Translate

zaterdag 23 maart 2013

Een dag niet gelezen…

Het is nog steeds boekenweek in Nederland. In zo’n week zou ik graag in het Vaderland willen zijn. Ik zou dan dagelijks naar mijn favoriete boekhandel gaan en de boekenweekactiviteiten van dichtbij meemaken. Hier is elke week voor mij echter boekenweek. Onlangs zei ik tegen mijn liefje dat lezen, van de vele hobby’s die ik heb, de allergrootste is. Lezen maakt mij blij. Een dag niet gelezen, is een dag niet geleefd. Ik wissel papieren boeken af met digitale, nu en in de toekomst. Mijn reader is een waardevolle vriend maar sommige boeken behoren nu eenmaal in mijn boekenkast. Hebben!

Volgende week krijg ik het boekenweekgeschenk persoonlijk overhandigd. Dan krijgen we namelijk een logée die het in haar reistas meebrengt. Ik vroeg haar een papieren boek van mijn lijstje mee te brengen. Het is van de Catalaanse schrijver Jaume Cabré (1947), getiteld ‘De bekentenis van Adrià’ dat onlangs in het Nederlands werd vertaald. Alhoewel mijn kennis van de Spaanse taal aardig is, lees ik -nog- geen Spaanse literatuur. Voor kranten draai ik mijn hand niet om. Ik probeerde het met romans en poëzie maar het geeft mij geen voldoening: ik ben teveel bezig met het opzoeken van woorden en te weinig met de inhoud.

Cabré is Catalaan en schrijft in die taal; het lezen van een Catalaanse roman is voor mij nóg moeilijker dan een Castiliaanse! Ik kwam deze auteur op het spoor door een interview met hem in NRC Handelsblad van februari jongstleden. De interviewer noemt het boek “een kolossale roman die de hele Europese geschiedenis wil verbinden.” Dat is niet niks… tegelijkertijd is het typisch iets voor mij: een werk met historische èn literaire aspiraties. Het gaat over het kwaad door de eeuwen heen. Antisemitisme en intolerantie blijken centrale thema’s in het boek. Het is een dikke pil van 700 bladzijden dus ik kan even vooruit.

In de online Volkskrant van deze week las ik een artikel van de hand van een docent Nederlands aan een journalistiekopleiding die van mening is dat het niet goed gaat met het boek. Nederlandse jongeren lezen steeds minder en zeker geen literatuur of kwaliteitskranten. Dit is volgens hem vooral het gevolg van een gebrek aan receptieve taalvaardigheid. Veel jongeren zijn niet meer in staat zelfstandig een iets langere en complexere tekst te lezen. Zelfs studenten aan de journalistiekopleiding waaraan Slagter lesgeeft, lukt het in vele gevallen niet een serieus achtergrondartikel te lezen. Dat komt door een gebrek aan concentratie. “Maar als je van een tekst veel woorden niet kent, de beeldspraak niet begrijpt en grammatical constructies niet volgt, moet je concentratievermogen wel heel groot zijn om de tekst uit te lezen.”

Een taal leren gaat niet vanzelf. Hoe slechter jongeren thuis Nederlands leren, hoe meer les ze daarin op school moeten krijgen. In het MBO, waar de meeste jongeren naartoe gaan, is taalles in de afgelopen 25 jaar teruggebracht tot 1 uur per week (!) en het wordt zelden door bevoegde neerlandici gegeven. De journalist is van mening dat veel jongeren over een verbijsterend geringe woordenschat beschikken. Het meest alarmerend vindt hij het onvermogen om de grammaticale structuur van samengestelde zinnen te begrijpen. Dat vind ik op mijn beurt schokkend!

Deze week deed ik mee aan het online (inter)nationale onderzoek naar de omvang van de Nederlandse woordenschat. De betreffende test is een initiatief van de Nederlandse publieke omroepen NTR en VPRO en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Marc Brysbaert en Emmanuel Keuleers, taalonderzoekers aan de Universiteit Gent, hebben de leiding over het onderzoek.

Alvorens aan de test te beginnen, dien je enkele demografische gegevens (anoniem) te verstrekken: leeftijd, geslacht, opleiding, talenkennis en… of je links- of rechtshandig bent?! Dat laatste intrigeerde mij dusdanig dat ik de heren een mail stuurde met de vraag waarom. Tot op heden kreeg ik geen antwoord.

Tijdens de test verschijnen 100 bestaande en niet-bestaande woorden op het scherm waarvan je moet aangeven of je ze herkent of niet. Ik was niet ontevreden over mijn resultaat; als ‘talig’ mens en semi-professionele lezer heb ik iets hoog te houden. Na de test kun je in detail zien waar het goed en fout ging. Mijn liefje verging het anders maar dat is logisch voor iemand die niet verblikt of verbloost bij het gebruik van woorden als ‘strakdag’ (een dag met strakblauwe lucht) en ‘sudokoelie’ (iemand die dagelijks zware puzzelarbeid verricht). Dat in mijn lijst van bestaande maar niet-herkende woorden een ooruil voorkomt, neem ik muzelluf kwalijk als liefhebber van gevederde vriendjes!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten