Translate

zaterdag 27 november 2010

Oewiejen

De Franse keuken werd onlangs op de Unesco-lijst van immaterieel cultureel erfgoed geplaatst. Ik kende de materiële Werelderfgoedlijst en weet dat daarop gebouwen, steden en locaties van over de hele wereld staan. Een deel van dat werelderfgoed zag ik in de loop der jaren met eigen ogen. De immateriële lijst was nieuw voor mij. Deskundigen van Unesco besloten dat de Franse traditionele gastronomische maaltijd voldoet aan alle voorwaarden om op die lijst te worden opgenomen. Het is de eerste keer dat iets gastronomisch als werelderfgoed wordt erkend. Als foodie ben ik het volledig eens met deze eervolle benoeming van de Franse keuken. Ik lik mijn vingers erbij af! Het mooie aan die keuken is dat het zo divers is. Wat dat betreft zullen de Chinese en Italiaanse keuken wellicht ooit volgen. De Franse keuken staat voor 'slow cooking': superverse ingrediënten worden langzaam, bij een lage temperatuur bereid. Zo komen smaak en geur optimaal tot hun recht.

Vertoevend in Bali, mijmerde ik in de afgelopen weken regelmatig over gerechten uit de Franse keuken. Denkend aan een kaasplateau, slakken, bouillabaisse of blanquette de veau liep het water mij in de mond... Het is nooit goed: ben ik in Europa dan verlang ik naar Aziatische gerechten; ben ik in Bali dan zwijmel ik bij Europese maaltijden! Veel is al mogelijk sinds de aanschaf van de convectie-oven-annex-magnetron-annex-stoomapparaat-annex-grill. Sindsdien maak ik op de vrije dag van onze keukenprinses enthousiast Europese gerechten als gratin, guiche, moussaka, ratatouille, lasagna en dergelijke. Eenvoudige maar smaakvolle gerechten die ik al jarenlang naar volle tevredenheid van menig disgenoot maak.

Wat ook integraal onderdeel is van de gelauwerde Franse keuken, is de grote variëteit aan Franse wijnen. De beaujolais primeur arriveerde recent weer in Europa. Jullie daar zijn grote bofkonten! Misschien komt die heerlijke, jonge wijn hier ooit aan maar dan toch zeker niet voor vergelijkbare prijzen. Een mooie Franse wijn kun je wel vinden maar kost in Bali tenminste € 40 per fles. Iets vergelijkbaars uit Australië of Nieuw-Zeeland kost hier al gauw € 30 per fles. Dat zijn barre omstandigheden voor een wijnliefhebber als ik... Hier drink ik Hatten-rosé die Rpi 110.000 ofwel € 9 per fles kost. Het is een wijn die is samengesteld uit lokale 'anggur', vermengd met Australische druiven. In de directe omgeving van ons huis liggen vele druivenvelden. Hatten is absoluut geen hoofdpijnwijn maar mijn liefje blieft 'm niet. Zij houdt het daarom bij Bintang. We kopen de duurdere wijn voor speciale gelegenheden.

Elsa is een uitstekende kok en een bijzondere jongedame. Ik kan het niet vaak genoeg schrijven. Voor de geïnteresseerden: het gaat goed met haar en de baby. Haar echtgenoot Ketut komt vandaag met 'zijn' cruiseschip aan in Napier, de art déco-stad op het noordereiland van Nieuw-Zeeland. Hij schreef mij deze week dat hij regelmatig zeeziek blijft maar ook dat hij af en toe kan genieten van prachtige uitzichten.
Het goede nieuws is dat hij een nieuwe bron van inkomsten vond aan boord: als kapper. Zijn supervisor vroeg hem zijn haar te knippen en dat viel -gelukkig- goed uit. Voor beiden. Ketut noemde het resultaat zelf(s) 'stylish'. Nu staan collega's voor hem in de rij... voor $5 per knipbeurt! Hij is ons uitermate erkentelijk voor de kniplessen die hij kreeg in de tuin. Zijn gevoel voor humor lijkt terug te komen. Ik ben blij voor hem.

In de afgelopen dagen werd ook in eigen keuken druk geëxperimenteerd. Regelmatig bladeren we door Engels- en Nederlandstalige kookboeken. Niet omdat mijn liefje en ik genoeg hebben van Elsa's Balinese of Indonesische gerechten maar uit behoefte te variëren. Zo haalde ik de Nederlandstalige rijkgevulde 'Kookgids Indiaas' tevoorschijn die Nelly mij ooit schonk. Wij hielden allebei van lekker eten maar voor Nelly werd eten door haar voortschrijdende ziekte steeds meer een beproeving. Ik kookte bij voorkeur vegetarisch voor haar en de Indiase keuken heeft nu eenmaal een ruime keuze zeer smaakvolle vegetarische gerechten. Ik liet Elsa foto's van een aantal favoriete gerechten zien en schatte in dat veel van de benodigde ingrediënten ook in Bali voorhanden moeten zijn.

Dat bleek niet tegen dovemansoren gezegd. Onlangs kregen we twee nieuwe gerechten voorgeschoteld: voor mij had ze verse garnalen in tomaten-kardamomsaus gemaakt en voor mijn wederhelft -die zeer allergisch is voor schaal- en schelpdieren- een vleesgerecht. Op mijn vraag wat het precies was, dacht ze even na. Of liever gezegd: ze plooide haar tong. Antwoord: 'kiep met oewiejen'... Het bleek een uienmengsel met veel verschillende smaakjes. Had ze het Nederlandse woordenboek ter hand genomen, zelf Indiase recepten gekozen en uitgeplozen, ingrediënten ingekocht en bereid. Elke dag zie ik haar wel studeren. Ze is nieuwsgierig en leergierig; eigenschappen die een mens ver kunnen brengen. Al fonkelen Michelinsterren niet aan het Balinese firmament, zij is de onze!


woensdag 24 november 2010

Kunst: medicijn tegen verloedering

Cultuur in Nederland schreeuwt momenteel om aandacht. In de afgelopen dagen vonden protestacties plaats tegen de culturele kaalslag die dreigt door beleid van het kabinet Rutte-Verhagen. Cultuur is alles dat mensen eigenhandig creëren; in taal, in foto's, schilderijen, muziek, techniek, architectuur, wetenschap; noem maar op. Dat is tamelijk ruim geformuleerd, ik geef het toe.
Zelf ben ik van mening dat de mate van beschaving in een samenleving kan worden afgelezen aan de hoeveelheid aandacht die er is voor cultuur. Beschaving is een kwestie van vooruitgang en cultuur is daarvan een onmisbaar ingrediënt. Dat de Nederlandse beschaving thans aan de ratten lijkt te zijn overgeleverd, wordt duidelijk als je de 'akkefietjes' rondom PVV-kamerleden beziet. Nieuwe acroniemen werden in de afgelopen weken geboren: Partij voor de Verloedering of Partij van Vuige Verkozenen. Ze passen allebei. De partij die beweerde het fatsoen terug te brengen in de Nederlandse samenleving blijkt nu zelf een aantal leden met veroordelingen, overtredingen en aantoonbaar maatschappelijk ongewenst gedrag te hebben. Mensen verlieten de politiek voor minder... De partij hanteert een dubbele moraal. Ook gedogen kreeg daarmee een nieuwe inhoud.

Bezuinigingen zijn nodig ten tijde van economische crisis. Dat begrijp ik. De botte bijl van de cultuurbarbaren van Bruin I kwam echter neer op de Nederlandse kunstsector die in een klap € 200 miljoen moet bezuinigen, 20% van het totale budget. Daarvoor heb ik geen begrip. Het zou inderdaad ideaal zijn als de sector geen gebruik hoeft te maken van subsidies, als het zichzelf economisch kan bedruipen. Als dit doelstelling is van het nieuwe regeringsbeleid moeten culturele instellingen daartoe wel de tijd krijgen. Breed gewaardeerde en internationaal gerespecteerde orkesten werden echter met één pennestreek geschrapt. Bovendien verhoogde deze regering onlangs de btw op toegangsbewijzen voor theater van 6% naar 19%. Je hoeft geen bolleboos te zijn om te begrijpen dat cultuurinstellingen zo (nóg) minder inkomsten ontvangen. Tevens zal het aantal cultuurdragers, mensen die het een warm hart toedragen, afnemen door de prijsverhoging. De vraag doemt dan ook op: 'wat denkt men hiermee te bereiken?!'

Vorige week maakte ik kennis met de Nederlandse schilder Theo Zantman. Hij woont al 15 jaar in Noord-Bali. Ik had eerder over de man gehoord en had in andermans villa ooit abstracte werken van zijn hand zien hangen. Het waren grote, uiterst kleurrijke stukken die mijn ogen echter niet streelden en mijn hart niet raakten. Persoonlijk vond ik ze oppervlakkig en vluchtig. Als van iemand die zijn vaardigheid opdeed tijdens een Tupperware-avond... Maar hier was de kunstenaar zelf! We raakten aan de praat over zijn achtergrond in Nederland, zijn leven in Bali en zijn schilderijen. Ik realiseer mij goed dat 'beauty is in the eye of the beholder': als je iets als mooi beleeft, dan is het mooi. Over smaak valt nu eenmaal niet te twisten. De definitie van schoonheid is voor ieder mens anders. Over wat een mens raakt in kunst valt wel veel te zeggen.

Theo verdient in Bali goed aan zijn kunst en doet goede dingen met zijn verdiensten. Zo is hij sponsor van een groot aantal kinderen uit arme gezinnen in het bergdorp waar hij zelf woont. Af en toe brengt en haalt hij die kinderen persoonlijk naar en van de openbare bibliotheek van Lovina, waar ik hem ontmoette. Na thuiskomst bezocht ik zijn website en trof daarop ook figuratief werk aan. De compositie en het kleurgebruik van zijn, op locatie geschilderde, rijstvelden spreken mij wèl aan. De stijl waarin hij dat werk maakt, is geënt op techniek van gelauwerde schilders als Van Gogh en Monet. Grootheden uit Theo's oude wereld. Hij vertelde mij dat hij is gevraagd om begin volgend jaar te exposeren in een prestigieuze gallerie in Jakarta. Ik ben benieuwd met welk werk.

Enkele weken geleden ontdekte ik ook de jonge Indonesische fotograaf Angki Purbandono. Een deel van diens 'freestyle' werk stond afgebeeld in de Jakarta Post en ik vond dat meteen inventief en eigenzinnig. Het is sterk cultureel bepaald en tegelijkertijd werelds. Ik vind het onderhoudend, moet erom lachen. Zijn werk komt tot stand met behulp van een geavanceerde flatbed scanner. Voor de serie in de krant gebruikte hij glas- & rijstnoedels samen met alledaagse voorwerpen. Eerst maakte hij een compositie op het scannerbed en het resultaat werd vervolgens in een lichtbox geplaatst. Hierdoor krijgt het triviale (letterlijk) een buitengewoon karakter. En dat is precies wat kunst en cultuur doen: de wereld mooier maken.


zaterdag 20 november 2010

Zaterdagcompetitie

Op 2 november begon Ketut zijn baan als assistent-steward aan boord van het cruiseschip Regent Seven Seas Navigator. De regelmatige bloglezer is daarvan op de hoogte. Sindsdien houden wij nauwkeurig bij waar hij zich bevindt. Vandaag is zijn schip op zee en morgen zal hij in Hobart aankomen, de zuidelijkste provincie van Australië. Wij ontvingen inmiddels 2 mails, 2 SMS'en en vele groeten. Gisteren deed hij via zijn vrouw (onze Elsa) een vooraankondiging: volgend jaar wil hij weer bij ons komen werken. Hij wil geen twee jaren aan boord uitdienen. Alle berichten maakten tot dusver melding van het feit dat hij zeeziek is en daarvoor medicijnen slikt. Wij denken dat hij tevens heimwee heeft... Hij moet harder werken dan gedacht en het eten aan boord smaakt hem niet. Geen fijne combi. Kasian Ketut!

Sinds de kater van huis is, dansen de muizen op tafel. Sindsdien houden wij op zaterdag namelijk een Balinese familiedag. Elsa's jongste zus Nur haalt Yudha op bij zijn grootouders -waar hij dagelijks verblijft na de peuterschool- en samen komen ze dan op de (enige) brommer naar ons toe. Elsa bereidt een maaltijd voor die wij gezamenlijk nuttigen maar voordat er wordt gegeten, wordt er gezwommen.
Balinezen onderscheiden drie werelden: de bovenwereld waarin de goden wonen, de middenwereld waarin zijzelf vertoeven en de onderwereld waarin demonen leven. Volgens het Balinese Hindoeïsme behoort alles onder water tot de onderwereld. Wellicht is dat de reden waarom Yudha's vader en moeder niet kunnen (en willen) zwemmen. Het kleine mannetje is de uitzondering in de familie: hij is dol op zwemmen en dat doet mij -waterrat senior- grote deugd.

Maar mijn liefje is de ware kindervriendin. Eigenlijk moet ik het anders zeggen: jonge kinderen worden als een magneet door haar aangetrokken. Ik maakte het al zo vaak mee. Zo ook in Bali: in de openbare bibliotheek van Lovina heeft zij als vrijwilligster na enkele weken reeds een trouwe schare jonge aanhangers. Het betreft jongens en meisjes die haar aandacht vragen en het in ruime mate krijgen. Zij is de ideale tante. Zelf schrijf ik het toe aan haar warme persoonlijkheid en vriendelijke karakter. Dat voelen kinderen intuïtief aan. Er is één jonge Balinees die het heel bont maakt: onze jongste zwemmer. Yudha is haar vriendje en dat is hij! Op zaterdagmiddag wordt alles in gereedheid gebracht om het pientere ventje feestelijk te onthalen. Het wachten op hem valt mijn liefje zwaar. Hij is haar oogappel, ze houdt van hem met heel haar hart. En hij is dol op zijn witte nènèk (oma)... Ik zie het en het ontroert mij.

Uit Spanje brachten we een Spiderman-zwembroek mee die hem inmiddels past. Lokaal kochten we opblaasvlinders die hij om de bovenarmen draagt. Tijdens de eerste zwempartij zat hij op de traptreden van het grote bad en ging hij slechts te water op de arm van mijn liefje. Niets moet, alles mag. En nu, vijf maanden later? Zodra hij binnenwandelt, laat hij zijn kleren vallen. Of het nu bewolkt is, regent of niet: 'Yudha renang'! Voorafgaand aan het zwemmen vindt wc-bezoek plaats. Al zal ons grote bad niet lijden onder zijn kleine plas, hygiëne wordt hem bijgebracht.

De vlinders kunnen daarna niet snel genoeg om zijn armen worden geschoven. Geheel uitgerust, daalt hij de trappen af en springt frank en vrij het bad in. Inmiddels kan hij op zijn rug en zijn buik drijven, weet hij dat hij moet blazen als hij geen water in neus of mond wil krijgen. Zijn beenslag is sterk, hij heeft aanleg. Als het water hoog opspettert -doorgaans door mijn toedoen- kraait hij van plezier. Hij trappelt driftig en onbevreesd van het ondiepe naar het diepe gedeelte (afstand: 15 meter), waar zich twee stenen zitjes bevinden. Inmiddels springt hij ongehinderd vanaf een zitje het diepe bad in. Zijn sprongen worden steeds betere imitaties van de mijne. Ik zie aan zijn gelaatsuitdrukking dat de diepte van het bad hem intrigeert maar hij toont geen angst. Hij giert het uit als ik onder water naar hem toe zwem en, boe roepend, voor hem opduik. 'Lagi' is steevast zijn reactie, ik moet het nog eens doen. Eenmaal op de kant laat hij zich vol overgave drogen en warm masseren door mijn liefje.

Het hoogtepunt was tot nu toe een opblaasbaar amfibievoertuig dat ik in een speelgoedwinkel in Singaraja vond. Het is een bootje in de vorm van een auto. Met claxon. Yudha is namelijk niet alleen zwemverslaafd, hij is ook autogek. Het nare is dat hij het zwembad nu helemaal niet meer wenst te verlaten. Ik heb de grootste moeite hem uit het water te krijgen, zelfs als het flitst en dondert boven het huis. Een keer bleef hij zo hardnekkig dobberen dat ik niet anders kon bedenken dan met kleren aan het bad in te springen en hem naar de kant te slepen. Ook nu was 'lagi' zijn enige commentaar. Hij vond het bij nader inzien helemaal OK.

Het zijn intense momenten, momenten van puur geluk. Een mooie traditie is geboren. Mijn liefje geeft hem liefde, aandacht en serieuze lessen, ik leer hem spelen, zijn grenzen aftasten en nieuwe dingen ondernemen. Je moet doen waarin je goed bent. Consequentie is wel dat ik zaterdagavond niets meer aan mijn liefje heb...
Ik heb er een serieuze concurrent bij.


dinsdag 16 november 2010

Tuinkabouters

Op één na alle huizen waarin ik in de afgelopen 20 jaren woonde, hadden een tuin maar tot dusver werd tuinieren geen hobby. Ik hield mij wel graag bezig met de vormgeving en invulling van een tuin. Bovendien stelde ik jarenlang met groot plezier boeketten uit eigen tuin samen. Sinds wij een tuin in Bali hebben, houd ik mij actief bezig met tuinieren. De tuin werd in december 2009 aangelegd dus die is nu bijna 1 jaar oud. Ik zou het niet geloven als ik er niet met mijn neus bovenop sta. Alle tuinmuren zijn bijna volledig begroeid. De (lava)grond is hier dermate vruchtbaar en het weer zodanig groeizaam dat alles overal groeit en bloeit.

Een goede tuinman is en blijft onontbeerlijk. Onze eerste tuinman was een ware hulk: een beresterke, goedlachse vent die fysiek ongeschikt bleek voor de functie. Vanwege zijn omvang kon hij zich namelijk niet klein genoeg maken om onkruid te wieden achter struiken en bomen. Op zijn hurken zitten, hield hij niet lang vol; in tegenstelling tot de meerderheid van de Balinese mannen. Hij besloot zelf beveiligingsman te worden bij een nieuw geopend benzinestation. Nummer 2 was een jongeman van 19; net van school zonder werkervaring. Daar wij vertrouwen hebben in de jeugd, gaven we hem een kans het tuinmannenvak te leren. Hij verzuchtte dagelijks dat hij het warm had, dat hij moe werd van het werk. Hij zat liever achter het huis in de schaduw te sms'en met zijn toenmalige vriendinnetje. Toen die hem verliet, doofde zijn (toch al schamele) licht. Onze wegen scheidden in de proeftijd. Met de komst van tuinman 3, Putu Arsana, veranderde ons leven ten goede: deze aardige, fitte man hoeven we niet te instrueren. Hij is energiek en deskundig, gaat zijn eigen gang, komt met suggesties en toont initiatief. Hij houdt van de tuin en van alles wat daarin staat. Wij vinden hem een lot uit de loterij en dat laten we hem regelmatig weten. Na zijn aantreden werd tuinieren ook voor mij leuk. Bijna dagelijks werk ik nu mee in de tuin. Putu doet het zware werk, wij het lichte. Zo maak ik bloembedden en borders onkruidvrij en bedenk ik tuinprojecten.

Momenteel zijn we gezamenlijk druk met het verplaatsen van bloemen, planten, struiken en bomen die vanwege groei in de verdrukking kwamen of oorspronkelijk niet goed waren geplaatst. Sinds ik als vrijwilliger in de bieb van Lovina werk, heb ik toegang tot lokale tuingidsen. Goed voor de tuin, goed voor mijn Bahasa Indonesia.
Ik zocht uit wat de benodigde hoeveelheid water en zonneschijn is voor elke soort in eigen tuin (circa 100). Al maanden zijn mijn liefje en ik aan het stekken: met stam in water om wortel te trekken, met stam zonder wortel direct in de vruchtbare grond, uit zaaddozen, uit knol, bol en pit en door vermeerdering. Op deze manier kweekten wij mini-palmbomen, -pauwenbloembomen, zoete tamarindebomen en typisch lokale schaduwbomen. Eerst in de 'puskesmas' (de kraamkamer van bamboe; zie foto) die steeds voller wordt en na betoonde groeicapaciteit in de grote tuin. Daarna volgden de favoriete bloemen: ixora's en hibiscussen.

Zoals ik een enthousiaste beginneling ben, zo is mijn liefje een ervaren krek. Zij is vele hoofdstukken verder in Het Grote Boek voor Tuinkabouters: zij bekwaamde zich inmiddels in Balinees enten, believe it or not?! Dat is zoiets als 5-sterrensudoku maar dan met groene vingers. Enten gebeurt met kokosnootvezels die met rijke aarde tot een huls worden gevormd; daarin wordt een te enten stam gewikkeld. Deze inheemse techniek heet 'kepung'. Het pakketje moet regelmatig worden bewaterd. Ik zie met belangstelling naar het resultaat uit.

In onze tuin vinden veel meer kleine wonderen plaats. Stop vandaag een zaadje in de grond en over twee weken zie je een stammetje stoer de kop opsteken. Zat er gisteren nog geen wortel aan een tak, volgende week kun je de eerste uitstulping zien. Om over fruitpitten maar te zwijgen. De eerste papaya's, uit pit gekweekt, zijn zichbaar. Ook avocado- en bekulbomen (groene appeltjes) zijn thans in de maak. Tropisch tuinieren (b)lijkt zo eenvoudig...

De Jalan Nelly is al maanden een tropische verrassing maar sinds enkele weken liggen ook borders langs het pad dat van het bordes naar de zeewal loopt. Zo maakten we een bloembed met jasmijnplanten die overal in de tuinen stonden maar nergens goed groeiden. Deze tere, witte bloemen staan nu in bloei en als de wind vanaf de zee waait, komt een zoet aroma de woonkamer binnen. Ook de lolipops of kaarsbloemen deden het niet goed in de tuin terwijl ze in andermans tuin en in de Botanische Tuin van Bedugul vol in bloei stonden. 'Wat te doen?' Ik las dat ze in de volle zon moeten staan en een redelijke hoeveelheid water nodig hebben. Putu maakte een centraal gelegen bloembed bij de bale bengong en daar werden ze tesamen in de grond gezet. Ik zie nu al dat het werkt.
Een bloembed vol met de (19!) hibiscusvarianten uit eigen tuin is in voorbereiding. Dat perk wordt het epicentrum van de bloementuin.

Op de traditionele markt van Bedugul kochten we onlangs nieuwe aanwinsten: blauwe lavendel, blauwe boluien, lampepoetsers, een kefir limoenboom en vele kruidenplanten in pot: dille, dragon, peterselie, mint, citroenbasilicum en heel veel koriander. De kruiden werden in de nieuw aangelegde kruidentuin terzijde van het gastenhuis geplaatst. Paulus de B. mag trots op ons zijn.


zaterdag 13 november 2010

Bali Clean & Green

Eergisteren ontvingen wij een brief van de burgemeester. Nu is hij niet bepaald de burgervader die wij ons hier hadden voorgesteld maar desalniettemin lazen we zijn schrijven. Hij riep ons op mee te doen aan de plaatselijke 'Clean & Green'-campagne. Het strand van ons dorp zou de volgende ochtend worden schoongemaakt. 'Bali Green' heeft betrekking op het planten van bomen; dat was nu niet aan de orde. De actie zou 's ochtends om 6 uur starten. We vertelden tuinman Putu Arsana over de oproep; ook hij zou van de partij zijn. Voor de zekerheid zetten wij de wekker. Om 5 minuten voor 6 kukelde een schorre haan ons wakker. Brrrr. Dat viel niet mee. De avond hieraan voorafgaand was het voor mijn doen laat geworden, Ik had gekeken naar het BVN-programma 'Sta op tegen kanker'. Het doel van de avond was fondsenwerving voor KWF Kankerbestrijding. De persoonlijke opzet van het progamma greep mij aan. In Nederland sterven 5 mensen per uur aan deze ziekte. Kanker raakt iedereen. Iedereen in de zaal bleek wel een dierbare of kennis te hebben die aan kanker lijdt of (over)leed. Mijn nachtrust werder daardoor korter dan gehoopt. Zes uur 's ochtends was wat mij betreft te vroeg voor de douche. Ik schoot in de kleren en pakte het gereedschap: twee harken en twee vuilniszakken voor onszelf, een sikkel en een emmer voor de tuinman. Balinese mannen maken stoer schoon.

Op weg naar het centrale dorpsstrand zag ik de Russische buren -die zich inmiddels gedeisd houden- in de speedboot op zoek gaan naar dolfijnen. Ook zag ik een lokale visser met een gevulde emmer vanaf zijn prahu (lokale prauw) naar het strand lopen om daar de manden van wachtende vrouwen te vullen. Als je aan zee leeft, is er altijd veel te zien.
Het animo voor Bali Clean bleek in eerste instantie niet groot: slechts een handjevol Balinese mannen in trainingspak en 1 Australiër op flip-flops meldden zich met ons op de afgesproken plek. Wij begonnen maar alvast een beetje te harken terwijl de lokalo's om ons heen drentelden. Wat mij betreft ging en gaat het vooral om het verwijderen van plastic van het strand. Plastic -like diamonds- is namelijk helaas 'forever'. Het duurt vele generaties voordat het materiaal in de natuur is afgebroken. Daardoor is het dodelijk voor het leven in zee.
Toen de eerste hoopjes vuil waren gevormd, stelde een van de mannen voor ze in brand te steken. Ik schrok. Het deed mij veel deugd dat hij door zijn collega's werd gecorrigeerd: 'tidak baik, polusi' ofwel: niet goed, verontreiniging. Het lijkt een kleine stap maar het is heuse vooruitgang!

Na een half uur waren er aanzienlijk meer schoonmakers op het strand. Op vrijdag is het sportdag op de meeste scholen in Bali. Dat blijkt een sterke traditie: werkelijk alle volwassenen liepen in sportkostuum. Het schoonmaakteam bleek grotendeels te bestaan uit plaatselijke en provinciale ambtenaren. Ook nu weer: vrouwen met vegers en bezems, mannen met sikkels en emmers. De dames vonden onze aanwezigheid reuze interessant: mijn liefje ging regelmatig op de (telefoon)foto met giechelende dames.
Zelf maakte ik onder andere kennis met het Districtshoofd, die redelijk Engels sprak en ook rondliep in sportkleding. Toen ze mij meldde dat zij de enige vrouwelijke districtmanager is in de regio, riep ik enthousiast: “émansipasi baik sekali!” Ze glom van trots. Ik vroeg geïnteresseerd door: “wat behelst uw functie zoal?” Enthousiasme en trots golden nog steeds maar het antwoord bleek minder eenvoudig dan de vraag. Na een stilte zei ze: 'uw villa administreren'. Voilà. Als ik het niet dacht: ben ik ook nog haar werkgeefster. Zij wist overigens exact dat wij de twee vrouwen van de villa zijn. Langzaam harkten wij ons een weg naar de eigen stulp die in het uiterste westen van het strand ligt. Om 8 uur stapten we over onze eigen zeewal. Het strand werd redelijk schoon. Wij waren toe aan een Nespresso. Ik voel mij een bemazzeld mens: ik had Balinese ambtenaren aan het werk gezien (sorry Ber)!

We beleven op dit moment heldere, frisse dagen in het noorden van Bali: de zon schijnt onvoorwaardelijk, de luchtvochtigheid is matig, wolken blijven achter het huis, het zwembadwater is heerlijk, het uitzicht prachtig. Als ik vanaf het terras over het water naar links kijk, zie ik Java liggen. Wij wonen hemelsbreed op circa 1.400 kilometer van de onrustige Merapi; de rookpluimen kunnen we dan ook niet met eigen ogen zien. Ik vind het een bizar idee dat zich daar een natuurramp afspeelt. Jogyakarta veranderde vanwege de uitstoot in de afgelopen weken in een sneeuwlandschap. Het aantal doden steeg tot 206 personen. Men is begonnen met het schoonmaken van de Borobudur (UNESCO-wereldwonder) alhoewel de berg nog steeds kokendhete gaswolken uitstoot.
Ook de Gunug Batur roert zich inmiddels. Deze 1717 meter hoge berg is een van de twee actieve vulkanen op Bali. Deze week werd de status verhoogd van 'actief-normaal' naar 'alert'. De vulkaan, die nu een rookpluim uitstoot, ligt op circa 50 kilometer van ons dorp. Toeristen mogen de berg niet meer beklimmen. De bijgevoegde foto maakte ik zelf in 2005, in rustiger tijden. Bali Green? Nog wel...


dinsdag 9 november 2010

Met de kippen op schoot stok

Afgelopen zondag brak weer een vrijwilligerswerkdag aan in de bibliotheek van Lovina. Het was de eerste zondag zonder chauffeur Ketut (die vandaag op zee is, onderweg naar Cairns). Nu hebben we een nieuwe tuinman annex chauffeur maar die gunnen wij zijn vrije zondag met vrouw en kinderen. Hij wil ons wel brengen en halen maar dat vinden we onnodig. Nog liever rijd ik zelf maar onze tweedehands auto is sinds dit jaar uit de verzekering. Reden: te oud. Heel onterecht, zeker als je weet hoeveel goggomobilen op de wegen van Noord-Bali rijden! Vorig jaar reed ik nog dagelijks zelf, nu wil ik de goden niet verzoeken. De verzekeringsagent waarschuwde: als je hier als onverzekerde buitenlander betrokken raakt bij een aanrijding, ben je altijd de pineut. Of je nu schuldig bent of niet. De meeste Balinezen hebben geen geld voor een verzekering en als zij schade of letsel ondervinden, zul jij -als rijdende ATM- voor de kosten opdraaien. Het is een survival-of-the-weakest-filosofie. In het slechtste geval zul je voor de rest van je leven een onbekend Balinees dorp financieel moeten onderhouden. Welnu, ik kan betere sponsorprojecten bedenken.

Dus we gingen met de bemo, een min of meer reguliere bus waarmee de lokale bevolking tussen dorpen en steden reist. Deze kleine bussen zijn doorgaans oude barrels, ouder en minder goed onderhouden dan onze eigen Kia Sportage Four Wheel Drive. Ik stond om 9 uur langs de straat, nerveus trappelend als een 'first time' straatmadelief (voor Emmy: st**ph**r). Normaliter ronkt het van de bemo's, nu zag ik er slechts twee in 15 minuten en ze gingen nog in de ongewenste richting ook. Zul je net zien. Als mijn liefje niet had opgelet, had ik er nu nog gestaan.
Mijn liefje mocht voorin en ik vervoegde mij achterin de bus. De banken in de bemo zijn afgestemd op Balinese passagiers; zelfs ik zat met de knieën tegen de kin. Verder viel het tegen: er was geen levende kip te bespeuren. Slechts 4 kinderen van de scouting met stalen buizen, 1 Moslimmevrouw van middelbare leeftijd met telefoon en 1 oude Hindu-mevrouw met goedgevulde boodschappentas. Zij nestelde zich comfortabel tegen mij aan. De deur bleef open; dat was prettig voor de frisse lucht maar de realiteit was: hij kon niet dicht. De chauffeur gaf gas en we schoten er als een pijl vandoor. Toen ik mij vastgreep aan de stang langs het raam, trok ik de eerste schroef los. Het werd een geanimeerde reis: de kinderen oefenden hun Engels op mij en ik sprak in Bahasa Indonesia terug. Dat ging zo door tot mijn “Stop!” De chauffeur remde accuut, de bemo stopte pal voor de bieb. Kosten: 6.000 roepiah voor 2 personen, ofwel circa € 0,48. Kom daar eens om in Europa?!

Ook voor de terugreis besloten we de bemo te nemen. Terwijl we er een aanhielden na 1 minuut wachten, riep de chauffeur al de naam van ons dorp. Kennelijk was hem al bekend dat we daarheen moesten... News travels fast in Bali! Er was wederom geen kip te bekennen. Wel stond het gangpad volle bloemenmanden. We hink-stap-sprongen er overheen. We werden zonder stopteken op het juiste kruispunt afgezet en liepen tevreden over de zeeweg naar huis.

Verderop in 'onze' straat werden we staande gehouden voor het huis van beveiligingsman Made en zijn familie. Of we even kwamen 'buurten'? “Tuurlijk.” We werden getracteerd op sappige groene appeltjes ('Ziziphus mauritiana'; 'bekul' in Balinees) uit eigen tuin en kregen een zakje mee voor thuis. De mythe is dat wie deze appeltjes steelt, wordt gestraft met gezichtsverlamming. De 21ste eeuwse variant is dat men gelooft dat je mond en oog gaan hangen als je er teveel eet. Ik keek nog eens naar de hoeveelheid ontvangen fruit... Ja, je beleeft veel meer als je met openbaar vervoer en te voet reist!

Mijn liefje en ik gaan met de kippen op stok tegenwoordig. Dat komt omdat we eindelijk een passende klamboe hebben voor het ruime bed. De eerste klamboe die we aanschaften bleek te klein en verhuisde naar het huis van Elsa & Ketut. Het tweede exemplaar werd opgehangen in het gastenhuis toen we Pauline op bezoek kregen. Dat doe je als goede gastvrouw.
Het regenseizoen is aangebroken en het aantal muggen nam af. Recent vonden we -ô ironie- een geschikte klamboe voor de bamboeconstructie die we Ketut's vader lieten maken. Het bamboegeraamte stond al wekenlang rondom het bed; het moest nog slechts worden bekleed. We lieten het doek naar eigen inzicht vervaardigen bij een stoffenzaak in het zuiden van Bali. Het resultaat mag er zijn: een klamboe uit Duizend-en-één-Nacht, vind ik. Twee straatmadelieven waardig: rode, weelderige draperieën met borduursels in de bovenrand en een welvend, enigszins glimmend baldakijn. Sprookjesachtig en stemmig maar we kunnen er ook goed in lezen. In slaap gewiegd door Sheherazada... wie wenst dat niet?!


vrijdag 5 november 2010

Tropenkolder

Bekijk de foto hiernaast maar eens goed. Je kijkt naar de langneusaap, een apensoort die in Borneo en Sumatra voorkomt. Je hoeft geen raketwetenschap te bedrijven om te begrijpen waarom de aap zo heet. Maar wat interessanter is: je kijkt in de spiegel. De Indonesische bijnaam voor de Proboscis-aap is namelijk 'orang Belanda'. 'Orang' betekent mens en Belanda is 'Holland'. De aanduiding voor deze oerlelijke aap is dus: Hollander...
Indonesiërs trekken daarmee een lange neus naar hun voormalige koloniale overheerser. Die neus is geschapen om de andere soort aan te trekken. Die van de mannetjes kan wel 17 centimeter lang worden, vrouwtjes hebben ook een flinke gok maar dan korter. De neus zwelt als het dier zich opwindt. Dit gaat verdacht veel op seksuele voorlichting lijken?!

Momenteel lees ik het boek 'Ring of Fire - An Indonesian Odyssey' van Lawrence en Lorne Blair. Ik vond het exemplaar in de openbare bibliotheek van Lovina. Nu ik elke zondag als vrijwilliger in Coba baca werk, ligt het voor de hand dat ik op een rustig moment ook even voor eigen plezier langs de boekenplanken speur. Ik zag de titel, las de achterflap en constateerde: typisch iets voor mij. Boektitels zijn een sleutel tot iemands karakter, je bent wat je leest. De vondst is wonderlijk als je bedenkt dat ik net daarvoor een blog publiceerde over wonen aan de Ring van Vuur. Toeval bestaat, ik schreef het eerder.

Het boek beschrijft de ontdekkingstocht die de Britse broers in 1960 begonnen in de Indonesische archipel, aan boord van de traditionele prauw 'Zonneschijn'. Hun oorspronkelijke reisdoel was het vinden van de grote paradijsvogel op de Aru-eilanden, ten westen van Papua. De veelkleurige vogel wordt zeer bedreigd; een exemplaar is te zien in het Bali Bird Park.

In dit boek vond ik ook de verwijzing naar de langneusaap. Maar het verhaalt over veel meer interessants: Bisu (voorlopers van de lady boys), huizen als ruimteschepen, sultans en prinsessen, Bugis (handelaren op zee annex piraten), koppensnellers die ook kannibalen zijn en bijzondere dieren ('s werelds enige giftige vogel, vissen met 5-watt lichtgevende ogen). Het boek staat stampvol nieuwe ontdekkingen maar beschrijft ook reeds bekende cultuurverschijnselen. Verwonderen en herkennen: een zeer aantrekkelijke combinatie in de literatuur. De heren maakten avontuurlijke reizen met een zeer beperkt budget. Creativiteit en doorzettingsvermogen waren dus geboden. Lawrence schreef boeken en broer Lorne, inmiddels overleden, filmde en maakte foto's. De films kwamen later tot stand in samenwerking met de BBC. Ik vind dit een rijk boek dat goed is geschreven, spannend en leerzaam is. Een aanrader voor elke Indonesië-adept.

Ook studie- en woordenboeken liggen hier dagelijks op tafel maar toch kom ik nauwelijks toe aan het bezigen van volzinnen in Bahasa Indonesia. Ik had andere voornemens toen wij hier in juni naartoe kwamen. Maar door 'gedoe' verdween de energie, de zin om mij op de taal te storten. Met Ketut's vertrek was er weer een drijfveer minder. Zijn cruiseschip komt overigens morgen in Darwin (Northern Territory, Australië) aan. Gisteren was hij op Komodo en vandaag beleeft hij de eerste vaardag op de Indische Oceaan. Ik zocht Ketut's Odyssey in detail uit; ik weet nu per dag waar hij verblijft. Zo houden wij Elsa en onszelf goed op de hoogte van zijn reilen en zeilen, al ervaart hij zijn verblijf aan boord nochtans als 'prison'. Kasian.

Mijn passieve taalvaardigheid (luisteren) in het Indonesisch ontwikkelt zich goed, vooropgesteld dat mensen niet te snel en binnensmonds spreken. Dat is een wonder want volgens mijn liefje is luisteren niet mijn forte. Wat íkzelf precies bedoel is dat ik meer begrijp dan ik kan terugzeggen. Mijn vocabulair groeit maar ik brabbel nog steeds op elementair niveau, bij voorkeur de moeilijke werkwoorden weglatend.

De invloed die Hollanders uitoefenden op Bahasa Indonesia is een steuntje in de rug bij het leren van de taal. Die is dan ook onmiskenbaar: agèn, aksi, asuransi, belus (blouse), cèk (c = sj), desinfeksi, èkonomi, èksekusi, formulir, garansi, handuk, kantor, kode pos, komisi, konèksi, korupsi, kualitas, lap, makelar, notula, oli, panekuk, pienter, polisi, proyèk, rèbewès (lijkt op Haags!), salep (zalf; p = f), serbet (b = v), schnitzel, tandem, tèlpon (telefoon), urgènsi, waskom, wortel. Het is een kleine greep. De oudhollandse keuken, Hollandse properheid en Nederlandse bureaucratie klinken vandaag de dag nog luid en duidelijk door in de taal.
Wij de neus en de dikbuik, zij de blumkol en de buncis... Lekker puh!


dinsdag 2 november 2010

Vaar wel

Ketut vertrekt. Hij was bijna anderhalf jaar naar volle tevredenheid onze vaste chauffeur en Manus van Alles. Hij verfde, stekte, schuurde, timmerde, metselde, boorde, kookte, stofte, tuinierde, schrobde, zeemde, baggerde, schroefde, onderhandelde, regelde en vertaalde. Altijd met een glimlach van oor tot oor. Hij was onze rots in de branding toen hier problemen ontstonden. Dat schept een band. Ketut vindt het zwaar om te gaan; als het aan hem lag, ging hij niet. Zijn wallen namen zienderogen toe, van nachtrust was geen sprake meer. Ook ons gaat zijn vertrek niet in de klamme kleren zitten. Persoonlijk zal ik hem erg gaan missen. Hij werd in de afgelopen periode mijn Balinese maatje.

Ik gun hem en zijn vrouw Elsa (onze keukenprinses) alle goeds. We praatten met hen vaak over vooruitgang in het leven. Zij willen hun kinderen betere levensomstandigheden bieden dan zij zelf hebben, zoals het goede ouders betaamt. Ketut volgde een goede middelbare schoolopleiding maar toch lukte het hem niet passend werk te vinden. Drie jaar geleden schreef hij zich daarom in voor een baan op een cruiseschip. Het idee was afkomstig van zijn oudste broer die extra inkomsten in de familie wel ziet zitten. Die broer volgde zelf slechts lagere school en is nu ambtenaar. “Waarom gaat hij niet zelf varen?” vroeg ik hem. 'Omdat hij geen Engels spreekt.' “Dat kan hij toch leren?!” Stilte. Zijn karakter en bepaalde omstandigheden zorgen ervoor dat hij zijn grote broer niet tegenspreekt (helaas).

Ketut stapt vandaag in de Balinese haven Benoa aan boord van het Amerikaanse cruiseschip Regent Seven Seas Navigator. Wij zwaaien hem niet uit. Ons emotionele afscheid vond afgelopen zondag plaats, bij ons op het terras waar ik hem toesprak. Elsa en zus Nur bereidden een maaltijd met gele rijst, kruidige eend en gado-gado, Ketut's favoriete gerecht. Zij reden betraand weg, ons achterlatend met het eigen verdriet. Er zijn mensen die menen dat je je in Bali niet moet binden aan je personeel. Wij begrijpen dat wel maar met leuke, ontwikkelde jonge mensen als Elsa en Ketut willen wij dat eenvoudigweg niet.

De Navigator is een luxe 6-sterren cruiseschip waarop alle passagiers -maximaal 490- in suites met balkon verblijven. Er is tevens plaats voor maximaal 325 stafleden. Het schip speelde in 2004 de hoofdrol in de film 'After the Sunset' met Pierce Brosnan en Salma Hayek in bijrollen. Het schip zal Ketut naar Australië, Nieuw-Zeeland en de (west- en oostkust van de) Verenigde Staten voeren. Van januari t/m maart 2011 zal hij in de Golf van Mexico verblijven. Daarna zal het schip terugkeren naar San Fransisco waarna het enige tijd in de Canadese wateren gaat varen. Ik schonk hem mijn Napapijritas-met-inhoud. Ook gaven wij hem zakgeld en een reisjournaal waarin hij zijn ervaringen voor het thuisfront kan vastleggen. Van Willem ontving hij een Jägermeister-fleecemuts, tegen de kou in Alaska. Ketut meldde mij dat hij dit hoofddeksel vanaf nacht 1 in bed zal dragen tegen de airco!

Hij gaat aan de slag als steward en zal aan boord geen filmsterrenleven gaan leiden: hij gaat zeven dagen per week minstens 10 uur per dag werken. Zijn dienstverband zal tenminste 8 maanden duren. Ketut en Elsa moesten voor deze baan ruim 30 miljoen roepiah (€ 2.500,=) vooruitbetalen aan het bemiddelingsbureau. Een vermogen, zelfs voor een gezin met twee inkomens. Familie, vrienden en de bank betaalden aan dat bedrag mee. Het eerste maandsalaris komt niet ten goede aan hem of zijn gezin maar aan het agentschap dat hem de baan bezorgde. Vanaf december mag hij zijn maandsalaris behouden. Als gelovige Hindoe mag hij niet offeren aan boord, al is dat logisch. Aan het Aziatische personeel zullen Europese maaltijden worden geserveerd; dat vind ik minder logisch. De man die bij voorkeur nasi goreng special en nasi campur eet, zal zich in de komende maanden moeten voeden met salades, friet en pasta's. Hij zal zoon Yudha, zijn 3-jarige oogappel, moeten missen net als de geboorte van de tweede baby. Over zeeziekte praat ik maar niet. Bovendien kan Ketut niet zwemmen...

Maar er is ook veel goeds dat de scheepsklok slaat: als nieuwsgierige jongeman gaat hij de wereld buiten Bali met eigen ogen zien en ervaren. Wij weten wat zijn maandsalaris zal zijn; voor dat bedrag zou hij bij ons heel lang, vele projecten moeten doen. Ketut hoopt twee contracten te kunnen uitdienen. Met die verdiensten zal hij de hypotheek op hun huis in één keer kunnen aflossen. Daarna is er nog geld over om met Elsa andere dingen te ondernemen, vooropgesteld dat er geen familieleden een beroep op zijn zuurverdiende salaris komen doen! Ik wenste hem sterkte en een behouden vaart, al houden we mailcontact. Medio 2011 zal hij vanuit Canada met zijn rijkbestempelde zeemansboek naar Bali terugkeren. Ik ben nu al benieuwd naar die Ketut.