Translate

woensdag 4 juli 2012

Over olijfbomen en tapas

De ochtenden zijn hier koel, de avonden zwoel. We slapen met de terrasdeur open, zonder airco. Wie had dat gedacht voor hartje Andalusië in juli?! 's Middags, op het heetst van de dag, lunchen we en houden daarna een siësta. Het hotel beschikt over een zwembad dus aan het einde van de middag nemen we een frisse duik. Inmiddels bezochten we Úbeda en Baeza. Het zijn tamelijk overzichtelijke steden bomvol monumenten uit de Renaissance.Voor foto’s verwijs ik naar mijn recentste online fotoalbum.

Tijdens deze reis kwam ik te weten dat er 220 miljoen olijfbomen zijn geplant in Spanje. De meeste staan in dit deel van Andalucìa. Waar je ook kijkt als je in de provincie Jaén onderweg bent, werkelijk o-ver-al zie je ze! In eindeloze rijen op de heuvels, als dikke bossen in de dalen. De velden lijken op lappendekens. Hier en daar op een rode ondergrond, soms op een gelige en dan weer op een witte bodem. Verscheidenheid alom. Daarboven is het echter olijfbomengroen wat de klok slaat.

De vallei van de rivier Guadalquivir in Jaén is 's werelds grootste producent van olijfolie. Net buiten Baeza bezochten we het 'Museo de la Cultura del Olivo'. Daar werd ik een boel wijzer. Niet alleen over de wijze waarop olijfolie wordt geproduceerd maar ook over toepassingsgebieden en andere wetenswaardigheden. Zo leerde ik dat het de jezuïeten waren die in Jaén in de 17de eeuw met de productie van olijfolie begonnen (en dat de Egyptenaren het twee eeuwen B.C. al deden?!).
Spanje kent wel 262 olijfvariëteiten. Slechts 24 soorten daarvan worden gebruikt om de meerderheid van de olijfolie (Picual, Cornicabra, Arbequina) en olijven voor de consumptie (Manzanilla, Gordal Sevillana) te produceren. Mijn liefje en ik vroegen ons al lange tijd af of er separate olijfbomen zijn waaraan groene olijven groeien en andere bomen die alleen zwarte olijven voortbrengen. We weten het nu: alle olijven beginnen groen. Zwarte olijven zijn groene olijven die eenvoudigweg langer aan de boom bleven hangen. Leuk om te weten, nietwaar? Bij Hacienda La Laguna kochten we twee flessen Aceite de Oliva Virgen Extra -de beste kwaliteit die er is- van de plaatselijke producent. Het is niet de kleur die de kwaliteit van een olijfolie bepaalt maar de geur en de smaak.

Van olijfbomen en -olie is het maar een kleine stap naar de tapa. Wist je dat die oorspronkelijk in Andalusië is uitgevonden? Het woord betekent letterlijk 'deksel'. Als men vroeger bier of wijn dronk, dekte men het glas af door er een schaaltje op te zetten zodat er geen vliegen of andere insecten in terecht konden komen. Dat dekseltje werd in de loop van de tijd gevuld met een borrelhapje. Zo ontstond de tapa die we hedentendage in Spanje hebben. Bij ons, aan de Costa Blanca, bestaat een tapa doorgaans uit olijven, aardappelsalade, amandelen of andere noten. In Andalucìa, de geboortegrond van de tapa, doet men het heel anders...

Ons favoriete tapasrestaurant in Úbeda heet 'Antique'. Daar verheffen ze de standaard borrelhap tot culinaire kunst. Voordat ik afreisde, onderzocht ik welke monumenten we persé zouden moeten zien en waar we het lekkerst zouden kunnen eten. Restaurante tapería Antique stond tweede op mijn lijst. Toen wij om 20:30 uur neerstreken op hun buitenterras, wisten we nog niet wat ons te wachten stond. We vroegen de menukaart en bestelden alvast twee glazen rosé. De eerste tapa kwam met de wijn mee; het was een smakelijk groentemengsel in bladerdeeg. We bestelden na enige tijd weer een glas wijn en wederom kwam er een tapa op tafel; nu betrof het een soort gazpacho met tonijn. Inmiddels hadden we beiden twee voorgerechten gekozen die we graag zouden willen proeven. De ober bleek echter geen haast te hebben en wij ook niet. We zaten lekker, de wijn smaakte goed, de temperatuur was heerlijk, het terras werd steeds drukker, er was veel te zien. Een derde glas werd dus besteld. Dat kwam weer met een tapa; deze keer een aardappelsoepje met ham- en kaassnippers. We kregen nóg veel meer voorgeschoteld. We kwamen niet meer aan het bestellen van een avondgerecht toe... En dat alles mooi gepresenteerd en met een vriendelijke glimlach geserveerd. Antique is unique! Het tapasrestaurant is een absolute aanrader.

Nagekomen bericht 1: we gingen hedenavond wederom naar restaurante tapería Antique. Toen we na ettelijke tapas zeiden dat we werkelijk niets meer konden eten, zei de (leuke) serveerster "geen tapas meer?! Bij elk glas wijn moet je eten!" Dat is hier dus de regel; geen slechte, overigens. Bovendien bleek de rosé bij navraag onze eigen huiswijn uit Navarra: Gran Feudo (2011). Vandaar.

Nagekomen bericht 2: we stopten vanmiddag voor een glas rosé voor de lunch. De keukenbrigade wilde weten of we zelf een restaurant hebben. (We fotografeerden de tapas immers?) Ik zei van niet maar dat ik wel een amateurkok ben die van lekker eten houdt... En een vriend van Ferran Adrià ben. Daarmee lieg ik geen woord! Het bericht werd letterlijk overgebracht aan de keuken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten