Translate

vrijdag 31 december 2010

Over olie en bollen

De Britse TV-kok Nigella Lawson proefde deze maand in een uitzending van De Wereld Draait Door een oliebol, op verzoek van een vrouwelijke Jakhals. Poedersuiker dwarrelde op haar fraaie japon. 'Net gemorste heroïne', aldus de (oer)Hollandse interviewster. Nigella antwoordde met: 'no worries, it's worth it'. Dat is de vraag... Ik keek onlangs op Nigella’s website en vond daadwerkelijk een foto met recept voor het Hollandse kleinood. Ze meende het dus. Zelf ben ik geen groot fan van de oliebol, noch van haar recepten. Die vind ik doorgaans nogal gewoontjes. Maar als zij ergens van proeft, doet ze dat op uiterst bevallige manier. Bij een door Nederlanders beheerd hotel-restaurant in Lovina bestelden wij een portie oliebollen voor eigen consumptie. Vorig jaar trakteerden wij het ganse personeel op een bol maar geen van hen kon het hapje waarderen. Er werd langdurig en luid gekauwd maar er bleef veel bol op ieders bord achter. Alhoewel wij geen grote liefhebber zijn van dit culturele erfgoed, krijgen dit soort vaderlandse tradities extra betekenis als je in den vreemde verblijft. 

Ik vroeg aan de warme bakker waarin de bollen waren gebakken. In kookolie. Jawel, maar van welke soort? Dat had mijn speciale aandacht. Al een jaar hebben wij namelijk palmbomen in de tuin die rode vruchten dragen. Bij toeval kwam ik erachter dat uit die vruchten rode palmolie wordt verkregen. Ze liggen in grote hoeveelheden aan de voet van elke palmboom. Sinds dat nieuwe inzicht keek ik met andere ogen naar die bolletjes waarvan de pit spontaan tot nieuwe palmstek groeit. In de kraamkamer staan er inmiddels teveel om in eigen tuin te worden uitgezet. Eerder zei ik grapsgewijs tegen tuinman Putu dat wij de nieuwe buur volgend jaar van jonge zelfgekweekte palmbomen kunnen voorzien voor zijn hele tuin. Al woekert het in eigen tuin, het is niet zonder waarde. 

Palmolie wordt gemaakt van de vruchten van de palmboom die in trossen halverwege de boom groeien. De vrucht bestaat uit een rood velletje dat om een pit zit. Palmolie bevat een hoog percentage verzadigde vetten en natuurlijke antioxidanten. Palmpitolie wordt gewonnen uit de pit van de vrucht; dat is niet hetzelfde als palmolie dat van het vruchtvlees wordt vervaardigd. Ongeraffineerde palmpitolie is weliswaar gezonde kookolie maar bevat nauwelijks caroteen en vitaminen E. Geheel of gedeeltelijk geharde palmpitolie is uiterst ongezond. Rode palmolie daarentegen bulkt van de natuurlijke vitamine E en caroteen en is daarmee gezond. Onze lege wijnflessen worden tegenwoordig door de echtgenote van de tuinman gebruikt als houder voor zelfgeperste palmolie die ze op de markt verkoopt. Het hoeft weinig betoog dat de constante aanvoer van flessen haar productie en omzet flink verhoogde. De een haar fles is de ander haar succes! De rijke portie natuurlijke antioxidanten in rode palmolie wapent ons tegen vrije radicalen die ernstige schade kunnen aanbrengen aan een mensenlichaam. Weet dus wat je eet. Een goede gezondheid is een groot goed. Aan de vooravond van 2010 wens ik mijn liefje en muzelluf vooral dat toe. 

2009 werd voor ons een annus horibilis door het overlijden van mijn beste vriendin Nelly en de kankerbehandeling die mijn liefje moest ondergaan. Al had 2010 wederom verrassingen voor ons in petto, het werd een in vele opzichten beter jaar; met het voorspoedige herstel van mijn liefje als apotheose. We tellen onze zegeningen dan ook. Een mens moet het optimisme van vandaag niet kwijtraken door de pech van gisteren. 

Over olie verder gesproken: wat mij deze maand tevens opviel, was dat de Internationale Voetbalbond FIFA -een corrupte bende?- het oliestaatje Qatar koos als nieuwe gastheer voor het Wereldkampioenschap Voetbal. Qatar?! Daar is geen voetbalcultuur, er bestaat niet eens een stadium en het is er bloedheet - veel te heet om te voetballen. Bovendien is dit het land van de onvrijheid, van de systematische onderdrukking van vrouwen, van martelingen van politieke tegenstanders en andere ongein. Er zullen wel dikke enveloppen over tafel zijn gegaan. Een gotspe. Het toernooi zal pas in 2022 plaatsvinden dus er moet veel, heel veel gebeuren voordat mannen in die grote zandbak kunnen gaan  voetballen. Als ze überhaupt komen...

Het nieuwe jaar staat voor de deur. Ik wens familie, vrienden, kennissen, vaste en regelmatige bloglezers een in alle opzichten goed 2011 toe. Een aantal van mijn dierbaren kan wel een extra portie 'good vibes' gebruiken in het nieuwe jaar: Diederik, mijn zussen, Richard en Leon. Vooral hen wens ik beterschap toe in de ruimste zin van het woord: meer gezondheid, minder kopzorgen, meer energie, minder hartzeer en zielepijn. Zij weten waarom ik dat schrijf. Als blogger ga ik in 2011 eerst oefenen en dan solliciteren naar de functie van tekstschrijver van Hare Majesteit... Mijn hemel, die kersttoespraak was niet al te best. De rede van de Belgische koning was zo mogelijk bedroevender. Eenzelfde teneur maar zijn tempo lag nóg lager. So much for reflection?! Hun redes zijn niet meer van deze tijd maar twitterende vorsten hoeven van mij evenmin. Ook mijn tweede Nieuwjaarsresolutie 2011 is een feit: een container met persoonlijke spullen zal dit jaar van Bali naar Spanje terugkeren. Het avontuur in Noord-Bali is niet ten einde maar we gaan ons er niet permanent vestigen. Voor vandaag een goede jaarwisseling gewenst en vanaf morgen: selamat tahun baru!

maandag 27 december 2010

Zomerkolder

Het tropische weer bezorgt niet alleen mensen hoofdbrekers, ook dieren blijken de kolder in hun kop te hebben!
Onlangs keek ik naar een BVN-uitzending toen ik vanuit mijn ooghoek iets kleurrijks zag naderen. Het bleken twee witkraagijsvogels. Deze kleine blauwe dieren vertoeven al geruime tijd in bomen op en rond Ons Domein. Maar dit was anders: ze vlogen nu de woonkamer binnen... De ijsvogels waren onder de bamboematten van het terras doorgedoken, de hoek omgeslagen en de kamer binnengevlogen. Ik hoorde twee tikken, stilte en daarna een hoop gefladder. De ene landde links tegen de voorgevel, de andere rechts. Eén vogel hervond zich snel en vloog weg via de achterdeur. Nummer twee had het moeilijker; die vloog in de richting van de rieten kap. Hoog boven het terras maakten wij van transparant visdraad een afscherming die ervoor zorgt dat vleermuizen niet ondersteboven aan de rietgedekte kap kunnen gaan hangen. De ijsvogel kwam boven het visnet terecht en zat nu min of meer gevangen. Het dier moest eerst het huis weer in voordat het de vrije buitenlucht kon bereiken. Tuinman Putu bood zichzelf aan als vogelverschrikker en klom naar de kap. Het dier probeerde door de mazen van het net te glippen maar dat bleek onmogelijk.

Ondertussen zwaaide ik de achterdeuren geheel open en liep daarna naar boven om de harmonicaramen op de eerste verdieping te openen. De vogel vloog mee. Dat was goed alhoewel het diertje aanvankelijk tegen het nog ongeopende raamdeel botste. Met geopende snavel zat het op de grond bij te komen. Kasian. Het liep goed af. 's Middags klonk hun luide geroep alweer over de daken. De insluiper had ook een visarend kunnen zijn die ik onlangs boven de branding zag cirkelen. Zo‘n roofvogel uit huis verwijderen, is andere koek!

Diezelfde week maakte tevens een blauwborstkwartel zijn opwachting. Vanaf oktober zag ik ze al in de tuin lopen; groot en klein. De tuinmannen raapten regelmatig kwarteleitjes op. Er werd dan geloot wie het eitje mocht eten. Kwartels leggen weliswaar mooie eieren, het zijn geen beste vliegers. Op enig moment zag ik een jonkie onder de matten door zeilen richting terras. Het botste tegen een van de terrasdeuren en vloog vervolgens in een hoek van 90 graden, rakelings over mijn hoofd de huiskamer binnen. Dat rakelingse was omdat ik het dier recht op mij zag afkomen en direct door de knieeën ging; geen slechte reflex voor een vrouw van middelbare leeftijd. Het diertje kwam pal achter de voordeur hijgend tot stilstand dus die reddingsactie was gemakkelijk. Gevederde vriendjes zijn van harte welkom maar bij voorkeur in hun eigen, natuurlijke biotoop!

Niet lang geleden schreef ik over moeder gekko die haar eieren in de carport legde. Ik zie er nog steeds een aantal liggen dus ik vroeg mij af of er wel eens een uitkomt. Het antwoord kwam onlangs toen ik een prachtig jong exemplaar op de oprit zag liggen. De zwart-witte staart lag eraf. Kennelijk was het diertje aangevallen en wierp het de staart af als afleidingsmanoeuvre. Het mocht niet baten: de hagedis was dood. Mieren waren al bezig met hun opruimwerk. Daaraan viel niets meer te redden. Het enige dat mij restte, was een foto maken van het prachtige dier dat daarmee uit de vergetelheid is gered.

We hebben een klein bassin aan het terras waarin graspluimen en waterhyacinten staan. Die bak is vooral bedoeld als afvoer van dakwater. Daarin houden onder andere padden huis. Op een ochtend zag ik een pad ontspannen tussen het groen zitten. Het plompe dier verroerde zich niet toen ik de cameralens voor de snuit hield. Niet veel later trof ik twee padden aan, in compromitterende houding. Het kleine mannetje lag helemaal om het grote vrouwtje heengedrapeerd. Toen ik afdrukte, sprongen ze uiteen. Was het liefde of was het haat? Ik wist niet beter dan dat het mannetje bij het vrouwtje op de rug zit tijdens de daad... Wie het weet, mag het mij schrijven. Het is sowieso vruchtbare grond: inmiddels springen baby’s van kleiner dan 1 centimeter over het terras.



vrijdag 24 december 2010

En de sterre bleef stille staan

Het was aardig bedacht.
Ik had Elsa gevraagd een fraaie foto van ons te maken die dan zou worden verwerkt in een Kerstgroet voor op de blog. Mijn camera besloot anders. Het geheugenkaartje toonde slechts oude foto’s... Met geen mogelijkheid kon ik de nieuwere opnamen tevoorschijn toveren. Dat duidt wederom op een geval van electronische tropenkolder.

Daarop verzon Tom Poes een list.

Een foto van Elsa zat namelijk al in mijn electronische album, wachtend om naar Ketut-op-de-cruiseboot te worden verstuurd. Een grote versie van de foto opladen lukte niet. Na zes keer proberen ging een kleintje eindelijk. Wellicht teveel toeristen op het Noord-Balinese netwerk?
We doen het er dit jaar mee. Voor de goede orde: mijn liefje en ik worden vertegenwoordigd door de rechtse ballen. Ook weleens apart om zo te kijk te worden gezet, nietwaar?! De kleur past ons in ieder geval goed.

Namens onszelf wenst Elsa jullie dit jaar vanuit Bali selamat natal -een fijne Kerst!


woensdag 22 december 2010

Onderhoud

Ik ben vreemd gegaan. Ik ruilde Penny in voor Putu en dat was de schuld van mijn liefje. Onnavolgbaar? Valt mee. Penny is al jaren mijn kapster in Noord-Bali. Misschien is het woord 'kapster' niet helemaal terecht maar zij is wel degene die mijn haren kortwiekt. Dat gebeurt niet zoals ik dat in Nederland en Spanje gewend ben: in een salon, met een kappersschaar. Penny heeft een soort inloopkast achter een hotel-restaurant in Lovina. Ze leerde het zichzelf aan en doet het met een keukenschaar. Tot nu toe ontwaarde ik geen techniek in haar knipkunst. Over het algemeen was ik senang na elk kapsalonbezoek maar na een week of twee had ik doorgaans alweer behoefte aan een knipbeurt.

Al weken werd gemopperd op mijn lange haren en wilde coupe. Dat kapsel zou mij volgens mijn liefje járen ouder maken. Ook opmerkingen over op wie ik nu weer leek, werden gemaakt maar die kan ik hier niet herhalen. Omwille van de lieve vrede. “Never a dull moment” zal ik maar zeggen. Blonde manen hingen op sommige dagen in een grote babykrul op mijn voorhoofd en als een kraag op mijn achterhoofd. Zelf zag ik ook wel in dat het hoog tijd was voor de kapper maar het kwam er eenvoudigweg niet van. Misschien wachtte ik onbewust op iets beters. Bovendien vond ik dat mijn haar op sommige dagen best aardig zat.

Het was mijn liefje die 'Salon Princess' in het weekend ontdekte. Zij stapte er vrijwillig binnen en keerde goedgekapt en tevreden huiswaarts. En met een verhaal dat typerend is voor Bali! Balinezen zijn nieuwsgierig van aard; ze willen van alles van je weten. Vrouwen krijgen steevast de vraag of ze zijn getrouwd en hoeveel kinderen ze hebben. Balinese vrouwen bepalen aan de hand van het antwoord jouw mate van geluk in het leven en de mannen tasten wellicht hun kansen af.
Veel begrip voor de situatie van ongetrouwde, kinderloze vrouw lijkt er niet te zijn. Hoe kun je immers gelukkig zijn zonder? Westerse mensen gaven ons vroegtijdig advies. Als je als ongehuwd kinderloze de hamvraag krijgt (en die komt geheid), is het goed gebruik te antwoorden met “belum”. Nog niet. Je ontwijkt daarmee een negatief antwoord –dat hier als ongemanierd wordt ervaren- en spreekt de hoop uit dat het alsnog goed met je komt. Mijn jeugdige liefje van middelbare leeftijd kreeg de vraag. Kasian.

Maandag jongstleden werd ook mijn kapsel onder handen genomen. Kapster Putu meldde trots dat zij gedurende drie jaar een kappersopleiding volgde en inmiddels acht jaar ervaring heeft. Daar kan geen Penny tegenop en Putu bleek nog goedkoper ook! De hoofdmassage was wel van mindere kwaliteit maar elluk voordeel hep se nadeel. Putu deed het technisch zeer begaafd met mij, met professionele hulpmiddelen. Dé vraag werd mij niet gesteld. Dat werd kennelijk overbodig toen ze vroeg of ik met de vriendin-van-de-vorige-dag hetzelfde huis bewoonde.
Ik zie er weer zeer huwbaar uit.

Er vond deze week tevens onderhoud aan De Domeinen plaats. Zo haalde ik de bestelling op bij Pak Budi, eigenaar van een stoffenwinkel in Seririt. Hij is al geruime tijd fan van mij. Tja, als je haar maar goed zit. Toen hij belde om te zeggen dat de materialen klaar liggen, vroeg hij Elsa waar Missus B was. Zij bleek -naar waarheid- 'op de wc' te hebben geantwoord. Ze weet dat ik niet van liegen houd maar toch... er zijn grenzen aan eerlijkheid. Ik toonde mij van mijn beste kant (nu weer de voorkant, volgens mijn liefje) en haalde de spullen persoonlijk op. Het zijn donkerbruine rollen die wij vulden met strandzand. Deze kussens liggen nu als zandzakken tegen schuifdeuren en harmonicaramen en vormen voortaan de afdichting tegen overtollig regenwater vanaf de terrassen.

De door de storm deels en geheel afgerukte matten werden vakkundig door Pak Hindrik herbevestigd aan de terrasrand. Nu met een dubbele laag spijkers, uit eigen doos. Om zo hoog te kunnen komen, werden met touw twee korte trappen (van bamboe en staal) aan elkaar geknoopt. Het zag er in mijn ogen wankel en onbetrouwbaar uit maar Hindrik doet het al jaren zo. Deze jonge zakenman uit Java klom zeker vijf meter omhoog, zonder te verblikken of verblozen. Als persoon met hoogtevrees kan ik niet kijken naar de verrichtingen van zo’n trapezewerker zonder dat alles van binnen rammelt.

Ook kwam Gede, Hoofd Timmerbedrijf langs voor een serieus onderhoud over geleverd werk. De harmonicadeuren zullen opnieuw worden geïnstalleerd en vandaag worden de tijdelijke afdekplaten voor de lamellen op begane grond en bovenverdieping aangebracht. Mijn liefje, financieel directeur van de familie, rekende uit dat wij recent Rpi 4.000.000 spendeerden aan watermanagement... Geen kattepis. Ik wil de goden niet verzoeken maar ik ben bijna zover te zeggen “laat de regen nu maar komen”!

zaterdag 18 december 2010

Opgelucht!

We halen even opgelucht adem aan de kust van Noord-Bali. Afgelopen dagen waren aanhoudend stormachtig. We vertoefden grotendeels binnen want buiten ging eenvoudigweg niet: je waaide uit je ondergoed of je regende nat tot op de graat. Ook dieren zochten binnenskamers een veilig heenkomen alhoewel de wind en sproeiregen op barre momenten door ons open, tropische huis joegen. Ik heb geen greintje spijt van onze woningkeuze maar in de afgelopen dagen wilde ik best logeren bij onze Belgische buur die woont in een potdicht huis met dakpannen... Van harde storm wordt een mens onrustig. Mijn liefje had daarvan al jaren last maar in de afgelopen dagen overviel ook mij dat gevoel.

Aanstaande maandag komt de timmerman een oplossing voor de wind- en regendoorlatende lamellen in woonkamer en op bovenverdieping aanbrengen. Iets dat nu effectief is maar in het droge seizoen eenvoudig kan worden verwijderd. Ik hoop dat we het tot die tijd droog houden. Gisteren las ik op internet dat er 10 doden vielen op Zuid-Kalimantan (recht boven Bali gelegen!) door een tornado. Ik denk dat wij hier op Bali het staartje ervan meemaakten. De kustlijn is hier opnieuw getrokken. Er vormde zich voor onze zeewal een soort binnenwatertje waardoor een tweede branding ontstond, iets verder in zee. Een mooi gezicht, zelfs vanuit de kamer. De golven zijn gekrompen, het water is weer blauw.

Op maandag zullen onze terrasmatten worden teruggehangen en vastgezet. Tevens moeten enkele rieten kappen worden gefatsoeneerd. De dakbedekking staat hier en daar recht overeind, als de hanekam van een punker. En het wordt hoog tijd voor ramen zemen. Mijn liefje droeg vroeger een afgeplakt brilleglaasje voor een lui oog. Ik kan mij nu nóg beter voorstellen hoe zij de wereld toen moet hebben bezien... Ook dat kwam goed.

Binnen maakten we het stemmig: we kochten onlangs een nep-Kerstboom, verlichting en kleurrijke ballen en tuigden het geheel op. Er bleken in eerste instantie natuurlijke alternatieven: een grote boom op het land van de familie van een van onze personeelsleden leek geschikt en een kleine conifeer in de tuin van een Hollandse buur zou een kandidaat zijn. We besloten het toch niet te doen: er moesten teveel andere mensen aan te pas komen en het weer was in de afgelopen dagen evenmin bevorderlijk voor een succesvolle transplantatie.
Ik zette de nepperd op een verhoging zodat de pootjes droog blijven. Het geheel viel best aardig uit, al zeg ik het zelluf. Ook op de keukenbar plaatste ik een boompje met verlichting voor Elsa. Zij kan wel wat extra gezelligheid gebruiken. Echtgenoot Ketut komt maandag in San Fransisco aan. Het is daar 12 graden; hij had het nog nooit zo koud in zijn leven.
Nelly kijkt vanaf het altaar over de kerstversieringen uit. Ik denk zelfs dat zij met onze boom had kunnen instemmen. Mijn vriendin hield van deze traditie en kocht jaarlijks een Nordmann, de mooiste kerstboomsoort die er is.

Op dit moment klinkt het snerpende geluid van een elektrische zaag. Op deze eerste rustige dag na de storm likken tuinmannen hun wonden. Het aanhoudend slechte weer veroorzaakte veel schade aan tuinen. Bij ons staat alles inmiddels weer overeind maar jonge bomen en stekken hebben het nog steeds zwaar. Zo ook in de tuin rondom het huis waarin maandenlang Russische gasten verbleven. Hun bacchanale slotaccoord begon op een avond om 20:00 uur en duurde tot de volgende morgen 08:00 uur. Toen waren ze allemaal tè dronken om de UIT-knop van de geluidsinstallatie nog te vinden... Wij zagen het met lede ogen aan, moe van hun wangedrag en gemankeerde nachtrust. Die luidruchtige gasten keren dit weekend naar Moedertje Rusland terug (alhamdullilah). Om nooit terug te keren, als het aan de eigenaren van de villa ligt. Ergo: iedereen opgelucht!

Vandaag is niet alleen een goede dag voor ons, het is tevens een belangrijke feestdag in Bali. Ons personeel is vrij dus het zal een, ook in dat opzicht, rustige dag zijn. Kuningan is misschien wel de belangrijkste ceremonie voor Balinese Hindoes. Op Galungan daalden de goden en Pitara (menselijke voorouders die goddelijk werden) naar de aarde af om de mensheid te zegenen en stervelingen alle goeds toe te wensen. Ik leg de extreme regenval van de afgelopen dagen dan ook positief uit. Nu, tien dagen later, vindt de slotceremonie plaats. Je zou de beide dagen kunnen vergelijken met Allerheiligen en Allerzielen in het katholieke geloof.

Vanavond gaat mijn liefje een van haar specialiteiten koken: ossobucco. Het is een overheerlijke Italiaanse armeluistoofpot met bleekselderij, wortel, tomaten en kalfsschenkel. Wij vonden onlangs kalfsvlees van Australische origine. De maaltijd zal worden geserveerd met handgemaakte tagliolini tricolore en een mooi glas Australische rode wijn. Wij brachten namelijk een bezoek aan Bali Deli, Seminyak’s smulpapensupermarkt. Wij kochten daar ook Marokkaanse worstjes, zalm, confit de canard en Europese kazen en wijnen. Wellicht dineren we weer op het terras. Genoeg getobd!


woensdag 15 december 2010

Alle zegen komt van boven

In de afgelopen dagen was het hier noodweer; niet de gehele dag maar wel elke dag, tijdens de avond en 's nachts. Alhoewel dagelijkse regenbuien karakteristiek zijn voor het tropische regenseizoen, waren die buien exceptioneel in hun duur en intensiteit. Vannacht maakten we zelfs een tropische cycloon mee. In de vijf jaren dat ik Bali nu bezoek, maakte ik het niet eerder mee. Grote bomen dreven ontworteld als eilanden in de zee, een rivieroever bij een buur was deels weggeslagen, een afhangende lap gras bedekte het ontstane gat als een schaamlap. Een geschonden aangezicht. Om over de bouwwerkzaamheden op het belendende grondstuk maar te zwijgen. Het team probeert thans de betonnen fundering aan te brengen in putten vol regenwater...

Extreme weersomstandigheden scheppen een band, zowel tussen mensen onderling als tussen mens en dier. De telefoongesprekken gingen in Noord-Bali in de afgelopen dagen grotendeels over persoonlijke ervaringen met het slechte weer. Bij sommige buren wier huis dichter aan de Balizee staat, kwamen de golven over de zeewal. Anderen kregen te maken met modder dat zich uit een belendende rivier over de tuinmuur richting huis bewoog. In ons geval viel de schade tot nu toe mee: 1 omgewaaide frangipani-boom, vele losse palmbladeren en 1 finaal afgerukte terrasmat. Die vond ik enkele meters verder voor de deur van het gastenhuis. De tuin bleef verschoond van zeewater vanwege een natuurlijk opgeworpen wal op het strand voor ons huis. Het strand lijkt op een slagveld.

Onze toegangsweg aan de achterzijde werd echter vrijwel onbegaanbaar. Het water stond er na de afgelopen buien al op kniehoogte, nu kwam het zelfs op heuphoogte. Brommers van personeel lieten het halverwege afweten. Zo ook het vervoermiddel van Elsa, onze zwangere keukenprinses. Ze keerde op een regenachtige avond als een verzopen katje glibberend terug tijdens een eerste poging om naar huis te komen. De bougies waren nat geworden van het hoge water. Ook Made, onze gespierde nachtwaker, durfde de weg niet te begaan met zijn brommer. Hij werd gedwongen via het strand naar zijn werk te lopen en kwam drijfnat aan. Handdoek, regenjas, aspirines en bemoedigende woorden wachtten hen. Bij aanvang van het regenseizoen worden we geconfronteerd met verkoudheid en griep van personeelsleden en hun gezinsleden. Als tijdens een Europese winter. Onze huisapotheek doet hier goede dienst; die kan tegen een dukun (traditionele genezer) op.

Terwijl ik dit verslag typte, flitste en donderde het dat het een aard had. Het natuurgeweld speelde zich boven mijn hoof en voor mijn neus af, op de Balizee. Ik vind het fascinerend maar ben blij met het dak -mèt bliksemafleider!- boven mijn hoofd. Kasian Balinezen die in hutten van matten wonen. Ik gun iedereen een rumah baik. Tweemaal eerder maakte ik een helse onweersavond mee in mijn leven: in november 2005 tijdens ons eerste verblijf in (Zuid-)Bali. Ik lag toen werkelijk te schudden in mijn hotelbed. De tweede ervaring was in december 2005 in Darwin (Northern Territory, Australië). Ook daar vond het noodweer in de avonduren plaats. Ik filmde en fotografeerde -veilig achter een hotelraam op grote hoogte- duizenden bliksemschichten en klappen in circa drie uur. Ik bewaarde het krantenartikel dat de volgende dag in de Darwin Post stond.

Dat niet alleen mensen nattigheid voelden, werd mij duidelijk toen ik in de afgelopen dagen nieuwe vogelsoorten in de tuin zag. Het eerste gevederde vriendje zat op een ochtend op de rand van het zwembad. Ik pakte de verrekijker en zocht naar opvallende kenmerken. Na raadpleging van het boek 'Birds of Bali, Java & Sumatra – a photographic guide' van Tony Tilford en Alain Compost bleek de vogel een oeverpieper (actitis hypoleucos) te zijn. Ik herkende het dier vooral aan de wippende staart. Het dier migreert thans van Europa naar Azië. Dat zo’n kleine zo’n grote afstand kan vliegen?!
Ook een andere migrant maakte een tussenstop in onze tuin: de Taiga-strandloper (calidris subminuta). Deze waadvogel zat op een stormachtige avond op het achterterras uit te puffen. Toen ik terugkwam met de camera vloog het dier een boom in. In genoemde vogelgids las ik dat de vogel in deze tijd vanuit Siberië via de Sunda-eilanden naar Australië migreert. Het houdt van modderige kustgebieden. Nou, dan zit’ie hier momenteel helemaal goed!


zondag 12 december 2010

Onstuimig weer, weer onstuimig

Terwijl in Nederland de ijsbrekers over het IJsselmeer varen, barstte op het zuidelijk halfrond het regenseizoen (de zomer) in alle hevigheid los. Sinds we op zaterdag Balinese familiedag houden, is het 's middag niet meer zonnig geweest. Opmerkelijk maar waar. Gisteren begon bewolkt maar in de loop van de dag brak de zon door. Dat was goed nieuws voor Yudha, ons Balinese vriendje dat elke zaterdagmiddag komt zwemmen. Die voorpret was echter van korte duur. Hier kan het weer in 5 minuten radicaal omslaan.
Tegen de tijd dat Elsa de avondmaaltijd wilde opdienen, woedde een heuse storm vanuit de Balizee. Het begon tevens hard te regenen. Resultaat: horizontale, striemende regenval op het terras en tegen de voorgevel. Alle hens aan dek. De tafel die ik reeds had gedekt, kon ik in mijn eentje niet afruimen. Het tafelkleed, de placemats en de servetten vlogen door de lucht. Ik vreesde zelfs voor de borden maar met hulp kon ik de terrastafel leegmaken.

Inmiddels kletterde de regen met bakken op het terras. We hebben matten die regen kunnen tegenhouden maar als er tegelijkertijd harde wind blaast, is het beter de matten op te rollen. Ze kunnen namelijk tegen de rieten kap slaan en daar schade veroorzaken. Het was dus kiezen tussen twee kwaden: extreme regeninslag weren van het terras of mogelijke lekkage vermijden aan het dak... Het leek de Kijkduinse camping wel, voorjaar 2010.

Om een lang verhaal flink in te korten: het overmatige regenwater stroomde vanaf het terras naar binnen. Met horizontale regen is er geen houden aan. Gelukkig komt het zelden voor. De afwatering van dakwater is onder die extreme omstandigheden een probleem: water waait naar binnen. De houten lamellen in de voorpui die doorgaans voor een stroom frisse lucht in huis zorgen, werkten nu als sproeiers.

Zwangere Elsa en haar zusje Nur gingen met dweilen en emmers op de knieën. Tuinman Putu, mijn liefje en ik ging als razenden aan de slag met trekkers. En het kleine mannetje? Die danste tussen alle werkzaamheden door, 'hujan-hujan' zingend. 't Regent, 't regent. Dat deed mij sterk denken aan mijn eigen kindertijd tijdens zomerse buien. Met zijn groot uitgevallen voetjes (hij aardt naar vader Ketut) stampte hij in de plassen. Het grootste verschil was dat zijn plassen in onze huiskamer stonden... Yudha liep overal in de weg maar niemand had last van hem. Sterker: hij bracht de vrolijke noot in de hele situatie. We lachten regelmatig hard om zijn kinderlijke capriolen en vroegwijze uitspraken. Een prachtig ventje.

Dat alles miste zijn uitwerking op mij niet. Fluitend schepte ik op het terras, in de woonkamer en op de eerste verdieping water weg. Ik vond zelfs tijd om een verse frangipani-bloem achter mijn oor te steken. Begrijp mij niet verkeerd: ik erger mij aan foutjes aan het huis maar we hebben er alleen last van onder extreme weersomstandigheden.
Er zijn zoveel ergere dingen: de Nobelprijs voor de Vrede niet zelf in ontvangst kunnen nemen, aan kanker lijden, worden gestenigd als overspelige vrouw in Iran, als 8-jarig meisje worden uitgehuwelijkt in Jemen, geen hulp krijgen in Haïti vanwege ruziënde ambtenaren... Komt verstand met de jaren? Harap! Ik hoop het.

De avondmaaltijd werd uiteindelijk in de keuken geserveerd. Het werd als een 2-sterrenbuffet: op het aanrechtblad schepten we tevreden op uit goedogende schotels. Yudha at zijn hapje met smaak op de vloer zoals hij het bij zijn grootouders gewend is. Mijn liefje en ik zaten met het bord op schoot voor de magnetron, op een klamme terrasstoel. Toen het mannetje mij vroeg waarom ik niet naast hem zat, zeeg ik neer. Balinezen en semi-Balinezen vreedzaam tesamen. Deze ervaring neemt niemand mij af.

Deze tekst typte ik op zaterdagavond. De zilte lucht die ik toen rook, deed mij terugdenken aan winterstormen in ons huis aan de kust van Kijkduin. De zee bulderde hier ook en oogde inktzwart. Als ik geen kind van de zee was, zou ik het angstaanjagend vinden. We stonden 's avonds laat aan onze vrije zeewal en keken met ontzag naar het water dat bij een verre buur tegen de muur beukte. Wij staan op veilige afstand van de golven. Je kunt mij niet meer wijsmaken dat er geen sprake is van klimaatverandering op de aarde!
Inmiddels brak de zonnige zondag aan. De natuur kalmeerde, de tegels in de woonkamer zijn overal droog. Mijn liefje neemt thans de schade in de tuin op. Vandaag ga ik boeken verplaatsen. In eigen bibliotheek, welteverstaan.

woensdag 8 december 2010

Over goed en kwaad

Tussen de vorige blog en deze publicatie gebeurde het een en ander. Onder andere met mijn Sony Vaio laptop, slechts 2.5 jaar oud maar intensief gebruikt en tegen de zin meegesleept naar de tropen. De Vaio ging er weliswaar op de koelplaat maar hield dat niet lang vol. Bepaalde documenten openden met grote problemen en steeds vaker liep Windows vast. Geen corrigerende ingreep bleek te baten. Afgelopen weekend werd het bar en boos: er verschenen horizontale gele blokken en vertikale blauwe balken over het scherm, gevolgd door onzintekens. Eén schermtekst was echter goed te volgen: die adviseerde mij contact te zoeken met mijn leverancier. Er was een BIOS-probleem en schijf G werkte niet. Ik wist niet eens dat er een G-plek op mijn computer zit... Mijn Zwitserse laptop leek het op te geven. Bali bleek een eiland te ver. Gelukkig maakte ik backups van documenten, digitale foto’s (7.000!) en instellingen.

Zonder computer en internet vind ik het dagelijks minder leuk. Een goed functionerende link met de buitenwereld is en blijft gewenst. Om de leemte te vullen, bezochten we de nieuwe computerwinkel 'Indotech' in Singaraja. We betraden een frisogend, schoon pand met jeugdige medewerkers en een overzichtelijke uitstalling van verschillende soorten koopwaar in diverse prijsklassen. Doorgaans worden dergelijke winkels gerund door Balinezen van Chinese origine. Zo ook deze zaak. Soms tot ergernis van niet-Chinese bewoners van het eiland. Eerder had ik negatieve opmerkingen over Chinezen gehoord. Toen ik vroeg waar dat gevoel vandaan komt, openbaarde zich een vorm van jaloezie: 'die Chinezen beheren alle winkels en kopen alle panden op. Bangsat!' 'Die Chinezen' blijken bij nader inzien al honderden jaren in Bali te wonen... Dat zij kiene zakenlui zijn, weet inmiddels iedereen op deze wereld. Lang niet al hun handelswaar is van goede kwaliteit (eufemisme) maar deze mensen zijn ondernemend en hardwerkend en verdienen daarmee veel geld en -doorgaans- aanzien. Mij werd in dat kader omstandig verteld dat er onderscheid is tussen echte Balinese en Chinezen. Op mijn opmerking dat zij -echte Balinezen- toch ook in zaken kunnen gaan, werd het stil. Je kunt het een vorm van etnische rivaliteit noemen.

Onlangs las ik (non-)fictieboeken van de Australische schrijver Kerry Collison, getiteld 'Jakarta' en 'The Fifth Season'. De schrijver woonde ruim 30 jaar in de Indonesische archipel. Zijn deels waargebeurde verhalen deden mij soms huiveren. Het was schokkend om te lezen dat regeringsleiders en hoge militairen honderden miljoenen dollars naar hun persoonlijke Zwitserse en Singaporese bankrekeningen wegsluisden terwijl het volk crepeert. In beide boeken komt de ongekend wrede vervolging van Chinezen in Indonesië aan de orde tijdens Soeharto’s New Order-bewind. Dat noemen we tegenwoordig etnische zuivering... Er was kennelijk toen al sprake van een diepgewortelde haat tegen economisch succesvolle medelanders.

Mijn Sinterklaaskado kwam alsnog. Met instemming van mijn liefje kocht ik hier een notebook: een dieprode mini HP van iets meer dan 1 kilo gewicht, met een 10 inch scherm. Met een Intel Atom-processor, een degelijke selectie officiële software (onder andere Windows7), een supersnelle wifi-verbinding en een ingebouwde webcam. Klein, licht en snel. Die gaat voortaan mee op reis! Een van de gratis accessoires die ik ontving, is een kekke koelplaat die als een UFO blauw licht verspreidt. Binnenkort breng ik de zieke Vaio naar de reparateur in Singaraja. Misschien dat er nog iets valt te redden. Balinezen zijn meesters in het repareren. Ook hij is van Chinese origine, overigens.

Deze week is ook voor Balinezen een drukke week. Het is namelijk Galungan, de belangrijke Hindoeviering van de overheersing van dharma (het goede) op adharma (het kwaad). Die dag is tegelijkertijd een feest van familiaal samenzijn. Dit is de eerste keer dat Ketut daarbij niet aanwezig zal zijn, tot verdriet van Elsa. Ketut maakt momenteel de grote oversteek op de Stille Oceaan, van Samoa naar Hawaii. Op 13 december zal hij heelhuids in Honolulu aankomen, als zijn Hindoegoden hem goedgezind zijn...

Onze personeelsleden kregen deze week ieder tenminste 1 extra vrije dag. Vandaag, dé dag, komen ze ook allemaal offeren bij onze huistempel. Melk en ijsjes staan klaar voor de kids. In voorbereiding op dergelijke dagen is er altijd sprake van een zekere onrust op en rondom ons domein. Wij kijken belangstellend uit naar wat gaat komen terwijl zij in de ban van hun verplichtingen raken. Dat ging deze week onder andere gepaard met verzoeken tot een financieel voorschot. Die verzoeken doen ons knipperen met de ogen. Niet omdat het om grote bedragen gaat maar vanwege het feit dat het nog maar een week geleden was dat ze hun volledige maandsalaris ontvingen. Waar ging al hun geld naartoe?! Dat is een retorische vraag: veel geld gaat naar de (religieuze) gemeenschap waartoe zij behoren. Er worden verhoudingsgewijs kapitalen gespendeerd aan offerandes. Niet meedoen is geen optie. Wij begrijpen dat maar zien het met lede ogen aan. Het dorpshoofd en de religieuze voormannen zijn de enigen in de gemeenschap die een auto rijden en zich andere vormen van luxe kunnen veroorloven. Daarvan kunnen onze personeelsleden alleen maar dromen. Wij kiezen ervoor onze eigen mensen deze maand persoonlijk te trakteren. Met een alternatief kerstpakket.


zaterdag 4 december 2010

Warme chocola

Morgen wordt in Nederland Sinterklaas gevierd. De Goedheiligman stuurde vorig weekend een handlanger met Pieten naar Bali. Geïnspireerd maakte ik een gedicht voor mijn sayang; dan zal wederom niet wederzijds zijn. Mijn dichten is niet in de trant van 'pief - paf - poef: jij bent een boef' of 'paf - poef - pief: ik vind je lief.' Al had het zomaar gekund; beide situaties zijn immers op haar van toepassing. Ik deed mijn uiterste best een gedicht te maken waarin de opmerkelijkste momenten uit het afgelopen jaar een plaats kregen. Je begrijpt: het werd een lang relaas. En ik kwam tot aardige taalvondsten (al zeg ik het zelf): zo rijmt 'senang' op 'een leven lang', 'Segar' op 'peignoir', 'Sudoku-krek' op 'bloemenstek'. Dit jaar zullen wij de rest van de Hollandse traditie grotendeels aan ons voorbij laten gaan. Chocolade is hier altijd warm...

Nederland is 's werelds grootste importeur van cacaobonen. Het Vaderland bewerkt het basisingrediënt tot tussen- en eindproduct. Het gros aan eindproducten wordt geëxporteerd maar dat neemt niet weg dat de Nederlander gemiddeld 5 kilo chocolade per jaar eet. Ik doe dat Nationale Gemiddelde eer aan, denk ik. Daarmee lijkt niets aan de hand, immers: 'a chocolate a day keeps the doctor away.' Het gaat zonder meer op als het dagelijks een stukje chocola van hoog cacaogehalte betreft (meer dan 72% pure cacao) maar ik houd van alle kleuren...
In de afgelopen zes jaar verdubbelde de prijs voor cacao op de wereldmarkt. Fijne chocola wordt daarmee meer en meer een delicatesse. Onze Belgische buren in Bali begrijpen dat als geen ander. Een van hen bracht onlangs een doos Godiva-bonbons mee uit hun geboorteland. Ze kunnen daar weliswaar geen regering vormen maar verstand van choco hebben ze. Goddelijk!

Indonesië is 's werelds derde cacaoproducent. Vorig jaar produceerde het land 480.000 ton cacaobonen en dit jaar wordt een productie van 600.000 ton verwacht. De bonen komen van kleine plantages, vaak eenmanspercelen in Sulawesi en Midden-Sumatra. Kleinschalig en lokaal: dat klinkt goed. Slechts 20% van de bonen wordt in eigen land verwerkt. De kleine boeren verkopen hun oogst veelal tegen een heel lage prijs aan multinationals. Dat is minder goed. Van de anderhalve euro die de consument betaalt voor een goede chocoladereep, gaat nog geen € 0,03 naar de boer... Wat ook zorgwekkend is, is dat cacaoproductie ontbossing in de hand werkt. Het behoud van oerbos is een van de onderwerpen tijdens de lopende VN-klimaattop in het Mexicaanse Cancún. Ik hoop dat (vooral rijke) landen dit jaar bereid zijn bindende afspraken te maken.

De Latijnse naam van de cacaoboom is 'Theobroma cacao'; theobroma betekent 'voedsel van de goden'. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de bewoners van het godeneiland dol zijn op dit zoete goedje. De chocoladeconsumptie van de Balinees blijf echter ver achter bij die van de Hollander: slechts 0.8 kilo per jaar per hoofd van de bevolking. Ter compensatie wordt hier in huis met regelmaat chocoladecake gemaakt waarvan alle personeelsleden meegenieten. Dit weekend zal dat wederom het geval zijn. Omwille van Sinterklaas. Bijgevoegde foto maakte ik toen Ketut nog onze chauffeur en projectmanager was. Ik zag de vrucht voor het eerst tijdens een binnenlands bosritje. Zo ver hoef ik niet meer te gaan. Deze week zag ik een boom vol vruchten aan de Jalan Segara staan, de eigen straat. In de tuin probeerden we de cacaobonen al eens te laten groeien. Zonder succes tot nu toe. Ik kan er nog geen chocola van maken.
Vandaag komt Ketut met zijn cruiseschip in Fiji aan. De bofkont. Ik weet uit eigen ervaring hoe mooi het daar is. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de chocokleurige bevolking.

Ik wens jullie alvast een fijne Sinterklaas toe met warme chocola, leuke gedichten en mooie kado's!


woensdag 1 december 2010

AIDS-tsunami

Het is vandaag WereldAIDSdag. Wereldwijd overleden reeds 25 miljoen aan deze besmettelijke ziekte. Elke dag sterven 8.000 mensen aan AIDS en raken duizenden kinderen wereldwijd hun ouders kwijt. Over Bali is op dit vlak weinig positiefs te melden. Lees en huiver.

Het Indonesische Ministerie van Gezondheid meldde dat er in de gehele archipel sinds juni van dit jaar 21.770 gevallen van HIV- en 41.157 gevallen van AIDS-besmetting bij kwamen. Dat stond deze week in de Jakarta Post. Organisatie UNAIDS schat dat het aantal geïnfecteerden in Indonesië inmiddels meer dan 270.000 bedraagt...

Volgens officiële cijfers neemt Bali ruim 5% van het totaal aantal Indonesische HIV/AIDS-geïnfecteerden voor haar rekening. In Bali is sprake van een dramatische toename in het aantal HIV/AIDS-geïnfecteerden: sinds 2004 steeg dat met 81%. Het gebruik van het woord 'tsunami' lijkt dan ook gerechtvaardigd.
Uit onderzoek in maart jongsleden door de 'Bali Health Department' blijkt dat het godeneiland de op een na hoogste infectiegraad van de Indonesische archipel heeft, na Jakarta. Vooral jonge Balinezen in de leeftijdscategorie 20-29 jaar lopen grote risico's. 40% van de HIV/AIDS-geïnfecteerden komt uit die leeftijdsgroep. Seksueel actieve teenagers in de leeftijd van 15-19 jaar maken reeds 2.3% uit van het aantal HIV/AIDS-geïnfecteerden op het eiland. Men schat dat 50% van de mannelijke Balinese teenagers seks heeft met prostituées en/of onveilige wisselende seksuele contacten onderhoudt.
Een andere provinciale bron meldt dat het aantal prostituées (M/V) in Bali inmiddels 8.800 bedraagt. Ik vermoed dat ook dit het topje van de ijsberg is. Volgens de nationale commissie voor HIV/AIDS-preventie nam het aantal besmette sekswerkers in Bali dit jaar toe met 19% tot 3.778 gevallen. Dat betekent dat bijna de helft van hen met HIV/AIDS is besmet. De grootste besmettingstoename vond plaats onder mannelijke sekswerkers. Men schat dat 25% van hen inmiddels is geïnfecteerd met HIV/AIDS. Prostitué(e)s bedienen dit jaar in Bali naar verwachting 88.000 klanten. Ik las ooit ergens 'waar het leven zwaar is, zijn de zeden licht'...

Elk jaar worden 600 huisvrouwen (moeders) in Bali met HIV besmet. Velen van hen zijn AIDS-weduwen en ontdekken hun eigen besmetting -te- laat. Dit jaar werden 300 Balinese baby's met HIV/AIDS geïnfecteerd; die zullen overlijden voor zij het vijfde levensjaar bereiken. Het aantal HIV/AIDS-besmettingen bij kinderen neemt hier snel toe. “It's very hard to get medical staff and doctors to work with HIV/AIDS patients” zegt Dewi, de enige kinderarts van de afdeling van het Sanglah-ziekenhuis in Denpasar waar besmette kinderen worden behandeld. Ongeveer 4.000 Balinese kinderen verblijven in de 70 kindertehuizen die Bali telt. Officieel weigeren tehuizen kinderen met HIV/AIDS op te nemen maar velen van hen zijn afkomstig uit gezinnen waarvan een of beide ouders aan AIDS overleden. De kans dat die kinderen zelf ook zijn besmet, is groot.

Het lijkt erop dat nationale en provinciale overheden geen grip hebben op de cijfers. Dat geeft te denken over behandeling en preventie van deze dodelijke virus. Aantallen worden nog maar sinds kort officieel geregistreerd bij speciaal opgezette klinieken maar er is zeker ook sprake van struisvogelpolitiek. Het bestuur van het godeneiland schermt ermee dat ze omwille van hun cultuur niet over seks kunnen praten maar die dubbele moraal berust op een gevaarlijk misverstand: HIV/AIDS is veeleer een volksgezondheidskwestie. Evenmin pakken bestuurders het grote lokale prostitutieprobleem aan. Bali wil die duistere kant het liefst bedekken. In Azië is gezichtsverlies het ergste dat er is...

In het midden van de jaren 80 maakte ik voor het eerst persoonlijk kennis met iemand die aan AIDS leed. Het betrof Jack, toneelspeler en beste vriend van mijn toenmalige New-Yorkse vriendin Roni. Zij woonde en werkte ondertussen in Parijs maar samen bezochten we haar geboortegrond en vriendenkring. Jack was ernstig ziek en lag in het ziekenhuis. Daar zochten we de inmiddels blindgeworden vriend op. Ik herinner mij vooral verpleegsters met mondkapjes en Jack's uitgemergelde hand die ik voorzichtig schudde. Die ervaring maakte diepe indruk op mij. Jack overleed voordat ik naar Amsterdam terugvloog. Hij wilde een 'pink funeral' die zijn vrienden voor hem organiseerden. Als Jack later ziek was geworden, zou hij als AIDS-patiënt in de VS -met dagelijks medicijngebruik- oud hebben kunnen worden. Als Jack nu in Bali ziek zou worden, zouden zijn overleveningskansen net zo slecht zijn als 25 jaar geleden. Ik realiseer mij eens te meer dat ik in een ontwikkelingsland woon.