Translate

donderdag 31 januari 2013

Bintangberichten – deel 3

In januari 2010 figureerden wij in een staatsieportret. Dat portret kwam tot stand in het Noorden van Bali, na de inwijdingsceremonie van onze villa aldaar. Die ceremonie heet 'Melaspasin' en houdt in dat het huis en de huistempel worden ingewijd, onder bezielende leiding van een Hindoeïstische heilige. Voor ons beiden werd het een lange, indrukwekkende dag. Ik las het verslag onlangs nog eens (zie blog Melaspasin).

Als je naar de foto van toen kijkt, valt een aantal dingen op. Staatsieportret en 'Oranje Boven' gaan goed samen! Vervolgens het korte haar op het magere koppie van mijn liefje. Het haar dat zij toentertijd miste, lijkt op mijn hoofd te zijn bijgeplant. Ik zie eruit als een vogelverschrikker. Aangezien mijn liefje een maand ervoor de laatste chemokuur kreeg toegediend in Spanje en in Bali was om aan te sterken, was het aan mij om de vereiste ceremoniële verplichtingen namens de familie uit te voeren. In de bloedhitte.

Vanzelfsprekend waren we in ceremoniële kleding. Op het staatsieportret staan Elsa, Ketut en hun drieenhalf jarige zoon Yudha tussen ons in. Wij met een gulle lach op ons gezicht, zij zonder. Het ontbloten van de tanden op een foto wordt als ongepast beschouwd.
Die foto hangt sindsdien pontificaal in hun huis. Om precies te zijn: boven hun bank. We lieten de afdruk inlijsten en deden 'm kado bij de inwijding van hun huis, niet veel later. Tijdens onze afwezigheid werd Yudha dagelijks onder de foto 'overhoord': wie is wie? Toen wij in juni van dat jaar naar Bali terugkeerden, wist hij ons nog feilloos uit elkaar te houden.

Onlangs maakte ik een nieuwe foto met de zelfontspanner. Niet op het terras van de eigen villa maar in de tuin van het huis dat wij tijdelijk huren, in Gang Bintang. Het werd een foto met een andere uitstraling. Zoek de verschillen!

Ook op die hernieuwde foto valt een aantal dingen op: allereerst het feit dat daarop zes mensen staan. De kleine Damai, die volgende maand twee jaar wordt, volgde in de afgelopen jaren dezelfde cursus als zijn grote broer: wie is wie op de foto? Hij vroeg zijn moeder regelmatig waarom hijzelf niet op de foto staat. Onze namen hebben nu ook voor hem geen geheimen meer al verhaspelt hij de mijne tot een langgerekte keelklank. De mannetjes brachten hun pluche vriendjes mee: beertje Pino is van Yudha, Pinguïn werd van Damai. Onze Euraziatische familie bestaat uit (tenminste) acht wezens!

Met Ketut en Elsa maakten wij veel mee en dat schiep een band. Met hen persoonlijk beleefden wij vooral hoogtepunten al gaven ze ons als personeel ook weleens kopzorgen. Toen wij op een bepaald moment in Bali buiten onze schuld in problemen raakten, steunden zij ons waar zij konden. Onlangs sprak ik hier met buurman Tom die een vergelijkbare relatie heeft met zijn manager Putu. Hij zei mij dat hij Bali al jaren geleden zou hebben verlaten als hij niet, net als wij, zo’n lokaal maatje zou hebben gehad. Ik schreef het enkele keren eerder: als Westerling wonen in een land waarin velen veel minder of zelfs niets hebben, is geen sinecure...
De beide zonen van Elsa & Ketut verschaften ons altijd plezier door hun aanwezigheid. Het contact met hen hield ons jong en was goed voor mijn Indonesische taalbeheersing. De band die we met hen allen hebben, zal in de toekomst wellicht minder innig worden en van karakter veranderen maar ik koester de herinneringen.

Ik nodigde iedereen direct uit voor de groepsfoto; er hing namelijk een zware regenwolk boven het huis. We zitten hier nog middenin het regenseizoen. Ik stelde de zelfontspanner van de camera in en vloog van het terras naar de tuin, nog net tijd hebbend om mijn ruime shorts op te halen. 
Het is opmerkelijk dat we allemaal in de camera kijken en allemaal met een lach op het gezicht staan. Ketut toont zelfs zijn tanden. Het werd een ander portret: moderner, minder traditioneel, vrijer. Dat past bij de relatie van nu, denk ik. Mijn liefje staat met flinke wallen op de foto. Het was namelijk zaterdagnamiddag, we nuttigden een lunch met wijn bij Spice Beach Club Lovina en waren zojuist aan een korte siësta begonnen... totdat ik de stem van Yudha door de Biersteeg hoorde schallen. Wat tenslotte opvalt, is dat onze huidskleur niet onderdoet voor die van de Balinezen. Iedereen is verguld met deze foto; zelfs Damai kan zijn ogen er niet van afhouden, volgens zijn moeder. De foto gaat op twee continenten boven de bank!


maandag 28 januari 2013

Belachelijk

In Maleisië las ik in een lokale krant over een internationaal onderzoek dat was gedaan naar lachen. Conclusie: lachen is gezond. Dat wist ik al wel maar uit dat onderzoek bleek tevens dat een mens gemiddeld 47 keer per dag lacht. Dat lijkt mij rijkelijk veel. Nu zijn er vele soorten lach, zelfs een innerlijke. Glimlachen doe ik dagelijks want mijn liefje kan komisch uit de hoek komen. Haar lach ik het vaakst toe alhoewel de oprechte Balinese glimlach eveneens om een reactie vraagt.

Soms lach ik om muzelluf, niet alleen als ik grappig ben. Een mens moet zichzelf met een korreltje zout nemen. Lachen als uiting van spanning heb ik naar mijn weten nooit gedaan. Schaterlachen doe ik sporadisch; dat vind ik meer iets voor in het gezelschap van goede vrienden. Met de jaren werd ik serieuzer. Er zijn dagen waarop ik het gemiddelde niet haal.

Het lachen verging mij toen ik recent in de Jakarta Post las over een rechter die deel uitmaakt van de Hoge Raad van Zuid-Kalimantan. In Indonesië is men momenteel drukdoende nieuwe rechters aan te stellen voor de Supreme Court die zitting houdt in Jakarta. Nu heb ik al ervaringsdeskundige geen Hoge Pet op van hogeraadsleden of van welke gerechtelijke macht dan ook in dit land. De ingewijde weet waarom ik dat schrijf.
Landelijk werden 24 kandidaten geselecteerd maar er is slechts plaats voor acht rechters. Die kandidaten werden allen ondervraagd door een commissie die moet bepalen of ze geschikt zijn voor de verantwoordelijke positie. Daarvoor moest eenieder de zogenaamde fit-and-proper test doen; zowel schriftelijk als mondeling. De betreffende rechter kreeg de vraag voorgelegd wat hij vindt van hogere straffen voor veroordeelde verkrachters. Dit is wat hij antwoordde (hou je vast):

“Consideration needs to be taken thoroughly for the imposition of the death penalty for a rapist because in a rape case both the rapist and the victim enjoy it.”
(Vertaling: de doodstraf is wellicht te zwaar voor een verkrachter want het slachtoffer zou er eveneens van hebben genoten.)


Niet alleen lachte hij om zijn eigen opmerking, een flink aantal mannen van genoemde commissie lachte met hem mee. Dat is wat ik noem ‘improper behaviour’ dus: gezakt voor de test. En voor de baan. Misschien zelfs wel voor het leven!
Ik weet niet hoe het uitlekte maar er barstte vervolgens een storm van maatschappelijke woede los in Indonesië en daarbuiten. Ondertussen kwamen publieke acties tegen hem op gang, in kranten en tijdschriften maar ook op sociale media als Facebook en Twitter. Er zijn in dit land 50 miljoen Facebook-gebruikers en het aantal Twitter-gebruikers staat wereldwijd op plek 6. Er werd grootschalig opgeroepen de man niet te verkiezen voor die belangrijke, hoge functie.

Niet veel later bood hij publiekelijk zijn excuses aan. Zijn vrouw en dochters waren ook boos op hem geworden. Hij was nerveus geweest en had met zijn ‘grap’ het ijs willen breken. Zelfs als vader van dochters kon hij kennelijk niet bedenken dat zijn misogyne opmerking niet door de beugel kon. De laatste berichten over hem zijn dat hij niet is geselecteerd voor de baan, dat hij voor een Ethische Commissie zal moeten verschijnen en dat hij daarna wellicht uit zijn huidige functie zal worden gezet. Volgens de betrokken instanties niet vanwege publieke druk... Tja.

Het is geen incident, het is het topje van de ijsberg. Vrouwenrechten worden veelvuldig met voeten getreden in de Republiek Indonesië. Dagelijks staan daarover artikelen in de krant. Vorige week stond er een artikel in de Bali Post met als titel 'No heaven for women and children in Bali'
Het aantal gevallen van huiselijk geweld en van seksueel misbruik op het eiland van de Goden nam in de afgelopen maanden schrikbarend toe ten opzichte van vorig jaar. In de Balinese traditie is geweld door mannen tegen -hun- vrouwen gebruikelijk en acceptabel. “Very much so. The patrilineal family system and the caste system are both obeyed and glorified in Balinese families.” In een boekje met eeuwenoude volkssprookjes en legenden uit Indonesië (van M. Prick van Wely), trof ik een verhaal aan over een vader die accepteert dat zijn dochter door de raja wordt verkracht...

Enige tijd geleden opperde een Indonesische politicus dat vrouwen voortaan alleen nog maar schrijlings op de brommer mogen zitten. De wijdbeense zit zou teveel van hun lichaam onthullen en mannen aanleiding geven tot seksueel wangedrag. Met andere woorden: als je wordt aangerand of verkracht, is het jouw eigen schuld. Om dit soort opvattingen valt niet te lachen. Het is om te grienen.


vrijdag 25 januari 2013

Bintangberichten – deel 2

Ons dagelijkse ochtendprogramma na het ontbijt in de Biersteeg bestaat uit een kopje koffie drinken buiten de poort. In de huurvilla waarin wij thans verblijven, is wèl een perculator aanwezig maar die koffie kan ons niet bekoren. Liever geen koffie dan smakeloze koffie, is mijn devies. Dat geldt des te meer sinds wij Nespresso-cups ontdekten. In onze eigen villa in Bali hebben we een Nespressomachine staan waarvoor we cups meebrengen. Toen wij in de afgelopen maanden door Maleisië reisden, troffen wij éénmaal een Nespresso-machine met cups aan in een Franse bistro op het eiland Langkawi. We dronken er dan ook een aantal keren een heerlijke cappuccino.

Hier drinken we versgemalen Illy-koffie bij café 'Akar' dat wordt gerund door de Britse Mar. Ik ken de plek in het centrum van Lovina al enkele jaren. Eerlijk eten. Het loopt inmiddels goed; de keuken waarin verse vegetarische maaltijden -met biologische producten- door haar meiden worden bereid, heeft de grootte van een postzegel. Zij vertelde ons desgevraagd dat de zaak beter loopt sinds ze over een heuse espressomachine en een melkschuimer beschikken. Inmiddels ontving zij officieel de (maximaal) haalbare vijf sterren van Tripadvisor. Ze vertelde ons dat ze het plakaat onlangs in een la vond. Het lokale personeel was niet op de hoogte van de betekenis van het predikaat. De sticker prijkt nu fier op de gevel. 

Na de koffie lopen we dan door de hoofdstraat terug. Vanwege de hitte en de hoge luchtvochtigheid raak ik snel doorweekt al stap ik rustig voort. Ik loop geconcentreerd over het trottoir: als je niet  oplet, stap je zo in een gat of op een wankele riooldeksel!
Langs de weg zijn vele hotels, restaurants, warungs en anderssoortige winkels te vinden. Aan de andere kant van de weg liggen hier en daar nog prachtige rijstvelden. Momenteel worden overal velden omgeploegd en nieuwe rijstplantjes gepoot. De arbeiders doen hun werk razendsnel. De ibissen kijken met grote ogen toe en pikken hier en daar een wormpje mee. Ik kijk graag naar de activiteiten op het veld.

Tijdens onze ochtendwandeling komen we regelmatig kennissen tegen met wie we een praatje maken. Dat vind ik het leukst aan terugkeren naar deze plek. Doorgaans weet men al dat we zijn gearriveerd. Noord-Bali is namelijk een kleine wereld… Ook hier worden we 'De Dames' genoemd. Men is verbaasd over ons verblijf dat veel korter is dan anders. We zijn er deze keer vooral om met een aantal belangrijke personen bij te praten, nieuwe dingen te onderzoeken en in gang te zetten en oude dingen uit het slop te halen. Je zou het een ‘werkvakantie’ kunnen noemen. We liggen op schema.

Die kleine wereld van Noord-Bali lijkt binnenkort aanzienlijk groter te worden. Er komt namelijk een tweede luchthaven. Het bestaande vliegveld van Denpasar, in het Zuiden, is al jarenlang ontoereikend om het groeiend aantal toeristen te ontvangen. Dat wordt thans uitgebreid. Al jarenlang wordt gesproken over de aanleg van een tweede luchthaven die in Buleleng, de noordelijke region van Bali, zou komen. De kogel lijkt nu door de kerk.

De gouverneur van Bali wil zoveel met ‘zijn’ eiland. Zijn grootse plannen lijken soms te groot voor deze kleine Hindoeprovincie van Indonesië. Tegelijkertijd wil hij de Balinese tradities in stand houden en de cultuur beschermen. In mei van dit jaar kiest Bali een nieuwe gouverneur. In de afgelopen periode las ik regelmatige kritische artikelen over de huidige gouverneur Made Mangku Pastika. Essentie van de kritiek: hij roept veel maar er komt weinig van de grond. De grootste politieke partij van Bali liet onlangs weten hem niet te zullen steunen bij de aanstaande verkiezing. Ik vraag mij dus in alle ernst af of hij zal worden herkozen. We zullen zien.

Kubutambahan is de plaats waar de tweede luchthaven naar verluidt zal komen. Vele mensen zijn van mening dat het positief nieuws is voor de ontwikkeling van de regio en dus ook voor villa-eigenaren in het Noorden van Bali.
Geluidsoverlast zullen we er naar verwachting niet van ondervinden. Het vliegveld zal verrijzen op circa 32 kilometer ten Westen van de plek waar onze eigen villa staat; dat is ongeveer gelijk aan de afstand tussen Den Haag en Schiphol.

Het is nog niet duidelijk welke partij de luchthaven gaat bouwen. Bali is daarvoor afhankelijk van buitenlandse investeerders. Ook een tolweg die het Zuiden met het Noorden van Bali moet verbinden, staat op de agenda van het eilandbestuur. Al die toekomstige passagiers moeten tenslotte cepat-cepat naar hun eindbestemming op het eiland worden vervoerd. Eén ding weet ik zeker: die vooruitgang zal ten koste gaan van die übergroene rijstvelden die zo karakteristiek zijn voor dit Bali...


dinsdag 22 januari 2013

Bintangberichten - deel 1

Wij wonen tijdelijk in de Biersteeg in Noord-Bali en dus leek mij een titel als Bintangbericht wel toepasselijk voor de komende blogs. Toen ik het overdacht, kon ik niet bedenken hoe relevant de eerste zou worden!

Vorige week las ik namelijk in de papieren Jakarta Post, die we hier dagelijks lezen, een voorstel van ene Ahmad Kurdi Moekri. Zijn drijfveer was “to safeguard the nation’s morals”. Het zou om karaktervorming gaan en dus geen voorstel uit religieuze overwegingen zijn. Jaja. Moekri is 71 jaar en lid van de PPP (United Development Party), een islamitische partij in Indonesië. 

Een goede, praktiserende moslim rookt en drinkt niet, heeft geen seks voor het huwelijk en zo zijn er nog wat ge- en verboden. Nicotine doodt 500.000 Indonesiërs per jaar. Vooraanstaande Indonesische politici worden regelmatig  betrapt op het hebben van een minnares.
Ik weet niet precies wat de koran zegt over zelfverrijking. Hoe het ook zij, een van de directeuren van het Ministerie van Religieuze Zaken wordt ervan verdacht honderdduizenden dollars in eigen zak te hebben gestopt bij de grootschalige inkoop van het heilige boek. Hij is nu onderwerp van onderzoek door de Anticorruptie Commissie. 

Het wetsvoorstel dat Moekri volgend jaar wil indienen, heeft als inzet dat het nuttigen van alcoholische dranken vanaf 2015 strafbaar wordt in de gehele archipel, dus inclusief de provincie Bali waar niet de islam maar Hindoeïsme de boventoon voert. Als het voorstel wordt aangenomen en geïmplementeerd, kan de consument die wordt betrapt op het drinken van alcohol rekenen op een boete van $20.000 en twee jaar gevangenisstraf. Iemand die alcohol distribueert, kan een gevangenisstraf van vijf jaar tegemoetzien. Mensen die alcoholische dranken vervaardigen, kunnen tien jaar celstraf krijgen met een boete van 10.000.000.000 Rpi (circa $1 miljoen).

Er brak een storm van kritiek los in het gehele land en daarbuiten. De enige die zich van een reactie onthield, was de Indonesische brouwer van Bintangbier. De woordvoerster van het bekende biermerk verklaarde dat het om “zeer gevoelige materie” gaat.
Indonesië haalde zich met deze aankondiging felle kritiek op de hals. Ik trof geen reacties van voorstanders van het voorstel in de krant aan. Die houden zich voorlopig gedeisd, het zaadje is geplant. Wel las ik talloze ingezonden stukken van mensen met een Indonesische naam, van personen met Westerse namen die in Indonesië blijken te wonen en van buitenlanders (vooral Australiërs) die Bali hun favoriete vakantiebestemming noemen.

Die reacties hadden stuk voor stuk de strekking dat het een belachelijk idee is dat hoogstwaarschijnlijk nooit door het parlement zal worden aangenomen. Indonesië zal in 2014 nieuwe presidentsverkiezingen houden. Nu kan ik nog niet voorzien, welke partij het nieuwe regeringshoofd zal voortbrengen.
Het hoofd van het Balinese Toeristenbureau, een Hindoe, vond het voorstel van Moekri in ieder geval te bespottelijk voor woorden. Hij verkondigde per omgaande dat zijn organisatie zich nooit aan zo’n wet zal houden. Ook ik ben van mening dat 'resorteiland Bali' de deuren wel kan sluiten als het voorstel wordt aangenomen.

De brief van een Australiër die in Oost-Java woont en werkt maar regelmatig vakantie houdt op Bali, stak er wat mij betreft met kop en schouders bovenuit vanwege de ironische ondertoon. Nu Indonesië de corruptie heeft beeïndigd en de armoede heeft bestreden, is het hoog tijd voor de volgende hervorming: het alcoholverbod. Tja.
De briefschrijver was tevens goed in woordspelingen; ook deze is van hem: from bar life to life behind bars. Hij stelde onder andere voor dat alle huidige horecamedewerkers van Bali zich dan maar moeten omscholen en aanmelden bij het nieuw op te richten overheidsorgaan dat de wet moet gaan handhaven. Daar zijn ze hier immers goed in.
Je zou er bijna cynisch van worden...

In het zuiden van Bali, waar wij kort verbleven voordat wij naar het noorden reisden, dronk ik een cocktail op een trendy locatie aan de Strandweg. Al loungend, zei ik tegen mijn liefje dat ik het jammer vind dat we zo’n locatie en sfeer niet in de buurt van Lovina hebben. Niet lang na aankomst vertelde een kennis van hier mij dat de Spice Beach Club dit weekend, bij volle maan, zijn deuren opent. Op een kier welteverstaan want het betreft een soft opening. We gaan er naartoe. Officieel zal de club op Valentijnsdag van start gaan maar dan zitten wij weer hoog en hopelijk droog in Spanje.

De moraal van dit verhaal: houd er de moed maar in. Mijn liefje en ik verwachten dat de nieuwe club Lovina zal meesleuren in de vaart der volkeren en we toosten op de afgang van het voorstel van Moekri. Proost!


zaterdag 19 januari 2013

Blog uit de Biersteeg

De villa waarin wij thans verblijven, is eigendom van een ouder Scandinavisch echtpaar. Zij wonen al vele jaren in het Noorden van Bali. Zelf wonen zij in huis A en verhuren huis B. Zij verhuurden hun huurwoning voor enkele maanden aan Nederlanders die ruim een jaar geleden enkele maanden in onze villa verbleven. Die zijn nu enkele weken op reis door Cambodja en dat stelde ons in staat onder te huren. Deze villa ligt aan de Gang Bintang. Bintang betekent 'ster' in bahasa indonesia maar het is ook de naam van hét Indonesische biermerk. Mijn liefje, liefhebber van het brouwsel, vond de locatienaam aanvankelijk een goed teken. Ik heb in mijn hele leven misschien driemaal een slokje bier geproefd; het goedje is aan mij niet besteed!

De villa is volledig ommuurd, redelijk eenvoudig ingericht en uitgerust. De Zweedse eigenaren hebben één pembantu in dienst voor schoonmaak en avondmaal. Zij verdeelt haar werkweek over twee woningen: drie dagen in de ene en drie dagen in de andere villa. Ik trof mieren aan in het gehele huis, vuile vegen op de plavuizen, een keuken die plakkerig en rommelig was en een badkamer die in mijn ogen ook wel een extra sopje kon gebruiken.

Aangezien Elsa, ons voormalige hoofd Huishouding, momenteel baanloos is vanwege gedoe met onze eigen huurders, stelde zij voor ons dagelijks te komen helpen met schoonmaken en koken. Zij wil geen financiële vergoeding, wij trekken ons daar niets van aan. Elsa is tijdelijk voltijdmoeder. Als echtgenoot Ketut 's middags van zijn werk terugkeert, neemt hij de zorg voor de kinderen over en kan Elsa ons enkele uurtjes komen bijstaan. Wij vonden het een uitstekend voorstel en overlegden met de eigenaar. Als wij dat willen, vindt hij dat prima. Inmiddels blinkt de keuken en is overzichtelijk. Elsa en wij zijn en blijven een goed team!

De zwembadpomp en de koelkast moeten uit als mijn liefje de wasmachine aanzet. Er is niet voldoende vermogen om die apparaten gelijktijdig aan te hebben. We wisten ervan, daar valt mee te leven. De gordijnen in de tweepersoonsslaapkamers zijn aanzienlijk smaller dan de ramen dus ik ga met een blindeerlap voor naar bed. Het doorspoelen van de enige toilet in het huis is als Russische roulette: doetieutofdoetieutniet?! Kennelijk weet de eigenaar van het euvel want hij snelde toe toen wij het meldden. Het vraagt om een beetje improviseren maar dat kunnen wij, ex-kampeerders en ervaren Aziëgangers als geen ander.

Na een slechte eerste nacht waren we beiden qua gemoed millimeters verwijderd van een vertrek uit de villa... Naast ons wordt momenteel namelijk een nieuwe woning gebouwd: dagelijks slaat een generator aan die een cementmolen in gang zet. Dat gebeurt zowel in de ochtend als in de middag. We lieten de nieuwe ervaringen goed op ons inwerken. Na rustig overleg besloten we de knop om te zetten en onszelf te herpakken. Samen rooien we het.” Het is al jarenlang onze strijdkreet.

Desalniettemin heeft het iets vervreemdends: in andermans onderkomen verblijven, op steenworp afstand van de eigen comfortabele villa.

Niet alles is comme ci, comme ça. Putu, de handige part-time tuinman en zwembadbeheerder, kreeg de airco en de satellietontvanger weer aan de praat. Na twee maanden zagen we Pauw & Witteman en DWDD weer via BVN. Ook de plaatselijke wifiverbinding is prima. 
Vanaf het overdekte terras op de eerste verdieping kijk je over rijstvelden uit. Er zijn altijd wel mensen aan het werk. Dat is een mooi gezicht. Het zwembad is van bescheiden omvang maar fijn, de tuin idem dito. 's Avonds daalt de rust over het land. Als de muggen zijn verdwenen, is het goed toeven op het terras. Zowel het gezang van de imam als van de Hindupriester rolt met regelmaat over de velden.

We kregen Elsa, Ketut en de mannetjes op visite. We namen kadootjes voor de kids mee. Yudha had een zelfgeschreven brief voor ons met versgeplukte bloemen erop geplakt. Hij groeide in de afgelopen maanden uit tot een echte grote broer en doet het goed op school. Hij nam zijn verlate verjaardagskado, een boek met uitklapplaten over dieren in de Oceaan mèt bijbehorende geluiden, gefascineerd in ontvangst.

We vierden het weerzien met feestartikelen die we van Oudjaar bewaarden; een kinderhand is gauw gevuld. Vanzelfsprekend werd er gezwommen. In tien minuten tijd draaide Yudha zijn geheel vernieuwde repertoire voor ons af: een goede schoolslag, snel zwemmend op zijn rug, onder water. Zijn snoekduik vond ik persoonlijk het mooist! Duiken met een pak dat je boven water dient te houden, valt nog helemaal niet mee. Hij trad in plouffpak op maar dat hoop ik binnenkort te veranderen. Ik heb mij voorgenomen hem in de komende weken slechts in zwembroek te laten oefenen. Ik zal weer een webalbum aanmaken.




woensdag 16 januari 2013

De gekko roept weer

We landden gisteravond op Bali na een rustige AirAsia-vlucht. Deze low cost carrier, die de leus voert “now everyone can fly”, is een doorslaand succes. De vluchten die we tot dan toe met hen maakten, waren allemaal vol. Deze naar Bali tot onze verbazing niet; veel stoelen werden ingenomen door Russen (!).
In Denpasar Airport waren we in een mum van tijd uit de terminal. Zo snel deden we het niet eerder. De vliegtuigdeuren gingen kort na landing open, de bagage lag razendsnel op de band, we hoefden nauwelijks te wachten bij de visumbalie en ook bij de paspoortcontrole hadden we geluk: er gingen nieuwe loketten open en wij waren er als eersten bij. De contouren van de nieuwe terminal zijn goed zichtbaar. De taxichauffeur bracht ons via een snelle route naar het hotel. 

We namen een drankje in een van de vele, trendy bars aan de Jalan Pantai, de Strandweg. Dat soort etablissementen troffen wij nauwelijks aan in Maleisië. Moe van de reisdag sliepen wij beiden als roosjes. Na enkele nachten met geluidshinder in Malacca konden we deze diepe rust erg waarderen. We liggen op 100 meter afstand van het strand van Kuta en hoorden slechts de branding. Vannacht viel er een hevige tropische bui die ik niet vernam (mijn liefje wel) maar gisteravond en hedenmorgen werd ik wel gewekt door de roep van de gekko. Dat voelt vertrouwd.  

Al verlieten we Maleisië recent, het land is nog steeds in mijn gedachten. We brachten er goede weken door. De rondreis werd een mooie combinatie van cultuur en natuur, zoals bedoeld. Voor mij bestond het hoogtepunt uit het zien van -diverse soorten- apen in de vrije natuur. Mijn liefje genoot vooral van de natuur in al zijn facetten.

Wat wij zelf niet dagelijks voelden maar wat wel degelijk speelt, is dat het broeit in Maleisië. Dit jaar moeten nieuwe landelijke verkiezingen worden gehouden. Elke dag stond de krant vol met vooranalyses. De huidige regering, die een gematigde koers vaart, hield zich aan gedane toezeggingen tijdens de voorgaande verkiezingen. Zo is er nu gratis onderwijs voor iedereen, voert Maleisië een gunstige economische koers en daalt het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft snel. Maar de druk van radicale(re) moslimgroepen is groot.

Een tipje van de sluier over die onderhuidse spanningen werd voor ons opgelicht toen we met enkele Indiërs praatten: zij en de Chinezen voelen zich tweederangsburgers, beide bevolkingsgroepen voelen zich gediscrimineerd door de Maleiers. In de afgelopen jaren werden nieuwe overheidsbanen voornamelijk toegekend aan Maleiers en het aantal Chinezen en Indiërs in overheidsdienst nam af. Huizenprijzen voor Maleiers liggen lager dan die voor de andere bevolkingsgroepen. De slogan over eensgezindheid van de huidige regering '1 Malaysia' lijkt dus eerder wens dan realiteit...

Veel Maleiers willen leven in een moslimstaat, de meeste Indiërs en Chinezen willen onderdeel zijn van een multiculturele samenleving. Zij geven de voorkeur aan een scheiding van kerk en staat en willen hun eigen religie en cultuur in vrijheid beleven. Dat lijkt met elkaar op gespannen voet te staan.

Een van de opmerkelijkste dingen die wij in de afgelopen dagen in de krant lazen, was een beslising van Kedah, een regio met overwegend inwonende moslims en met een moslimbestuur. Men besloot dat tijdens de aanstaande viering van het Chinese Nieuwjaar geen danseressen en zangeressen in het openbaar mogen optreden. Bovendien moeten alle mannen die wel live mogen optreden religieuze liederen ten gehore brengen. De schoen wrikt overal. Nieuwjaar is nu eenmaal geen religieus feest dus dat besluit lijkt anderen en mij het opzettelijk dwarsbomen van medeburgers... De regerende partij stelt het moment van de verkiezingen tot nu toe uit. Men is namelijk bang om te verliezen; de oppositie krijgt momenteel veel steun van Chinezen en Indiërs en groeit sterk.

We reisden naar Bali af met gemengde gevoelens. Net voor de jaarwisseling trokken de kopers van onze villa in Bali zich uit de overeenkomst terug (zij willen zelf een resortje gaan bouwen) en aan de baan van Elsa, ons hoofd van de huishouding, kwam een einde. De relatie tussen de huidige langetermijnhuurders en haar verslechterde recent en werd onhoudbaar. 'Een verstoorde werkrelatie' zouden we dat in Nederland noemen. We werden overdonderd door al dat slechte nieuws maar ik kan inmiddels weer aan Bali denken zonder maagpijn te krijgen. In die paar weken dat we hier zullen blijven, hebben we dus weer veel te organiseren. Kasian. Morgen reizen we naar Noord-Bali. Binnenkort gaan wij ons Balinese vriendje Yudha weer in de armen sluiten; dat is oprecht een leuk vooruitzicht.


zondag 13 januari 2013

Eye on Melaka

Vanuit de hotelkamer hebben we zicht op de Melaka Eye, een eenvoudige en kleine versie van de London Eye, het beroemde reuzenrad dat langs de Theems staat. Het Oog staat hier aan de oever van de rivier Melaka. De waterweg slingert zich door het stadshart. Historische bruggen brengen je van de ene naar de andere kant. Om die reden wordt Melaka het Venetië van Azië genoemd. De naam van deze stad wordt overigens op verschillende manieren gespeld: Melaka, Malaca, Malacca, Malakka.

Ik schreef vanuit 'de' hotelkamer maar het is beter om te zeggen vanuit de eerste hotelkamer. Die kamer met zicht op het Oog bleek aan de rumoerige kant te liggen. De torenklok laat een korte symfonische riedel horen voordat die gaat slaan. Daarmee is nog te leven (al slaat de klok ook om 12 uur 's nachts). Het is het podium daarnaast waarop levende muziek wordt gespeeld in het weekend, dat ons deed besluiten een andere kamer te vragen 'aan de rustige kant'.
Kamer 2 bleek een grote hoekkamer te zijn, dat wil zeggen met ramen aan twee kanten. Ergo: erg warm. Een normale airco krijgt die grote ruimte niet koel. Bovendien bleek ook die kamer uiterst rumoerig omdat we boven twee enorme uitlaten van de central airco bleken te liggen. We haalden de manager er weer bij. Hij moest het (nog ergere) lawaai beamen. Op naar kamer 3! Tenminste, zo zou het moesten zijn… ware het niet dat het hotel vol was. In het weekend wordt Melaka namelijk overspoeld door Singaporezen die de grens oversteken. Ik heb nog niet kunnen uitvinden waarom.

Er was nog slechts 1 kamer beschikbaar waarvan de airco niet werkte. Het hotel opende eind 2012 onder nieuw management en als onderdeel van de Best Western-keten. Momenteel vindt er veel onderhoud plaats. De technische dienst was het euvel aan het verhelpen en als dat zou lukken, werd dat onze rustige, ruime derde kamer. Joehoe! Het is wel zo dat de airco nu niet uitgaat. Dat kan alleen als je de chipkaart uit de houder haalt waardoor de lampen en de stopcontacten evenmin werken. Ach ja, we passen er een mouw aan. Wij houden toch niet van slapen met airco.

Het oude stadshart van Malacca dat op de UNESCO-Werelderfgoedlijst staat, ademt een aparte sfeer uit. Mijn liefje vergelijkt het bij voorkeur met Nederland in de 60’er jaren. Ik niet. Ik vind grote delen van de stad van de 21ste eeuw maar je hebt op bepaalde plekken het idee dat je teruggaat in de tijd. Ook hier weer drie culturele stromingen: baba en nyonya wordt de stijl van de eerste Chinezen (uit Fuji) genoemd, Chitty is de stijl van de eerste emigranten uit India en Peranakan is de Euraziatische stijl, waarin Portugese, Nederlandse en Britse invloeden zich vermengen met de Aziatische. Je vindt die invloeden terug in de manier van leven en wonen, in de architectuur en op culinair gebied. Je begrijpt: een boeiend geheel. Als je overigens binnen het werelderfgoedgebied een sigaret opsteekt, krijg je een boete van 250 ringgit (ofwel ruim € 60). Roken is overal verboden; een enkeling houdt zich daaraan niet.

Ook Melaka heeft een eigen 'kampung air', een stadsdeel waar (arme) mensen op het water leven. Overal in Maleisië zagen wij ze. Het bizarre is dat aan de ene kant van de Melaka-rivier prachtige historische panden staan terwijl de andere oever is bezaaid met krotwoningen. Je kunt je niet voorstellen dat daar mensen leven. Mensen en varanen. We zagen grote exemplaren in het afval rondschuieren.

Wij gingen onder andere op zoek naar de Hollandse invloeden en vonden het Stadthuys, de Heeren Street, de Jonkerstraat, Middleburg Bastion, enkele VOC-gebouwen, de Nederlandse begraafplaats, een molen en... een standbeeld van Willem Alexander?! In zijn goede jaren, welteverstaan. Geen idee waaraan hij die eer heeft te danken.

's Avonds worden de Heerenstraat en de Jonkerstraat omgetoverd tot autoloze gebieden waarna restaurants hun tafels en stoelen buiten plaatsen. We eten hier dus elke avond onder de sterren, in een prettige temperatuur. Momenteel kleuren bijna alle straten van Melaka’s oude stadscentrum rood. De Chinezen maken zich op voor hun Nieuwjaar, het Jaar van de Slang. Lantaarns kleuren de lucht rood. Een bonte stoet trishaws, riksja’s op drie wielen, completeren het kleurrijke straatbeeld.


woensdag 9 januari 2013

Vrouwen(trein)stel

We zijn alweer enkele dagen in Kuala Lumpur. Na een langer verblijf op Langkawi-eiland is het stadse leven met alles dat daarbij hoort, weer even wennen. We missen vooral de frisse zeelucht en met de voetjes in het zand zitten.

Het eerste dat opvalt in deze stad, zijn de vele bouwwerkzaamheden en de lange files. Het gaat Maleisië economisch voor de wind dus werkelijk overal wordt nieuw gebouwd, gerenoveerd en uitgebreid. Eigenlijk is het stadshart van het 'modderige estuarium' (vertaling van Kuala Lumpur) één grote bouwput. KL is niet heel groot, je kunt heel veel te voet bezoeken. Dat doen we dan ook, na aanvankelijk een ticket te hebben gekocht voor de Hop On-/Hop Off-bus die je in circa 3 uur langs de belangrijkste bezienswaardigheden voert.

Het andere dat opvalt, is het é-nor-me aanbod aan Aziatische eethuisjes en restaurants. Wandelend door de stad ruik je overal heerlijke etensgeuren. We eten goed en gevarieerd. Een van de culinaire hoogtepunten was tot nu toe een bezoek aan een restaurant waar speciale dim sums worden geserveerd, in het Paviljoen Bukit Bintang. Ik ben dol op die Chinese tapas. De mannen in de keuken, met mondkapjes voor, vervaardigen zo’n kleinood razendsnel.

Niet zo lang geleden leerde ik hoe ik 'natte' dim sums, die bouillon bevatten, moet eten; ik keek het af van Aziaten aan een buurtafeltje. Dat was nadat ik het smakelijke vocht in mijn eigen stoommandje zag weglopen... Wat je doet, is je legt een dim sum met eetstokjes op een lepel en bijt er dan voorzichtig een gaatje in. De gloeiend hete bouillon slobber je dan met beleid naar binnen en het droge hapje eet je daarna op. De lekkerste dim sum die ik hier at, is gevuld met truffel. Vingerlikkendlekker!

Na Kuala Lumpur maken we nog één stop in Maleisië, te weten in Melacca. Net als Penang is het een stad op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Net als in KL vind je daar overblijfselen van Britse en Nederlandse invloeden in de architectuur. Ook de Portugezen lieten in Melaka hun sporen achter. Om daar te komen, moeten we een busreis maken; naar die bestemming rijdt geen trein.
Tijdens onze rondreis door Maleisië gebruikten we al vele vormen van transport: de benenwagen, riksja’s, aftandse en executive taxi's, kleine en middelgrote stadsbussen, middelgrote toeristenbussen, grote lange-afstandsbussen, een historische trein, kleine boten, een grote ferry en vliegtuigen. Het werd dus hoog tijd voor een ritje in een hedendaagse trein. 

We zochten uit waar vandaan de bussen van KL naar het zuiden vertrekken en waar we kaartjes kunnen kopen. Het betreffende station bleek een eindje buiten het stadscentrum te liggen. Voor 1 ringgit per persoon (€ 0,25) kochten we een kaartje en stapten we in. Na vier stops kwamen we op het bedoelde station aan. Spiksplinternieuw, schoon, met moderne middelen toegerust: de baliemedewerker drukt op een toets en je ziet alle bussen met hun vertrektijden op een scherm aan de andere kant van de counter. Je maakt je keuze voor het busbedrijf en je krijgt de lay-out van de betreffende bus voor je neus. We waren de eersten die voor a.s. vrijdag een kaartje kochten dus we konden de plek met de meeste beenruimte in de bus reserveren. Voor 11 ringgit per persoon (€ 2,75) zitten we in een VIP-bus die in 3 uur tijd 180 kilometer aflegt... Kom daar eens om in Nederland?!

Eenmaal terug op het perron maakte mijn liefje mij erop attent dat er pendeltreinen rijden met rijtuigen die kennelijk alleen voor vrouwen zijn bestemd. Ze zijn herkenbaar aan het roze logo. Daar wilde ik het mijne van weten.

We wachtten op onze trein, stapten in het roze gedeelte in dat een reeds overvol rijtuig bleek te zijn. Vol met dames uit allerlei bevolkingsgroepen.

Ik vroeg de meereizende spoorwegpolitie-agent waarom die women-only rijtuigen zijn ingesteld. Het idee blijkt al in 2010 te zijn geïmplementeerd. Niet alleen om (alle) reizende vrouwen te beschermen tegen ongewenste intimiteiten van mannen maar ook om moslima’s in de gelegenheid te stellen zich zonder mannen te verplaatsen. Het is moslimvrouwen in Maleisië overigens niet verplicht gescheiden te reizen. Toen wij instapten, zaten er drie mannen in het roze rijtuig: 2 zonder en 1 met vrouwelijke partner. Zij moesten elders hun zitplaats zoeken. Op mijn beurt maakte ik mijn liefje erop attent dat gewenste intimiteiten in dit rijtuig evenmin worden gewaardeerd.


P.S. Nagekomen mededeling van mijn liefje: ze vond heur haar niet goed zitten op de foto. Vandaag gingen we beiden onder het mes van jonge kapper Thomas, in 'Salon 8 Days'. We zijn weer om te zoenen. Dat gaan we dan ook doen maar niet in de trein!

zondag 6 januari 2013

Lang wakker op Langwaki

Vandaag zijn we aan de laatste dag op het eiland Langkawi begonnen.
In de afgelopen dagen was ik niet erg in mijn hum. Dat gold ook voor mijn liefje. Dat kwam door de mails met negatieve berichten uit Bali. De mensen die thans in onze villa verblijven, meldden nare kwesties met personeel. Er moest iets veranderen. 2013 doet zijn naam eer aan, wat mij betreft. We eindigden 2012 niet erg positief en ook het begin van het nieuwe jaar liet sterk te wensen over. Dat vreet aan mij. Na vele mails over en weer gloort er weer een beetje licht aan het einde van de tunnel. We pakken de draad van het genieten met goede moed weer op.

We zaten aan het zwembad te scrabbelen toen een frisogende jongeman ons aansprak. Hij vroeg zich af in welke taal wij speelden en bekeek het volle bord. We vertaalden de woorden die daar lagen in zijn moedertaal. Het was een goede speelronde met fraaie woorden, evenwichtig over het speelveld verspreid. Mijn liefje heeft nog altijd het verlangen om van mij te winnen. Dat lukte haar in al die jaren niet maar vorige week was zij dichter bij een overwinning dan ooit. Op de valreep haalde ik een winnend aantal punten. Tja, zij is nu eenmaal van de cijfers en ik ben van de letters!
 
Hij bleek de veranderingsmanager te zijn van het hotel waarin wij thans verblijven. Dat er het een en ander moest veranderen, beschreef ik reeds in mijn vorige blog. Zijn (Engels klinkende) achternaam hadden we in ons schriftje staan, mocht er reden tot klagen zijn over het verblijf alhier. Het was tot nu toe niet nodig, vonden wij. Mark is een Maleise jongeman, zoon van een moeder die in Johor Baru woont, in het diepe Zuiden van het westelijke schiereiland van Maleisië. Hij volgde een -hogere- hotelschoolopleiding en werkte reeds in vele Aziatische en enkele Europese landen.

We spraken hem uitgebreid over veranderingsmanagement. Hij is hier door de nieuwe eigenaar voor zes maanden ingehuurd om de boeman te spelen. Hij loopt kritisch rond en vertelt de nieuwe General Manager en zijn oude staff wat er hapert en wat per omgaande moet veranderen en verbeteren. Met zijn prettige voorkomen en zijn vastberadenheid lijkt hij geknipt voor die rol. Mark heeft zelf goede ideeën maar luistert tevens naar zijn klanten. Vanwege onze werkervaring hebben mijn liefje en ik altijd ideeën te over. Hij en mijn liefje besloten vrienden te worden op LinkedIn.

Ik deed nieuwe vriendinnen op. Niet op LinkedIn maar gewoon in het golfslagbad, onderdeel van het langste zwembad van Maleisië. Een groepje Aziatische pubers zocht contact terwijl ik mijn eReader zat te lezen. Ik kon aan hun gedragingen zien dat ze het over mij hadden. Ze bleken zich af te vragen of ik op internet aan het surfen was of dat ik iets anders deed. (Wij vertelden bovengenoemde Mark eerder dat een wifiverbinding met grote capaciteit overal op het terrein en in elke kamer op zijn prioriteitenlijstje moet staan!) De meisjes konden, net als wij, met hun smartphone geen gebruik maken van een stabiele verbinding. Ik liet hen zien dat ik een digitaal boek las. Ze keken met belangstelling toe en giechelden wat.

Eindelijk deed zich een situatie voor waarbij ik de neushoornvogel goed kon fotograferen. Vanaf Sepilok (Sabah) had ik de bijzondere vogel op mijn netvlies maar het lukte mij niet om de vogel goed op de gevoelige plaat te leggen. Het zijn nogal schuwe dieren en als je beweegt, vliegen ze op. Die situatie veranderde op Langkawi. Net om de hoek van het hotel bleek zich het geliefde namiddagbosje van deze vogels te bevinden. Ik stond op enig moment muisstil met mijn camera in de aanslag onder een boom en zag vijf, zes, zeven, acht, negen hornbills neerstrijken?! Saya senang. Prachtige gevederde vriendjes.

Ook ontdekten we onlangs het mooiste terras om de zonsondergang te bekijken. In de afgelopen dagen was die prachtig: met vele kleuren van de regenboog en altijd een parasail in beeld. Zo’n vlucht boven het water is hier favoriet bij vele vakantiegangers. Elke 5 minuten gaat er wel iemand de lucht in. Het restaurant heet 'Sugar' en is sinds kort geopend. Vroeger diende het gebouw als vuurtoren. Het fraaie gebouw en het strand waarop het staat, is eigendom van de Sultan van Brunei. Het staat op de kop van Pantai Tengah, op steenworp afstand van ons hotel. Ook de strandhut van het hotel staat op land van de Sultan. Men mag het gratis gebruiken. 

Je kunt er met de voetjes in het zand zitten, luisteren naar kekke loungemuziek, ze hebben er mooie wijnen en heerlijke tapa’s van over de hele wereld. Als de zon onder is, komen de inktvisvissers met hun verlichte boten tevoorschijn. Het restaurant serveert dan ook een heerlijke salt & pepper squid-with-Asian-twist (koriandersausje). Onze laatste avond in Langkawi, de bonte avond, gaan we daar doorbrengen. Met af en toe een parasailer boven ons hoofd. Het leukste tafeltje van het terras hebben we reeds gereserveerd.


woensdag 2 januari 2013

Thanks for the memories

Vandaag is de sterfdag van mijn vriendin Nelly die op 48-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker. Sinds 2009 moet ik het, net als zovele andere voor wie zij dierbaar was, zonder haar stellen en dat is geen sinecure. Nog steeds niet. Ik had alles met haar willen meemaken maar dit niet... Als ik aan haar denk zijn de tranen nooit ver weg. Wat moet je doen met de gevoelens van vriendschap en liefde voor iemand die dood is?
Nelly en ik waren graag oud met elkaar geworden maar dat mocht niet zo zijn.
Het rauwe verdriet wijkt langzaam voor een gevoel van dank voor het feit dat zij in mijn leven kwam. Ik heb vele herinneringen aan haar, aan onze wilde jonge jaren en aan de vriendschap die hechter werd met de jaren. We kenden heel veel ups en af en toe een down.

Er zijn vele momenten waarop ik haar mis: op betekenisvolle dagen, na bijzondere ervaringen en in mindere tijden. Ze genoot intens mee, luisterde goed.

Ze is er niet meer maar ik voel haar nabijheid. Ik zal haar nooit vergeten, zij kan mij niet verlaten...


Je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven

want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer

en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent

laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende
[..]

en ik heb geglimlacht
ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit

maar je kunt me niet verlaten


Hans Lodeizen (1924-1950)
Uit:
Verzamelde gedichten” (1996)