Translate

vrijdag 18 maart 2016

Homolulu

Het is deze week boekenweek in Nederland en ik pakte de leesdraad weer op. Als je intensief reist en elke reisdag staat bol van de nieuwe ervaringen is er nauwelijks (tijd en) ruimte in het hoofd om te lezen, ondervond ik. Sinds ik thuis op de bank zit, ving het veellezen weer aan. Zo las ik in de afgelopen week de (papieren) boeken ‘Margje’ van Jan Siebelink en ‘De Amerikaanse prinses’ van Annejet van der Zijl. Leesvriend Ben herstelt langzaamaan van aliens in zijn lichaam maar met zijn boekenkeuze is niets mis! Het zijn zeer verschillende boeken maar ze boeiden allebei. Siebelinks roman schiep een mooi verstild beeld, Van der Zijls (historische) biografie las ik als een spannend boek.

Momenteel lees ik ‘Honolulu King’ van Anne-Gine Goemans; dit is de eerste keer dat ik kennismaak met haar werk. Qua stijl en genre is het weer heel anders dan bovengenoemde werken. Hoofdpersoon van het boek is Hardy Hardy, een 80-jarige Indische Nederlander die terugkijkt op zijn leven. Hij keerde terug naar Nederland, was en is succesvol steelgitaarspeler in een band die hawaiaanse muziek speelt, toko-eigenaar, leerling-gezel bij de vrijmetselarij, echtgenoot, vader, vriend en opa. Alle aspecten van die persoon krijgen een eigen verhaallijn die Goemans op overtuigende en zeer onderhoudende wijze met elkaar verweeft. Knap en leuk!

Hardy kijkt terug op zijn leven dat begon in het Indië van voor de Japanse bezetting en voor de Onafhankelijkheid. Op Java maakt hij grote persoonlijke drama’s mee als kind in een (buiten)kamp en tijdens de bersiap. Hij ontwikkelt een diepe haat jegens Japanners en pleegt bloedwraak voor wat zijn familie overkwam. Zijn openbaring leidt tot grote ophef onder zijn vrijmetselaarsbroeders. Delen van het boek zijn waargebeurd, historische data zijn in het boek verwerkt, een groot deel is echter fictief. Het leven van Hardy is tragikomisch en Goemans’ stijl is navenant maar op geen enkel moment wordt het boek een niemendalletje, vind ik.

Goemans’ boek bracht mij weer in Indonesische sferen. Het blijft boeiend om over Indonesië en de cultuur te lezen en te leren. Op mijn leesplank ligt nu het boek ‘The Gay Archipelago’ (2006) van Tom Boellstorff klaar. Deze Amerikaanse antropoloog onderzocht de geschiedenis van homoseksualiteit in de archipel, het dagelijkse leven van homo’s en lesbo’s aldaar en de invloed van een veranderende wereld op de seksualiteit van hen in het land met de meeste moslims ter wereld.

In de afgelopen weken kwam Indonesië weer negatief in de publiciteit door gerichte acties tegen LGBT-ers. (Voor wie het niet weet: LGBT staat voor Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender.) Afgelopen week las ik het Volkskrant-artikel ‘Homo niet veilig meer in Indonesië’ van correspondent Michel Maas die zich, net als ik, ernstig zorgen maakt over haatcampagnes en censuur in het land. Hij schetst een beeld van het Forum Umat Islam (FUI) van Muhammed Fuad die met zijn militante groep in camouflagepak door de straten van Yogyakarta gaat. Maas noemt hen de fatsoenspolitie maar die vlag dekt de lading niet, wat mij betreft. Homo’s zijn ziek, ze moeten worden behandeld door een dokter of psychiater. Elke keer als zij zich laten zien, zullen wij in actie komenaldus de commandant.  

Het begon met televisiecensuur: homo’s werden verbannen van de buis. Op de Indonesische tv zijn tientallen leden van de LGBT-groep presentator. Een van de bekendste is Ivan Gunawan, liefkozend Mbak Igun (Mevrouw Igun) genoemd door zijn vele fans. 

Voor mij maken lady boys vast onderdeel uit van de Indonesische cultuur - net als spekkoek, gamelan en wayangpoppen! Tijdens ons bezoek aan Bali in november 2015 maakte ik persoonlijk kennis met een van hen. Ze trad op tijdens het feest van de jarige Cintia en kwam regelmatig naar onze tafel voor een praatje. Ze vertelde bij die gelegenheid dat ze met lotgenoten in een gescheiden kampong woont en dat we haar daar konden bezoeken. Mijn liefje en ik waren het daadwerkelijk van plan maar het kwam er niet van. Onder andere omstandigheden zou ik een foto van haar bij deze tekst plaatsen. Nu niet (meer).

De Indonesische minister van Onderwijs Mohammad Nasir zei in februari dat mensen uit de LGBT-groep niet thuishoren op de universiteit, de minister van Defensie Ryamizard Ryacudu deed er nog een schepje bovenop door te zeggen dat ze erger dan een kernoorlog” zijn. Parlementsleden spraken zich openlijk negatief uit over homoseksualiteit en president Jokowi zwijgt als het graf… Hoe kwalijk. Waarom onderstreept hij de rechten van LGBT-ers en de zelfverklaarde principes van Nawa Cita niet?! De eerste van zijn negen prioriteiten voor een beter Indonesië is immers to protect Indonesian citizens. Tja. In mijn ogen zakt de eens zo veelbelovende man dieper en dieper door de mand.

Een recent onderzoek door een Amerikaanse LGBT-vriendelijke reisorganisatie plus tijdschrift wijst uit dat 61% van de ondervraagde LGBT-ers zich niet prettig voelt op een reisbestemming waar homoseksualiteit onwettig is. Volgens dezelfde reisorganisatie is homoseksualiteit in meer dan 70 landen ter wereld wettelijk verboden. Het aparte is dat dit niet het geval is in Indonesië; het is niet bij wet bepaald, het zijn religieuze fanatici die homoseksualiteit niet tolereren. Al ben ik opgelucht geen permanente resident meer te zijn, het weerhoudt ons niet naar de archipel af te reizen. Ondanks alles zijn mijn liefje en ik alweer bezig met een volgend bezoek aan Bali, later dit jaar. (Leo Dovente.)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten