Translate

vrijdag 12 december 2014

Nunca mas

Gisteren en eergisteren waren dagen vol engagement, solidariteit en emotie. Sinds ik nadenk over de wereld hang ik een links standpunt aan. Ik kom niet uit een links nest, ik kreeg die voorkeur niet met de paplepel ingegoten. Toch zit het diep. Ik blijf het gedachtengoed dan ook koesteren al voel ik mij niet meer verbonden met een linkse partij in wel politieke bestel dan ook. Onrecht en onrechtvaardigheid blijven een doorn in het oog, solidariteit met minderheden en minderbedeelden vind ik belangrijker dan ooit. En we moeten niet vergeten – No olvidamos.

Op woensdag bezochten we het Muséo del Holocausto. Dat onderwerp houdt mij sinds mijn jonge jaren bezig. Mijn liefje en ik waren de eerste bezoekers, we wachtten geduldig op de stoep totdat de klok 11 uur sloeg. Over de hele lengte van de gevel staan betonnen palen die kwaadaardigen van de uitvoering van snode plannen moeten weerhouden. Ik drukte op de bel en de deur zwaaide open. Na registratie konden we het museum betreden. Wat mij allereest opviel was de gang waardoor je het museum betreedt: oude, glimmende straatkeien onder een onverlichte poort herinnerden mij aan binnensteden van Oost-Europa. 

Het museum heeft een permanente en een wisselende expositie. De permanente gaat over het joodse leven in grote delen van Europa voor en tijdens de tweede wereldoorlog, de nazi-ideologie en het joodse leven in Argentinië ten tijde van de nazi’s. De foto’s zijn indringend.
De tijdelijke tentoonstelling was gewijd aan Jan Karski. Hij was een jonge katholieke Pool die wereldwijde bekendheid kreeg als ‘courier from Poland who exposed the Holocaust’. Karski is een gelauwerd man: hij behoort tot een van de Rechtvaardigen onder de Volkeren maar kreeg ook (weliswaar postuum) de hoogste Amerikaanse onderscheiding. Hij berichtte uit de eerste hand over misdaden tegen de joden door de nazi’s, tot aan President Roosevelt toe. Momenteel lees ik zijn autobiografie ‘Story of a Secret State – My report to the World’ waarop ik opmerkzaam werd gemaakt in het museum. Ook het overzicht van genocides in de wereld, tot vandaag de dag, schokte.

Argentinië was niet alleen toevluchtsoord voor joodse mensen, ook beruchte nazi’s zochten en kregen er onderdak. Zoals ik eerder blogde, vluchtte Eichmann aan het einde van de tweede wereldoorlog naar Argentinië waar hij onder de schuilnaam Ricardo Klemente een relatief onbezorgd leven leidde; eerst in Patagonië en later in Buenos Aires. Minstens 180 andere nazischurken volgden zijn voorbeeld. Tja.

Toen wij ’s avonds thuiskwamen, lazen we in de Buenos Aires Herald dat er eerder die dag -te weten om 11 uur ’s ochtends, op het moment dat de deur van het Holocaustmuseum openzwaaide- een standbeeld van Ana Frank werd onthuld in aanwezigheid van rabbijn Soetendorp. Buenos Aires kreeg een kopie van het Amsterdamse beeld, dat werd vervaardigd door de Nederlandse beeldhouwster Jet Schepp. Het staat om de hoek van de Nederlandse ambassade in de wijk Puerto Maduro. De dag erop gingen wij ernaar op zoek.

We reden met de bus vanuit Palermo de Calle Paraguay helemaal uit naar het havengebied. Mijn liefje zocht op wat er in de wijk was te zien: onder andere een brug van een de favoriete Spaanse architect Santiago Calatrava. Het gebied deed mij vanwege de skyline, de omgebouwde havenloodsen, de boten in de rivier en de kranen sterk denken aan Rotterdam en Londen.

’s Middags wandelden we naar Plaza de Mayo om de dwaze moeders en oma’s eer te betonen. Mijn liefje voelde een zekere gespannenheid en dat begreep ik goed. Al decennia lang weten we van de plek en van de protesterende vrouwen en nu komen we oog in oog met hen te staan. Circa 30.000 Argentijnen (waaronder 1.900 joodse mensen) verdwenen spoorloos tijdens de vuile oorlog van de militaire junta. 400 tot 500 kinderen werden geboren terwijl hun moeders vastzaten in detentiecentra. Zij werden illegaal geadopteerd door militairen en families die het Videla-regime steunden. Hetzelfde gebeurde in Spanje onder Franco. 114 van die Argentijnse kinderen zijn inmiddels opgespoord met behulp van DNA-onderzoek.

Mijn liefje en ik zaten om 3 uur ’s op een bankje aan het vermaarde plein. De eerste oudjes met geborduurde witte hoofddoeken liepen binnen. De vrouwen begroeten elkaar hartelijk, er wordt gekust en gelachen. Er was veel media op de been. Ik liep rond en herkende rabbijn Soetendorp tot wie ik mij kort richtte om te zeggen dat ik het mooi vond hem daar te zien. Hij liep die dag uit overtuiging mee met de Madres. Mijn liefje trof ik even later aan met Estela, een van de dwaze (groot)moeders, die net bezig was foto’s van haar verdwenen kinderen op te spelden. Zij vertelde dat ze geen oma is want haar kinderen waren nog geen ouder toen ze 38 jaar geleden verdwenen. Haar dochter zou gaan bevallen maar de baby heeft de familie nooit gezien. Die werd weggenomen en weggeven aan derden. Zij is oprichtster van de belangenvereniging van familie van vermisten. Ze vroeg waar wij vandaan kwamen. Daarop kwam een positieve reactie. 

Nederland speelde in de jaren ’80 van de vorige eeuw inderdaad een positieve rol in hun treurige geschiedenis. Wij boycotten het wereldkampioenschap voetbal in Argentinië in 1978 niet en de Madres de la Plaza de Mayo werden door Hollandse publiciteit op de wereldkaart gezet. De actie SAAM startte, Steun Aan Argentijnse Moeders. Nederlandse vrouwen zamelden geld in om de moeders een eigen plek te geven. De rest is geschiedenis. Aldus Hebe de Bonafini (1928), voorzitster van de Asociación Madres de Plaza de Mayo die gisteren ook aanwezig was. Zij oogt en klinkt nog steeds zeer strijdbaar. ¡Vamos las Madres!

Eén persoon kan het verschil maken. Dat idee wordt gepersonifieerd door Jan Karski, Ana Frank, rabbijn Soetendorp en las señoras Hebe y Angela.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten