Translate

maandag 27 januari 2014

Aussie Aussie Aussie

Ja, we arriveerden inmiddels in Sydney; de reis verliep goed. Wel met drie uur vertraging en een fout in het visum van mijn liefje waarna een Australische ambtenaar in de luchthaven van Denpasar erbij moest komen en de correctie doorbelde naar Canberra waardoor zij alsnog mee mocht op de vlucht.
De Dreamliner van Jetstar vloog als een grote vogel al vind ik het comfort van de stoelen niet om over naar huis te schrijven. Gedurende het merendeel van de vlucht hadden we turbulentie maar niet zodanig dat je aan die stoel was gekluisterd. Het geluid dat je als passagier hoort, wordt -inderdaad- gedempt en de ramen zijn lekker groot. Een ander technisch snufje dat mij aangenaam verraste was een knop onder elk raam waarmee je het raam kon blinderen. Er komt geen luikje meer aan te pas. Het betekende dat wij ’s nachts naar de heldere sterrenhemel boven Australië konden kijken.

Zoals gezegd, tot aan Sydney airport verliep alles op rolletjes. Vanwege enorme drukte landde Jetstar in de Cargo-sectie van het vliegveld waar we met bussen naar de terminal werden vervoerd. Daar belandden we in een massa Aziaten die met minstens twee volle vliegtuigen dezelfde bestemming aandeden. De rij wachtenden voor immigratie was dan ook e-norm! Nooit eerder maakte ik iets dergelijks mee. Nietsvermoedend liep ik aanvankelijk langs een rij Aziaten totdat ik in de gaten kreeg dat het dé wachtrij was. Tussen mijn lippen sliste ik naar mijn liefje “doorlopen, doen alsof je neus bloedt”. Zo belandden wij ongeveer halverwege de wachtrij, tussen druk pratende Chinezen. We schoven aan, zogezegd. En we overzagen de massa en het tempo. Als enige twee witten staken we immers met kop en schouders boven de meute uit. Het duurde toch nog anderhalf uur voordat we de stempel in ons paspoort hadden en we onze reistassen van de band konden halen. Toen moesten we nog door Customs, waar alle bagage uiterst streng wordt gecontroleerd. Om ons heen wemelde het van de Aziaten met enorme dozen. Veel import en daardoor waarschijnlijk veel oponthoud. Mijn liefje vroeg met een glimlach aan de desbetreffende ambtenaar of er ook rijen waren voor mensen zonder importspullen uit Azië... Ze ontving een glimlach terug. We werden naar een sectie geleid waar een snifferdog het controlewerk doet! De trolley werd deskundig besnuffeld en we konden door. In vijf minuten; een record.

Onze vriendinnen Julie & Claire wachtten ons geduldig op en gezamenlijk gingen we lunchen aan een van de vele stranden van de stad. Die avond gingen we moe maar blij naar bed. Voor de volgende dag stond een bezoek aan Pat, Julie’s 88-jarige moeder, op het programma. Wij bezoeken haar trouw als we hier zijn. We sturen haar regelmatig een kaart als we uitjes in Europa maken en ze kijkt naar die tekens van (ons) leven uit. In de voorafgaande maanden leed zij veel fysieke ontberingen dus ze kon wel wat extra gezelligheid gebruiken. Sinds enige tijd verblijft zij in een luxe verzorgingstehuis waar zij het uiteindelijk naar haar zin heeft. We namen haar mee uit lunchen, kletsten bij, met volle teugen genietend. ’s Middags kochten we beiden een trendy nieuw badpak, de ouwetjes lieten we in Bali achter. 

En gisteren (26 januari), Australia Day, gingen we met Captain Cook het water op rondom de Harbour Bridge en het Sydney Opera House. Op die dag viert men op nationale schaal dat de eerste vloot in 1788 in Sydney aankwam vanuit Engeland. Op deze dag anno 2014 werden bijna 18.000 burgers uit 155 landen Australische ingezetenen. Wij nodigden Karen & Victor eveneens uit om met ons aan boord te gaan. Zij vertoeven sinds vier dagen in Sydney voor een verblijf van drie jaar. 
(Voor de oplettende lezer: onze vriendin Claire was tijdens dit uitje afwezig. Zij volgt een druk trainingsprogramma in voorbereiding op de Australian Open in februari 2014. Niet op het gebied van tennis maar van lawn bowls. We hebben een potentiele winnaar in ons midden!) Karen kennen wij sinds zij een meisje was; zij is een van de kinderen van onze goede vrienden Emmy & Hugo. Victor leerden we in oktober vorig jaar kennen tijdens hun bezoek aan de Costa Blanca. Een leuk stel dat aan een mooi avontuur begint, al is het ver weg van vrienden en familie. 

Alhoewel het een bewolkte dag was, genoten we van de vele bezienswaardigheden op het water: tall ships, cruiseschepen, moderne en antieke zeilboten, duwboten, ferries, marineschepen, superjachten (eentje van 98 miljoen Aussiedollars, naar verluidt), badkuipjes, roeiboten en kayaks. De ferries hielden een ferrython en de tall ships deden eveneens mee aan een race. 
Ook in de lucht was van alles te zien: helicopters met de Australische vlag, een helicopter die opnamen  maakte voor TV-zender Channel 9, jets van de RAAF, van de kustwacht en... een A380 van Qantas die enkele rondjes boven de haven maakte. Ongetwijfeld met VIPs aan boord. Het was een bijzonder gezicht om zo’n grote vogel zo laag over te zien gaan. 

Het bootreisje werd afgesloten met een lunch bij Café Sydney. We vierden Australiëdag en ons toevallige samenzijn met een hapje en een heerlijk glaasje champagne. Reizen is verslavend. We zijn blij hier te zijn.


donderdag 23 januari 2014

Bye bye Bali

De afgelopen dagen in het zuiden van Bali voelden aan als vakantiedagen. Als kadootje voor muzelluf kocht ik een iPad Mini en mijn liefje schafte een nieuwe zonnebril aan. We ‘sopten’ tot we erbij dropten, bezochten mooie restaurants (o.a. Zuid-Bali’s beste restaurant van dit moment: Sardine). We maakten wandelingen langs het strand – zigzaggend vanwege het vele plastic en zonder schelpen te rapen; die komen immers Australië niet in. 
We sliepen als roosjes in het grote bed, bespraken alles dat zich in de laatste maanden in het Hoge Noorden afspeelde, keken terug op een boeiend maar inspannend weekend met de nieuwe eigenaren van Villa Kerang, lazen lokale kranten en becommentarieerde alle onderwerpen. Hét onderwerp van dit moment is de verkiezing van de eerstvolgende president van Indonesië in juli van dit jaar. Wie o wie gaat dat worden? We zullen het wel lezen in de krant(en). Bali als vakantiebestemming bevalt ons beter dan als nieuw Vaderland.

We ontvingen in de afgelopen dagen veel felicitaties van vrienden en familie. Zij voelden de opluchting en het nieuwe begin met ons mee. Mijn liefje en ik fantaseerden over een bestaan als Mama Lou en Pipo de Clown, precies het leven dat we willen leven en dat we weer gaan leven, als het aan ons ligt. Een rondreis Down Under staat nu op het programma, vanavond vliegen we namelijk naar Sydney na een afwezigheid van twee jaar. We hebben er zin an.

Op 18 december jongstleden maakte de Australische vliegmaatschappij Jetstar (dochter van Qantas) haar inaugurele vlucht met de Boeing 787 Dreamliner het state-of-the-art vliegtuig dat vanaf deze maand de Sydney-Bali route zal dienen. Dit Boeing-toestel is een wide body vliegtuig dat wordt beschouwd als 's werelds efficiëntste voor lange afstandsvluchten. Het toestel heeft een capaciteit variërend van 210-330 passagiers afhankelijk van de stoelconfiguratie. Deze Dreamliner is voor Jetstar de vervanger van de Airbus 330. Het is de bedoeling dat Jetstar 14 Dreamliners operationeel heeft aan het einde van 2015. Dit is het eerste type vliegtuig met composieten als belangrijkste materiaal voor de structuur, in plaats van metaal.

Het is één van de meest geavanceerde vliegtuigen die in de afgelopen jaren in gebruik is genomen. Een modern middelgroot toestel met veel ruimte van binnen, grotere stoelen, grotere en beter geplaatste ramen en meer zuurstof. Omdat het vliegtuig grotendeels van composiet is gemaakt, is het toestel sterker, minder zwaar, minder gevoelig voor corrosie en beter gestroomlijnd. Dat betekent minder lawaai, sneller én zuiniger. De luchtdruk in het toestel is hoger dan gemiddeld hetgeen betekent dat het de vermoeidheid van passagiers vermindert. Wij gaan aan boord dus we gaan al die voordelen hopelijk aan den lijve ondervinden! De volgende blog komt uit Sydney. Leo Dovente.



dinsdag 21 januari 2014

Bye Bye Banjar

Het was mij het weekend wel! We kregen speciaal bezoek uit België en het was gevuld met afscheid nemen. Een kleine delegatie van de nieuwe eigenaren, een investeringsclub (tien mensen), kwam naar het noorden van Bali om met eigen ogen Ons Domein te bekijken en de overdracht te doen. 

Op zaterdagochtend, na een rondje Nespressokoffie, leidden we hen rond en beantwoordden wij vragen. ’s Middags lunchten we met hen op het eigen terras. De meisjes in de huishouding maakten er iets moois van. Bart en Ivo bleken erg content met wat zij aantroffen.’s Avonds dineerden wij met hen bij Starlight, een plek direct aan de Balizee die wij regelmatig bezochten omdat je daar met de voetjes in het zand kunt zitten. Dat bleek nu teveel gevraagd; het is immers regenseizoen en dan is er sprake van hoge waterstanden. Daarna zouden we een excursie doen over de boulevard van Lovina. De mannen stelden voor dat we nog een drankje gingen drinken bij Kantin21, the place to be in het Hoge Noorden. One for the road. Het is een openluchtbar met lokale live muziek. De volgende ochtend stond ik met bonkend hoofd op. Ik ben niet meer gewend om door te zakken en de wallen onder mijn ogen spraken dan ook boekdelen.

Zondag was het tijd voor afscheid van Elsa, Ketut, Yudha en Damai. We volgden het zondagritueel van koffie of melk met een croissantje, gevolgd door zwemmen in het eigen zwembad van semi-Olympische afmeting. Ketut bracht een kado voor ons mee: een schaalmodel van het Regent Seven Seas cruiseschip waarop hij de afgelopen acht maanden had gewerkt. Het schip zit inmiddels goed verpakt in een van de reistassen; het krijgt een mooie plek in Spanje. Daar gaan we hem waarschijnlijk in april ontmoeten want Ketut vliegt voor zijn komende reis naar Barcelona waar hij aan boord gaat van de Mariner, een 6-sterren schip van dezelfde Amerikaanse reder. Daarna zal de boot in Malaga aanleggen waar wij hem in april proberen te zien. Hij vertelde ons dat familie van personeel aan boord mag komen voor een rondleiding over het schip dus dat is iets om naar uit te kijken. We gaan het gedetailleerde reisschema van de boot bestuderen en nemen dan actie. Yudha wist dat we de daaropvolgende dag zouden vertrekken dus het afscheid ging gepaard met veel gesip van zijn kant en een brok in mijn keel.

’s Middags lunchten we wederom met Ivo en Bart op het eigen terras maar nu vergezelden buurman Tom en zijn vrouw Wendy ons. Met Tom deelden wij in de afgelopen jaren alle lief en leed hetgeen onze band versterkte. Tom blijft ‘alleen’ achter op Bali en vroeg ons om betrokken te blijven bij de afwikkeling van het een en ander. We zegden toe, in samenspraak met de nieuwe eigenaren van de villa. Ook deze dag werd afgesloten in een plaatselijk restaurant, opnieuw gevolgd door een uitje naar Kantin21 waar toen zelfs werd gedanst. Mijn liefje deed een verzoeknummer aan de band: of zij het kinderliedje ‘Bintang Kecil’ (kleine ster) voor ons wilden zingen. Dat was het eerste lied dat wij van Yudha leerden. De bandleden moesten er hard om lachen. In de zes jaren dat zij bestaan, kregen zij nimmer zo’n verzoek. Ze zongen het met plezier en inzet.

En toen werd het maandag. Vijf weken daarvoor was de koopovereenkomst gesloten en in een zucht van tijd was daar onze laatste dag in Villa Kerang. We genoten van de laatste momenten onder de rieten kap, met uitzicht op een prachtige Balizee. De huissleutels werden ceremonieel overgedragen. De chauffeur kwam voorgereden en we namen afscheid van alle personeelsleden. Nomi had natte ogen, Ayu pakte mij uit eigen beweging vast, Made memoreerde dat hij vijf jaar lang graag bij ons had gewerkt. Het opmerkelijkste was dat hij zich verontschuldigde voor alle problemen die wij als buitenlandse eigenaren hadden moeten ondergaan. Tuinman Dewa gaf ons een big smile. Zwaaiend reden we de oprijlaan af, een nieuwe toekomst tegemoet, eentje met minder kopzorgen en veel vrijheid om te reizen. Maandagavond waren we hondsmoe; het voorgenomen feestvieren werd een dagje uitsgesteld. We gingen vroeg slapen.

Nu zijn we in Kuta, in een goed hotel met uitzicht op zee. De Balinese baliemedewerkster gaf ons een upgrade naar een kamer met een zee van een bed (2.4 meter breed). Ook voor de deur ligt een wilde zee met hoge golfen en... veel ronddobberend vuil. Gisteren was het strand zelfs gesloten vanwege het ruwe weer. Dat geldt ook voor vandaag, de rode vlag staat strak aan de mast maar er wordt gesurft. De grijpers met afval rijden af en aan over Kuta Beach. Het weer van vandaag was uitstekend voor ‘soppen’ (aldus Ayu); zo kocht ik een nieuwe reistas, nieuwe shorts en shirts en we gingen beiden naar de kapper. We zijn senang sekali.


vrijdag 17 januari 2014

Mijn grote kleine vriend

Geen dag ik mijn leven dacht ik serieus over de vermenigvuldiging van muzelluf. De voortplantingsorganen waren aan mij niet besteed. Er zijn al zoveel kinderen op de wereld, zovelen kunnen geen kind zijn. Eerder zou ik nog een kansloos of kansarm kind uit een ander continent adopteren. In mijn tienerjaren begon ik met de sponsoring van een meisje in Afrika. Toen ik mijn liefje leerde kennen, zetten we een dergelijk project samen voort. Ook gezamenlijk kozen wij voor een meisje in Afrika, totdat de betreffende organisatie in een kwaad daglicht kwam te staan.

En toen leerden we in 2008 een jongetje in Zuid-Oost Azië kennen... Tja, het kan verkeren! 
Hij was één jaar oud, kaal, stil en iel, en bovendien een moeilijke eter. Bij de eerste ontmoeting had hij alleen oog voor de Kia die we toen hadden. Hij liep continu rondjes om de auto, met zijn hand langs de banden. (Die autogekte heeft hij nog steeds.)

Vanwege het feit dat zijn beide ouders werkten, werd Yudha overdag bij zijn overgrootmoeder ondergebracht. Ze is een oude, lieve dame die een groot deel van de dag slapend doorbracht. Het kleine ventje lag dagenlang naast haar. Wij vonden dat geen goede situatie en stelden Elsa en Ketut in 2010 voor hem naar een internationale peuterschool op Montessori-grondslag te brengen. Op zijn derde verjaardag ging hij voor het eerst naar die school. Hij gaat nog steeds graag. Zijn recentste rapport meldde slechts één verzuimdag in het afgelopen halfjaar.

Toen ons eigen huis in 2009 klaar was voor bewoning, werd hij vaste gast. Het zwembad oefende een grote aantrekkingskracht op hem uit. Ik herinner mij dat hij op een dag zonder drijfmiddelen in het diepe sprong, zich van geen gevaar bewust. Hij kwam boven, mijn liefje trok hem aan zijn armen uit het water, met een grote glimlach op haar gezicht. Hij liet geen traan al racete zijn hart. Hij hield er geen watervrees aan over. In tegendeel. Hij wil zwemmen als ik doe.

Mijn liefje viel als een blok voor het ventje. Hij is haar kleine grote liefde. Het is al jaren Yudha voor en Yudha na en dat is een bron van vermaak. Zij kookte zelfbedachte Olvarithapjes voor hem die hij heerlijk vond. Zij bracht hem zelfvertrouwen, omgangsvormen, tafelmanieren en hygiène bij. En ze is van de knuffels en het getroetel. Bij mij verliep dat proces geleidelijker al viel ik evengoed. Ik houd ervan dat ik met hem kan praten, hem dingen kan leren en samen met hem kan uitvinden. Zelf stimuleer ik hem te bouwen, tekenen, kleuren, zingen, gek doen. Toen een leider tijdens Engels vakantiekamp onlangs aan hem vroeg zijn familie te beschrijven, noemde hij zijn vader, moeder, broertje en ons. Geen ooms, tantes of andere familieleden (al houdt hij ook van aya, Elsa’s vader). Hij hoort bij ons en wij bij hem.

Ik vind het heerlijk als hij tegen mij aan kruipt als ik hem voorlees. Hij springt in mijn armen, legt zijn zachte wang tegen de mijne en dan zing ik alleen voor hem. Willeke Alberti’s ‘Telkens weer’ is favoriet. Sinds hij kan lezen, schrijven en rekenen, is het gezamenlijke plezier nóg groter. Bovendien is hij mijn zwemmaatje. Als zijn kleine hand in de mijne schuift in het zwembad en hij voorstelt dat we samen de lepel van de bodem ophalen, smelt ik. Wij zijn zijn neneks, zijn witte oma’s.

Hij zit nog steeds op Window to the World al is hij toe aan de volgende stap, een nieuwe intellectuele uitdaging. Na dit schooljaar gaat hij naar een tweetalige lagere school die goed staat aangeschreven. Elsa kwam met de suggestie; wij bekeken de nieuwsbrief en de website van de school en bespraken het met haar. Ze heeft hem reeds voor volgend schooljaar opgegeven. 
We zijn blij met deze ontwikkeling. Zo voorkomen we dat hij naar een traditionele Indonesische lagere school moet waar kinderen slechts drie uur onderwijs per dag krijgen en bovendien worden gedrild in plaats van zelf te leren nadenken. Hij gaat daar zeven uur onderwijs per dag krijgen. Bovendien zijn de leerboeken in het Engels, legt de school veel nadruk op zelfexpressie en gedifferentieerd onderwijs, in lijn met individuele capaciteiten. Ze staan project-based en community-based leren voor en een wekelijks bezoek aan de bibliotheek maakt onderdeel uit van het curriculum. Senang! 

Yudha zag ik in de afgelopen vijf jaar van een piepkuiken tot een lief, mooie ventje ontwikkelen. Hij is -by far- de leukste Balinees die ik ken. Hem en zijn broertje Damai te zien opgroeien tot slimme, eerzame burgers is een aantrekkelijk vooruitzicht en veel wishful thinking.


dinsdag 14 januari 2014

De hoogtepunten worden lager

De laatste loodjes wegen het zwaarst. Het blijkt ècht zo te zijn, zeker voor mijn liefje – controlfreak en perfectioniste. De laatste werkzaamheden in de villa vragen nogal wat doorzettingsvermogen. Van ons, welteverstaan. We weten het al jaren: afspraken maken met Balinezen is geen sinecure. Allereerst is daar het bekende ‘jam karet’, de elastieken tijd. Wij spreken af dat er werklui komen om negen uur ’s ochtends. De mannen zelf zien er geen been in om (veel) later te komen binnensloffen. Nu zul je denken “als je dat weet dan houd je daar toch rekening mee?” In plaats van ergernis, toon je blijheid als ze alsnog komen aanzetten. Maar zo zit zij niet -meer- in elkaar.

Dan is er het verschijnsel onder Balinese werklui dat ze liever niet alleen aan een klus werken’; da’s niet guzellug. Dus wordt er geverfd met twee personen op een te klein oppervlak waardoor ze elkaar snel in de weg zitten. En tenslotte komt het aantal vooraf aangekondigde mannetjes niet werken. Zegt de baas dat er de volgende dag vier personen komen, dan mogen we blij zijn als het er twee zijn. Als we dan vragen waar de andere twee blijven, dan krijgen we steevast het antwoord: ceremonie. De Balinezen hebben een ontelbaar aantal Hindoeceremonies waaraan ze deelnemen. Grote en kleine, in de eigen familie, bij aanverwanten, vrienden, buren en in het eigen dorp.

Er is al veel gedaan. We begonnen met de dingen die direct een verschil maakten: de poort werd grijs geschilderd, de bloemenbakken buiten werden opnieuw beplant, de gehele tuin werd opgelapt, de grote schelpenkroonluchter in de entree werd teruggehangen, andere lampen in huis werden gerepareerd, kapot of lelijk licht werden vervangen, de huistempel werd opgepimpt, Dewi Tara kreeg een nieuw kleedje, het gastenhuis werd bijgeverfd, het zwemdek werd geverfd, het tuinhek kreeg een bepaald in het oog springende verflaag. En het strand is inmiddels van gras en andere pollen ontdaan! De finance director van het gezin rekende mij voor dat die klus 20 Balinese mandagen in beslag nam.

Er staat echter nog het een en ander op de rol. Zo moet een stenen trap naar het terras opnieuw worden betegeld, onkruid uit de wandelpaden worden verwijderd, enkele tegelnaden door het gehele huis worden gevuld, sommige pilaarvoeten worden gerepareerd en geverfd. Het zijn weliswaar stuk voor stuk kleine ingrepen maar veel kleintjes maken een grote lijst met werkzaamheden. We zijn hier nu ruim zes weken en zijn bijna uitsluitend aan het klussen. Slechts op één dag hadden we geen personeel op het terrein (Nieuwjaarsdag). Wij zijn geen uitzondering: dat is nu eenmaal het lot van een eigenaar van een tropische villa. En zeker een in Bali.

Met mijn liefje sprak ik recent af dat we ons in onze laatste week in de villa niet meer opwinden over dergelijke situaties. Ze begon zich te ergeren aan hun werkhouding (direct ophouden nadat de baas weggaat, extreem lange koffiepauzes, opstaan als wij eraan komen). En dan hun gezeur: ‘panas’ (het is warm) en ‘hujan’ (het regent). Bij de eerste druppel laten ze acuut het werk uit handen vallen, mijn liefje mompelend achterlatend: “wie is hier nou de Balinees”? Ze dreigde een soort opzichter alias slavendrijver te worden en zo zie ik haar liever niet. Maar het is tamelijk vervelend gedrag, vind ook ik.

We schrapten inmiddels dingen van de klussenlijst; die moeten dan maar na ons vertrek gebeuren. In het tempo en met de instelling van de werklui lukt het eenvoudigweg niet alles te doen. Met de baas van de klussenportefeuille, die zich ongemakkelijk voelt over de gang van zaken en zelf ging meewerken, spraken we een dag van de week af waarop de mannen weggaan. Anders gaat het klussen door tot na ons vertrek, zelfs tot na de overdracht van de villa aan de nieuwe eigenaren. Sommige mensen verklaren ons toch al voor gek dat we al dat werk nog laten uitvoeren terwijl we weten dat het domein in nieuwe handen overgaat. Maar zo zitten we beiden nu eenmaal in elkaar: we willen het geheel netjes overdragen. Villa Kerang gaat aanstaand weekend over in andere handen. De naam van de villa wordt aangehouden. Als alternatief zou Het Huis met het groene Hek ook passen. Islamgroen :>)... Vandaag wordt hier op nationale schaal de geboortedag van de profeet Mohammed gevierd maar de mannen werken!


zaterdag 11 januari 2014

Pinda, pinda

Een blog over eten mag niet ontbreken in mijn terugblik op Bali! Als kind at ik nauwelijks Aziatisch, al had ik een vader die het heerlijk vond. Mijn moeder stak daar een stokje voor. Als wij over Chinees eten spraken, begon zij al te kokhalzen... Ze zag geroosterde hond op de kaart of andere viervoeters die in de keuken van haar nachtmerrie rondliepen. Als mijn pa en ik dan af en toe toch Chinees eten gingen afhalen in het dorp, ging zij aan een andere tafel zitten met een stukje vlees, aardappelen en Hollandse groenten op haar bord. Als kokkin doe ik mijn moeder hiermee tekort: ze kookte weliswaar traditioneel Hollands maar altijd gezond, gevarieerd en lekker. Met vers fruit na.

Het ironische is dat toen zij een baan in een stoffenwinkel in Den Haag accepteerde (ze was coupeuze), ze naast een Indonesische toko kwam te werken. Mijn middelbare school lag in de buurt dus ik fietste na school regelmatig bij haar langs. Ik herinner mij tante Ietje en haar zus die heerlijke loempia’s en saté maakten. Mijn moeder raakte bevriend met de dames, bracht vervolgens regelmatig Indonesische maaltijden voor mijn vader en mij mee naar huis en we gingen zelfs bij de dames thuis op bezoek. Wij genoten dan van traditionele Indonesische gerechten terwijl mijn moeder biefstuk met aardappelen kreeg geserveerd. Indonesische gastvrijheid op zijn best!

Ik heb altijd van eten gehouden, ook voedsel uit andere windstreken en continenten. In Bali probeerde ik in de afgelopen jaren dan ook veel uit: verschillende specerijmengsels en sambals, rujak, nasi pedas, babi guling, be sampi (gedroogd, kruidig vlees), vleesstoofpot in kokosnootmelk, curry van cumi-cumi (inktvis), rendang, ikan lele, sate lilit (zeevruchtensaté), gesnipperde kip met chili en limoen, gevulde jonge kokosnoot, tempeh kering kacang, bebek betutu (eend met kruiden in bananenblad), tum ayam (fijngehakte kip in bananenblad; kun je met alles doen), black rice pudding, godoh, kokospannenkoeken en zoveel meer.

Onze eerste kokkie Elsa is een kind van de zee dus met haar in de keuken aten we vaak verse vis. Hele vissen die ze op de traditionele markt kocht, gingen gemarineerd met kop en staart op de grill. Eenmaal visten we samen telientjes uit de branding voor de deur - net als lokale vissers doen- en kookten ze daarna. Ik at sappige garnalen, grote en kleintjes die Elsa speciaal voor mij bereidde. Mijn liefje is namelijk allergisch voor schaal- en schelpdieren en eet dan niet mee. Zij maakte vaak pittig gekruide gerechten; ook dat viel bij mijn liefje niet altijd in goede aarde: aan de chemo hield zij de gevoelige tong en lippen over die hete specerijen niet verdragen.

Het enige dat ik niet heb gegeten -en daarvan heb ik ook geen spijt- is lawar merah. Het is een traditioneel Balinees gerecht dat wordt gemaakt van vers, ongekookt varkensbloed... Dus je begrijpt waarom ik mij daaraan niet waagde.

De meisjes in de huishouding die wij zes weken geleden leerden kennen, zijn goede kokkies. Het team is een goed geoliede machine. Ze koken zeer gevarieerd. ’s Middags willen we bij voorkeur soep, ’s avonds bepalen zij het altijd zelf tenzij wij een verzoeknummer hebben. Wat opvalt, is dat zij niet vaak sojasaus gebruiken in hun gerechten. Ook Ayu en Nomi maken pindasaus zelf: de pinda’s en andere ingrediënten gaan in de vijzel en dan wordt er gestampt. Ook andere sauzen worden vers gemaakt. Als je dat resultaat eenmaal hebt geproefd, valt van een saus uit een pakje of potje niet meer te genieten. 
Ook genoten we altijd van de bordjes tropisch fruit die ons werden voorgezet. Voor mij is manga de koningin van het fruit: harumanis, manalagi, manilla... elke soort heeft zijn eigen bekoring. Dat gezegd hebbende, koning doerian is evenmin te versmaden! Als het om die vrucht gaat, vertoont mijn liefje verdacht veel trekken van haar schoonmoeder: ik moet mij ver van haar verwijderen om ervan te kunnen genieten. We gaan binnenkort naar het zuiden van Bali om ter afsluiting enkele voor ons nieuwe, culinaire hotspots te bezoeken: restaurant Sardine, bar-restaurant Mexicola en The Townhouse staan op het programma.


woensdag 8 januari 2014

Varkenspootjes

Niet eerder overkwam het mij, hier of in een ander tropische oord: ik kreeg last van een bacteriële huidinfectie. Vraag mij niet hoe dat precies ontstond. Wat ik wel weet, is dat aan de wonden een muggenbeet, een blaar (van schoenen naar een deftig restaurant) en een schaafwond (trap) vooraf gingen. De infectie kwam wellicht voort uit tuin- en/of strandvuil. Mijn handen was ik de gehele dag door, mijn voeten minder vaak...

De infectie zit aan beide voeten, rechts rondom mijn enkel en links op mijn grote teen en mijn hiel. Mijn huid zwol op, ik kon mijn enkels niet meer zien en de onderbenen werden rood en warm. Mijn tenen lijken op Duitse cocktailworstjes. Het voelt alsof teveel voet in een te krappe kous zit. Een naar gevoel. 
De eerste dagen dacht ik het nog met een beetje thuisdoktoren te kunnen verhelpen dus we kochten betadine, pleisters en gaasjes. Pleegzuster Bloedje maakte de wonden drie keer per dag schoon en verzorgde koude compressen. Zelf tracteerde ik mij op aspirines. Het baatte niet, de voeten zwollen verder; al lopend lilde het vlees op en naast de voet.

Plan B trad dus in werking. We lieten dokter Made komen; mijn liefje had ’s nachts een nachtmerrie over coccen die mij vanaf mijn voeten langzaamaan oppeuzelden tot aan mijn kruin. Zoiets is niet voor herhaling vatbaar dus er werd gebeld naar de dokterspraktijk. Ik ken deze arts niet persoonlijk, al deed hij weleens medisch werk voor ons: jaren eerder entte hij onze personeelsleden tegen nare dingen in.
Hij kwam met zijn assistent op de brommer. Toen hij het huis binnenstapte, voelde ik direct een band: hij liep net zo moeizaam als ik. Bij hem komt dat waarschijnlijk door zijn obesitas. Hij stelde zich voor, zei dat hij de junior versie van dokter Handra is (vandaar de brommer) en bekeek de wonden. Hij wist het direct: een bacteriële infeksi. Die subiete diagnose wekte vertrouwen. Dokter Made ging naar zijn praktijk terug om de benodigde geneesmiddelen voor mij te bereiden.

Toen hij weg was, kwamen Ayu en Nomi vragen wat er nu met mijn voeten ging gebeuren. Ik zei dat er niets tegen olifantsvoeten valt te doen... anders dan inkorten. En stampte rond in huis. Nomi, degene die zoveel stress kreeg van de vorige villabewoonster, riep met een guitige glimlach op haar gezicht uit: ‘net als een varken?!’. Ze hield haar hand tegen haar mond. Ik moest er hartelijk om lachen. De sfeer in huis is goed. Nu mijn voeten nog.

Niet lang daarna kwam dokter Made terug met een tasje met medicijnen. Hij deed bij mijn liefje voor wat de bedoeling is van elk geneesmiddel: antibioticum, antibacteriële zalf, gaasjes en watervaste pleisters. Zwemmen doe ik al dagen niet. Enkele dagen kunnen er nog wel bij al vindt Yudha zwemmen zonder mij minder leuk. Na de lunch ging ik over de knie van pleegzuster Bloedje. Zij smeerde en plakte alles op de gewenste plek. Nog een paar dagen en dan ben ik weer de oude, al gaat het veel te langzaam naar mijn zin.
Ik tel af naar slanke enkels.

In de tuin ben ik momenteel persona non grata. Ik ben er niet welkom al gebeuren er constant leuke, interessante dingen. Zo maakte tuinman Dewa de kokospalmen schoon. Niet alleen kwamen er grote mierennesten tevoorschijn, ook bleken sommige kokosnoten rijp om te worden geplukt. Hij sneed een kluster van vier noten af voor eigen gebruik en opende er eentje vakkundig voor ons. 
Ik zei mijn liefje dat ze een wens moet doen. Het was immers de eerste grote kokosnoot uit eigen tuin. Eentje voor Dewa, eentje voor Nomi en eentje voor Ayu. Altijd delen wat uit eigen tuin komt! Het goede nieuws is dat kokoswater een antibacteriële werking heeft dus het drankje viel in vruchtbare aarde. Het was bovendien heerlijk dorstlessend.
Vanwege het lichamelijke getob bestaat mijn dag grotendeels uit zitten op het terras, vanzelfsprekend met de reader in de hand. In de afgelopen dagen las ik de boeken ‘De vergeten tuin’ van Kate Morton (over een familieschandaal in aristocratische kring en de terugblik van drie generaties daarna) en ‘Tikkop’ van Adriaan van Dis (over een blanke verzetsman ten tijde van de Apartheid die jaren later naar het land terugkeert). Beide aan te raden literatuur. Kun je ook lezen zonder varkenspootjessituatie.



maandag 6 januari 2014

Puur natuur

Denkend aan Bali, zie ik smalle rivieren traag door oneindige sawas’s gaan,
rijen ondenkbaar hoge palmbomen als hoge pluimen aan de horizon staan.

Vrij naar Marsman

Bali, het eiland van de goden, is door diezelfde goden goed voorzien. Op natuurlijk gebied heeft het (bijna) alles: sneeuwwitte stranden en zwarte lavastranden, bergen en  vulkanen, zeeën en rivieren, riffen en tropische wouden. Als er één ding is op Bali waarvan ik intens ben gaan houden, dan is het wel de welig tierende natuur. De sawa’s hier zijn groener dan groen, in de bergen groeien de prachtigste bloemen, struiken en bomen, iedere zichzelf respecterende Balinees heeft eigen fruitbomen en als je geen tuin hebt, pluk je het fruit ‘gewoon’ van de bomen langs de kant van de weg. Het leven kan zo eenvoudig zijn.

Ook in de eigen tuin deed ik met regelmaat bijzondere ontdekkingen. Bontgekleurde en veelvormige hibiscussen, tropisch fruit, lotusbloemen, gevaarlijke en ongevaarlijke slangen en zoveel meer. De komodo was het eerste grote dier dat wij aantroffen; er zouden nog vele genode en ongenode gasten volgen. De ontdekking van een atlasvlinder in de tuin was mijn hoogtepunt in de afgelopen jaren. Bij nadere inspectie bleken het er twee te zijn die zich waarschijnlijk aan het voorplanten waren. Ze zaten 24 uur aan elkaar vast en draaiden met de wind mee. Opeens waren ze weg. De vele kleinere vlindersoorten waren een genot voor het oog.

Het binnenvliegen van twee ijsvogels via het terras was tevens een hoogtepunt, al zal het voor de dieren zelf een angstige ervaring zijn geweest, gevangen in een mensenhuis. We zetten alle ramen en deuren open en ze vlogen uiteindelijk via de voordeur weg. Zoals gevederde vriendjes doen. Nu we sawa’s achter ons huis hebben liggen, hoor ik de plaatselijke ijsvogels nog wel roepen maar ik zie ze niet meer zo vaak. We zijn echter blij met het rijstveld; dat hoort boven alles bij Bali. You gain some, you lose some.

Witkopmunia’s, muskaatvinken, staalborsthoningzuigers, iora’s, Javaanse prinia’s, Maleise buulbuuls, blauwborstkwartels en langstaartklavieren waren het gehele jaar door in de tropische tuin te vinden. Daarnaast meldden zich tijdens het regenseizoen migrerende vogelsoorten, zoals stormvogels. Het vogelnestje dat we thans in onze tuin hebben, heeft veel bekijks. Ik kan nog niet zien welke vogelsort het betreft. De ingehuurde tuinmannen die nog steeds met het schoonmaken van het strand bezig zijn (!), gaan regelmatig op excursie. Mijn liefje opperde (typisch haar) dat kleine vogeltjes misschien wel een lekkernij voor Balinezen zijn... Ik houd mijn ogen op de plek.

We snorkelden elk jaar rond het eiland Menjangan en één keer bezochten we het gebied rondom Amed. De onderwaterwereld van Bali is mooi (al is het niet de mooiste die ik in mijn leven zag; dat was Fiji): de diversiteit in tropische vissoorten is er groot. In het regenseizoen is Menjangan een minder prettig gebied vanwege het ronddrijvende afval. Balinezen wijten dat graag aan de Javanen, wij weten beter: de Balinezen zijn zich onvoldoende bewust van het immense afvalprobleem dat hun eiland heeft sinds plastic zijn intrede deed in het dagelijkse leven.

Als officieel wolkenstaarder kwam ik in Bali ruimschoots aan mijn trekken. Cirrus-, stratus-, cumuluswolken en alles wat daar tussenin zit, ik zag ze allemaal aan mijn oog en camerales voorbij trekken. Tijdens het regenseizoen komen de wolken doorgaans uit het noorden aangerold, over de Balizee aan de tuinzijde van ons domein. Dat gaat weleens gepaard met horizontale regenbuien, zoals vorige week. Soms komen de wolken over de heuvels van Buleleng gekruld. We zien ze aankomen aan de poortkant van het huis. Never a dull moment.

Lovina, de meest bezochte toeristische trekpleister van Noord-Bali, op steenworp afstand van onze villa, is beroemd om haar wilde dolfijnen. We gingen in de loop van de jaren een aantal keren met een lokaal vissersbootje het water op om ze te zien. Toen mijn liefje 60 jaar werd, deden we dat nogmaals in een comfortabele boot, met medepassagiers Elsa, Ketut en Yudha. Grote en kleine dolfijnen zwommen voor onze boot uit, sprongen uit het water en vertoonden alle denkbare capriolen. Moeder en zoon waren voor het eerst op het water en werden zeeziek. 

Het zijn onvergetelijke momenten die ik zal koesteren.


donderdag 2 januari 2014

Butterfly kiss

Vandaag is de sterfdag van mijn vriendin Nelly, die vijf jaar geleden op 48-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker. Waar blijft de tijd?!
Ik herinner mij het mij als de dag van gisteren. Mijn liefje en ik verbleven in Bali toen zij voor altijd haar ogen sloot. De dag ervoor telefoneerden wij nog éénmaal long distance. Dat gesprek was gehuld in intens verdriet; dat zal ik nooit vergeten. Ik mis haar nog altijd.

Enige tijd geleden las ik een roman over tijdreizen waarin twee personen die veel van elkaar hielden, telkens afscheid moesten nemen als een van hen in de tijd verdween. Bij elk afscheid gaven ze elkaar een ‘butterfly kiss’, een fluweelzachte aai van wimpers over de wang. Het is een teder gebaar en een een prachtig woord. 

Mijn lippen doen het beter dan mijn wimpers... 

Ik heb altijd van vlinders gehouden. Ik bewonder hun kleurrijkheid, het gefladder, het tere, hun nut in de natuur en hun symboliek. Ooit stuurde ik Nelly een vlindergedicht met een van mijn mooiste vlinderfoto’s.


My Little Butterfly

Today a little butterfly flew by me.
I thought to myself ‘where have you been, little butterfly?’
You come into this world as a cocoon all by yourself and blossom
into this beautiful butterfly and fly off to see the world.
What you don’t realize, little butterfly, as you flutter through your days
is how you touch those around you in your soft, gentle way.
You don’t even realize the wonder and awe you create around you.

She fluttered her wings toward me as if she was waving good-bye,
as she headed towards the horizon.
She looked happy and content as she went on her way, as if to say
to me “don’t worry I’ll be okay”.
I was sad to see her go for she had touched my heart in such a way
that I knew my life would never be the same.
She had left an imprint of all the beauty life has to offer.
I knew each time I looked at another butterfly or horizon
I would remember our moment in time when it was only her and me.

I knew I would be a better person all because this little butterfly flew by me
one bright sunny day.

Barbara Ann Rogers
(voor een overleden vriendin)


woensdag 1 januari 2014

De allerbeste wensen

Een nieuw jaar, een nieuw begin! In onze opgeschoonde tuin trof ik gisteren een vogelnestje met twee jonkies aan. Symbolischer kan niet. Ik laat ze vanzelfsprekend rustig zitten.

We overleefden de pyjama party met Elsa en de kids. Het weer was ons goedgezind: regelmatig viel er een regenbuitje. Rotjes en ander vuurwerk en een rieten kap gaan niet samen. De weergoden deden hun werk. Om half tien dommelden de kleintjes in. Hun moeder had ook wel zin in een vroege nacht; Elsa was moe. In de slaapkamer dolden we nog even met elkaar en toen was het tijd om de tanden te poetsen en in het grote bed te duiken. Ze sliepen allemaal als roosjes.

We zijn vroeg en fris aan het nieuwe jaar begonnen! Mijn liefje en ik wensen vrienden, familie, kennissen en bloglezers alle goeds voor 2014. Onderstaande nieuwjaarsgroet is wel zelf getypt maar niet zelf bedacht.


Lach
Onstpan
Vraag hulp
Plezier Iemand
Kijk met aandacht
Vertrouw op anderen
Verspil zomaar wat tijd
Maak heel lange wandelingen
Lees vooral veel mooie boeken
Maak je een volle dag geen zorgen
Maak jezelf mooi. Bekijk vakantiefoto’s
Maak een schilderij. Glimlach naar een kind
Zing onder de douche. Vervul één van je wensen
Neem een uitgebreid bad. Accepteer een compliment
Toon je tevredenheid. Luister naar de stilte.
Wees nog eens kind. Luister naar de natuur.
Kus een ster.
Plan een reis.
En... heb lief.


Ook wij gaan er een mooi jaar van maken.
(Dit is overigens het zevende blogjaar en mijn 600ste blog.)