Translate

vrijdag 20 december 2013

Niets is wat het lijkt

Tja, waar zal ik beginnen? 
In 2005 gingen we voor het eerst als toeristen naar Bali, als onderdeel van onze eerste wereldreis. Het verblijf op het eiland bekoorde ons. In maart 2008 keerden we terug naar Bali na een rondreis door Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam. (Een groot deel van Azië bekoort ons.) In de tussenliggende jaren bedachten mijn liefje en ik dat we oud wilden worden in een land waar de zon altijd schijnt. Bali kwam weer op ons radar door een TV-programma dat mijn liefje zag over een Nederlandse tandarts die gebitten repareert en plaatst in Balinese monden. De beelden van het eiland betoverden wederom.

In maart 2008 betaalden we aan voor een lapje grond met huis in het dorp Dencarik aan de Balizee. Op een dag, we kampeerden in Kijkduin, kregen we een telefoontje van de Nederlandse makelaar/bouwer op Bali dat er een probleem was met ons grondstuk. Er doken twee personen op die zich eigenaar van het land noemden; de eigendomspapieren bleken dubieus. De makelaar wilde niet doorgaan met de verkoop. Wij stemden daarmee in. Niet veel later viel ons oog op een grondstuk in het dorp Banjar. Wij vroegen de verkoper van de makelaar of de papieren van dit landje wèl in orde waren. “Ja, hoor”, was zijn antwoord. Daarop gaven we hen opdracht aan de Jalan Segara (de Zeeweg) voor ons een huis en een gastenverblijf te bouwen. Met vriendin Bernadette dronken we champagne op de betreffende locatie, toen nog een wild begroeide kuststrook.

We maakten kennis met Theo, een Nederlandse inwoner van Noord-Bali en ontwerper van tropische villa’s. Zelf was ik erg gecharmeerd van het model ‘buka kecil’, mijn liefje had een andere voorkeur. Na een paar avondjes praten werden wij het over de villakeuze eens: het zou een open, tropisch huis worden met rieten kap. De bouw zou circa een jaar gaan duren. Wekelijks kregen we van Willem, de bouwopzichter, foto’s van de vorderingen toegestuurd. Het was regelmatig het hoogtepunt van onze week.

In augustus 2009 planden wij naar Noord-Bali af te reizen voor de oplevering van onze villa maar dat werd onmogelijk doordat mijn liefje op de voorgenomen reisdag op een operatiekamer in Spanje lag. De medische nabehandeling duurde maanden. Het was geen gemakkelijke periode maar de gedachte aan Bali hield haar op de been. In december 2009 reisden we alsnog af. Zij met een kaal koppie en zwabberbenen, ik als liefhebbende zuster Clivia aan haar zijde.

Ik zou een dik boek kunnen schrijven over onze Balinese belevenissen. De meeste hoofdstukken zouden uiterst positief zijn, sommige daarentegen zouden negatief klinken. Het zijn de verhalen over duistere zaken die ons terugkerende nachtmerries bezorgden. ‘Niets is wat het lijkt’, schreef een ex-resident ons die hier in de afgelopen jaren een goede kennis werd. Dat geldt zeker voor Noord-Bali dat nog relatief traditioneel in elkaar steekt. Mijn liefje kon na haar ziekte niet meer overweg met gedoe dus de negatieve ervaringen die we opdeden, trokken een zware wissel op haar. Bovendien kwamen wij los van elkaar en gezamenlijk tot de conclusie dat zij en ik ongeschikt zijn als Westerling te leven in een ‘ontwikkelingsland’ waar het verschil tussen rijk en arm immens is. We kunnen en willen onze ogen niet sluiten voor de consequenties die dat met zich meebrengt.

We gaan het Baliboek over enkele weken sluiten al zullen we het eiland als vakantiebestemming op onze reislijst houden. Er is immers veel dat ons terugbrengt. Van vrienden, familie en kennissen kregen we leuke en mooie reacties op het verkoopbericht. Een van hen wenste ons veel ‘badkamermomentjes’ (zie vorige blog), iemand anders schreef ons dat Bali helend had gewerkt voor mijn liefje hetgeen onvergetelijk is. Ook zij heeft gelijk. 
Villa Kerang gaat binnenkort definitief in andere handen over. Het is en blijft een prachtig huis, het zwembad en de weelderige tuin zal ik erg gaan missen. Mijn volgende blog zal een andere blik op 'mijn' Bali werpen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten