Translate

vrijdag 29 oktober 2010

Water en vuur

Deze week vond ten zuidwesten van Sumatra op een diepte van 33 kilometer een zware zeebeving plaats: 7.5 op de magnitudeschaal van Richter. Deze beving veroorzaakte een tsunami. Er vielen zeker 300 doden, vele honderden mensen worden vermist. Het 'Tsunami Early Warning System' (TEWS) dat in Padang staat en de bevolking tijdig moet waarschuwen, is sinds 2009 buiten werking door achterstallig onderhoud. In december 2008 werd het systeem voor het eerst getest. Wat bleek? Niemand hoorde de sirene; die kwam eenvoudigweg niet boven het lawaai van de stad uit...
Ook de Merapi -'Berg van Vuur'-, de actiefste vulkaan van Indonesië, barstte deze week uit; met 25 doden en 10.000 geëvacueerde Javanen als gevolg. Mijn liefje en ik wilden na de recente positieve medische uitslag een reis naar de Borobudur op midden-Java maken. Dat stellen we uit.

Momenteel woon ik aan de Ring van Vuur. Het is de aanduiding van een gebied rondom de Grote Oceaan waarin actieve vulkanen en bewegende aardplaten liggen. Die ring loopt van Nieuw-Zeeland, via Indonesië en Japan naar Alaska (Westkust van de Verenigde Staten), langs de Caribische eilanden, eindigend bij Chili (Zuid-Amerika). Met een beetje goede wil zou je kunnen zeggen: wie woont er niet aan die Ring? Sterker nog: je leeft wel heel geïsoleerd als je niet aan de ring woont! Ik maak het onderwerp expres luchtiger voor familie en vrienden.
Maar dat is niet alles: onder de gehele Gordel van Smaragd, parallel aan de Ring loopt een geul die de Sunda Trench wordt genoemd. De geul vormt de grens tussen de Indo-Australische plaat en de Euraziatische plaat. De Indo-Australische plaat beweegt noordwaarts richting Euraziatische plaat. Die platen schuren soms tegen elkaar aan waarna de Indo-Australische plaat onder de Euraziatische plaat schuift.
Dat is niet te zien maar wel te merken: daar vinden regelmatig zeebevingen plaats. De tsunami van 2004 was het gevolg daarvan (8.2 op de schaal van Richter). Tijdens die natuurramp waren mijn liefje en ik passagiers op een schip in de wateren van Midden-Amerika. Een deel van het personeel was afkomstig van Sri Lanka dat, net als Sumatra toen, zwaar werd gesteisterd. Ik herinner mij de gespannen sfeer aan boord nog als de dag van gisteren.

In 2005-2006 maakten mijn liefje en ik voor het eerst een reis om de wereld. Die reis begon in Bali en ging via Australië, Nieuw-Zeeland, Fiji via de west- en oostkust van de Verenigde Staten naar Londen. Van daaruit vlogen we terug naar Spanje, ons toenmalige basisstation. Een soort Ring van Vuur-route maar dat wist ik toen nog niet.

Onderweg bezochten we vele musea maar één natuurhistorisch museum bleef mij bij. Op de begane grond waren fraai opgezette inheemse dieren en nagebootste natuurlandschappen te bezichtigen. Op de eerste verdieping trof ik een grote wand met knoppen aan. Als je erop drukte, lichtte een specifiek gebied op de wand op. Het bleek een wereldkaart van seismisch actieve gebieden te zijn. Als jonge onderzoeker probeerde ik alle knoppen uit totdat ik een reep langs de oostkust van Spanje zag oplichten. Ik las de toelichting bij het betreffende nummer en raad eens?! Torrevieja, een stad op 10 minuten rijden van onze woonplaats aan de Costa Blanca, bleek in 1829 van de aardbodem te zijn verdwenen door een grote aardbeving. Ik las de tekst hardop aan mijn liefje voor: de stad stortte in, 2.000 mensen vonden de dood. Wij keken elkaar verbouwereerd aan. Moest ik naar de andere kant van de wereld om te vernemen dat ik in Spanje in een gevarenzone woon?! Het was weer de Euraziatische plaat die erbij betrokken was maar deze keer was het de Afrikaanse plaat die de confrontatie zocht.

Zelf maakte ik in Spanje inmiddels trillinkjes mee in de categorie 2 van Richter. Sama-sama in Bali. Begin dit jaar wiegde het huis op een nacht. Op aanraden van mijn liefje sprong ik uit bed om de boel te inspecteren. Ik moest even mijn balans vinden zozeer schudde de grond onder mijn blote voeten. Het liep overal met een sisser af. Een ding: onze tropische villa stond en staat als een huis.
Land en zee, water en vuur: tegenover boze natuur trekt de mens altijd aan het kortste strootje. Voor de vele slachtoffers van natuurrampen voel ik grote compassie. Over mijzelf maak ik mij niet al te druk... De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest (maar dat nooit komt opdagen; Leo Dovente)!


maandag 25 oktober 2010

Driemaandelijkse uitslag

Vijf weken geleden onderging mijn liefje een bloedtest op tumormarkers in een kliniek in Denpasar, de hoofdstad van Bali, onze tijdelijke verblijfplaats. Bloed werd afgenomen en naar laboratoria in Jakarta en Singapore gestuurd. Volgens dokter Hanafi zou het drie à vier weken gaan duren voordat de uitslagen bekend zouden zijn. Wachten vind ik persoonlijk vaak moeilijk. Samen wachten op iets belangrijks is nóg moeilijker.
Drie (van de vier) uitslagen bleken binnen de marges, eentje was lastig te interpreteren. We stuurden de gegevens door naar de specialisten van het Spaanse oncologieteam voor interpretatie en kregen vandaag het goede nieuws: "geen wolkje aan de lucht - tot in januari 2011!"
We zijn senang. We zullen begin volgend jaar volgens planning naar Spanje afreizen.


Rusvrije vakantie

Sinds enige tijd verblijven er Russische gasten in een grote villa op enige afstand van ons. Die villa is eigendom van een Belgische zakenman. Hij verblijft er soms zelf met zijn jonge Russische echtenote maar de villa, die van vele gemakken is voorzien (zwembad, tennisbaan, golf driving range, binnenhaven met speedboot en helicopterplatform) wordt regelmatig verhuurd. In villa's in Noord-Bali hebben we te maken met Rusland's nieuwe rijken. Genoemde gasten brachten een Russische kok mee naar Bali. Ze betalen naar verluid $1.000= huur per dag.

Uit een onderzoek onder Nederlanders in 2008 zou blijken dat zij Russen in het buitenland 'asociaal, arrogant en altijd dronken' vinden. Ik vond het opmerkelijk genoeg om erover te bloggen. De verklaring zou liggen in het feit dat Russen vanwege hun vroegere politieke isolement niet gewend zijn met andere culturen en nationaliteiten om te gaan. In die tijd kwam het verschijnsel 'Rusvrije reizen' op. Op de Kijkduinse camping kregen we in juni 2008 voor het eerst met Russische buren te maken. De twee ervaringen die mij bijbleven, zijn: er passen wel heel veel Russen in één partytent... en we werden uitgerookt toen ze de BBQ aanmaakten met hout dat ze sprokkelden in omliggende bossen.

Slechts 15% van de Russen gaat op vakantie naar het buitenland. Dat percentage zal in de komende jaren toenemen want Indonesië en Rusland gaan de banden aantrekken en wekelijks zal het aantal rechtstreekse vluchten gaan toenemen. Kasian!

Inmiddels maakten wij hier enkele luidruchtige feestjes mee: op twee avonden was het aantal decibellen dermate exorbitant dat wij en andere buren lagen te stuiteren in onze bedden. De eerste avond bleek 'de testavond' te zijn van de geluidsinstallatie van de speciaal ingevlogen disc jockey, de tweede avond was het geplande feest. Deze Russen zijn niet alleen rijk, ze zijn ook feestbeesten. Tot 4 uur 's ochtends schudden de villa's op hun grondvesten. Bij onze andere buren trilden de deuren in hun sponningen. Zij hadden in wanhoop en verbijstering hun huismanager uit bed gebeld.
Na uren afzien, besloot ik oordopjes in te doen. Het mocht niet baten. Het buitensporige gebonk was in mijn lichaam te voelen. Ongehoord. Orang gila! (Bahasa Indonesia voor 'gestoorde lui'.) Ik belde hun Balinese huismanager en deed mijn beklag. Ik bleek niet de enige: de politie van Seririt had de villa al bezocht. Niet dat het enig verschil maakte. Voor Russen die $1.000= per dag kunnen betalen, is 'compensatie' van Balinese politie-agenten een eitje.

Er is sprake van een enorm cultuurverschil. Russen gaan op vakantie om te genieten van hun vrijheid; dat gaat gepaard met veel eten, veel drinken, veel lawaai. 'Laat de rest de p maar krijgen', lijkt hun adagium. Wij komen hier voor onze rust en dat gaat niet samen! De geluidsoverlast breidde in de afgelopen dagen uit naar de namiddag. Tja, als je laat gaat slapen, sta je ook laat op. Dat geldt echter niet voor ons: ons ritme is semi-Balinees. De innerlijke klok loopt 's ochtends tussen 6 en 7 uur af. Op een middag vond ik het welletjes: ik liep over het strand naar de villa om een Rus op de aanhoudende geluidsoverlast aan te spreken. Het werd een Russin. Kennelijk was zij de enige die Engels spreekt. Ze stond mij poedelnaakt te woord. Ik vroeg haar of het muziekvolume voortaan beperkt kan blijven. “Ik wil graag zelf bepalen waarnaar ik luister. Bovendien is het normaal dat je rekening houdt met je buren. Doen wij ook.” En woorden van gelijke strekking. Excuses werden gemaakt, ze beloofden beterschap.

De ochtend erop werd er -tijdens onze afwezigheid- een fles Moët & Chandon Brut Imperial met briefje bij Elsa afgegeven. Eerst dacht ze dat iemand champagne aan de poort kwam verkopen. “Dank U, mijn bazen hebben geen interesse”. Het bleek echter een Rus te zijn die ons kwam 'compenseren'. Niet voor iets dat was geweest maar voor iets dat nog komen zou. Diezelfde avond was wederom allerbelabberds. De buren en wij lagen tot 3 uur 's nachts weer te schudden in onze slaapkamers. Wij zijn niet te lijmen met een fles, hoe mooi ook. Niet alles is te koop!

En afgelopen weekend was het dus opnieuw mis: geen idee wat er nu moest worden gevierd maar het was wederom 'party time'. Om 12 uur middernacht liep ik eens naar buiten om te zien wat er gaande was. Zwaar gebonk en een lichtshow. Onze beveiligingsman Made kwam mij tegemoet. Ik mopperde tegen hem en zei hem dat wij niet kunnen slapen. Een kwartier later bleken de Balinese beveiliging en de chauffeur van de buurvilla op de stoep te staan. Made was een praatje met zijn collega's gaan maken. Ze stonden met een grote doos bonbons, weer een fles en weer excuses. Ik vertelde hen dat ik niets meer van die кровавые русские wens te accepteren. Vannacht was het rustig, we konden weer even bijslapen.

donderdag 21 oktober 2010

Rumah Baik (deel 3)

Toen wij in maart 2008 besloten een eigen huis te laten bouwen in het noorden van Bali, besloten wij ons tegelijkertijd te committeren aan een Nederlands-Balinees project genaamd 'Rumah Baik'. Wij een fijn huis, zij er een! In datzelfde jaar schreef ik voor de eerste keer over het goede werk dat door de medewerkers van dat project wordt gedaan. Stichting Rumah Baik heeft als doel rieten hutjes in Noord-Bali -waarin de allerarmsten wonen- te vervangen door stenen huisjes. Het uitgangspunt van de stichting is om via kleinschalige en vooral concrete projecten groepen van voornamelijk vrouwen en kinderen te ondersteunen en hun maatschappelijke positie in het betreffende land te verbeteren. Steun aan vrouwen komt meestal een hele samenleving ten goede.

In december 2008 gingen wij als sponsoren naar de inzegening van huisje 24. Alhoewel dat nummer toeval was, heeft het getal een bijzondere betekenis voor mijn liefje en mij. We zijn beiden op de 12de dag van een maand jarig en we onmoetten elkaar op de 24ste. In de afgelopen twee jaren besloten ook onze vrienden Bernadette, Ger & Monika en Leon & Richard aan deze goededoelenstichting te doneren. Het werd dus wat ons betreft hoog tijd de bewoners van de huisjes weer eens te bezoeken! We gingen op pad met Marijke en Wim. Marijke is als vrijwilligster verbonden aan Rumah Baik en Wim is echtgenoot en die dag onze chauffeur.

Het recente bezoek aan onze eigen rumah baik maakte diepe indruk op mij. Er zat een magere, oude man op het terrasje van nummer 24. Een witte Kintamani-hond blafte aanhoudend toen wij naderbij kwamen. De oude man bleek de 80-jarige vader van een van de huiseigenaren te zijn. Hij zou al 10 jaar blind zijn, volgens Wayan, projectmanager van Rumah Baik en tolk. De voordeur was op slot, het vogelkooitje schommelde in de wind. De man had een stok onder handbereik en bewoog zijn rechterhand naar de rand van het terras, alsof hij zijn veilige territorium aftastte. Ik vroeg Wayan daarom aan de oude man te vertellen wie wij zijn en waarom wij komen. Hij kon ons immers niet zien maar wel onze vreemde klanken horen... Wij kwamen om te zien hoe het hen vergaat en hen een doos met levensmiddelen te overhandigen. Goed Balinees gebruik is dat je nooit een kado opent in aanwezigheid van de gever. Dat wordt als onfatsoenlijk ervaren. De blinde man betastte de doos met ziende handen. Zijn gezichtsuitdrukking zal ik niet gauw vergeten. Alhoewel ik moeite had de foto te maken (ik voelde mij een gluurder), zette ik de man toch op de gevoelige plaat. Hij mag worden gezien.

Eenmaal thuis, bekeek ik de foto's die ik in december 2008 van de plaatselijke inwijdingsceremonie maakte. Ik herkende de witte hond. Ik fotografeerde indertijd wel een grootmoeder. Deze grootvader stond echter op geen enkele foto. Traditionele Balinezen zijn ervan overtuigd dat een lichamelijke of geestelijke handicap het resultaat is van kwalijk mensengedrag in een vorig leven. Daarom worden mensen met een handicap hier vaak slecht behandeld. Ze worden verborgen voor de buitenwereld en soms zelf buitengesloten door de eigen familie die niet kan omgaan met de problematiek. Wellicht dat ook deze opa werd weggehouden van die ceremonie..?

De eigenaren van Ger's huisje 27 waren op het moment van ons bezoek niet thuis. Ook voor hem is dit bij toeval een betekenisvol getal; bovendien zijn we wederom buren! Wayan heeft de doos met levensmiddelen inmiddels bij de familie nabezorgd.
Het bezoek aan de rumah van Bernadette verliep naar wens al ontsnapte mijn liefje aan een wisse dood: een kokosnoot plofte van zeer grote hoogte naast haar neer. Alhamdulillah! Ook in dit huisje wonen kinderen, ouders en grootouders bij elkaar. De ouders waren aan het werk. De ontmoeting met de Balinese oma van Bernadette maakte veel goed: huisje 31 is fraai ingericht en het schoonst van allemaal! Zijzelf bleek een grote lieverd.

Rumah Baik Bali is een werkelijk goed doel dus hierbij publiceer ik de gegevens nogmaals. Giften zijn welkom op:

ABN AMRO Rekeningnummer 19.83.44.929
ten name van Stichting Rumah Baik.

Stichting Rumah Baik is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in Rotterdam, onder nummer 50687549. Voor informatie kan contact worden opgenomen met mevrouw A. Mallegrom, secretaris van de Stichting (telefoon: 06-31054266).


dinsdag 19 oktober 2010

Het andere gezicht van Bali

Bali wordt door velen 'het Godeneiland' genoemd. Het wordt al vele jaren op rij door glossy reisbladen tot beste toeristische bestemming en mooiste vakantie-eiland ter wereld verkozen.
In het noorden van Bali wonen circa anderhalf miljoen inwoners. Het is het armste deel van het eiland. Het leven is hier voor allochtonen aangenaam en goedkoop maar voor veel autochtonen ligt dat anders. Het overgrote deel van de plaatselijke bevolking heeft geen of geen vast werk, velen zijn ongeschoold. De happy few die wel werk hebben, ontvangen gemiddeld € 50 per maand. (Wij betalen ons personeel een maandsalaris van circa € 60.) Het eiland is vruchtbaar zodat je als bezoeker relatief weinig honger ervaart. Een beetje rijst met groenten kost hier een dubbeltje en daarmee blijft men in leven. Maar voor enige mate van comfort en goede medische zorg hebben de meeste Balinezen geen geld.

Grote armoede lijdt tot sextoerisme, kinderhuwelijken, corruptie en andere soorten van uitbuiting. Een werkelijke oplossing van deze problemen kan worden gevonden als de bevolking die zelf kan aanpakken. Scholing betekent ontwikkeling; daarom is educatie van het allergrootste belang. Alhoewel de middelbare school gratis is, kunnen veel Noord-Balinese kinderen er toch niet naartoe. De kosten voor uniform, schoolboeken en vervoer naar en van school zijn voor velen niet of nauwelijks op te brengen. Gemiddeld is per kind een bedrag nodig van € 85 per jaar voor boeken, schriften, schoolkleding en vervoer naar en van school. Transport is de grootste kostenpost. Er zijn in Noord-Bali vele buitenlandse goededoelenstichtingen actief op het gebied van educatie. Vanwege armoede gaan vooral meisjes niet naar school. 'Die trouwen toch', is het oordeel. Zijn gaan op termijn bij hun schoonfamilie wonen en dan is de investering foetsie, zo wordt doorgaans gedacht. De stichtingen die wij hier kennen, hebben terecht veel oog voor die schrijnende ongelijkheid.

Maar je bent er nog niet als je in Bali scholing kunt volgen. Als je eenmaal een diploma in handen hebt, moet je vaak veel geld betalen voor een goede baan. Geld lenen voor een baan, gaat via woekerleningen. Het is een frustrerende werkelijkheid voor ambitieuze jongeren. Als je eenmaal een goede baan hebt -voor velen is dat een ambtenarenbaan (niet te hard werken en een gegarandeerd pensioen)- proberen sommigen de geleden financiële schade zo snel mogelijk te 'compenseren'. Het eufemistische woord voor korupsi. Zo worden slachtoffers tot dader. Corruptie lijkt geen keuze, het schijnt onafwendbaar: voordat je het doorhebt, zit je in het web gevangen. Het is het andere gezicht van Bali.

Overal waar een gapend gat bestaat tussen arm en rijk, tussen 'have & have nots' kun je misstanden verwachten. Slecht bestuur doet daar nog een schep bovenop: het leidt onherroepelijk tot machtsmisbruik hetgeen op zijn beurt leidt tot intimidatie. Autochtonen en allochtonen kunnen een boekje opendoen over intimidatie en corruptie. Including me. Het is ontluisterend te ervaren dat er mensen zijn die je bewust in de klauwen van kwaadwillenden jagen. Ik had die ervaring kunnen missen als kiespijn; het is een zwarte bladzijde in mijn Bali-boek.

Het verschijnsel nam in de gehele archipel zulke groteske vormen aan dat daarover elke dag wel bloedstollende artikelen in The Jakarta Post staat. Zo onderzocht een commissie uit het politiecorps recent de aanklacht tegen een twintigtal Hoge Omes Agent die door middel van corruptie persoonlijke rijkdommen zouden hebben vergaard. Hun onderzoek toonde na enige tijd aan dat er slechts sprake is van 1 geval... Ja, dank je de kroepoek!
Die uitkomst kon dan ook rekenen op brede nationale hoon. Justitie is synoniem voor 'mafia': er gaan met regelmaat rechters, aanklagers en advocaten de gevangenis in vanwege corruptie. Ook de Belastingdienst is besmet. En de eventueel te benoemen kandidaat-politiebaas heeft bezittingen ter waarde van $ 500.000,=, meer dan verdubbeld sinds 2008. Ik las twee ingezonden reacties in de krant: 'This is a very normal savings for an officer in Indonesia...' en 'He probably has not eaten since 2008 while investing wisely'. Ja, je kunt er behoorlijk cynisch van worden.

Ook de regent van Bali-regio Jembrana, die ik in augustus jongstleden nog fotografeerde op de VIP-tribune tijdens de ossenraces, is inmiddels ondervraagd over vermeend onrechtmatig gebruik van staatsgelden. Twee van zijn medewerkers zitten reeds in de gevangenis.
Het bewijst eens te meer hoe moeilijk weelde is te dragen. En het toont het grote gebrek aan zelfreinigend vermogen van overheidsinstanties aan. Saillant detail is wel dat VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) een tweede acroniem kent: 'Vergaan Onder Corruptie'. Het kwaad is wellicht Hollandser dan wij denken.


vrijdag 15 oktober 2010

Wie is de pisang?

Waarom de bananen krom zijn? Ik weet het inmiddels: een banaan krijgt zijn kromme vorm doordat de zwaartekracht de grote bloemtros naar beneden laat hangen terwijl de vrucht naar boven groeit. Simpel, nietwaar?
Ik kan een tropische primeur melden: de eerste bananenoogst uit eigen tuin is een feit. Het gaat om een grote tros bananen van de soort Pisang Mas, ofwel de Gouden Banaan. Pisang is het Maleise woord voor 'vrucht' al is een banaan oorspronkelijk een kruid. Onze soort is een kleine, stevige banaan die een aromatische, zoete smaak heeft. Het vruchtvlees is geelroze van kleur. De gouden banaan kan zowel worden gebakken als uit het vuistje worden gegeten. Elsa, de keukenprinses, wist mij te melden dat 1 gouden banaan op de traditionele markt 1.000 roepiah kost; dat komt neer op € 0,08 per stuk. Aan onze eerste tros zitten ruim 100 bananen dus tel uit je winst! Het is pure winst want de bananenboom kregen wij maanden geleden uit de velden achter ons huis.

De bananenboom overleefde de bevalling niet. De Moeder Van Alle Pisang (alias 'de pineut') moest worden gekapt zodra de tros werd geplukt. Ze zal nooit meer bloeien al gaat ze niet dood. Tuinman Putu wist wel raad met de boom: hij hoedt thuis drie varkens en die lusten pap van de sappige stam. Die ging dus achter op de brommer mee naar huis. Een Balinees op een brommer is een ware evenwichtskunstenaar. Als er drie familieleden achterop kunnen, is zo'n stam een eitje.
Iedere volwassen bananenboom maakt hier een baby, geboortebeperking of niet. De kleine staat nu wel enigszins eenzaam in de tuin. Eenzaam... maar niet alleen. De nieuwe scheut is omringd door volwassen bomen die hopelijk nog gaan bloeien maar haar eigen moeder is ze voorgoed kwijt. Kasian! Een meter verderop in de fruitsectie van onze tuin staat een bloeiende bananenboom van een andere soort: de Pisang Raja of Koningsbanaan. In dit geval betreft het een donkergele vrucht die vierkant en langwerpig van vorm is. De paarse, puntige bloem draagt veel vruchten. Het aftellen voor de tweede oogst is begonnen.

Inmiddels at ik met veel plezier mijn eerste zelfgekweekte banaan uit het vuistje. De banaan is een vrucht vol vitaminen, mineralen, eiwitten en vezels: vitamine C, kalium, magnesium, selenium en niet te vergeten tryptofaan. Dit aminozuur produceert de stof serotonine, goed tegen depressies. Daarom wordt de banaan ook wel 'happy fruit' genoemd. Iedereen kan wel een beetje extra geluksgevoel gebruiken dus wij ook. Bovendien zorgt een banaan ervoor dat het lichaam niet uitdroogt. Dat maakt het een uiterst gezonde snack in de tropen.

We maakten in de afgelopen dagen bananencake, bananenmilkshake en bananenslassie (met yoghurt) maar het personeel kreeg ze ook verplicht mee naar huis. We willen wel een tijdje blije eikels zijn maar niet 'for ever' geconstipeerd raken!
Bananenpannekoeken en gebakken banaan (pisang goreng) staan nog op het programma. Ook ging ik op zoek naar andere ideeën. Ik zocht naar een recept voor een fris bijgerecht bij maaltijden die wij zelf bereiden op de vrije dag van onze kokkie, plus een Oosterse variant die goed past bij de Aziatische maaltijden die Elsa voor ons maakt. Dat lukte aardig: mijn oog viel op bananenchutneys. Ik rommelde naar eigen inzicht met gevonden ingrediënten en stelde de volgende gerechten samen:

een eenvoudige bananenchutney met: (8) rijpe bananen - in plakjes gesneden, sap van (4) verse limoenen, 2 theelepels limoenschil - geraspt, 4 eetlepels honing, 2 kleingesneden chilipepers (4 mespuntjes chilipoeder kan ook), 4 kleingesneden dadels, 4 theelepels amandelen - geroosterd en fijngehakt, 4 mespuntjes kruidnagelpoeder, zout en peper naar smaak.

Een uitgebreidere Aziatische variant met: (8) rijpe bananen - in plakjes gesneden, 1 kop vers geperst citroensap, 2 rode uien - fijngesneden, 4 eetlepels honing, 1 flink stuk verse gember - kleingesneden, 2 verse chilipepers - fijngesneden (zonder zaadjes), 1 kleingesneden knoflookteen, 1/2 theelepel kaneel en 1/2 theelepel kruidnagelpoeder, 4 grote kardamompitten - fijngestampt, zout en peper naar smaak.

Genoemde hoeveelheden zijn gebaseerd op het gebruik van de kleine gouden banaan. Doe de banaanplakjes in een pan met dikke bodem, samen met het limoensap/citroensap en de honing. Laat dit mengsel op een zacht vuur pruttelen totdat de bananen zijn gepurereerd. Voeg vervolgens alle overige ingrediënten toe en laat de massa verder inkoken tot een dikke brij; 15 minuten was voldoende, in ons geval. Laat de chutneys afkoelen en giet ze bij voorkeur over in glazen potten met deksel. Na een dag of twee zijn ze goed op smaak, weet ik intussen uit ervaring. Wear your frown upside down!

dinsdag 12 oktober 2010

Bukubuka

Vandaag gaat de film 'Eat Pray Love' in Denpasar in première tijdens het BALINALE International Film Festival. Onlangs zag ik een trailer van de film op televisie. Mijn aandacht werd direct getrokken door de groener-dan-groene beelden. Dat kan alleen maar Bali zijn! Zelf las ik het boek in 2008 tijdens mijn toenmalige verblijf in Bali. Bernadette bracht het mee als vakantielectuur. Het boek las lekker weg maar niet alles vond ik even boeiend. Het autobiografische boek werd geschreven door de (Amerikaanse) Elizabeth Gilbert. Het is haar zoektocht naar van alles en nog wat in het leven; in Italië, India en Bali. In Ubud hervindt zij de alomgezochte rust in zichzelf en wordt ze verliefd. De hoofdrollen in de film worden gespeeld door Julia Roberts en de Spaanse acteur Javier Bardem. Ik las dat Roberts tijdens de filmopnamen hindoe is geworden. Ze hoopt in een volgend leven in 'iets rustigs' te reïncarneren. De gouverneur van Bali verwacht naar aanleiding van de film geen hordes buitenlandse bekeerlingen maar wel veel extra toeristen.

Over boeken geschreven, onlangs begon ik mijn vrijwilligersbaan in de openbare bibliotheek van Lovina, 'Coba baca'. Coba is de naam van de initiatiefneemster maar betekent in het Indonesisch tevens 'proberen' terwijl 'baca' lezen betekent. Zij probeert vooral Balinese kinderen aan het lezen te brengen. Er is hier nog geen sterke leescultuur aanwezig. Alhoewel de middelbare school gratis is, kunnen veel kinderen er niet naartoe. Uniform, schoolboeken en vervoer naar en van school veroorzaken vaak grote financiële problemen in een gemiddeld Balinees gezin. Met lokale en buitenlandse vrijwilligers zette Coba anderhalf jaar geleden een openbare bibliotheek op die inmiddels 5.000 boeken en ruim 800 leden verzamelde. Een prestatie van jewelste! Als ouders het abonnementsgeld voor hun kind niet kunnen betalen, wordt het kind gesubsidieerd door locale en buitenlandse 'Vrienden van Bali'.

Afgelopen zondag, de vrije dag van ons personeel, vond mijn eerste werkdag plaats. 's Ochtends was ik enigszins nerveus opgestaan. Enkele dagen ervoor hadden mijn liefje en ik van Coba een rondleiding en uitleg gekregen. De bieb gebruikt momenteel een eenvoudig geautomatiseerd registratiesysteem. Er wordt gewerkt aan een uitgebreidere versie waarmee op termijn ook statistieken kunnen worden bijgehouden: welke boeken lopen het best, welke auteurs zijn favoriet, wie zijn de grote lezers en dergelijke. Mijn hart gaat daarbij sneller kloppen. Jaren geleden studeerde ik af in de empirische literatuurwetenschap aan een Nederlandse universiteit. Die studie houdt in dat je proefondervindelijk onderzoekt waarom lezers lezen en schrijvers schrijven. Dit vrijwilligerswerk is mij dus op het lijf geschreven! De bibliotheek is echter niet alleen een boeken- en leesparadijs voor Balinese kinderen, ze komen ook om met elkaar de vele gezelschapsspellen te spelen en om te knutselen.

Zoals het een semi-Balinees betaamt, kwam ik te laat op mijn eerste werkdag. De gemiddelde Europese baas zou ons, transmigranten, op staande voet hebben ontslagen (terwijl we nog niet eens waren begonnen). Het mocht de pret niet drukken. Er stonden al ettelijke slippertjes voor de deur. In Bali trek je je schoenen uit als je ergens binnenloopt. Op zondag komt tweemaal per dag een bus vol kinderen uit de bergdorpen naar de bibliotheek. Ze mogen niet tegelijkertijd komen; dan wordt het onoverzichtelijk. Eén buslading was reeds gearriveerd. Na het uitpakken van een stapel spelletjes en boeken die ik aan de bibliotheek doneerde, begon ik met de gemakkelijkste taak: het terugzetten van ingeleverde boeken. Dat bleek helemaal niet eenvoudig al zijn alle boeken met kleuren en nummers gecodeerd. Ik maakte de (on)nodige kilometers. Mijn liefje had zich ondertussen opgeworpen als Grote Puzzel- en Leesvriendin. Op werkdag 1 maakte zij al vriendinnetjes-voor-het-leven. Zelf concentreerde ik mij op een goocheltruc die ik vaste kracht Gede uitlegde en die na enkele pogingen min of meer lukte, speelde domino met een groep meisjes en moedigde schakende jongens aan.

Toen de tweede bus arriveerde, voelde ik mij zeker genoeg om de teruggekeerde boeken in het systeem vast te leggen. Ik vroeg in mijn beste Bahasa Indonesia naar de lidmaatschapskaart en boekte de ontvangsten langzaam maar zeker in. Ik verbaasde mij over het grote aantal uitgeleende Engelse lees- en studieboeken. Ze zijn leergierig. De Avatar-reeks lijkt echter favoriet, niet alleen bij jongens. Ik genoot van de blije kinderen, hun Engelstalige groeten, de vele glimlachende gezichten die mij verwachtingsvol aankeken. Dit is vele malen leuker dan bibliothecaresse zijn in Nederland! Mijn liefje en ik gingen moe maar zeer voldaan huiswaarts. Aanstaande zondag zal werkdag 2 plaatsvinden, als we tenminste door onze proeftijd heenkomen...

*De titel van dit blog betekent 'open boek' in Bahasa Indonesia.


zaterdag 9 oktober 2010

Naar de b(h)aaien

In de afgelopen dagen maakten mijn liefje en ik een uitstapje naar de Karangasem-regio. Die streek in het oosten van Bali is vooral bekend om de goede snorkel- en duikplaatsen in de vele baaien. De reisgidsen die ik ter voorbereiding las, spraken over een 'droge, arme streek'. Ik verwachtte door een onontwikkelde streek te trekken. Dat bleek niet te kloppen. Ik vond een grote keuze aan resorts en cottages, leuke restaurants, een heel ontspannen beachlife met overal douches langs het strand en werkelijk prachtige baaien. Soms met keien, met zwarte en met witte stranden. Kleinschaligheid is hier het woord. Ecotoerisme op zijn best!

Na een heerlijke cappuccino in het kleine vissersdorp Kubu, besloten we door te reizen naar Amed, gelegen voorbij de baai van Jemeluk. De eerste tewaterlating vond daar plaats. Er ligt een Japanse onderzeër op circa 10 meter van het strand. Mijn liefje en ik gingen samen te water. Ketut, die niet kan zwemmen, bleef aan wal, genoot van nasi goreng en paste op de spullen. Tijdens dit snorkelavontuur zag ik voor het eerst van mijn leven met eigen onderwaterogen een gezonken scheepswrak. We keerden vanwege toegenomen golven met enige moeite veilig naar het strand terug maar mijn camera gaf er de brui aan. De boodschap op het scherm zegt: 'haal de alien uit de camera voordat je onder water gaat'. Ik verwacht die juist onder water?! Het is niet de eerste keer dat een onderwatercamera van mij hapert in Balinese wateren. Adu!

Ons hotel en het belangrijkste reisdoel van de afgelopen dagen lagen echter in de baai van Tulamben. Dat dorp ligt aan de noordoostkust van Bali, tegenover Lombok. De biodiversiteit in de wateren van Tulamben maakt de baai tot een van de beste duiklocaties ter wereld. Het heeft zelfs een gezonken scheepswrak voor de deur!
Het wrak van de 'USAT Liberty' (United States Army Transport), een Amerikaans vrachtschip (120 meter lang), ligt circa 30 meter van het strand in glashelder water. In 1942 werd het op weg van Australië naar de Filipijnen door een Japanse onderzeër getorpedeerd. Daarna werd het schip naar de haven van Singaraja gesleept maar onderweg maakte het zoveel water dat het op het strand van Tulamben werd neergelegd. De scheepslading en de bemanning konden zo worden gered. In 1963 zonk het vrachtschip alsnog naar de bodem van de zee toen de vulkaan Gunung Agung op Bali uitbarstte en lava de zee in liep. Die lavastroom duwde de Liberty de zee in. Je kunt het wrak vanaf het strand snorkelend benaderen.
Het werd wederom een bijzondere ervaring. Ik zwom nietsvermoedend van de branding weg en ineens doemde het daar in de diepte op... mijn hart sloeg een keer over. Wat het nog bijzonderder maakte, was dat ik, op weg naar de boeg van het wrak in een heel grote school jack fish terechtkwam, grote zilveren vissen die als een kluwen met de stroom meebewogen! Als ik stil bleef liggen, benaderden zij mij tot op 10 centimer. Als ik mijn flipper bewoog, namen ze even afstand om snel weer dichtbij te komen. We zwommen samen op, zogezegd. Vissen zijn nieuwsgierig, net als ik. Het is jammer dat ik mijn onderwatercamera niet meer kon gebruiken; dan had ik jullie deelgenoot kunnen maken van het synchroonzwemmen en de andere, grote kleurrijke meezwemmers. De ervaring staat op eigen harde schijf gegrift.

De volgende dag stonden de Coral Garden en de Tulamben Wall (alias de Drop Off) op het waterprogramma. Die duik- en snorkelplek lag pal voor ons hotel. Voordat ik te water ging zag ik echter iets dat ik niet eerder zag. Ik denk bijna zeker te weten dat het 'mudskippers' zijn (behorend tot de goby-familie). Het zijn kleine vissen die korte tijd op het droge kunnen vertoeven. Ze hebben vinnen die als pootjes dienen, goed te zien op de foto. Ik zag ze in de branding op een rots zitten. Als er een golf aankwam, doken ze als vliegende visjes het water in. Een prachtig gezicht. Te water raken met flippers over glibberige kiezels en keien, in een heftige branding was overigens een worsteling. Ik zorgde persoonlijk voor veel vermaak voor degenen die hadden besloten aan wal te blijven. Verstandige mensen. Ik lag er echter vroeg in: 7:30 uur.

De koraaltuin van Tulamben was de moeite zeker waard. De ochtendregenbui was net voorbijgetrokken. Dat is doorgaans een goed moment om grote en kleine vissen te zien die naar het wateroppervlak komen voor extra zuurstof. Het koraal begint op een diepte van circa 3 meter vanaf het strand. Even naar links zwemmend, zag ik een kunstmatig rif, een onderwaterplateau in de vorm van van een vliegtuig, dat inmiddels door hard en zacht koraal wordt bezet. Ik zag anemoonvissen, kardinaalvissen en een aantal voor mij nieuwe soorten koraalvissen, onder andere de gestreepte zoetlipvis (foto). De leukste van het nieuwe gezelschap!

De oostkust van Bali staat ook bekend om de lontar-palmen, de beschilderde, traditionele vissersboten (jukung) die als sardientjes op de stranden liggen en de traditionele, handmatige zoutwinning. Bovendien is de Gunung Agung (3.171 meters hoog), Bali's actieve vulkaan, te allen tijde te zien. Een aantal omgevingsfoto's is opgenomen in mijn online diashow. We kochten zakjes Garam Amed. Toprestaurants in heel Bali gebruiken het ambachtelijke zout. Dat misstaat dus zeker niet in Elsa's keuken!


dinsdag 5 oktober 2010

Smash!

Zoals elk jaar, is het ook in oktober 2010 wereldwijd borstkankermaand. Vorig jaar rond deze tijd zat mijn liefje, bij wie twee maanden ervoor borstkanker was geconstateerd, midden in de chemotherapie die zij uit preventie in het hospital San Jaime in Spanje onderging. De behandeling verliep goed, haar huidige omstandigheden zijn wezenlijk beter: ze is zeer energiek en sportief, heeft een flinke bos haar, voelt zich sterk en gelukkig. Ze geniet thans met volle teugen van tuin en huis in Bali.

Jaarlijks worden wereldwijd bijna anderhalf miljoen vrouwen getroffen door borstkanker. Het is overlijdensoorzaak nummer 1 onder vrouwen. Elke 75 seconden overlijdt een vrouw aan de gevolgen van borstkanker, ergens in de wereld. Je hebt grote pech als kanker jou overkomt. Je hebt zéér grote pech als je ernstig ziek wordt in een ontwikkelingsland. In Westerse landen is gemiddeld 90% van de vrouwen die borstkanker kregen nog in leven na 5 jaar. In ontwikkelingslanden ligt dat rond de 55%. De situatie van borstkankerpatiënten in Bali is zorgelijk:
  • de meerderheid van de vrouwen gaat te laat naar het ziekenhuis. Bij 70% à 80% van hen wordt stadium III of stadium IV vastgesteld (uitzaaiingen naar andere delen in het lichaam);

  • meer dan 70% van de patiënten is relatief jong;

  • veel vrouwen denken dat borstkanker niet is te genezen en vertrouwen op traditionele genezers en medicijnen.

In Bali bestaan geen grootschalige, preventieve borstonderzoeksprogramma's. Er is een groot tekort aan diagnose- en behandelingsapparatuur. Machines die voorhanden zijn, zijn vaak sterk verouderd of kapot. Er zijn onvoldoende chirurgen met een oncologische opleiding, te weinig gespecialiseerde artsen en verpleegsters. Chemotherapie is mogelijk maar is voor de meeste zieke Balinezen te kostbaar. Er is nauwelijks palliatieve zorg voor terminale kankerpatiënten en het enige hospice dat enkele jaren geleden werd opgericht, is inmiddels dicht vanwege geldgebrek.

Maar er gloort licht aan de horizon. De Bali Care Cancer Foundation werd opgericht en het 'Breast Cancer Awareness & Education Project' is inmiddels gestart. Er kwamen bewustwoordingscursussen voor personeel in lokale klinieken en consultatiebureaus (de zogenaamde 'puskesmas') en er werden 5.000 'Breast Cancer Awareness'-brochures aan vrouwelijk publiek uitgedeeld. Intussen worden op kleine schaal gratis mammografieën afgenomen bij arme Balinese vrouwen. En dit jaar werd de eerste 'Pink Ribbon Walk Bali' gehouden. Het evenement werd onder andere georganiseerd door de Bali International Women’s Association (BIWA). Het is te hopen dat al deze initiatieven op termijn zullen leiden tot effectievere borstkankerbestrijding en efficiëntere ziektebehandeling in Bali.

In een interview in PEOPLE Magazine van september jongstleden las ik dat toptennister Navratilova 'schoon' werd verklaard, zes maanden nadat bij haar borstkanker was geconstateerd. Na chirurgische verwijdering van de tumor onderging zij zes weken bestraling. Daarover zegt ze in dat interview: "radiation just sucks your energy like a vampire, day by day." Ik vind het opmerkelijk dat zij geen gebruik maakte van een geavanceerde techniek als intra-operatieve radiotherapie (IORT). Mijn liefje kreeg de complete dosis bestraling in een keer toegediend op het tumorbed direct nadat het tumorweefsel chirurgisch was verwijderd. Die grote dosis inwendige bestraling komt overeen met zes weken uitwendige bestraling. Ze voelde geen pijn na de toediening en werd niet verder belast door 30 dagbehandelingen.

Martina is blij en ik ben dat ook voor haar. Zij is inmiddels weer volop aan het sporten. Ook mijn liefje tennist weer dagelijks. Je zult je afvragen of het daarvoor niet te warm is in de tropen? Dat klopt maar zij gebruikt haar racket op een heel andere, veel effectievere manier. We schaften namelijk een antimuggenracket aan. Muggen krijgen hier nu elke avond tussen 18:40 uur en 19:00 uur te maken met haar electrificerende backhand! Bij gebrek aan een grotere vijand. Dat houden we graag zo.


zaterdag 2 oktober 2010

Linkse hobbies

Was ik enkele weken geleden nog blij dat de besprekingen over een rechts kabinet werden afgebroken, inmiddels is minderheidskabinet-met-gedoogsteun Bruin I een feit. Nu ben ik geen politiek commentator maar een beetje blogger heeft een mening over de huidige toestand. Ik vind het verwerpelijk dat een partij op religieuze grondslag als het CDA, haar ziel aan de duivel verkocht en actief meewerkte aan de totstandkoming van dit marionettenkabinet. Laffe daad, slappe knieën. Het is uitermate zorgelijk dat het lot van Nederland juist in landen ligt van dé grote verliezer van de verkiezingen. We zullen vandaag zien of er nog mensen met rechte ruggen en een geweten rondlopen in die partij.

Deze kabinetsconstructie deugt niet. Het zal tweedracht zaaien en splijtend werken in de Nederlandse samenleving. Een somber vooruitzicht voor Nederlanders in binnen- en buitenland en een spookbeeld voor elke rechtgeaarde democraat. Hoeveel rechtsgeaarden likken hun vingers hierbij af?! Over vingers gesproken, het was opmerkelijk dat een PvdA-raadslid recent op de vingers werd getikt na het gebruik van de term Bruin I. Ons zullen ongetwijfeld ergere dingen boven het hoofd hangen als Wilders op dreef raakt. Zelf doet hij regelmatig ongenuanceerde uitspraken en is hij grofgebekt. Mijn analyse is dat hij zichzelf in de loop van de tijd tè serieus is gaan nemen. Een gevaarlijke tendens. Hij doet zich bij voorkeur voor als de Messias die Nederland van de ondergang zal redden maar voor mij is hij vooral een ruziemaker die het land ernstig zal schaden. Zo ben ik benieuwd hoe hij gaat uithalen naar de president van Indonesië -het land met de meeste moslims ter wereld- die een dezer dagen naar Nederland zal komen voor een staatsbezoek.

Natuur en milieubeheer zijn linkse hobbies, volgens Wilders en andere rechtsdenkenden. CDA en VVD besteden in hun concept-regeerakkoord welgeteld 15 vage regels en een halve A4 holle frasen aan deze onderwerpen. Maar als we onachtzaam met natuur en milieu omgaan, snijden we onszelf in linkse èn rechtse vingers. Al is de natuur van en voor ons allemaal, dat geeft niemand het recht er slecht mee om te gaan. Natuur is de boei waarop het menselijk bestaan drijft: zonder bomen geen dromen. De besteding van honderden miljoenen euro's aan de aanleg van meer wegen en het verhogen van de maximum snelheid op de snelwegen zijn typisch rechtse hobbies. Verziekte sfeer in het land en dan ook nog verziekte lucht erboven?!

Ik woon tijdelijk in Bali en ook hier valt mij van alles op. Al leven de Balinezen dichter bij de natuur dan de gemiddelde Nederlander, ook hier is groen bewustzijn niet in iedereen en alles doorgedrongen. De vraag is: nog niet of niet meer? Tri Hita Karana, de drie Harmonieën, was namelijk eeuwenlang onlosmakelijk verbonden met de Balinese cultuur. Het concept gaat over drie vormen van harmonieus leven, waarvan harmonie met de natuur (Palemahan) er een is.
Maar volgens Ketut, onze projectmanager, geven veel Balinezen niet om het milieu. Hijzelf werd geboren in een bergdorp in de jungle. Die achtergrond, zijn goede opleiding en zijn karakter maakten hem tot een liefhebber en kenner van planten, bomen, dieren, kruiden en tot aanhanger van goed milieubeheer. Ik luister aandachtig als hij vertelt over het traditionele leven van zijn (overleden) grootvader en zijn vader die ik leerde kennen en die nog tamelijk traditioneel leeft.

Vroeger gebruikte men organische materialen van kokosnoot-, bamboe- en bananenbomen en maïsblad om dingen in te bewaren. Veel van die toepassingen verdwenen uit het moderne, dagelijkse leven. Ketuts moeder vlecht nog steeds manden die wij in tuin en huis gebruiken. Ze zijn een uitstekend alternatief voor plastic. Elke dag wordt in Bali ruim 5.000 kubieke meters afval geproduceerd, waarvan bijna 10% afkomstig is van plastic. Dat is elke dag een plasticberg van 500 x 500 x 500 meters... Plastic is voor vele Balinezen een symbool van vooruitgang maar het is een immense bedreiging voor hun natuur. Als zij organisch afval weggooien, was en is dat een beperkt probleem: de natuur kan die materialen immers afbreken. Als ze nu plastic weggooien en verbranden -en dat doen ze te pas en te onpas-, blijft dat eeuwenlang problemen veroorzaken in ecosystemen op zee en op het land.

'Plastic -like diamonds- are forever'. Helaas! Er bestaan namelijk geen natuurlijke organismes die plastic kunnen afbreken. Het materiaal is onderhevig aan zogenaamde fotodegradatie: zonlicht breekt het af in steeds kleinere deeltjes waarna plasticstof achterblijft dat grote schade aanricht aan de natuur. De overheid startte een programma 'Clean and Green Bali' maar er zit nog weinig schot in. De afgelopen twee jaren strandden elf walvissen in Bali om onbekende redenen. Het zou mij niet verbazen als hun stranding samenhangt met toenemende plasticvervuiling in zee. Dat is een topje van de ijsberg. De Indonesische wateren zijn gezegend met 31 van de 120 walvissoorten op aarde. Dat moet zo blijven. Carrefour verkoopt reeds recyclebare boodschappentassen maar ze moeten hier aan iedereen gratis beschikbaar worden gesteld! Dat is een stapje in de goede richting maar nog steeds een druppel op de gloeiende plaat.