Translate

vrijdag 27 april 2012

Wolkenstaarder

Ik kijk graag naar boven. Dat doe ik al jaren. Niet zoals Van der Staaij van de SGP het bedoelt. Hij denkt dat politiek en economisch herstel alleen van de grond kan komen -goede beeldspraak- als we naar boven kijken. Zelf kijk ik niet naar de hemel omdat ik daarin de Schepper denk te ontwaren. Ik doe het puur en alleen om wolken te zien. Nederlandse luchten zijn prachtig maar ook aan Spaanse en Balinese wolken zie ik van alles. Ik ben een wolkenstaarder pur sang. Het lijkt zelfs een voorbeschikking: mijn familienaam 'klinkt als' en mijn liefje hanteert een koosnaam die mij ermee associeert.

Ik weet dat anderen het ook doen. Wat ik niet wist, is dat mensen met dezelfde 'afwijking' van overal ter wereld zich kunnen verenigen! 
Onlangs las ik in de Volkskrant een interview met de oprichter van de Cloud Appreciation Society, Gavin Pretor-Pinney. Zijn verbond begon als lokale grap maar groeide uit tot een serieus internationaal gezelschap. Pretor-Pinney publiceerde tot op heden vier boeken over de kunst van het wolken spotten. De vereniging hanteert de volgende standpunten.


‘WE BELIEVE that clouds are unjustly maligned
and that life would be immeasurably poorer without them.


We think that they are Nature’s poetry,
and the most egalitarian of her displays, since
everyone can have a fantastic view of them.
We pledge to fight ‘blue-sky thinking’ wherever we find it.
Life would be dull if we had to look up at
cloudless monotony day after day.
We seek to remind people that clouds are expressions of the
atmosphere’s moods, and can be read like those of
a person’s countenance.
Clouds are so commonplace that their beauty is often overlooked.
They are for dreamers and their contemplation benefits the soul.
Indeed, all who consider the shapes they see in them will save
on psychoanalysis bills.

And so we say to all who’ll listen:
Look up, marvel at the ephemeral beauty, and live life with your head in the clouds!’

Deze verklaringen onderschrijf ik van harte. Ook ik verwonder mij al jarenlang over hemelse schoonheid en leef regelmatig met mijn hoofd in de wolken. In het Volkskrant-interview zegt de oprichter Naar de wolken kijken is een tijdverdrijf zonder doel. Je bereikt er niets mee, het brengt je loopbaan niet verder, je communiceert er niet mee met je Facebookvrienden. Ik denk dat zulke activiteiten vandaag de dag belangrijker zijn dan ooit.

Naar wolken staren is als het legen van je geest. Dat is een goede manier om lichaam en geest te ontspannen. De Griekse dichter Aristofanes noemde wolken de beschermgodinnen van de nietsende mens. Het moest er dus een keer van komen: onlangs werd ik lid van de vereniging. Ik ben lid nummer 29.410. Een certificaat en een officiële penning zijn naar mijn adres in Spanje onderweg.

Het wolkendek boven de camping is thans dik en grijs. De regen komt met bakken naar beneden en het stormt zodanig dat het huis-op-wielen regelmatig heftig schudt. Dit weer zal op korte termijn niet verbeteren. Qua wolk valt er momenteel dus niets (of alles?!) te spotten. Als niksende mens heb ik het nakijken.





maandag 23 april 2012

Een vorkje prikken

In 2009 behoorde de uitdrukking ‘een vorkje prikken’ bij de genomineerden voor de vaagtaalprijs. Je stelt je daarbij in eerste instantie een nuffig, rondbuikig type Bourgondiër voor die op quasi-nonchalante wijze over dineren in chique etablissementen spreekt maar dat hoeft niet!

Nu we enkele weken op een Nederlandse camping vertoeven, is er volop gelegenheid vrienden en familie te bezoeken. Voor ik er erg in had, liep de agenda echter vol. We bezochten vrienden in het Oosten des Lands, in het Zuiden van Nederland en in de Randstad. Met onze vrienden hebben wij gemeen dat we allen lekkerbekken zijn. Momenteel is het in Nederland aspergetijd dus de delicatesse stond regelmatig op tafel. Zelfs tijdens een etentje voor twee in de caravan.

Wij aten het witte goud -bijna elke dag- op een andere manier in Leuven (op Vlaamse wijze, met krokante kalfszwezerik, met kabeljauwhaas en met grijze garnalen), genoten van de Koningin van de Groente die Ger uit Limburg meebracht en smulden van het 3-gangenaspergemenu van Els. Haar toetje van in room en witte wijn gekookte zoete asperges en aardbeien was heerlijk en verrassend. 

Ik las ooit dat asperges de effecten verminderen van een avondje doorzakken; ze zouden het gifpercentage in de lever (door alcohol) reduceren. Ik vond proefondervindelijk uit dat de uitkomst van dat wetenschappelijke onderzoek niet opgaat als je asperges nuttigt met fruitige witte Elzaswijn, subtiele côte de Provence-rosé of mooie Australische Penfolds rode wijn...

Er was dus letterlijk sprake van een culinaire rondgang. We aten tevens scharrelkip uit Bresse, gestoomde kabeljauw van vishandel Schmidt, gegrillde tonijn met mishimakruiden, wakamé (Japanse zeewiersalade) en witte wafu-dressing en daarna zeebaars (afkomstig van 'Vis', de beste viswinkel van Nederland). Heerlijk! Ik kookte slechts twee keer voor vrienden; in hun eigen keukens, welteverstaan. De caravankeuken was vanwege het tegenvallende weer tot nu toe geen alternatief.

Met andere vrienden bezochten we het restaurant Verboden Toegang in Leiden (hun motto: ‘Crimineel lekker eten’) en restaurant Han Ting in Den Haag (fusion van de Franse en Aziatische keuken). De Sint Jacobsschelpen die op drie manieren werden bereid en de truffeljus bij vis uit het verrassingsmenu blijven mij voor altijd bij. Het werden stuk voor stuk smulpapenervaringen en gezellige avondjes uit.

Later deze week gaan we een vorkje prikken met de kids van neef Dennis en zijn vrouw. Die vorkjes zetten zij, naar verluidt, bij voorkeur in poffertjes en pannekoeken. Voor de kleintjes wordt dat waarschijnlijk een culinaire topervaring, voor ons zal het een leuke familiehereniging zijn.

Als verjaardagskado kreeg ik het boek 'Thuis koken met Ferran Adrià - De beste menu’s voor elke dag'. Een rijk geïllustreerd boek vol tips, trucs, technieken en heel veel recepten van De Beste Chef Ter Wereld. De opgenomen recepten waren ooit maaltijden voor het personeel van elBulli. Het zijn dus niet de moleculair bereide gerechten waarmee Adrià beroemd werd. (Gelukkig maar want wie heeft die keukenapparatuur?!) Enkele jaren eerder kreeg ik een 10-minutenkookboek van hem kado nadat ik grote boodschappen deed bij supermarkt El Corte Inglès. Die recepten maakten hun omschrijving meer dan waar: prachtige gerechten kwamen inderdaad in 10 minuten op tafel. Ik verheug mij dus op prachtige Spaanse recepten zoals ik mij ook verheug op mijn zonovergoten, goed geoutileerde keuken in Spanje. Wie langskomt, weet wat hem of haar te wachten staat!


vrijdag 20 april 2012

Doos van Pandora

Afgelopen week liepen we een telefoonwinkel binnen. De mobiele was na ruim twee jaar hoognodig aan vernieuwing toe, het abonnement liep af. Mijn liefje en ik zijn op telefoniegebied niet bepaald trendsetters. Om mij heen kijkend, lijken we de enige Hollanders zonder smartphone... We maakten kennis met een communicatieve, klantgerichte jongeman die zich zeer serieus van zijn werk kweet. We kozen een nieuw, goedkoper abonnement en kregen de vraag welk toestel wij daarbij zouden willen. Was het tijd voor een smartphone? We keken elkaar aan en knikten. Er moest dus een merkkeuze worden gemaakt: Apple, Samsung, HTC of LG.

We wilden niet bijbetalen en de voorkeur ging uit naar Android als besturingssysteem. Ik ben een fan van Google. We zwichtten voor LG; met dat bedrijf deden we goede ervaringen op in Bali. De Zuid-Koreaanse fabrikant  ging voor deze telefoon een samenwerkingsverband aan met een Italiaans modehuis. De verkoper had persoonlijk nog geen ervaring met dit toestel. Het was volgens hem van de allerlaatste snufjes voorzien.

Hij haalde een box tevoorschijn die in een juwelierszaak niet zou misstaan. Zijn ogen gingen glimmen. Uit de box die met zwart fluweel was bekleed, kwam een strak, plat, sexy toestel tevoorschijn. De telefoon past net in mijn damestasje. Kijkend naar het grote, heldere scherm, lijkt het vooral iets voor mensen van middelbare leeftijd: met grote toetsen en grote letters. Met twee processoren, Wi-fi Direct voor supersnel draadloos internet en een digitale camera die aan twee kanten werkt en bijna net zoveel megapixels heeft als mijn Sony-camera. De verkoper maakte de telefoon gebruiksklaar en zette de simkaart over. Na enkele gebruiksaanwijzingen, liepen wij content met de nieuwe aanwinst de winkel uit. 

Op weg naar huis ging de telefoon. Mijn liefje nam op. Tenminste, dat was haar bedoeling. Ze raakte het scherm aan maar er gebeurde niets. De verkoper had ons uitgelegd dat je niet moet drukken maar licht over het scherm moet 'vegen'. Het betreft namelijk softkeys. Gezien de beweging, noem ik het liever 'aaien'.
Ze aaide en aaide maar er ontstond geen contact met de beller. De telefoon stopte met rinkelen, de voicemail ging aan. Zo verliep het die namiddag een aantal keren. We werden regelmatig gebeld maar spraken geen van die bellers persoonlijk. “’t Is niet te hopen dat iemand dat persoonlijk neemt, bedacht ik. Mij lukte het die middag en avond evenmin om effectief te aaien. Zucht, diepe zucht. Lousy lover...

Ook bleek ons telefoonboek grote gaten te vertonen. Nummers waarvan wij zeker wisten dat we ze hadden, bleken verdwenen. Wel vond ik een hele lijst van mijn mailcontacten in de telefoon... hoe waren die nu weer in het toestel gekomen?! Op internet zocht ik naar de gebruikershandleiding van het betreffende merk en type telefoon. Tot mijn stomme verbazing bleek het document uit 160 bladzijden te bestaan. Even voelde ik diepe behoefte om naar de telefoonwinkel terug te rennen en de smartphone in te ruilen voor een eenvoudig telefoon.

Ik bestempelde het apparaat voorlopig als De Vijand (hoe stijlvol dan ook). Hij kwam uit de doos van Pandora, wat mij betreft. Inruilen is echter geen optie, dat is mijn eer te na. Ik informeerde bij anderen naar hun inwijding in de wereld van de smartphone. Het waren herkenbare verhalen. Ook ik ontkom niet aan een paar uren studeren op de handleiding. Het toestel kan van alles maar ik heb het nog niet ontdekt. Ik heb ook de helpfunctie nog niet gevonden. Vriend Ger, de eerste gedupeerde beller die een aantal malen onvrijwillig naar onze voicemailbox werd verwezen, vraagt dagelijks met belangstelling hoe het 'aaien' ons vergaat.
Het beantwoorden van de telefoon lukt steeds vaker dus we boeken vooruitgang. Als we niet opnemen: het ligt niet aan jou!


maandag 16 april 2012

De clojo

Elk jaar nemen circa 10.000 mensen deel aan de Rotterdamse Marathon. Ook wij togen als toeschouwers naar Steenbergen aan de Maas waar mijn liefje’s jongste broer dit jaar aan de marathon meedeed. Dit was zijn achtste of negende marathon; vorig jaar in New York. Hij is dus een capabel en getraind atleet. Wij wisten op welk moment hij waar zou opduiken; op die plaatsen wachtte zijn partner hem op met fourage.

Voor ons als toeschouwers was het guur weer, waterkoud; na ruim een uur kon ik de knopjes van mijn camera niet meer met mijn vingers bedienen. Mijn liefje leek op kabouter Plop met haar rode, wollen muts diep over de ogen getrokken. Vandaag las ik in de krant dat een Nederlandse marathonloopster die zich moest kwalificeren voor de Olympische Spelen in Londen last kreeg van kramp vanwege de ijskoude noordenwind die urenlang tegen haar beenspieren blies. Ze haalde de limiet niet; het scheelde 8 seconden. Amai. Ik zag een loper met één warmbloedig been en met het andere onderbeen van titanium.
De eerste renners die langskwamen, waren zwarte atleten. Een Ethiopiër en een Ethiopische bleken als eersten bij de finish aan te komen (2:04 uur en 2:18 uur). De beste Nederlander, Koen Raymaekers, eindigde als zesde (2:10 uur).

Een 14-jarige jongen die gisteren in Rotterdam aan de 10 kilometerloop meedeed, zakte na de finish in elkaar en overleed ter plaatse aan een hartstilstand. Afgelopen week(end) las mijn liefje dat het hart van een marathonloper na elke race 10% afsterft... Ik schrok mij een hoedje toen ze mij dat vertelde tijdens het aanschouwen van de race?! (Dat artikel bleek naderhand onvindbaar maar zij verzint zoiets ècht niet!) Bewegen is goed voor de mens maar niet elk type beweging is kennelijk goed. 42 kilometer hardlopen lijkt mij voor mensenlichamen een wel erg grote belasting. Hardlopers zijn soms -letterlijk- doodlopers.

Mijn zwager liep de race uit (in 3:xx uur) en kon het gelukkig navertellen; hij eindigde niet met een persoonlijk record maar dat kwam door ons: zodra hij mij in de mensenmenigte gewaar werd, liep hij direct op ons af. Hij rende overigens in de middengroep; dat vond ik op zich een prestatie van niveau. Loper 7471 was in die fase zelfs nog in staat een kwinkslag te maken. Vanaf het moment dat ik hem leerde kennen, heb ik een goede band met hem. Ik riep nog denk aan je tijd!maar dat was tevergeefs. Hij liet ons na de finish weten dat het vooral na 35 km zwaar werd. Op dat moment vroeg hij zich serieus af waarom doe ik dit?” Ik vond en vind dat een heel goede vraag...
Ik neem mijn pet voor hem af.

Na de marathon was het tijd voor een bezoek aan Diederik, Nelly’s man. Ik was blij hem weer te zien. Vorig jaar hadden wij Nederland niet bezocht en elkaar niet in persoon gezien maar we hielden mailcontact. Het werd een warm weerzien, met een lach en een traan. We haalden herinneringen op aan het samenzijn met ons vieren. Nelly wordt elke dag gemist maar 'meldt' zich regelmatig op onnavolgbare wijze...

De lach klonk vooral hard toen mijn liefje Diederiks speciale kampeerkadootje uitpakte: de Clojo. Het ontwerp is gebaseerd op een kledinghanger van de stomerij en is van de hand van Henk Stallinga. Een treffender kado had hij niet kunnen bedenken. Wij dragen de toiletrol voortaan in stijl (lees: open en bloot) over de camping. Zonder enige gêne. Zelf zijn we toch geen klojo’s?!




donderdag 12 april 2012

Kuifje en de begijntjes van de Lage Landen

Ter ere van het feit dat ik weer een jaartje ouder werd, gingen we naar België. (Lekker weg uit eigen land. Op de camping is het momenteel vanwege het weer nu ook niet bepaald aangenaam.) 

Al twee jaar achtereen wilde ik het Hergé-museum in Louvain-la-Neuve bezoeken. Telkens als ik langsreed, op weg naar Nederland of Spanje, was het museum gesloten. Mijn verjaardag dit jaar was een uitgesproken gelegenheid om er op een doordeweekse dag naartoe te gaan. Driemaal is immers scheepsrecht...

Ik wist dat het museum, in de volksmond het 'Kuifje-museum', op het terrein van de Universiteit van Leuven staat. Dus wij boekten een overnachting in Leuven. Wat ik mij niet realiseerde, is dat er twee Leuvens zijn: het ene in het Vlaamstalige gedeelte van België, het andere in het Waalse deel. Het Franstalige Leuven werd circa 50 jaar geleden uit de grond gestampt toen een Franstalige minderheid in het Vlaamse taalgebied in opstand kwam. Die stad werd het nieuwe Leuven genoemd, ofwel 'Louvain-la-Neuve' en daar bevindt zich het museum dat ik zo graag wilde bezoeken.

De uitleg over dat oude en nieuwe Leuven ontving ik van de eigenaar van Bed & Breakfast Guesthouse Begijnhof waar mijn liefje en ik te gast waren. Ik verbleef voor het eerst in een B&B. Hij en zijn echtgenote openden hun guesthouse circa twee maanden geleden na een verbouwing van bijna vijf jaren. Dit fraaie gastenverblijf dat op het Grote Begijnhof van Leuven uitkijkt (UNESCO-werelderfgoed), heeft slechts vijf kamers. Vanuit onze kamer keken we zó de Middeleeuwen in!
Het is er rustig, vredig, schoon en hyper modern (al zijn de balken tenmiste vier eeuwen oud). Wij boekten een kamer via een internationale hotelreserveringssite die niets dan lof had over de plek en de service van de eigenaren. In de afgelopen twee maanden kregen ze 20 nationaliteiten te logeren. Ook wij scharen ons bij de tevreden gasten. Deze Belgische B&B is een heuse aanrader.

We reden via een landelijke route naar het museum in Louvain-la-Neuve, op circa 29 kilometer afstand van Leuven. Het nieuwe Leuven komt op mij tamelijk ontzield over; het Hergé-museum daarentegen was een piekervaring. Ten tijde van de opening van het museum blogde ik over George Remi, de echte naam van de geestelijk vader van Kuifje. Ik vond hem toen al een razend interessante man en een veelzijdig kunstenaar die zijn tijd in vele opzichten ver vooruit was. Zo was hij de eerste tekenaar die 15 jaar voor de eerste maanlanding (!) twee stripboeken aan het onderwerp wijdde.

Dit bezoek aan het museum veranderde daaraan niets; het bevestigde mijn eerste indruk. Het interieur van het museum is spannend en de expositie is prachtig opgezet. Je kunt er met groot gemak enkele uren doorbrengen; er is immers veel te zien en te beluisteren (via iPods). De tentoonstelling begint in de nok van het gebouw dat door de gelauwerde Franse architect Christian de Portzamparc werd ontworpen en terwijl je de chronologie van het leven van RG volgt, loop je in een vloeiende beweging naar de begane grond terug.

Eenmaal terug in Leuven, de universiteitsstad en gotische stad bij uitstek in Vlaams-Brabant, maakten we een stadwandeling over de eeuwenoude kasseien. Leuven is een fraaie studentenstad: overal waar je kijkt zie je collegegebouwen uit de late Middeleeuwen. Maar er is ook moderne kunst te vinden in het gemoderniseerde museum M. En vriendelijke, onderhoudende mensen.

Op de avond van mijn jaardag stond een bezoek aan restaurant d’Artagnan (Leuven) op het programma. Het werd een culinair feestje. De dag ervoor proefde ik voor het eerst weer witte asperges. Yummie. Bij d’Artagnan at ik de lekkerste steak tartare in mijn leven; het was een variant met oude kaas en truffelolie. Tjonge. Deze Jarige Jet ging zeer voldaan slapen.

Tijdens dit verblijf las ik in een Belgische krant dat 'Bram', de man van de stem van onze Tom-Tom onlangs overleed. Hij manoeuvreerde ons op de heenreis behendig naar het Begijnhof. De echte Bram overleed op jonge leeftijd, aan de gevolgen van kanker. In de stad Leuven. We zullen op eigen kracht naar Nederland moeten terugrijden. Amai...


zondag 8 april 2012

Kijkduinpark 2012

We staan. Voor het eerst sinds we de caravan bezitten, bouwden we de tent samen op. Dat wil zeggen: zonder hulp van derden en dat verliep goed. “Er viel geen onvertogen woord”, aldus mijn liefje. Dat sloeg vooral op mij. Tijdens de opbouw was ik inderdaad de kalmte zelf, al was het aanritsen van het laatste tentraam een ware verzoeking. Ik hield op enig moment twee losse runners in mijn hand... Hoe iets ogenschijnlijk eenvoudigs tamelijk ingewikkeld kan worden. Samenspraak en logisch denken brachten de oplossing.
De ruime voortent kleedden we vervolgens aan met worteldoek, enkele lagen grondbekleding, tafels, stoelen en een buitenkeuken. Ook de fietsen stalden wij daar. De tent staat niet supersonisch strak; in die zin lijkt die op muzelluf... De satellietschotel kreeg ik niet aan de praat dus die borg ik definitief in de berging op. Tv-programma’s ontvangen we nu dus niet door de lucht maar via een lange kabel vanuit het campingkastje door het keukenraam naar de kleine flatscreen.

Een stofallergie deed zich in de afgelopen dagen gelden. Mijn oogleden werden rood, gingen jeuken en zwollen op. Vocht hoopte zich vooral in mijn rechterooglid op. Dat lid hangt nog steeds gedeeltelijk over mijn oogbal. Ik zie eruit als Quasimodo... Typen is momenteel pijnlijk want ook mijn vingertoppen kregen het zwaar te verduren. Hameren, schroeven, aandraaien, stalen stokken behandelen, dat alles was niet bevorderlijk voor mijn vingers en nagels. Kasian.

Op camping Kijkduinpark veranderde op het eerste oog niet veel: medewerkers van de camping zijn nog steeds tamelijk onprofessioneel en klantonvriendelijk. Jean-Paul, die tijdens een geschil in 2005 reeds zijn incompetentie toonde, is nog steeds manager. Dat zegt mij genoeg! Het boekingspersoneel van Roompot denkt tot nu toe nooit met de klant mee. Een kwalijke zaak.
Op een van de drukste dagen van het seizoen stond slechts één medewerkster aan de incheckbalie. De rij wachtenden -met mijn liefje daarin- groeide weldra uit tot onacceptabele proporties. Het personeel van de fietsenverhuur, waar wij de banden van onze fietsen gingen oppompen, waren niet behulpzaam.
De draadloze internetverbinding op de camping werkt niet of nauwelijks. Een week voor onze aankomst kregen alle houders van een wifi-abonnement hun geld terug. Niet uit compassie met de kampeerders -die emotie is deze organisatie vreemd- maar omdat de kwaliteit van de verbinding abominabel was. Dit a-typische gebaar maakte men teneinde af te zijn van al het (terechte) gemopper van hun klanten. Dit gemis, in combinatie met een haperende Vodafone-telefoon door een brand in de Rotterdamse centrale maakte dat ik mij geen deelnemer aan deze wereld voelde.

Ik vroeg mij in de afgelopen dagen een aantal malen af waarom ik kampeer. En vooral: waarom hier. Dat doe ik niet alleen als ik koukleumend, diep weggedoken in mijn fleecejas, met mijn laarzen aan en een rol toiletpapier onder de arm (!) naar het sanitairgebouw loop. Het was een retorische vraag. Ik ken het antwoord namelijk: buiten wonen is lekker, ons past het leven van Pipo de Clown en Mama Lou goed en bovendien is onze kampeerwagen comfortabel en gezellig.

Wij kamperen in Kijkduinpark om dicht bij onze vrienden en familie te zijn. Dat maakt heel veel goed. Vooral zíj maken het goed.


woensdag 4 april 2012

Balimedewerker

Toen ik de koffer op maandagochtend afsloot en naar het bordes rolde, viel het mij op dat die zwaar was. Het is toegestaan 20 kg bagage per persoon mee te nemen tijdens een intercontinentale vlucht. Ik maakte mij zorgen over het gewicht en dat bleek terecht: toen ik het gevaarte op de band van de incheckbalie van het vliegveld Ngurah Rai legde, gaf de schaal 31.5 kg aan... Ada masala! Ik kan mij niet heugen ooit zo’n zware koffer te hebben vervoerd.

De baliemedewerker zei dat een koffer maximaal 23 kilo mag wegen. Ik probeerde het nog met een slap “maar wij hebben slechts 1 koffer voor 2 reizigers” maar daar trapte hij niet in. Of ik nog een tweede tas of andere koffer bij mij had? Tidak. Onze koffer werd terzijde geschoven; hij moest met zijn supervisor overleggen. Terwijl wij wachtten, ging hij verder met de volgende reiziger in de rij. Ik vermoedde dat het een dure grap ging worden; jammer maar niets aan te doen.

Of toch wel? Toen wij als enigen achterbleven, zei de baliemedewerker dat hij ons wel wilde helpen. In het tweede deel van zijn zin ving ik het woord “tip” op. Ik zei tegen mijn liefde wat ik dacht dat ík had verstaan; haar was dat geheel ontgaan. Als we hem een beetje theegeld zouden geven, zou ons probleem van overgewicht worden opgelost. Mijn liefje trok enkele biljetten uit haar knip en gaf hem die over de desk heen. Hij weigerde. (Hij kon niet anders want wat als zijn collega’s het zouden zien?!) Ik nam de biljetten van haar over, vouwde ze klein en bood ze hem langs de bali aan met de woorden: “voor uw kinderen”. De koffer werd geregistreerd met het gewicht van 23 kg en kreeg bovendien een ‘Priority’-label.

Voor het eerst vlogen we vanuit Denpasar naar Europa over een noordoostelijke route. Op enig moment deed ik het luik van het raam open; het ochtendlicht gloorde. Ik keek neer op een immens witte vlakte met overal sporen in de sneeuw: rivieren, meren, wegen. Volgens het vluchtpad, dat tijdens de vliegreis toont waar het vliegtuig zich bevindt, zaten we boven de Russische Federatie. Niet veel later veranderde het landschap in een ijsvlakte. We bevonden ons op dat moment boven Nizni Novgorod. Ik weet het niet zeker maar het klinkt zo mooi, vind ik. We vroegen aan de purser waarom we zo noordelijk vliegen. Ze vertelde dat het vliegtuig enorm veel kerosine vervoert (120.000 liter) en daarom zo economisch mogelijk moet vliegen. Zo wordt optimaal gebruik gemaakt van de luchtstroming.

Inmiddels hebben we ons eerste nachtje in Nederland geslapen. Ik sliep als een roos en stond fit op. Vandaag haalden we de caravan uit de stalling op. Een kwartier voordat we daar zouden aankomen, kwam de regen met bakken naar beneden. Adu! Onze woonwagen stond reeds buiten; ik moest een rondje rijden voordat ik het terrein kon verlaten. Er was niets onwennigs aan. Ik nam de bochten ruim genoeg, het bakbeest bleef op de weg gemakkelijk tussen de lijnen en de verkeersdrempels op de route naar het Kijkduinpark, werden genomen zonder gepiep en gemor.

Ook de baliemedewerkster van Kijkduinpark was ons goedgezind; de slagboom ging zonder dralen open. Morgen worden wij pas geacht de camping op te rijden maar een kniesoor die daarop let. Het eerste dat mij op het kampeerterrein opviel, was de nieuwe bewegwijzering. Elke laan heeft nu borden met plaatsnummers. De eerste zijstraat die we tegemoet reden, bleek onze gereserveerde plek te bevatten. Voordat ik het laantje inreed, stelde mijn liefje voor de locatie te checken. Dat bleek een heel goed idee: er was namelijk een fout geslopen in de nummering! Ons straatje bleek een paar afslagen verderop te liggen.
We staan in een rustige, overwegend Duitse laan. Allee! Twee oosterburen hielpen uit zichzelf bij het op de goede plaats zetten van onze caravan. We maakten de binnenkant schoon, vulden de watertank, sloten de toilet aan, zetten de apparatuur op de geeïgende plaats. Morgen is het tijd voor het opbouwen van de voortent. Veel spieren in mijn lichaam doen nu al pijn. Ik loop als een bejaarde vrouw maar voel mij kiplekker. Morgenavond zal ik mij voelen alsof ik een marathon heb gelopen. Maar op vrijdag... die goede vrijdag kan camping life beginnen.


zondag 1 april 2012

Belanda

Dit zijn de laatste dagen van ons huidige verblijf in Bali. Volgende week vliegen we royaal blauw terug. Ik stap waarschijnlijk moe het vliegtuig in. Al was het een kort verblijf, de weken stonden bol van de (straf)taken en afspraken. Die moeheid komt tevens voort uit de emoties die met dit verblijf gepaard gingen. De verhuizing van de persoonlijke spullen maakte veel bij ons los.

Ook bij Elsa. Het wordt in de Indonesische cultuur niet gewaardeerd als emoties rechtstreeks worden getoond. Die worden bij voorkeur gemaskeerd. Toen wij Elsa vier jaar geleden leerden kennen, was het niet gemakkelijk haar te 'lezen'. Nu is zij -bijna- een open boek voor ons. Vooral in het afgelopen jaar kwamen haar emoties tevoorschijn. Of het nu haar frustratie betrof over het onrecht dat haar door de schoonfamilie wordt aangedaan, teleurstelling omdat haar man in haar ogen onvoldoende opkomt voor zijn eigen gezin en verdriet vanwege het feit dat wij in de toekomst minder vaak naar Bali zullen komen. Dikke tranen biggelden voor en direct na de verhuizing over haar appelwangen. Haar verdriet was als een steek in mijn hart.

Ik vond het op die momenten moeilijk zelf mijn ogen droog te houden. Ik deed dan ook geen moeite om daartegen te vechten. Dat gold ook voor mijn liefje, die doorgaans geen huiler is. We stonden dan met de armen om elkaar heen een potje te snikken op het terras. Wij, mompelend dat we zeker terugkeren om haar en haar zoontjes te zien, zij knikkend en ons nóg steviger vasthoudend. Afscheidnemen vind ik allerbelabberdst. Elsa’s nieuwe collega Ketut zag dat tafereel vanuit de keuken met verbazing aan.

Het wordt nooit meer zoals het was; dat weten wij drieën maar al te goed. De villa wordt dit jaar formeel 'Villa Kerang' voor verhuur en zal later in het jaar in andere handen overgaan. Het is voor het eerst dat ik niet precies weet of en wanneer ik dit jaar naar Bali terugkeer... In de komende weken zullen we in Nederland gaan kamperen, daana worden we in Spanje verwacht (voor groot medisch onderhoud van mijn liefje) en gedurende de zomermaanden krijgt onze tropische villa aan de Balizee een reeks vakantiegangers te logeren.

Het teakhouten straatnaambord met 'Jalan Nelly', dat ik in 2010 ter nagedachtenis aan mijn veel te vroeg overleden vriendin liet vervaardigen, trok ik deze week uit de grond. Aan de tuinman vroeg ik of hij de voet van het bord wilde afzagen. Toen ik met het afgezaagde bord het huis inliep, zag ik de shock op Elsa’s gezicht. Bij navraag bleek dat ze dacht dat het was vernield. Ik legde haar uit dat ik Nelly's bord meeneem naar Spanyol; dat verbaasde haar niet maar maakte haar desalniettemin verdrietig. Dat bord zal over circa twee maanden een zonnige plek krijgen aan een muur van ons Spaanse terras. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen dat aandenken aan mijn vriendinnetje achter te laten.

Het wordt echter geen afscheid voor altijd. Bali zal voor ons de komende jaren vakantiebestemming blijven. Alleen het plan om ons definitief te vestigen op het eiland van de Goden is voorgoed van de baan. Het ergst van alles vind ik dat we Yudha, ons Balinese vriendje, wederom en voor langere tijd gaan verlaten. Het mannetje bracht ons in de afgelopen jaren zóveel vreugde!
Wat dit voorlopige afscheid extra pijnlijk maakt, is de wetenschap dat het mijn liefje’s hart zal breken. Laatst zei ze mij ik kan maar eenmaal in mijn leven mijn hart zo aan iemand verpanden. Yudha is haar oogappel en hartedief. Zij houdt van hem (en op de meeste dagen gelukkig ook van mij).

Deze vierenhalf jarige maakte in de afgelopen maanden een grote sprong voorwaarts in zijn ontwikkeling. Hij zingt, kletst de oren van mijn hoofd, danst, drumt, Lego’t, telt in drie talen (!), zwemt en kleurt de sterren van de hemel. Zijn moeder vertelde hem dat wij binnenkort teruggaan naar Nederland. Hij zei tijdens zijn recente bezoek dat hij met ons meegaat. Hij meldde dat hij reeds een paspoort heeft... Die fantasie van hem.

Toen mijn liefje vroeg wat hij dan in Belanda gaat doen, antwoordde hij: “melk zoeken”. Sinds we hem kennen, drinkt hij bij voorkeur melk. We kopen geen lokaal product omdat daarin meer antibiotica zit dan goed voor hem is maar we geven hem melk van het merk 'Dutch Lady'. Zijn associatie is dus te begrijpen.

Op school schilderde hij met waterverf een Hollands landschap: een grasveld met daarboven blauwe lucht. In het gras prijkt een tulp (Origami-vouwsel), geflankeerd door een windmolen die hij met houtsnippers vervaardigde. Was getekend: Yudha. Met een beetje hulp kan hij zijn naam reeds schrijven. Dit ventje gaat weliswaar niet mee naar Nederland maar hij gaat nog ver komen.


Afscheid nemen
is met zachte vingers
wat voorbij is
dichtdoen

en verpakken
in de warme gedachten
ter herinnering