Translate

donderdag 20 maart 2014

On our way back

Waar was ik gebleven? Het is alweer een week dat ik niet blogde. Het allerleukste is om tijdens de reis regelmatig te schrijven, vers van de pers. Anders wordt het zo’n opsomming. Het was niet omdat ik niets had te vertellen. Er was eenvoudigweg geen goede internetverbinding te bekennen op de route die we reden. Zelfs op Big 4 campings, heel goede caravanparken waar doorgaans wifi is, was het soms hopeloos met die verbinding.

Na de bloedhitte in Monkey Mia zochten we de koelte op aan de kust. We maakten weer een stop in Geraldton maar op een andere camping dan voorheen. ’s Nachts bleek dat de camping naast een rangeerstation van treinen lag... ach ja, you can’t have it all, all the time. Deze keer stond een bezoek aan het stadscentrum op het programma. De volgende ochtend ontbeten we aan het strand van Geraldton, shopten we een beetje (zwemkleding), bezochten we het museum waar een replica van het schip ‘Batavia’ ligt (Dutch Heritage), reden we naar de herdenkingsplaats van HMAS Sydney II die door vijandig vuur tot zinken werd gebracht en verging met man en muis in de Tweede Wereldoorlog. Er staat tevens een bronzen beeld van een vrouw met verontruste blik, wachtend op haar partner. Het beeld heet 'Waiting Woman'. Typisch Australish, 't is wat het lijkt. Maar desalniettemin is het indrukwekkend.

Ook maakten we een lange stop in Jurien Bay Marine Park waar ik snorkelde rondom de jetty. Men bouwt daar een nieuw rif met grote blokken met gaten erin (rifstenen) zodat zeedieren een nieuw thuis kunnen vormen. Een mooi initiatief al was er onder water niet zoveel te zien; dat kwam vooral door de straffe wind die over het water blies. Vanaf de jetty zagen we wel wilde dolfijnen spelen. Dit was een heerlijke camping met schaduw en gras dat aan de blote voetjes aanvoelde als Heugaveld.

Vervolgens reden we door naar het Pinnacles Caravan Park waar het wederom goed toeven was op ruime staanplaatsen met mooi gras. Ik maakte (in mijn eentje - zij is namelijk allergisch) een excursie naar een rock lobster-fabriek waar ik zag hoe men met grote kreeften omgaat. Het was leerzaam en boeiend. Na de vangst worden ze tenminste drie dagen in een groot, vers waterbad met zuurstof gehouden zodat ze hun poep kwijt kunnen en ze schoon op transport gaan. De meerderheid van de kreeften van dit bedrijf wordt geëxporteerd; naar Rusland, Aziatische landen, Frankrijk. Een kreeft kan klaarblijkelijk 30 uur zonder voedsel. Klasse H is de beste categorie. Die at ik ’s avonds in het belendende restaurant.

En toen was het tijd voor een (tweede) bezoek aan de Pinnacles, de woestijn die eruit ziet als een maanlandschap vanwege de statige stenen pilaren. Ze staan daar al honderden miljoenen jaren. Geologen weten nog steeds niet precies hoe en waarom ze er zijn. De Aboriginele inwoners van deze streek wel: jongemannen die nog niet volwassen waren, gingen tegen het advies van hun ouders in naar dit woestijngebied en verdwenen voorgoed in de gele aarde. De pilaren zijn hun omhooggestoken vingers die hopen op redding. Prachtig, nietwaar? Je kunt er ook in de auto een rondrit maken maar Winnie was te lang en te breed, volgens de ranger. Nou ja?! Wij gingen te voet en verdwenen niet.

Als je geen natuurmens bent voordat je naar Australië afreist, ben je het ongetwijfeld wèl na een rondreis door dit deel van het continent. Ik verbaas mij telkens weer over de enorme verscheidenheid in landschappen. West-Australië was daarop geen uitzondering: we reden van rode aarde met veel bebossing door spierwitte duingebieden (niet alleen aan de kust maar ook landinwaarts) met grasbomen in alle afmetingen, langs gele grond met rotsformaties. 
En altijd verscheen de oceaan weer op ons netvlies, in alle denkbare kleuren blauw, azuur, turquoise. Ik houd van het water, wil er altijd dichtbij zijn, kan mij niet voorstellen ooit elders te wonen.

Via Ledge Point reden we verder noordwaarts. We kochten een broodje bij de General Store en Winnie en ik parkeerden pal aan het strand. Het raam ging open, een koud kopje melk werd bij de lunch geserveerd en we keken over het water. Dolfijnen natuurlijk! Het waren er drie, op circa 10 meter van de branding; twee volwassen dieren en een kleintje. Ik heb ze nog nooit van zo dichtbij gezien. Het leek alsof het oefenuur was aangebroken: ze surften met elkaar in de branding, het kleintje liet zich achterover vallen, een van de grote dolfijnen sprong met het gehele lichaam uit het water. We voelden ons grote bofkonten dat we het konden aanschouwen. Dat noem ik lunch MET!

En nu zitten we op een camping (met wifi) even buiten Perth. De bewoonde wereld, zakmaarzegguh. Vandaag bezochten we trendy Cottesloe Beach -het Bondi van Perth- waar we lunchten aan het strand en daarna Sculptures by the Sea bezochten. Zeven weken geleden las ik daarover voor het eerst in een lokale krant. Het is een tentoonstelling van moderne kunst aan zee die duurt tot 24 maart dus we waren van de partij. Veel kunstenaars hebben plastic in de oceaan als thema. Sommige werken waren schitterend; die stop ik in mijn webalbum. Eentje vind ik nu goed passen in dit blog omdat het een 21ste eeuwse variant van de Pinnacles is. 
Vanwege de opwinding vergat ik muzelluf met zonnebrand in te smeren; de zon brandde. Mijn liefje onderging iets dergelijks maar zij was verstandiger: ze gaf al haar zaken (portemonnee, camera, kaartjes, lippencreme, etc.) aan mij en liep eenvoudigweg het water in. Kreeftekopje nam pas na de kunst een verkoelende duik in de zee. Met mijn oren in het water hoorde ik de branding over de dikke schelpenlaag klingelen terwijl ik op open oceaan de boot van de Fisheries zag die dode haaien ophaalt... Tja. 

We hebben beiden niet veel zin om terug naar Spanje te vliegen. We zouden nog wel een maandje willen bijboeken. Actually, we zagen een mooi stukje land te koop aan Cottesloe Beach: een prachtige plek voor een topcaravanpark! We overwegen het serieus maar we houden er rekening mee dat jullie, goede vrienden en familie, ons tot de orde zullen roepen. Momenteel zitten we buiten onder een hemel vol sterren; de temperatuur is uiterst aangenaam. We hebben nog enkele dagen te gaan en kiezen nog éénmaal een camping in de buurt van zee en stad. Dat wordt Rockingham. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten