Translate

zaterdag 27 oktober 2012

Rotziekte

Het was tot nu toe een uiterst enerverende oktobermaand. Geen maand om te herhalen, wat mij betreft. De regelmatige lezer weet waarop ik doel. Mijn familie is soms een tranendal... Mijn moeder, een taai ouwetje van 91 jaar, kreeg het zwaar te verduren: een van haar kinderen begon deze maand aan chemotherapie en haar oudste kind overleed onlangs aan de gevolgen van ongeneeslijke kanker. Na ontelbaar vele chemokuren. Haar geest wilde nog wel maar het lichaam was op. Het overkwam mijn moeder voor de tweede keer in haar leven. Dat gun je geen enkele ouder toe.  

Het was deze maand echter niet alleen maar kommer en kwel. Mijn liefje werd afgelopen week weer voor zes maanden 'goedgekeurd' door de baas van de afdeling Oncologie. ¡Alegria! Alhoewel het goede gevoel overheerst en wijzelf vol vertrouwen zijn over een gezonde toekomst voor haar (en dus voor mij) zijn het toch altijd spannende tijden. Ons optimisme moet wel worden bevestigd door de deskundigen! De ene keer is spannender dan de andere. Deze keer slaakten we een diepe zucht van opluchting.

Ik zei onlangs tegen haar dat Hospital San Jaime tot nu toe het enige ziekenhuis is dat mij geen angst inboezemt. Vanwege de familiegeschiedenis vertoefde ik in Nederland met grote regelmaat in een ziekenhuis. In elk van die huizen zakte de moed mij in de schoenen zodra ik er een voet over de drempel zette. Vaak vond ik het uiterst naargeestige gebouwen: donkere gangen, oude trappenhuizen, bedompte ruimten, nare luchtjes, stuurs personeel. En daarbovenop het zicht en geluid van zieke mensen... Dat alles sprong mij telkens naar de keel.

Als ik nu San Jaime binnenwandel, voel ik mij niet teneergeslagen terwijl daarmee weliswaar een geschiedenis van ziekzijn is verbonden. 

Deze maand, wereldwijd herdacht als borstkankermaand, hing de hal vol met roze Post-iT notes. Patiënten, hun familieleden en andere betrokkenen, hadden hun boodschappen van hoop daar opgeplakt. Wanden vol. Een inspirerend gezicht.

Dit ziekenhuis zie ik niet als onpersoonlijke betonnen kolos. Met slechts drie verdiepingen en veel glas oogt het gebouw niet als een huis vol ziek(t)en. De sfeer binnen is vriendelijk en relatief ontspannen. Wellicht dat dit voortkomt uit het feit dat het een privé-ziekenhuis is? Bezoekers lijken hier in eerste instantie 'klanten' en niet zozeer patiënten al bezoekt niemand een hospitaal vanwege een blakende gezondheid. Het is zelfs zo dat wij in bijna elke gang en op elke afdeling waar wij onze neus vertonen, wel een personeelslid (her)kennen, of het nu artsen, verplegers, verpleegsters of ander personeel betreft. Soms worden we er zelfs met een brede glimlach, onze naam en soms twee kussen -de Spaanse begroeting- begroet! Zo wordt een ziekenhuisbezoek allerminst benauwend.

Wat mij in de afgelopen week wèl ontroerde was de ontmoeting met mijn behandelend arts. Niet op zijn eigen afdeling maar op de afdeling Oncologie... (Ook daar hing de wand vol roze briefjes.) Al jarenlang ben ik een van zijn patiënten, op een korte onderbreking na. Toen praktizeerde hij niet vanwege kanker. Hij werd in zijn eigen ziekenhuis, immers gespecialiseerd in de behandeling van kanker, medisch behandeld. Ik ging tijdelijk over naar een andere arts. Totdat 'mijn' arts de draad van zijn professie weer kon oppakken.

Afgelopen week zag ik hem binnenwandelen met zijn dochter. Ik ken haar niet maar ik zag grote gelijkenis tussen hen. Zelf wachtten wij die dag op de controles die mijn liefje moest ondergaan. Hij liep naar de afdeling waar de dagbehandelingen plaatsvinden. Met een tasje en een boek in zijn hand. Ook dat herkende ik; leesvoer om de chemo door te komen. Hij liep uit mijn blikveld waarna ik een zakdoek pakte om mijn ogen droog te deppen. Zijn verschijning op die afdeling raakte mij diep. We maakten geen oogcontact maar ik wist zeker dat hij mij ook had opgemerkt. Hij was kennelijk weer ziek. Gotverdegotver. Rotziekte. 

Later in de middag, mijn liefje had haar onderzoeken bijna allemaal achter de rug, kwam ik hem tegen op zijn weg naar buiten. Hij oogte zwak maar zijn glimlach was allercharmantst. Ik keek hem in zijn mooie donkerbruine ogen. Zo'n aardige man. Als ik aan hem denk, beginnen mijn tranen weer te stromen. Incontinentie van de ogen, het overkomt mij regelmatig. 
Ik hoop hem volgend jaar in goeden doen terug te zien. Mijn liefje en ik hebben voorlopig geen ziekenhuisbezoek op het programma staan. Het licht staat op groen voor weer een verre reis!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten