Translate

woensdag 28 maart 2012

19 dozen en 0 inpakpapier

We dachten dat we het risico dat samenhangt met een verhuizing van persoonlijke spullen vanuit Bali naar Spanje, zouden kunnen beperken door met een bedrijf onder Nederlands management in zee te gaan. Tja. In de wetenschap dat tijd in Bali 'jam karet' (rekbare tijd) is, legden we vroeg contact met een van de Nederlanders van het bedrijf. We wilden een en ander in de laatste week van ons verblijf alhier organiseren. De eerste dag na Nyepi zouden lokalen onze spullen komen inpakken en op transport zetten.

Ze kwamen uit het zuiden. Naar verluidt, zouden ze op maandag jongstleden tussen 11 en 12 uur ('s ochtends) in het Noorden aankomen. Om 11:30 uur kregen we een telefoontje van de Hollandse manager: ze kwamen niet. Ze hadden ons vergeten. “Ons vergeten?” “Ja, jullie stonden wel ingepland maar ze zijn niet afgereisd.” Het Cargo-team waarmee men samenwerkt, houdt kantoor in hetzelfde pand als het management van het verhuisbedrijf. Als manager met verantwoordelijkheidsgevoel zou ik maandagochtend vroeg even hebben gebeld of alles voor die dag in orde zou zijn. Goed, we waren kortstondig verbouwereerd maar zij zouden het de volgende dag, dinsdag, goedmaken. Ik zette de spullen die ik alvast op het terras van het gastenhuis had gezet, terug in de opslagruimte.

Het werd dinsdag en het ritueel van de dag ervoor werd herhaald: alle te transporteren spullen werden weer gegroepeerd en klaargezet. Het wachten was op het inpakteam. Om 12 uur ('s ochtends) belden we maar eens met onze contactpersoon. Er was nog niemand te zien. Hij zou met de verhuizers bellen om te horen waar ze zich bevonden en ons op de hoogte brengen. Trrrring-trrring. Mijn liefje nam op. “Ze zijn onderweg.” “Ja, dat kan ik mij voorstellen… maar waar zitten ze precies?” “Ze zijn vanmorgen om half 9 vanuit het Zuiden vertrokken.” “Om 8:30 uur?! Het zijn toch geen ambtenaren?!”

Dit moet even worden toegelicht: niets ten nadele van ambtenaren maar als je 's ochtends om half 9 vanuit het diepe zuiden van Bali (zuidelijker dan Denpasar) naar het Noorden vertrekt, kost het je vanwege alle drukte op de weg al minstens een uur om tot Denpasar te komen. Als je dan nog de berg overmoet, kun je onmogelijk tussen 11 uur en 12 uur in Buleleng aankomen.
Uiteindelijk kwam om half twee 's middags iets voorrijden. Het betrof een oude truck met bamboe-opbouw die vanwege de hoogte niet onder de poort door kon. Daar wij geen hoge verhuisspullen hadden, kon de opbouw worden verwijderd en reed de vrachtwagen alsnog de oprijlaan op. Ik keek naar het goggomobil. Het zou een geschikt vervoersmiddel zijn voor de aflevering van balen hooi of voor vervoer van koeien (heilige, dat wel) maar het gevaarte was toch niet geschikt voor het onbeschadigd transporteren van onze Gien-bordjes, de Kosta Boda-vaas, het kristallen glasservies, mijn grote schelpenspiegel, de vele sierschalen, de Jan Snoeck-vazen en de schilderijen?

Er kwamen twee mannen uit de truck: een gedrongen dikkerd uit Java en een slanke, pezige Balinees. Beiden sterk op hun manier. Niet veel handjes om het werk te doen, bedacht ik mij evenwel dus die klus zou even gaan duren. De truck werd behendig met de kont tot aan het bordes gemanoeuvreerd (over de slippers van mijn liefje heen) waardoor ik goed in de lege achterbak kon kijken. Ik zag een kleine stapel opgevouwen verhuisdozen en een rol dik karton op de kale vloer liggen. Adu… veel te weinig dozen en verkeerd inpakpapier! Alleen al de hoeveelheid te transporteren boeken zou dat aantal dozen vullen. En kunnen de glazen, de vazen en de schalen wel zonder schade in zulk dik karton worden ingepakt?! Had dan niemand onze eerder toegestuurde inventarislijst bestudeerd?!

We spraken onze bezorgdheid uit tegenover de mannen. Die vertelden ons dat ze geen opdracht hadden gekregen om ander inpakmateriaal mee te brengen. Sterker nog: de baas had hen verteld dat ze niets hoefden in te pakken, alleen maar op te halen.
Mijn mond viel open. Na al dat mailcontact met de contactpersoon. Mijn liefje zocht telefonisch contact met de Hollandse manager maar die nam niet op. Ze liet een bericht op zijn telefoon achter. Wij zochten vervolgens het telefoonnummer van zijn Nederlandse zakenpartner. Zij werd gebeld en de situatie werd toegelicht. “Ik ben erg, erg, erg teleurgesteld” zei mijn liefje. Zij is goed in dit soort situaties (al kunnen ze haar gestolen worden)… Teleurgesteld was wel het minst toepasselijke woord om de gemoedstoestand te beschrijven waarin ik mij bevond. Aan de andere kant van de lijn werd geantwoord dat dit niet hun gebruikelijke serviceniveau was en dat op ons de 'Wet van Murphy' van toepassing was: alles dat fout kan gaan, gaat ook fout. Hier sprak een ervaringsdeskundige, bedacht ik mij. Iemand die dit soort situaties vaker aan de hand heeft. En zich daarbij neerlegt.

Er zat niets anders op: de breekbare spullen moesten achterblijven, de mannen moesten terugkomen. We wachten nu -dag 3 van de verhuizing- op de geschikte inpakmaterialen. De Nederlandse contactpersoon heeft nog niets van zich laten horen. Een knap staaltje inburgering noem ik dat...



P.S. Het laatste deel van de verhuizing verliep vandaag goed. Er kwam een enorme hoeveelheid pakpapier, foam en bubble wrap mee in een keurig busje. Het glaswerk, keramiek en porcelein alsmede de andere breekbare spullen werden met toewijding en zorg ingepakt. Kami senang. De manager meldde zich echter nog steeds niet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten