini-olifant, de stegodon.

Over mijn eigen vondst zal geen radio-uitzending komen, noch zal er een plekje in een vitrine van een Hollands natuurhistorisch museum worden vrijgemaakt. Ik denk dat ik het bot binnenkort aan mijn ware vriendinnetje kado doe: Snolliebollie. Ondanks haar kleine herseninhoud zal zij het op waarde weten te schatten.


maandag 10 mei 2010

Alpe d'HuZes

Alpe d'HuZes is de naam van een jaarlijks fietsevenement voor KWF Kankerbestrijding. Sportievelingen, alleen of in teamverband, fietsen geld bijeen waarmee zij een bijdrage leveren aan de strijd tegen de gevolgen van kanker. Door ware helden wordt de Alpe d'Huez op één dag zes keer beklommen; vandaar HuZes. Dat lijkt een bijna onmogelijke opgave maar toch lukte het in 2006, 2007, 2008 en 2009 vele deelnemers; zelfs een aantal (ex-)kankerpatiënten.

In 2009 werd een recordbedrag van bijna € 6.000.000 bij elkaar gefietst. Een deel van dat geld werd besteed aan het faciliteren van de leerstoel 'Leven met Kanker' aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hoogleraar Irma Verdonck bezet deze leerstoel (voorlopig voor vijf jaar, gedurende 2 dagen per week). Uit hoofde van die functie doet zij belangrijk onderzoek naar de gevolgen van leven met kanker voor patiënten en hun omgeving. Met name de psycho-sociale factoren van kanker zijn nog grotendeels onderbelicht. Psychische problemen, depressies, niet kunnen werken of functioneren zoals je gewend bent, zijn zaken waarmee kankerpatiënten helaas dagelijks worden geconfronteerd; niet alleen tijdens, maar ook na hun (ziekte en) behandeling. In Nederland leven circa 400.000 personen met kanker. Jaarlijks komen er 80.000 bij. Ongeveer driekwart komt op eigen kracht overeind en pakt het leven weer op. Maar een groot deel belandt in een dip of crisis...
Het andere deel van de Alpe d'Huzes-opbrengst werd en wordt besteed aan e-health, de combinatie van gezondheiszorg en electronische patiëntenzorg. Verdonck, die zelf ooit de diagnose borstkanker kreeg, fietste overigens vorig jaar mee naar de Alpe d'Huez.

Vanmorgen las ik in de Volkskrant dat onderzoek door KWF Kankerfonds aantoont dat zorg voor kankerpatiënten niet in elk ziekenhuis in Nederland optimaal is. Van de Inspectie van de Gezondheidszorg mogen de resultaten van dat onderzoek niet worden onthuld vanwege gevreesde reputatieschade... En dan te bedenken dat deze inspectie een Nederlands overheidsorgaan is en demissionair minister van Volksgezondheid Ab Klink het verbod een slechte zaak vindt. Zo'n standpunt zou de Russische of Chinese overheid niet misstaan maar het is verbijsterend als het Nederland betreft. Zorg om eigen reputatie is kennelijk belangrijker dan zorg voor kankerpatiënten?! Ik vind het een schande. Goed dat Zembla-programma 'Het kankerdoolhof' dergelijke misstanden aan de kaak stelt, zoals op 8 mei jongstleden was te zien. Een voorlopige rangschikking van Nederlandse ziekenhuizen is hier te vinden.

Het 2010-doel van de Stichting Alpe d'HuZes is om het recordbedrag van 2009 te verpulveren; men richt zich op het bijeenfietsen van tien miljoen euro! Alpe d'HuZes zet zich ervoor in dat de strijd tegen kanker uiteindelijk wordt gewonnen. De algemene missie voor dit jaar is:

'Anderen faciliteren en inspireren om goed, gezond en gelukkig te kunnen leven met kanker.'

Teamcamptain Frank Hermans (derde van links) gaat op 3 juni aanstaande weer fietsen en dat vind ik keigoed! Onder het motto 'Opgeven is geen optie' bedwong hij vorig jaar met zijn team 'Trust the Process' (het motto van Nelly's weblog) de Alpe d' Huez voor dit goede doel. Held Frank reed zelf de berg zes keer op en af en als team deden ze het 37 keer. Zij fietsen met een missie: met elkaar realiseerden zij € 37.000 voor het goede doel, via donaties en sponsoring. Deze fantastische sportieve prestatie droeg Frank op aan onze gemeenschappelijke vriendin Nelly, die eerder dat jaar aan de gevolgen van longkanker overleed.

De droom van Frank, van mij en vele anderen is dat kanker van een dodelijke naar een chronische ziekte evolueert. Zijn persoonlijke motto voor dit jaar is: 'alleen een dwaas blaast tegen de wind in maar met ons allen veranderen we zijn richting.' Het is een boodschap van hoop.
Frank: “uit ervaring kan ik vertellen dat leuk anders is. Die berg is namelijk zwaar en in vergelijking met de rest van de Franse Alpen helemaal niet mooi. Daar komt bij dat 6x eenzelfde route op 1 dag nutteloos is en op den duur saai wordt. Tóch ben ik erg gemotiveerd om het weer te gaan doen op 3 juni. Dit omdat er helaas nog te veel collega's, naasten, bekenden en minder bekenden zijn die de strijd tegen kanker móeten voeren; of ze nou willen of niet! Doe je mee om mij en vooral hen te steunen?”

De opgave om op één dag de Alpe d'Huez zes keer op te fietsen is uitzonderlijk zwaar maar voor Frank is dat onvergelijkbaar met de strijd die een kankerpatiënt moet leveren. Zijn beklimming staan dan ook louter symbool voor díe strijd.
Hij is één van de 3.241 fietsers en één van de leiders van de 389 fietsteams die dit jaar de actie steunen. Zijn persoonlijke doel is om dit jaar € 10.000,- bijeen te fietsen. Op het moment van publicatie van dit blog staat hij op 49% van zijn streefbedrag. Als je genoot van de start van de Giro d'Italia in Nederland, moet ook dit fietsevenement tot de verbeelding spreken. Frank kan nog wel enkele donaties gebruiken, lieve vrienden en andere lezers van mijn blog...

Ik weet zeker dat Nelly dit jaar wederom met Frank meefietst: 'vederlicht en inspirerend', net als in 2009. Doe mee met Frank en Nelly en doneer! Franks website is ook bij Mijn Links te vinden. Via de blauwe knop 'Steun mij' kan direct en veilig worden gedoneerd. Frank en de stichting Alpe d'Huzes hanteren een strikt anti-strijkstokbeleid: 100% van de giften gaat naar het onderzoeksfonds.
Diederik, Nelly's echtgenoot, gaat zijn vriend dit jaar in persoon steunen op de Alpe d' Huez. Ik wens Frank vanaf deze (vlakke) plaats alvast heel veel suc6! Wordt vervolgd.


vrijdag 7 mei 2010

Campinglife 2010-2020

Onze huidige verblijfplaats, camping Kijkduinpark is fraai gelegen: tegen de duinrand, op loopafstand van het strand en de boulevard van Kijkduin (deelgemeente Den Haag), naast de golfbaan, met altijd het geluid van de Noordzeebranding op de achtergrond en zilte lucht alom. De camping is een grote groene oase met ruime kampeerplaatsen. Kortom: alle randvoorwaarden voor een fantastische kampeervakantie zijn aanwezig. Maar wat gaat er hier regelmatig veel mis!

Op dit vakantiepark van organisatie 'Roompot', beheerder van 796 andere recreatieparken in binnen- en buitenland, is sprake van een chronisch gebrek aan beheer. En wat ik nóg erger vind: men begrijpt nog steeds niet hoe klantencontacten moeten worden onderhouden.
Facilitair schort er hier ook het een en ander aan: de sanitaire gebouwen zijn nog steeds onder de maat -ondanks jaarlijkse renovatieplannen-, het restaurant blijft ver onder het niveau van snackbar Ockenburgh, de vuilnisophaal laat wekelijks te wensen over en sinds enkele dagen hebben we nauwelijks of geen internetverbinding vanaf de eigen kampeerplaats.
Om in contact met de buitenwereld te blijven, moet ik mij thans begeven naar de kantine van de camping. (Anderen noemen dat restaurant.) Daar zit ik dan achter mijn computerscherm: in een schimmige hoek, bij het enig vrije stopcontact van het treurige, paarsverlichte zaaltje met snookeraars en eenarmige bandieten om mij heen. Het doet mij terugdenken aan mijn Haagse brugklasfeestjes. Dat was toen heel gewoon; nu is zo'n omgeving bloggeronwaardig. Nee, Roompot is zeker geen vetpot voor kampeerders!

Ondanks dat alles is en blijft kamperen leuk en is Kijkduin een plaats om te koesteren. De vraag is echter hoe lang die combinatie zal bestaan. Er is namelijk een rapport uitgebracht met de titel 'Masterplan Kijkduin, structuurvisie Den Haag 2020' met een zeer ambitieuze inhoud. Het dikke marketingdocument ziet er gelikt uit. Het kwam met € 1.000.000,= Europese subsidie tot stand. Met heel veel foto's en schetsen en in rijk jargon wordt in 134 bladzijden een beeld geschetst van het toekomstige Kijkduin. Dat lijkt in niets op de familiebadplaats waar ik als kind speelde en zwom, als volwassene een aantal jaren met veel plezier duurzaam in de duinen woonde en die ik nu als kamperend toerist in eigen Vaderland jaarlijks bezoek.

De plannen moeten 'de ruwe diamant Kijkduin in 2020 volop laten schitteren', aldus het rapport. Wereldstad Den Haag heeft twee badplaatsen: 'het drukke, bruisende toeristencentrum Scheveningen met attracties en een uitbundig uitgaansleven en dat andere Den Haag aan zee: Kijkduin'. Aldus het trotse gemeentebestuur. Daar begint het al: je moet wel enorme oogkleppen dragen om Scheveningen bruisend te noemen... Ik vind die badplaats eerder toonbeeld van gebrek aan visie, betonrot en patatcultuur!

Het uitgangspunt voor het Masterplan is dat Kijkduin groen en stijlvol blijft, aldus het college van de burgemeester en zijn wethouders. Een prachtig streven maar hoe wordt dat ingevuld als er in de volgende zin staat dat het woningaanbod 'wordt uitgebreid met maximaal 1.000 woningen'?! Waar zullen de SUV's en Toyota's Prius van nieuwe inwoners en bezoekers gaan parkeren? Niet alleen in nieuw te bouwen onder- en bovengrondse parkeergarages waarvoor straks dik zal moeten worden betaald. Men zal ook op, onder en tussen het fraaie groen (moeten) gaan staan. Maar wel stijlvol, als ik het rapport mag geloven.

Ik ben erg voor verandering maar niet elke verandering is persé een verbetering. Ik vermoed dat er in het toekomstige Kijkduin weinig ruimte zal overblijven voor 'verblijfsaccomodatie in de meer economische sector', zoals men het eufemistisch uitdrukt in het rapport. Wat een stijlbloem! In gewoon Nederlands betekent het dat kamperen in Kijkduin in de toekomst weleens onmogelijk kan worden. Kampeerders hebben geen recht op zee meer!

In het rapport wordt vaak gesproken over 'bungalowpark Kijkduinpark', daarmee de campingfaciliteit van het park buiten beschouwing latend. Een voorteken? Men schrijft dat het huidige recreatiepark weliswaar zal worden gehandhaafd maar dat het zal worden 'geherstructureerd tot een meer hoogwaardig recreactiepark'. Op het hoogwaardige na (ô ironie) is dit geen nieuwe visie. Een dergelijke herstructurering is hier namelijk al jaren aan de gang: het grondgebied van de oorspronkelijke camping Ockenburgh werd kleiner en kleiner en op enig moment werden toercaravans niet meer toegestaan op vaste staanplaatsen. Fantasieloze kunststoffen standaardchalets werden de norm. Ook het terrein van de toercamping werd in de loop van de jaren kleiner: steeds meer campinggrond werd ingenomen door houten chalets, zogenaamde 'white camp cottages' en 'duingalows' (inhoud 40-65m²). Eentonigheid en lelijkheid troef. Daaraan verdient de eigenaar van het park veel meer geld; dergelijke accomodatie kan immers gedurende het gehele jaar worden verhuurd terwijl campinggasten vooral in de lente- en zomermaanden met hun huis-op-wielen naar het park komen.
Deze roompot stroomt al jaren niet over van liefde voor kampeerders. Hoe dat in 2020 zal zijn? Ik verwacht niks nieuws onder de Kijkduinse zon.



dinsdag 4 mei 2010

Twee minuten

Dit jaar herdenken wij in Nederland de doden voor de 65ste keer. In de Volkskrant las ik dat 'de oorlog met pensioen gaat'. Maar ja, wat betekent dat? Dat men het herdenken moe is? Dodenherdenking wordt hier sinds enkele jaren in een breder kader geplaatst. Tegenwoordig herdenken wij in Nederland ook de slachtoffers van alle oorlogen die na 1945 volgden. Maar nationale dodenherdenking op 4 mei gaat wat mij betreft nog vooral om het herdenken van de de miljoenen mensen die werden vermoord, gedeporteerd en op de vlucht gedreven ten tijde van het Derde Rijk. Hitlers nationaal-socialisten hadden het vooral gemunt op joodse mensen. Zes miljoen Joden werden slachtoffer van dit wrede regime maar ook zigeuners, homoseksuelen, lichamelijk en geestelijk gehandicapten, mensen van slavische afkomst en zwarte mensen werden vervolgd en vermoord. De diepe haat van de nazi's was gericht op specifieke bevolkingsgroepen. We weten waartoe dat leidde... Op de radio hoorde ik onlangs iemand zeggen: “Neem mensen zoals ze zijn. Anderen zijn er niet.” Simpel gesteld maar o-zo lastig uitvoerbaar. Ook nu moeten we alert en waakzaam blijven.

De (oog)getuigenissen in boekvorm worden elk jaar minder maar nog niet alle verhalen zijn verteld, zoals blijkt uit de nieuwe lijst van boeken over de oorlogsjaren die in de Boekenbijlage van de Volkskrant werden vermeld. Als blogger kies ik ervoor de Holocaust-vervolgden te herdenken die de kracht hadden hun persoonlijke ervaringen vast te leggen in literaire werken. Hun dagboeken, romans en beschouwingen maakten diepe indruk op mij.
  • Etty Hillesum † (vermoord in concentratiekamp Auschwitz)

  • Jona Oberski (overlevende van kamp Westerbork en concentratiekamp Bergen-Belsen)

  • Gerhard Durlacher † (overlevende van concentratiekampen Theresiënstadt en Auschwitz)

  • Jacques Presser † (onderduiker in Nederland)

  • Abel Herzberg † (overlevende van concentratiekamp Bergen-Belsen)

  • Loden Vogel / Sal Tas (overlevende van concentratiekamp Bergen-Belsen)

  • Inge Auerbach (overlevende van concentratiekamp Theresiënstadt)

  • Jorge Semprun (overlevende van concentratiekamp Buchenwald)

  • Primo Levi † (overlevende van concentratiekamp Auschwitz)

  • Janusz Korczak † (overlevende van het ghetto van Warschau en concentratiekamp Treblinka)

  • Elie Wiesel (overlevende van concentratiekampen Auschwitz en Buchenwald)

  • Saul Friedländer (onderduiker in Frankrijk)

  • Tadeusz Borowski † (overlevende van concentratiekamp Auschwitz)

Ten tijde van het Derde Rijk besloot Duitser Otto Frank, vader van Anne, met zijn familie naar het 'veilige' Nederland te emigreren. Daar zaten ze tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken in een achterkamer op de Prinsengracht (nr. 263) in Amsterdam. De familie werd verraden en Anne -die nu 80 jaar zou zijn geworden- overleed waarschijnlijk aan vlektyfus en uitputting in concentratiekamp Bergen-Belsen. Zij legde haar ervaringen in het Achterhuis vast in een persoonlijk dagboek. Sinds vorige week woensdag kun je een virtuele tour maken op haar onderduikadres. Dit werd gecreëerd ter ere van het 50-jarige bestaan van het Anne Frank Huis als museum. Ook dat schept een band. Hier is de link naar die virtuele vleugel van het 'ervaringsmuseum'.

Het volgende fragment heb ik overgenomen uit het boek 'Night' van de Hongaarse Amerikaan Elie Wiesel die in 1986 voor zijn literaire werk de Nobelprijs voor de Vrede ontving.

“Never shall I forget that night, that first night in the camp, which has turned my life into one long night, seven times cursed and seven times sealed. Never shall I forget that smoke. Never shall I forget the faces of the children, whose bodies I saw turned into wreaths of smoke beneath a silent blue sky.

Never shall I forget those flames which consumed my faith forever.

Never shall I forget that nocturnal silence which deprived me, for all eternity, of
the desire to live. Never shall I forget those moments which murdered my God
and my soul and turned my dreams to dust. Never shall I forget those things, even
if I am condemned to live as long as God Himself. Never.”


Opdat wij niet vergeten.