Translate

vrijdag 23 januari 2015

Clio Mio

De huurauto werd een Renault Clio maar wij noemen ‘m de koektrommel. Als je de deuren sluit, hoor je een blikkerig geluid. Het autootje reed voor toen ik uit het raam van de hotelkamer keek. Een dame met lang blond haar stapte uit met een stapel papier onder haar arm, ze liep om de trommel heen om de krassen en butsen op het formulier aan te kruisen. Niet veel later ging de telefoon. Of we klaar waren om de auto in ontvangst te nemen. We controleerden 'tootootje reden met Bélen naar kantoor voor de verdere afwikkeling van de papieren

Het navigatiesysteem lag nog op kantoor. Even waagde mijn liefje te beweren dat we onze weg zonder ook wel zouden vinden. Ik wierp haar een blik toe die niet verkeerd kon worden uitgelegd. Ik vroeg haar in alle ernst: 'jij wilt toch ook graag de 26ste jaargang van ons verbond halen?' De eerste tom-tom werkte niet, de tweede wel. We hebben een Engelse vrouwenstem die de weg wijst, ze geeft twee aanwijzingen tegelijk. Het was dus even wennen, de eerste aanwijzing interpreteerden we niet goed, de rest wel. Mendoza is weliswaar geen al te grote stad maar de Argentijnse manier van rijden is anders dan de onze. Ik probeerde daarom in het stadscentrum zoveel mogelijk rechts te rijden maar dat wordt moeilijk als je regelmatig links moet voorsorteren en afslaan. We kwamen echter zonder extra deuk of schram de stad uit.

Eenmaal buiten het stadscentrum zit je vrij snel in ruraal gebied. Het wegennet is overal in onderhoud, op sommige plaatsen is dat heel hard nodig. Het verkeer in de richting van San Juan bestond vooral uit vrachtwagens en dubbeldekbussen. Tweemaal werden we ingehaald door de busmaatschappij die ons aan het eind van deze maand naar Chili zal brengen; het zijn vrij nieuwe, mooie bussen dus dat voelt goed. Langs de weg zagen we wijn- en olijfboomvelden en grote finca’s. We stopten voor een kopje koffie in een dorp dat ons beiden aan de Australische outback deed denken. Het aardige van eigen vervoer is dat je overal kunt stoppen waar je wilt. En dat deden we met plezier, ondanks de warmte.

Het Andesgebergte week op de hele route niet van onze linkerzijde; op sommige pieken was zelfs sneeuw te zien. Ook zagen we wijnvelden van bekende merken. 

Het is goed dat we reeds enkele malen met de bus over de Argentijnse autowegen reden. We kennen de regels: de lampen moeten altijd aan, bij een provincie-overgang moet je langs politie- en andere controleposten. Ik moest mijn rijbewijs en de autopapieren tonen. De kleine kofferbak, die bomvol ligt met twee grote reistassen, werd gecontroleerd op vlees & zuivelproducten, het chassis van de auto werd besproeid. We reden zonder problemen de provincie San Juan binnen. En ja, de Malvinas zijn van Argentinië. Grote borden vermelden dat. De Britten, de huidige eigenaren, noemen de eilandengroep voor de zuidoostkust van Argentinië (bij Patagonië) de Falklands maar dat woord is hier verboden… De kwestie ligt hier uiterst gevoelig.

Onderweg zagen we vrachtwagens vol tomaten, ambulante verkoop van meloenen en kalebassen en een jonge gaucho die een kudde geiten uitliet. Geitenvlees staat hier regelmatig op de kaart. Mijn liefje had maanden geleden in een Australische krant een artikel gelezen over chef-koks die vertelden naar welk restaurant op de wereld ze terug wilden voor een maaltijd die indruk had gemaakt. 

De betreffende chef noemde een restaurant in Villa Carlos Paz, in de buurt van Córdoba. Geen adres, slechts een beschrijving van een kruispunt. Het stond op haar harde schijf. Zij stelde voor op zondag, de dag voordat we naar Mendoza vertrokken, naar die plek te gaan zoeken. Ik had er weinig zin in; op mij kwam die plaats over als een soort Argentijns Scheveningen. Maar ja, zij was solidair geweest met mij toen ik naar het nazihotel Eden in La Falda wilde. Dus we gingen met de bus naar Carlos Paz. Het was er nóg toeristischer dan ik vreesde… met als absoluut hoogte/dieptepunt de koekoeksklok die om 12 uur sloeg. (Wij kwamen juist op dat moment langs het monument.) Honderden mensen stonden met hun camera in de aanslag; de koekoek bleek nog in kerstpak. Na dat ‘evenement’ zochten we met de kaart in de hand naar het betreffende restaurant. We meenden het te herkennen in restaurant El Establo -de stal- en bestelden chivito para dos. We aten het maar zijn beiden van mening dat het niet voor herhaling vatbaar is.

We zijn thans in San Juan waar het circa 39 graden Celsius is. Het stadje ligt op 650 meter hoogte en heeft 460.000 inwoners. In 1944 was hier een grote aardbeving. Het (bescheiden) lijstje met bezienswaardigheden ligt reeds klaar voor morgen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten