Translate

donderdag 4 april 2013

Yippie Yah Yeah


We maakten deze week een uitstapje naar de woestijn van Tabernas, gelegen in de Spaanse provincie Almería (Andalusië). Het stond al jaren op het wensenreislijstje van mijn liefje en mij en Bernadette was solidair: ze ging mee. 

El desierto de Tabernas is de enige officiële woestijn in Europa. De woestijn ligt tussen de Sierra de Los Filabres en de Sierra Alhamilla. Het is een beschermd natuurgebied dat zijn bekendheid vooral verwierf door de vele spaghettiwesterns (500) die er werden opgenomen. 

Tabernas is eveneens bekend om zijn uitstekende kwaliteit olijfolie want deze streek ontvangt de meeste zonneschijn van Spanje. (‘Castillo de Tabernas’ was de favoriete extra virgen olijfolie van mijn vriendin Nelly voor wie wij menige fles uit Spanje meebrachten.)

La Buena, La Fea y la Mala gingen dan ook goedgemutst op pad. We reden er in circa 3 uur naartoe. Het dorp Tabernas ligt ingeklemd tussen de sierras, aan de voet van de ruïnes van een 14de eeuws Moors kasteel. De Tabernaswoestijn is geen zandwoestijn maar een rotsachtig, ruig gebied. Het was echter lang niet zo dor als ik verwachtte?! Er valt in het gebied gemiddeld 24 centimeter regen per jaar maar de heuvels en dalen waren relatief groen.

Het hoogtepunt moest toen dus nog komen... In de woestijn van Tabernas liggen namelijk drie themaparken die stuk voor stuk beroemde filmlocaties waren. Wij kozen voor een bezoek aan mini-Hollywood dat op 1 april zijn deuren weer voor publiek opende. Films die daar werden geschoten, zijn onder andere 'A Fistful of Dollars' en 'The Good, the Bad and the Ugly' (Sergio Leone), 'For a Few Dollars More' (Clint Eastwood) en 'Indiana Jones and The Last Crusade' (George Lucas).

Zo mini is het overigens niet: naast het wild west-stadje vind je er een uitgestrekte dierentuin, diverse musea (films, koetsen, diersporen), een cactustuin en de Yellow Rose Saloon! We trakteerden onszelf op een can-canvoorstelling in de saloon en de Western Show. 
Daar zagen we Spaanse jongedames voluptueus met de rokken zwieren en de benen in de lucht gooien. De Spaanse mannen deden spelletjes die jongens nu eenmaal graag doen: paardrijden, vechten, elkaar beschieten. Dat alles op de beroemde klanken van muziek van Ennio Morricone. De slechterik werd aanvankelijk in de boeien geslagen en vervolgens opgehangen. 
Tijdens de show ging het er nogal amateuristisch aan toe maar het decor was fraai en de entourage uiterst geschikt voor de toepassing. De strakblauwe lucht maakte het tot een fotogenieke ervaring. In het webalbum kun je ervan meegenieten.

De volgende dag stonden een voettocht naar het Moorse kasteel, een bezoek aan de plaatselijke olijfoliefabriek van het bekende merk ‘Oro del Desierto’ (het goud van de woestijn), en een wandeling door de provinciehoofdstad Almería op het programma. In het museum en de fabriek, die van oktober tot januari druk is met het vervaardigen van olijfolie, kregen we een rondleiding van een lid van de familie Alonzo, producent-eigenaar. Hij vertelde ons dat zijn familie al 7 generaties olijfboomgaarden bezit en beheert maar dat zij nog maar 10 jaar geleden de verlaten oliepers kochten. Daarmee beheert men nu de gehele keten. 
De familie produceert momenteel 400 à 500.000 liter olijfolie per jaar maar men is de finca sterk aan het uitbreiden. De zonnepanelen op het dak wekken dermate veel energie op dat niet alleen de fabriek voldoende electriciteit heeft voor alle werkzaamheden maar dat die wordt verkocht aan de lokale Spaanse energieproducent. Vanzelfsprekend kochten we een fles biologische olijfolie (koude persing), voor dressings en om mee te koken; dat gaat goed met extra virgen-olie. Fles en Bernadette kwamen inmiddels heelhuids in Nederland aan. 

Het bezoek aan de prachtige stad Almería smaakt naar mee. Daar keren mijn liefje en ik hoogstwaarschijnlijk binnenkort naar terug.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten