Translate

maandag 16 mei 2011

Javaanse Meisjes

Wij kwamen op Akasha aan en de zon ging schijnen! Een goed teken volgens Michiel en Marianne, wier ontvangst bijzonder hartelijk was. Zij zijn de enige buitenlanders in het dorp Kopeng dat in het nationale park Mount Membabu ligt. Hun glooiende terras met hoogpolig gazon (mijn schoenen verdwenen erin) biedt uitzicht op de Andong, Telemoyo, Sumbring en Membabu. De Merapi ligt achter een van die bergen. Kopeng ligt in de groenteschuur van Centraal Java, op circa anderhalf uur rijden van de luchthaven van Yogyakarta, op een hoogte van 1500 meter. Een trui en lange broek voor ‘s avonds gingen dan ook mee op reis.

Michiel is ex-collega van mijn liefje en vorig jaar hernieuwde hun contact. Hij was in eerste instantie technisch directeur van een fabriek op Java die babyvoeding produceert. Daarna volgden andere banen. Michiel is een wandelend verhalenboek. Geen sterkte verhalen al zou iemand die geen Indonesië-ervaring heeft, ze zeker als zodanig ervaren. Ze wonen ruim tien jaar in Indonesië, stopten inmiddels min of meer met hard werken en zijn volledig ingeburgerd, wat mij betreft. Getuigschriften in hun gastenhuis bewezen dat beiden ooit een hole-in-one sloegen op de Borobudur Golf & Country Club…

Ik moet bekennen dat ik aangenaam werd verrast door Midden-Java. In tegenstelling tot mijn verwachting is de streek welvarend, schoon en vreedzaam en wordt het bewoond door bijzonder aardige Javanen. We reden door groene dalen, langs glooiende terreinen vol groente, fruit en kruiden. In elke bergberm staat wel een warung die producten van het land verkoopt.
Totdat je komt bij de strook land waar de Merapi vorig jaar huishield. Drie zijden van de actieve vulkaan zijn prachtig groen, een strook vanaf de top is grijs en dood. Bij de uitbarsting vloog een deel van de top van de berg eraf. Een brede stroom lava liep de groene, dichtbebouwde vallei in. Rotsblokken met een doorsnee van 6 meter en meer kwamen de helling af, meegevoerd als veertjes op het water. Alles in die baan verdween onder een dikke laag lava, platgewalst door stenen en diepgrijze modder. De rivier aan de voet van de berg veranderde van een stroompje in een minstens 12 meter brede, kolkende massa. Tot op de dag van vandaag is men bezig met opruimen van de heuvels en de rivierbedding, met kleinslaan van de enorme rotsblokken, wegscheppen van gigantische heuvels zand en repareren van wegen, bruggen en huizen.

Er waren in de afgelopen week vele hoogtepunten. Elke dag begon met een smoothie van kefir van de nonnen, zelfgebakken brood van Marianne en trappistenkaas van de monniken. Op Midden-Java vind je velerlei gelovigen: gereformeerden, boeddhisten en moslims en alles waar daartussen zit. Voor iedere religie zijn er gebedshuizen te vinden. Het ontbijt werd gevolgd door een heerlijke cappuccino met Hollandse stroopwafel. In Salatiga worden sinds 2004 Molen-stroopwafels vervaardigd door een Nederlander die zich verveelde... Maar je vindt veel meer Hollandse invloeden. Zo ontwierp de Nederlandse architect Uittenbogaard in de jaren '50 huizen in deze streek. Het gastenverblijf op het domein van Michiel en Marianne is nog in originele staat.

We zagen de Keteppas, kregen een rondleiding over de Losari-koffieplantage (waar we tevens lunchten), bezochten de waterval Segar Langit, toerden door de buurdorpen Salatiga en Ambawara en reden door Magelang waar alles in gereedheid werd gebracht voor de viering van Waisak, het Boeddhistische nieuwjaar. De foto hiernaast trof ik aan in de Jakarta Post. De Borobudur bij volle maan is goed te zien.

We bezochten tevens het paleis van de sultan van Yogyakarta (Kraton) waar ik vele koninklijke mannen met flap- en puntoren zag alsmede het waterkasteel dat ten Westen van het paleis ligt (waar de sultan stiekum gluurde naar naakte badende dames), we genoten van een Aziatische cocktail in hotel Phoenix en smulden van sate babi in resto Cirebon (de oudste toko van Yogya) aan de Jalan Malioboro. Tevens bezochten we de Chinese tempel Sam Poo Kong en de Chinese boeddhistische pagode Avalokitesvara in Semarang, lieten ons rondleiden door het voormalig hoofdkantoor van de Nederlands-Indische Spoorwegmaatschappij alias het huis met de 1000 deuren, lunchten bij Toko Oen (sedert 1936) waar we kroketten en poffertjes aten onder een foto van toenmalig koningin Juliana; ook zij bezocht dit restaurant jaren geleden.

Het absolute hoogtepunt was echter het bezoek aan de Borobudur. Dit indrukwekkende complex is in goede staat al missen vele boeddhabeelden wel een lichaamsdeel of twee: armen, benen maar vooral neuzen. Onze gids vertelde dat die schade ontstond door natuurgeweld en vandalisme.
We waren extra grote bofkonten omdat de zichtbaarheid vanaf de boeddhistische tempel fenomenaal was. De top van de Merapi was continu te zien; we keken ver over de vallei uit. We waren zeker niet de enigen al waren er niet veel kulit putih (witten) te bekennen; de meeste andere bezoekers waren Aziaten. Het gehele complex is vrijgemaakt van as en de bovenste drie lagen worden thans onder toezicht van UNESCO gerestaureerd.

We zijn weer op het Balinese honk terug. Het enige van Java dat ik niet mis is de luide roep van de voorzangers van de moskeeën in de omgeving die mij elke ochtend tussen 4 uur en half 5 tot het gebed maanden. Tevergeefs.

Het webalbum van deze fantastische week is te vinden bij mijn overige fotoalbums.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten