Translate

woensdag 27 juni 2012

Smelly business

Terwijl ik in de afgelopen dagen dobberde in de Middellandse Zee overdacht ik alles dat ik recent las in het boek 'Leviathan, or The Whale' (2008) van de Britse schrijver en journalist Philip Hoare (1958). Hij kreeg er een prestigieuze BBC-prijs voor in 2009. Hoare groeide op aan de zuidkust van Engeland en raakte gefascineerd door zeezoogdieren. Dat schept een band. Bovendien zijn we van dezelfde generatie. Toen hij als jonge vent op de dansvloer van een Britse disco stond, werd op de Azoren -land van de Europese Unie- fanatiek op walvissen gejaagd... Beschamend!

Ik tikte het boek in januari 2012 in een tweedehandswinkel op de kop; mijn ogen werden naar de omslag gezogen. Ik las het in het vliegtuig op weg naar Bali, nam het daarna mee naar Nederland en Frankrijk en bracht het uiteindelijk terug naar Spanje. Nu is het uit en dat betreur ik. Dat is een dubbel gevoel. Aan de ene kant is het fijn van een goed boek te genieten tot de laatste bladzijde, aan de andere kant is het jammer dat iets interessants ten einde komt.

Dit is een meesleepend boek: het gaat 420 bladzijden lang over het betreurenswaardige lot van walvissen door de eeuwen heen en in alle windstreken. De regelmatige lezer weet dat zeezoogdieren mij na aan het hart liggen. Ik denk dat de walvis als dier het meeste leed onderging -en ondergaat- door menselijk handelen. Vooral de potvis (Physeter macrocephalus; sperm whale in het Engels) kreeg het door de eeuwen heen extreem zwaar te verduren. Ooit zag ik levende potvissen voor mijn neus in Nieuw-Zeeland en een aangespoelde op het strand van Scheveningen (zie blog 'Viswijffies', juli 2008).

In het boek las ik nare dingen: hoe walvissen dagelijks met honderden en soms duizenden tegelijk op brute wijze werden gedood. In alle wereldzeeën, door Amerikanen, Aziaten en Europeanen. Ook Nederland liet zich in de 18de eeuw niet onbetuigd. Hollanders bleken bedreven en gedreven walvisvaarders. Men doodde niet alleen individuen maar ook moeders met kalveren en kalveren afzonderlijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het aantal rondzwemmende walvissen razendsnel terugliep. Eeuwenlang was de walvisvangst een industrietak waarin veel geld omging. Vele lichaamsdelen van een walvis vertegenwoordigden waarde maar het ging vooral om olie.

Hoare bezocht epicentra van de walvisvaart over de gehele wereld, legde bezoeken af aan natuurhistorische musea en sprak met (nazaten van) voormalige walvisvaarders. Het is opmerkelijk dat zij een walvis als 'vis' zagen. Een walvis is toch echt een zoogdier, zoals jij en ik. Met hersenen zoals jij en ik. Het type hersencellen van een bultrug komt overeen met dat van mensen. Een walvis is een intelligent dier, het kent emoties, ook zoals jij en ik. Daarvan geeft Hoare vele voorbeelden, zonder sentimenteel te worden. Mensen die walvissen doodden, hadden minder last van hun geweten als ze hun slachtoffer tot koudbloedige vis bestempelden, zonder gevoel en zonder hersenen.  Een zeezoogdier doden is immers als het doden van een medezoogdier. Dat maakt een walvisvaarder tot massamoordenaar en wie wil dat nu zijn?!

Het is niet alleen kommer en kwel dat hij beschrijft. Zijn liefde voor deze giganten van de oceanen spat bijna van elke bladzijde. Daarmee werd het voor mij een enerverende leeservaring. Ik deel zijn passie namelijk. Het boek staat bovendien bol van de interessante feiten. Historische maar ook hedendaagse feiten.
Een van de dingen die nieuw voor mij was, is het bestaan van ambergrijs. Het is afkomstig uit het lichaam van een potvis. Uit het rectum van het dier, om precies te zijn. Zowel mannelijke als vrouwelijke walvissen kunnen de stof voortbrengen maar slechts 5 à 10 procent van de potvispopulatie doet het. Ambergrijs is een wasachtige substantie die wordt geproduceerd door het spijsverteringsstelsel van de potvis. Scientists hypothesize that ambergris is used by the whale's digestive system to ease the passage of sharp objects from the things they eat, such as squid beaks.Wetenschappers veronderstellen dat grijze amber wordt gebruikt om de doorgang van scherpe dingen die ze eten (zoals inktvissnavels), te vergemakkelijken. Hardened pieces of ambergris often contain bits of squid beak and other sharp objects.De stof is lichter dan water en drijft dus in zeeën, spoelt aan kusten aan of zit vast in vissersnetten. Ik bedacht mij dat ik het wellicht al eens had kunnen zien liggen maar als je niet weet waarnaar je kijkt, herken je het niet.

Ten tijde van de walvisjacht werd de substantie handmatig uit de endeldarm van individuele zeezoogdieren verwijderd. De stof wordt gebruikt in vele parfums, believe it or not! Daar de potvis bijna is uitgestorven, werd ambergrijs zeer zeldzaam. Ik vond op het web een verslag van een Australisch echtpaar dat op een strand van West-Australië een brok vond met een waarde van $ 300.000.

Wat ik evenmin wist, is dat walvissen huidkanker kunnen krijgen. Het verbaast mij niet. Wetenschappers van de Queen Mary University of London verzamelden gedurende drie jaar huidmonsters van circa 150 individuele walvissen. Hun onderzoek betrof potvissen, blauwe vinvissen (Balaenoptera musculus) en -gewone- vinvissen (B. physalus) in de Golf van Californië. In het laboratorium onderzochten ze huidbiopten die werden verzameld door dartpijltjes in de huid van walvissen te schieten. Die huidmonsters stelden onomstotelijk vast dat er bij alle walvissoorten sprake is van blootstelling aan te veel zonlicht. 95% van de huidmonsters vertoonde zonneschade, in 56% van die gevallen was zelfs sprake van schade in de diepere huidlagen. "The whales are being hammered by UV rays every day, every time they surface. The big question is whether their cellular repair mechanisms are being exceeded." Als hun afweer faalt, kan dit leiden tot chronische gezondheidsproblemen, inclusief kanker.

In october 2011, aan de vooravond van onze reis naar Australië, blogde ik over een albino-bultrugkalf dat met zijn moeder bij Bondi Beach was gespot. Mensen noemden het walvisje liefkozend Migaloo, 'witte' in de taal van de Aboriginals. Welnu, dat dier zou naar verluidt aan huidkanker zijn overleden... Walvissen blijven het voor hun -grote- kiezen (casu quo baleinen) krijgen. Helaas.


vrijdag 22 juni 2012

In de spiegel

In de afgelopen dagen hoorde ik met regelmaat de uitdrukking “ieder van ons moet in de spiegel kijken”. Het gezegde werd gebezigd door voetballers van Oranje, dat jammerlijk faalde in de eerste ronde van het EK. Ik luisterde en dacht na over de 'toestand'.
Van Persie weigerde met de Nederlandse pers te praten, Robben (alias A. Foppen na een serie gemiste strafschoppen) schold de bondscoach uit nadat die hem opdracht gaf meer te verdedigen, Sneijder voelde zich te goed om achter tegenstander X aan te hollen, Huntelaar zeurde net zo lang aan het hoofd van Van Marwijk tot hij -ten onrechte- werd opgesteld, Van der Vaart dreigde met opstappen als hij geen basisplaats kreeg. Tja.  Op mij komen ze over als verwende jochies. Ze lopen mijlenver naast hun schoenen, voelen zich boven de ander(en) verheven, hebben veel noten op hun zang maar wat staat er tegenover?! Naar mijn oordeel weinig, bitter weinig. Is dat een nieuwe Hollandse ziekte?
Als deze voetbalmannen in de spiegel kijken, vermoed ik dat ze niet veel zien. Hun tè grote ego blokkeert hun zicht... Ik vraag mij in alle ernst af of deze mannen überhaupt in staat zijn tot zelfreflectie. Ik hing mijn oranje shirt zonder morren aan de wilgen. Het Nederlandse elftal was eenvoudigweg niet goed genoeg voor dit Europese podium.

Het uitpakken van de verhuisdozen is hier volbracht. Het duurde ruim een week maar nu staat en hangt alles; datgene wat niet direct nodig was in huis, bracht ik naar de schuur. De dozen zijn leeg, de kratten zijn afgevoerd. Ook de schelpenspiegel bleek ongedeerd. Ik vind het een klein wonder. Dit kwetsbare voorwerp legde met ons een indrukwekkende route af: Nederland - Engeland - Spanje - Bali - Spanje. Het ging op boten en in vrachtwagens. Om de spiegel is een rand aangebracht met schelpen die uit alle wereldzeeën afkomstig zijn. Ik kocht het ding tijdens de eerste vakantie die mijn liefje en ik samen ondernamen. We besloten toentertijd naar Schiermonnikoog te gaan en te logeren bij Hotel Pension v/d Werff. Mijn liefje vond tijdens het uitpakken de rekening terug van ons verblijf aldaar; wij aten er vis en dronken champagne Taittinger. Toen al! Jong geleerd, is oud gedaan.

Op dat mooie Waddeneiland trof ik de spiegel in een bric-a-bracwinkel aan. Ik viel als een blok voor de fraaie uitvoering. De schelpenrand benadert de perfectie, zowel in kleur als in vorm. Een hoeveelheid veelkleurige pecten (tweekleppigen) omzoomt de spiegel; een van mijn favoriete schelpensoorten. De andere veelgevonden soort, de kauri is ook goed vertegenwoordigd. Ik vertelde de eigenaar van de winkel dat de spiegel een lange weg te gaan had. Destijds wist ik nog niet hoe lang... Hij zou het extra goed voor mij inpakken. Schiermonnikoog is autoluw dus ons goggomobil stond op het vasteland. Eerst moesten we met de veerboot, daarna te voet naar de parkeerplaats. Ik herinner mij nog goed hoe ik mij staande hield op de schommelende boot met de spiegel tussen mijn benen.
En nu is die spiegel dus ongedeerd vanuit Bali naar Spanje terruggekeerd. Het sieraad hangt weer op de vertrouwde plek. Ik kijk dagelijks in de spiegel als ik het appartement betreed.

De dag na de grote uitpak gingen we een paar uurtjes naar het strand, met onze vrienden Ger & Monika. La Glea was op die warme, langste dag the Best place to Be. Wij besloten hen te verrassen met een zelfbereide lunch. Daarvoor dook ik weer eens in het kookboek van Ferran Adrià, de superchef van El Bulli. In zijn kookboek nam hij een aparte aardappelsalade die uitermate geschikt is voor dit soort zomerse dagen. Hierbij het recept, uitgaande van vier personen:
  • 4 grote aardappelen
  • 4 theelepels verse bieslook
  • 1 bos- of lente-ui
  • 4 middelgrote augurken (uitgelekt
  • 4 theelepels kappertjes op azijn (uitgelekt
  • 2 frankfurters (ik voeg er meer toe 
  • 4 eetlepels mayonaise
  • 3 eetlepels slagroom (zelf gebruik ik zure room
  • 3 eetlepels Dijonmosterd
Schil de aardappelen en kook ze in circa 20 minuten gaar, met een beetje zout. Hak ondertussen de bieslook  en het wit van de bosui fijn. Snijdt de augurken en de frankfurters in plakjes. Gebruik een garde om de mayonaise, room en mosterd te mengen tot een gladde saus. Giet de aardappelen af, snijdt ze in kleine blokjes en doe ze in een ruime kom. Voeg eerst de augurken, kappertjes en worstjes toe en schep daarna de saus er voorzichtig doorheen. De aardappelen mogen niet verkruimelen. Breng de salade met peper -en eventueel extra zout- op smaak en strooi de bieslook erop, net vóór het opdienen.

De koeltas ging mee naar het strand, net als vier schelpenborden met schelpenbestek. Als toetje maakte ik meloensoep: een halve Galia-meloen met 6 blaadjes mint, tot een gladde massa gepureerd met de staafmixer. Bob’s your uncle! Bij voorkeur koel opdienen, eventueel met rood fruit (partjes rode grapefruit of frambozen) als eilandjes erin. De lunch viel bij onze vrienden in de smaak. Monika en ik speelden daarna nog een tijdje met de bal in zee. 

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de roodste van het land?” “Ik”, zei de gek… en ik had mij nog wel zo goed ingesmeerd.
Ik bekijk muzelluf voorlopig niet in de spiegel!


zondag 17 juni 2012

Ontbijten aan de Jalan Nelly

De vrachtwagen met onze persoonlijke spullen uit Bali verscheen afgelopen week alsnog; met dezelfde Spaanse chauffeur die wederom in zijn eentje bleek te zijn. Eerder zei hij ons dat hij wel een collega zou hebben meegebracht als hij onze verhuisdozen naar onze voordeur had moeten brengen. Dat bleek dus onzin. Zijn bazin verordonneerde hem kennelijk de klus in zijn eentje te klaren. Dat bleek geen sinecure; hij was er ruim twee uur mee bezig.

Te zijn herenigd met -een deel van- mijn bibliotheek, de fotoboeken, vakantiefilms, schilderijen, muziek, verlichting, sierschalen en ander fijns voelt als eenwording. Ik ben weer compleet. Mijn liefje is vooral verheugd over de terugkeer van haar comfortabele terrasstoelen van Spaanse makelij. We deden wederom afstand van veel spullen. Mijn schelpencollectie is het enige dat uitbreidde in de afgelopen jaren. Ik vind het een toepasselijk aandenken aan mijn tijd in Bali en zal vooral de positieve herinneringen koesteren. Een deel van de collectie prijkt nu in de nieuw aangelegde 'terrastuin' (plantenbakken).

Wij zijn thans nog steeds druk doende met uitpakken, opbergen en (terug)plaatsen van de spullen. Het goede nieuws is dat er slechts één vaasje brak. Het kleinood is van de hand van de bekende Rotterdamse glasblazer Miranda van der Waal http://www.mirandavanderwaal.nl/). Zij komt uit een glasblazersfamilie en maakt prachtige voorwerpen. Ze vervaardigde ook onze eetkamerverlichting; die is altijd aan het Spaanse plafond blijven zitten. Alle andere voorwerpen die zij voor ons maakte, overleefden de bootreis. 
De Balinese inpakkers deden dus goed werk. Het slechte nieuws is dat de meeste verhuisdozen net zo strak door houten kratten zijn omsloten als een baby in een inbakerdoek! 


Op deze manier konden ze goed in de zeecontainer worden gestapeld, zonder dat er druk op de inhoud staat. Ik begrijp de bedoeling maar baalde van de uitwerking. Met een klauwhamer kon ik met veel moeite hier en daar een houten dwarsbalk verwijderen. De gebruikte spijkers waren bijna een hand lang. Hoe ik ook duwde of trok, de meeste dozen bleven muurvast in hun krat zitten. Soms zat er niets anders op dan de zijkant van een doos aan flarden te snijden om zo kleine voorwerpen te kunnen bevrijden. Het uitpakken vordert dus langzaam. En verpakking wegwerken lukt mondjesmaat: de afvalcontainers in onze wijk worden al twee dagen niet geleegd. De stellage van lege kratten op het terras lijkt steeds meer op een sloophoutontwerp van de Nederlander kunstenaar Piet Hein Eek. Een kwastje verf erover en het kan zo in de verkoop. Wat zeg ik?! Nog even en ik wil het gevaarte niet meer kwijt... Alle gekheid op een stokje: ik kan niet wachten tot alles weer op zijn 'oude plek' staat. Daarmee zal ons Spaanse huis weer ons thuis zijn.

Ook het straatnaambord 'Jalan Nelly' keerde terug. Dat teakhouten bord liet ik in 2010 door Ketut’s vader vervaardigen als aandenken aan mijn veel te vroeg overleden vriendin Nelly, die Bali helaas nooit met ons bezocht. Het stond jarenlang in de tropische tuin en nu hangt het hier aan een terraswand. Vanwege de zonnesterkte is het inmiddels tè warm om ‘s ochtends op het terras te ontbijten. Tom Poes verzon daarop een list. Ik schafte zwierige gordijnen aan die ik in dubbele rijen voor de glaswand monteerde, om de zon te weren. Het brengt mij soms in Marokkaanse sferen... Nu kunnen we de gehele dag in de Tweede Kamer vertoeven.

Bali is deze dagen nooit lang uit mijn gedachten. Onze villa staat daar en er leven nu eenmaal personen die mijn hart beroerden in de afgelopen jaren: Elsa en haar gezin. Echtgenoot Ketut keerde van zijn tweede avontuur op het Amerikaanse cruiseschip terug en is inmiddels weer als projectmanager bij ons aan de slag gegaan. Hij SMSte al enkele keren met ons. Onder andere om te zeggen dat hij blij is weer thuis te zijn en dat zijn jongste zoon Damai van anderhalf jaar in de eerste dagen bang voor hem was. Zijn oudste zoon Yudha daarentegen, was naar verluidt niet bij hem weg te slaan. Ketut zal zich in de komende weken c.q. maanden in villa Kerang ontpoppen tot de leukste reisleider van Banjar en omstreken. Onze -tijdelijke- verhuurvilla biedt in de komende periode onderdak aan vakantiegangers uit Nederland. Hij is een goede entertainer, zeker als er kinderen bij zijn.

Wij spraken Elsa twee weken geleden aan de telefoon. Het gaat goed met haar maar zij mist ons erg. Ik heb geen reden aan haar oprechtheid te twijfelen. Ik mis haar ook. Ze vroeg mij op de vrouw af wanneer we naar Bali terugkeren. Ik zei haar in alle eerlijkheid dat ik het nog niet weet. Ook Yudha kwam aan de lijn. Afgelopen week ontving hij zijn rapport; als leerling behaalde hij een score van 94 (op 100). Wij zijn trotse surrograat-nenek! Als vijfjarige gaat hij in het nieuwe schooljaar naar de blauwe klas. Mijn liefje denkt elke dag aan haar bijzondere Balinese vriendje. Toen ik zijn lieve kinderstem hoorde, raakte dat ook bij mij een gevoelige snaar. Hij blijkt dagelijks naar ons te vragen... het arme schaap. Ik zou nu in een tijdmachine willen kunnen stappen.


woensdag 13 juni 2012

't Is er wel maar toch is het er niet

Een Spaanse verhuiswagen reed vanmorgen de parkeerplaats op. Dozenvol persoonlijke spullen keerden na drie jaar uit Bali naar Spanje terug. Een heugelijk feit. Ik liep naar beneden om de chauffeur te begroeten en een blik in de wagen te werpen. Daar lagen ogenschijnlijk bekende spullen. Ik zag Kètal-stoeltjes, het opgerolde Jan Snoeckkleed en een flink aantal houten kratten. Joehoe!

Mijn gejoehoe verstomde daarna snel. De chauffeur meldde dat hij van zijn baas geen opdracht kreeg om de kratten naar onze voordeur te brengen. Hij zou alleen de vrachtwagen lossen en alle spullen op de stoep voor het gebouw achterlaten. Ik geloofde mijn oren niet... Die baas, kantoor houdend in Valencia, wilde ik weleens spreken. Zij bevestigde de boodschap en zei dat hun transportbedrijf niet was betaald om dozen naar boven te brengen. “Maar wij hebben voor een deur-tot-deurcontract betaald, opperde ik.

Na doorvragen bleek dat de logistieke keten achter ons contract nogal lang was: Bali had afspraken gemaakt met een Rotterdamse partij, de Rotterdammers hadden een afspraak met een Madrileense partij en die partij deed zaken met een Valenciaanse partij. Ik belde daarna met de Rotterdamse contactpersoon om hem het probleem uit te leggen, duidelijk te maken dat dumpen van onze goederen op de stoep onaanvaardbaar is en te vragen naar zijn oplossing. “Wij weten niet wat is afgesproken met Bali” en “de transporteur hoeft de spullen niet naar de voordeur te brengen” en nog zo wat opmerkingen die mij als miskende klant kwaad maakten. Het maakt mij niet uit wie fout is, iedere betrokken partij moet bereid zijn een probleem voor een klant op te lossen.

Praten hielp niet. Niets hielp. De spullen bleven staan waar ze waren: achterin de verhuiswagen. De jonge Spaanse chauffeur was op zich van goede wil, hij had alle technische hulpmiddelen voorhanden om de vracht naar boven te brengen maar mocht het niet van de bazin. “En als wij jou iets betalen voor de inspanning?” vroeg mijn liefje aan de chauffeur. Het speet hem, het mocht niet. Aan hem lag het niet.
Na ruim twee uur wachten, bellen, discussiëren en mopperen werd een besluit genomen. Een onnavolgbaar besluit, wat mij betreft. De vrachtwagen zou, met al onze spullen aan boord, 250 kilometer terugrijden naar Valencia. Later deze week of begin volgende week zal een vrachtwagen met dezelfde spullen vanuit Valencia een nieuwe poging doen. De kosten van dat dubbele transport overstijgen vele malen de kosten van een uurtje spullen naar boven sjouwen. Ik vind dit pure verspilling van tijd, geld en energie en bovendien heb je er een ontevreden klant bij. Ik begrijp niets van zo’n redenatie en stoor mij mateloos aan de onwil van partijen om tot een klantvriendelijke oplossing te komen.

Aan dat alles was al het een en ander voorafgegaan dat minder positief stemde. Er trad namelijk vertraging op bij het inklaren van onze huisraad in de haven van Rotterdam. Drie jaar geleden verscheepten wij onze spullen met transportbedrijf A dat 'goede banden onderhield' met de toenmalige Indonesische ambassadeur in Nederland, die eerder dit jaar overleed. Nu zou er een alarmbel rinkelen bij zo’n uitspraak; toen niet. Mijn liefje vroeg op hun advies een kostbare KITAS (verblijfsvergunning) aan zodat onze goederen door de Indonesische douane formeel op haar naam zouden kunnen worden vrijgegeven. De regelmatige lezer herinnert zich hoogstwaarschijnlijk dat die KITAS nooit werd gebruikt omdat ze op een Spaanse operatiekamer lag en pas enkele maanden later naar Bali kon afreizen.

Vervoersbedrijf B waarmee we deze keer in zee gingen, had naast alle documenten die wij zelf aanleverden, ook het exportdocument van het vorige transport nodig voor de vrijgave van onze goederen door de Nederlandse douane. Er was immers geen sprake van exportproducten maar van de terugkeer van persoonlijke huisraad waarover geen belasting behoefde te worden betaald. Dacht ik. Wij vroegen dus aan transportbedrijf A of zij dat document aan ons beschikbaar konden stellen. Geen reactie. We vroegen het nogmaals. Er was een probleempje. Ook vervoersbedrijf B vroeg het namens ons. Wat bleek? Het hele document bestaat eenvoudigweg niet! Er is geen exportdocument op onze naam. Onze conclusie was eenduidig: er was in 2009 flink gesjoemeld. Gesjoemel door een bedrijf dat zich voorstaat op goede banden met de Indonesische overheid. De jaren in Bali waren leerzaam... Corruptie is een belangrijke reden waarom wij er niet (meer) willen wonen.

Beide transporten werden dus dure grappen. Op zo’n moment zou ik graag de FIOD op het spoor van zo’n bedrijf zetten. Fraude, corruptie; called it what you like... ik vind het niet deugen. Mijn liefje werd er zo mogelijk nóg wraaklustiger van. Zij dreigde hen met juridische stappen. We beraden ons nog (steeds) al wil ik verre blijven van negatieve energie en stress.

We betaalden braaf invoerbelasting en BTW over onze gedragen zomerschoenen, het beslapen beddengoed, de grijsgedraaide diashow, de gebruikte keukenapparatuur en nog veel meer tweedehandsspul. Het laat lang op zich wachten.


zondag 10 juni 2012

Las chicas rosas

Gisteravond ging ik met een kater slapen. Aan mijn Whatsapps te merken, was ik niet de enige. Die kater ontstond na het teleurstellende verloop van de EK-voetbalwedstrijd van de Jongens van Oranje tegen de Denen. "Legoland won van Egoland", volgens een Belgische krantekop. Vurig hoopte ik daarna dat Duitsland tegen Portugal op een gelijkspel zou eindigen zodat de puntenschade voor het Nederlandse elftal niet tot complete wanhoop zou leiden. Het mocht niet zo zijn.

Vandaag deden wij, chicas rosas, mee aan de Pink Ladies Walk. Dat was voor het goede doel: AECC, Asociación Española Contra el Cáncer ofwel Spanje’s Kankerbestrijding. Vanmorgen waren wij er helemaal klaar voor. De zon stond hoog aan de hemel, het was 27 graden Celsius. Mijn liefje verscheen in geijkt roze, ik droeg voor deze gelegenheid een Pink Ribbon-armband die ik in 2009 van mijn moeder ontving. Zij schafte het kleinood uit solidariteit aan en stuurde het mij toentertijd toe omdat ze het zo zielig vond dat ik, als toenmalige zuster Clivia, niets te vieren had...

Vele anderen bleken net zo klaar te zijn als wij. Het plein aan de boulevard van Playa Flamenca kleurde langzaam maar zeker dieproze. Het deelnemend publiek bestond vooral uit Britten maar het viel mij op dat er toch ook veel Spanjaarden deelnamen. Eerder dit jaar werd Maria Wilson voorzitter van de lokale afdeling van de AECC. Ik neem aan dat dit verklaart waarom veel Spanjaarden meelopen. Sommige van hen hadden een naam en/of foto van degene aan wie zij hun persoonlijke wandelactie opdroegen.

María en haar Pink Ladies, die het evenement organiseerden, doen dit voor het derde jaar. Over de roze menigte uitkijkend, vermoed ik dat er dit jaar een recordaantal deelnemers aan de start aantrad. Ik ben benieuwd hoeveel geld wij vandaag met elkaar voor het goede doel ophaalden. Maria sprak ons bemoedigend toe, de Schotse doedelzakspelers uit Torrevieja deden ons uitgeleide.

Voor degene in de opmerkelijkste roze outfit was een troetelprijs beschikbaar. Overal zag ik roze mannen en vrouwen, met soms een hybride versie er tussenin. Van oud tot (heel) jong. Het scherpe oog dat ik als schelpenverzamelaar ontwikkelde, viel op twee St. Jacobsschelpen die het goede doel wel op heel functionele wijze dienden. En de vrouw die ik op de -brede- rug fotografeerde, bleek een man van het Engelstalige weekblad CoastRider te zijn. Voor zijn omvang was geen BH-maat voorhanden; elastiek bracht de uitkomst. Je kunt veel op de Britten aanmerken maar als het op liefdadigheid aankomt, laten velen zich van hun (bijna) beste zijde zien! De jongste deelnemer was van Spaanse origine: een roze baby werd door een jonge vader en moeder in wandelwagen voortgeduwd. Jong geleerd, is hopelijk oud gedaan.

Eén minpuntje was er vandaag wel. Mijn liefje bleek geen gelukkige greep uit de sokkenla te hebben gedaan. Na enkele kilometers begon zich op haar rechterhiel een forse blaar te ontwikkelen, net onder de rand van haar wandelschoen waar de sok had moeten zitten. 
Zij hees, ik hees, wij vouwden, ik probeerde de sok met mijn roze armband vast te zetten... niets hielp voor langere tijd. Zij hinkelde dan ook over de finish. Het werd daarmee een roze evenement met een rood randje. We liepen het echter samen uit, kregen ieder een gemeentelijke oorkonde en dat maakte veel goed. Hoe het ook zij, de roze meisjes deden het stukken beter dan de jongens van oranje!

Nu verder over echte helden. Afgelopen woensdag gingen 3.000 deelnemers op pad tijdens het fietsevenement Alpe d’Huzes, donderdag zelfs 5.000. Onder hen waren veel (ex-)kankerpatiënten en hun dierbaren. Met elkaar brachten zij ruim € 28 miljoen bijeen. Een recordbedrag! Mijn liefje en ik keken naar het programma. Ik vond de verslagen van de fietsers en hun drijfveren emotioneel. Af en toe keek ik opzij; ook bij haar biggelden de tranen over de wangen. Tegen dergelijke emo-TV heb ik geen verweer (en ook geen bezwaar). Dan werken tranen zelfs reinigend. Ieder van ons heeft zo zijn of haar redenen voor compassie.

Onlangs viel mijn oog op een zin uit een reclamecampagne: 'geld geneest'. Het geld dat voor dit soort doeleinden wordt opgehaald, doet dat letterlijk. Geld corrumpeert echter ook maar daarover schrijf ik eenvolgende keer.


dinsdag 5 juni 2012

Pink Lady

Juni is de maand van de sportieve prestaties. Het EK Voetbal begint op 8 juni en eind van deze maand zal de Tour de France van start gaan. Maar daarop doel ik niet.
Waarover ik het wèl wil hebben is dat op 6 en 7 juni Alpe d’HuZes plaatsvindt, het evenement waarbij deelnemers individueel of in teamverband zes maal op één dag de Alpe d'Huez zullen beklimmen voor een bijzonder goed doel. De berg ligt op 1.800 meter hoogte, aan de voet van de Franse Alpen. Met een stijgingspercentage van bijna 8% klinkt zes maal de berg beklimmen als een onmenselijke prestatie maar ik ken personen die het doen en deden. Zelfs meer keren. De eerste editie van dit wielerevenement (2006) zorgde voor een opbrengst van ruim € 370.000 voor het onderzoeksfonds van KWF Kankerbestrijding. De fietsers van Alpe d’HuZes haalden in 2011 een bedrag op van ruim € 20 miljoen. Dit jaar gaan zij voor een opbrengst van € 30 miljoen. Een fantastische prestatie!

Tegelijkertijd is het wrang dat de Nederlandse overheid in de afgelopen jaren nul komma nul budget beschikbaar stelde voor wetenschap en innovatie. Sterker: het innovatiegeld (uit aardgasbaten) werd weggesaneerd. Ik citeer hier Robbert Dijkgraaf, de vertrekkend voorzitter van de KNAW. Het stemt droevig dat het aan individuen is om grote sommen sponsorgeld voor fundamenteel onderzoek bijeen te brengen. Desalniettemin stemt het positief want waar zou de mensheid staan zonder wetenschappelijk onderzoek?

Kanker is een rotziekte en onderzoek naar de behandeling en genezing van kankerpatiënten is dan ook allerbelangrijkst. Een betere behandeling van patiënten is van accuut belang. Wetenschappelijk onderzoek naar de wijze om kanker op termijn tot chronische ziekte te maken is nóg belangrijker, al ligt dat verder in de toekomst. Preventie en voorkoming van kanker is wéér een stap verder.

In de Wetenschapsbijlage van de Volkskrant van twee weken geleden las ik over experimenten die bio-ingenieurs van Stanford University uitvoeren; ingenieurs die hun deskundigheid inzetten in de biologie. De kop van het artikel was 'We gaan leven programmeren'. Zoiets intrigeert. In dat artikel las ik verbijsterend mooie dingen: nog even en ze kunnen (bio)software ontwikkelen dat in levende cellen werkt. Een cel die zich te vaak deelt, wordt een tumor. Zo’n nieuwe biotoepassing kan die celdeling stoppen. Mutaties in het menselijk DNA die tot kanker leiden, zouden op die manier kunnen worden teruggedraaid. Als een 'reset' op de computer. ¡Increíble! Met dezelfde soort wetenschap verwacht men op termijn natuurlijke ledematen te kunnen laten groeien. Daarmee zal afscheid worden genomen van kunstmatige protheses en zullen geamputeerden zich kunnen herenigen met eigen, nieuwe ledematen.

Ik voel enige schroom om de overgang te maken maarrrrehhh... op 10 juni ga ik meedoen aan de Pink Ladies Walk die van start gaat in Playa Flamenca. Ik hoef er niet voor te trainen want het gaat om het afleggen van een afstand van 5 kilometer. De wandelafstand is gelijk aan 18 holes op een grote golfbaan maar de intentie voor deze wandeling is van geheel andere orde. Ik doe aan deze Pink Ladies Walk mee uit solidariteit met familieleden, vrienden en kennissen die met kanker werden en worden geconfronteerd en voor hen die eraan overleden. Wandelen voor dit goede doel motiveert mij sterk. De tocht zal vooral een moment van bezinning zijn.

De Pink Ladies Walk is een initiatief van 'Maria and the Pink Ladies'. Maria Wilson is AECC-president van (Torrevieja en) Orihuela Costa; de verzamelnaam van kustplaatsen waartoe ook mijn woonplaats behoort. Ik nam contact met haar op om te vernemen waar de loop vertrekt en hoe ik kan deelnemen. De dagopbrengst zal ten goede komen aan de AECC, Asociación Española Contra el Cáncer, die in 1953 werd opgericht. Het is de Spaanse equivalent van de Nederlandse KWF Kankerbestrijding.

Vorig jaar haalde Maria met haar Pink Ladies een bedrag op van ruim € 13.500 met hulp van 470 deelnemers. Sommigen doen rennend mee aan het evenement maar ik heb besloten te wandelen voor het goede doel. Met mijn liefje in roze kleding aan mijn zijde. Zij kreeg onlangs een brief van de oncoloog waarin hij haar op de hoogte stelde van het feit dat ze voortaan slechts éénmaal per zes maanden een medische controle behoeft te ondergaan (in plaats van elke drie maanden). Een kleine stap in de tijd maar een enorme sprong vooruit voor ons!

Helaas kent niet iedere patiënt -een dergelijk- herstel: Maria kreeg in 2010 de diagnose borstkanker gesteld. Bij haar werden twee agressieve tumoren op verschillende plaatsen in de borst geconstateerd. De gehele borst moest worden verwijderd waarna zij chemo- en radiotherapie kreeg toegediend. Tot overmaat van ramp werd niet veel later een sarcoom in een ander deel van haar lichaam ontdekt. Ondanks haar zorgelijke gezondheidssituatie zet zij zich in voor de AECC. Ik ken haar niet persoonlijk maar ik heb groot respect voor haar maatschappelijke betrokkenheid en doorzetting. Ik hoop haar op 10 juni de hand te kunnen schudden. Ik zal foto’s maken van de roze optocht. Wordt vervolgd.


zaterdag 2 juni 2012

Een zomerse avond

Gisteravond hielden we op ons terras de 'bonte avond' van Joep. Wij reserveren dat begrip voor de laatste avond van iemands verblijf alhier. Joep logeerde niet bij ons maar bij onze bevriende buren. Wij kennen hem echter al vele jaren en aangezien we het avondje voor alle bezoekende vrienden aanrichten, was het gisteren zijn beurt.

Vorige week bracht ik enkele uren door op de bank op het terras. Ik stoorde mij ineens aan het balkje voor mijn ogen. Op de bank gezeten, zit de ijzeren reling precies op ooghoogte. Die balk werd een doorn in mijn oog. Die groene horizontale staaf zit er vanaf de bouw maar ineens zat die mij erg in de weg. Ik visualiseerde hoe het zou zijn zonder. Conclusie: mooier en ruimtelijker! Ik liep naar de terrasrand om te zien of ik het eng zou vinden zonder bescherming. De stang zorgt ervoor dat je niet gemakkelijk over de rand kunt kukelen. Ik heb last van hoogtevrees en doorgaans reageert mijn lichaam dirct (en sterk) op grote hoogteverschillen. Welnu, er gebeurde niets; een goed teken. 's Nachts overdacht ik het nieuwe idee nogmaals en de ochtend erna stelde ik het aan mijn liefje voor. Na enige schroom durfde zij het wel aan en stemde zij met dit nieuwe inzicht in.

Zoek de verschillen!
Vervolgens nam ik contact op met de klusjesman die de verwijdering  uitvoerde. De stalen relingen werden vakkundig verwijderd, de tegels waarin ze vastzaten, werden vervangen. Het geheel wordt volgende week afgemaakt met hier en daar een likje verf.

Als ik nu het terras betreed, lijkt het alsof ik een schilderij binnenstap. Ik voel me als het zusje van Erik Pinksterblom (uit 'Het kleine insectenboek')! Het contact met de groene omgeving is nu intenser, het terras oogt groter. Er zijn geen kijkbarrières meer.

De bezoekers van de bonte avond waren aangenaam verrast toen ze de verandering op ons terras zagen. Sterker nog: ze waren er helemaal triplex van! Eenieder was te spreken over het ruimtelijke effect van de ingreep. De vrije terrasrand kreeg direct een nieuwe functie: die van stenen zitje. Het had iets ongedwongens, een gevoel van 'hanging out'. Oudere hangjongeren, welteverstaan. Wellicht niet aan te raden als er drank in de mens zit maar voorlopig zijn we zeer verguld met dit nieuwe uitzicht. A room with a superb view.

Op het bonte avondmenu stond verse gazpacho als entrée, witte asperges op zijn Vlaams als hoofdgerecht (we kunnen niet stoppen!) en dronken appeltjes uit de oven. Allemaal thuisgekookt uit het receptenboek van Ferran Adrià. De gezonde gazpacho leent zich uitermate goed voor een zwoele zomeravond. Het was hier immers 27 graden Celsius... 


Hierbij het recept (afgestemd op 6 eters):
  • 3 knoflooktenen
  • 2 rode uien
  • 60 gram komkommer
  • 30 gram boerenbrood zonder korst
  • 1 kilo rijpe tomaten
  • 120 ml water
  • 6 el olijfolie
  • 2 el sherryazijn
  • 1 el mayonaise
Schil de knoflooktenen en snijdt ze doormidden. Vul een pannetje met koud water en doe daar de knoflook in. Breng het water aan de kook. Als het water borrelt, haal je de knoflooktenen eruit en leg je ze in een kommetje ijswater om snel af te koelen.
Schil de uien, snijdt ze eerst doormidden en dan in grote stukken. Schil de komkommer en snijdt die in grote stukken. Snijdt de paprika in grote stukken. Snijdt de tomaten in grote parten. Doe alle groenten in een kom, voeg het boerenbrood toe en giet het water erbij. Pureer alles met de staafmixer en giet het mengsel daarna door een fijne zeef. Voeg tenslotte de olie en azijn. De gazpacho kun je tenslotte op smaak brengen met peper en zout voordat de soep tenminste 2 uur in de koelkast moet staan. Ik liet de mayo achterwege en hakte een kleine hoeveelheid verse groente fijn om samen met de koude soep te serveren. Lekker met croutons. ¡Buen provecho!