Translate

donderdag 5 februari 2015

Zo uit de zee

De meeste dagen beginnen hier met een fikse zeemist. De ochtend dat we naar Valparaíso gingen, was de enige zonnige tot nu toe. De zon verschijnt wel maar dat is doorgaans na het middaguur. De morgen brengen we dan ook gehuld in een trui door. In Argentinië was het soms dermate heet dat we snakten naar koelte; die hebben we nu deels dus ik ga niet mopperen. In de eerste dagen van ons verblijf in Viña del Mar was de oceaan tamelijk heftig. De zwemvlag was rood en dat liet zich aanzien: hoge golven stortten zich continu op de kuststrook. Niemand was in het water. Als waterratje heb ik doorgaans een sterke drang om te zwemmen of in de branding te spelen maar ik hield mij netjes aan de lokale regels. In de lokale krant El Mercurio de Valparaíso, wat overigens de oudste krant is van Zuid-Amerika, las ik over acht kleine pinguïns die hier in de afgelopen twee weken aan de kust werden aangetroffen en naar een opvangcentrum gebracht. Ze zoeken voedsel dat door mensen wordt achtergelaten. Vandaag was het dan zover: ik ging te water.

Mijn liefje vindt het nog steeds te koud, bovendien heeft ze een zwerende knie die ze opliep toen ze 's nachts over een rondslingerende reistas struikelde en op de vloerbedekking terechtkwam. (Kun je nagaan…) Ze is een eersteklas-brokkenpiloot. Vandaag kochten we voor €25 speciale gaasjes met een waterafstotende plakrand. Als CFO van de familie moest ze slikken toen de apotheker het bedrag aansloeg.

Als je pinguïns in de omgeving hebt, weet je dat de temperatuur van het water niet al te hoog is. Zo ver zitten we immers niet van Antarctica. We bezochten deze week Museo Fonck dat een inheemse sectie (over oorspronkelijke indianenstammen van Chili), een afdeling over Paaseiland (dat bij Chili behoort) en een grote natuur-historische collectie heeft met onder andere opgezette haaien, walvissen, albatrossen, schildpadden en pinguïns. We liepen rond met een lokale gids die bijna twee jaar met haar echtgenoot in Leiden woonde. Ze vond Nederland fantastisch.

Terug naar de zee. De golven waren nog steeds hoog maar dat stond niet in verhouding tot eerder in de week. Het water was koud, kouder dan de Noordzee in zomertijd. Maar ja, zoals de moeder van vriendin Bernadette zou zeggen: “kom op, je bent een Hollandse meid”. Ik zette door en het werd zelfs lekker. Als de zee terugtrok voor een aanrollende nieuwe golf kon ik mij regelmatig niet staande houden. Soms haalde een aanzwellende tweede golf de eerste in waardoor de kracht verdubbelde met een wasmachinebeurt als gevolg. Soms wist ik niet wat boven of onder was. Mijn liefje die op het strand foto’s maakte, dacht dat ik speelde... Een duel met de zee zullen wij, homo erectus, altijd verliezen. Op mijn knieën kroop ik uit het water. Eenmaal op de kant, liep ik met een lading zand tussen mijn benen, ter grootte van een dubbele incontintieluier. Zo voelt dat dus. Het is te hopen dat iets dergelijks mij op latere leeftijd bespaard blijft.

Chilenen genieten trouwens erg van beachlife. ’s Middags stromen de stranden van Viña del Mar vol. Er wordt muziek gemaakt en gejongleerd. De sfeer is zeer ontspannen. Vanavond wordt in kustplaats Concón, twee wandelboulevards verderop, een poging gedaan om de grootste corvina ter wereld te bereiden. Corvina, een smakelijke zoutwatervis, ken ik reeds uit Spanje. Het record staat nu op 110 meter. Voor de recordpoging gebruikt men 1.600 kilo vis, 16 plaatselijke restaurants zijn betrokken bij de bereiding. Het evenement zal om 20:30 uur plaatsvinden, omlijst door folkloristische muziek. In eerste instantie wilden we ernaartoe, bij nader inzien vinden we het een te hoog kerststalletjesniveau hebben. We gaan dus niet.

In plaats daarvan gaan we dineren in het beste restaurant van Viña del Mar (volgens Tripadvisor), genaamd Don Vito Zanoni. Sinds mijn liefje startte als recensente van hotels, restaurants en bezienswaardigheden promoveerde zij tot Top Contributor. Ze neemt haar taak heel serieus en dat wordt door derden gewaardeerd. 

Voor het eerst van mijn leven at ik hier in een Peruaans restaurant en dat beviel uitstekend. Toen wij in Palermo (Buenos Aires) logeerden, leerden we twee jongelui kennen die een vers groenten- en fruitsappenwinkeltje runden. Wij mopperden tegen hen over een gebrek aan smaak in veel Argentijnse schotels. Zij herkenden ons bezwaar en vertelden ons dat ze naar Peru op vakantie waren geweest waar ze genoten van het eten. Dat knoopte ik dus in mijn oren. 

De eerste keer bij restaurant Ico at ik causas: romige gele aardappelblokjes met daarop plakjes octopus, een koningskrab- en garnalenmengsel. De tweede keer koos ik gemarineerde tonijn in salsa Huancaina, een saus met verse roomkaas en gele (milde) chilipepers. Heerlijk! Ik houd mij aan mijn voornemen aan de kust elke dag vis te eten.

Morgen gaan we weer een dagje naar Valparaíso, er staat nog het een en ander op ons wensenlijstje.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten