Translate

maandag 4 april 2016

Gekkies

Afgelopen weekend was het weer tijd voor een Skypesessie met Elsa en de kinderen, onze lieverdjes uit Bali. Na het aanvankelijke kwartiertje gekdoen, ging het er kalm aan toe. We hadden deze keer meer tijd om rustig met Elsa te praten. We vroegen belangstellend naar het welzijn van eenieder en naar de schoolervaringen van de mannetjes. Damai (5) staat elke ochtend te popelen om naar school te gaan. Hij is vijf jaar en kan al lezen; hij kijkt zoveel af van zijn oudere broer.

We oefenden een beetje Engels met Yuda (8) maar dat houdt nog niet over. De hoofdmeester van de lagere school waar hij tweetalig onderwijs volgt, vertelde ons tijdens een vorig bezoek dat kinderen een grote stap vooruit zetten in hun taalbeheersing als ze van de tweede naar de derde klas gaan. We zullen zien. Ik denk dat hij meer een beta- dan een alfajongen is. Elsa vertelde met trots dat hij reeds tot en met de tafel van negen kan opzeggen. Yuda loopt niet dagelijks over van zin om in de schoolbank te zitten maar voor een field trip mag je hem midden in de nacht wakker maken. Hij zegt jaloers te zijn op leerlingen die een jaartje ouder zijn; zij bezochten onlangs de botanische tuin in Bedugul, het noorden van Bali. Wij beloofden hem daarheen mee te nemen. We zagen hem recent op een foto -met een rugzak groter dan het kereltje zelf- in een museum in Singaraja. Ze doen zulke leuke dingen op zijn school!

Sinds Elsa en Ketut Whatsapp op hun smartphone installeerden, wisselen we wekelijks belevenissen uit. Ketut stuurde ons onlangs een opname van een personeelsfeest aan boord van zijn cruiseschip. Zij vierden het feit dat Regent Seven Seas de eerste vrouwelijke kapitein aanstelde. Ze is Italiaanse, was voorheen kapitein van het personeel en neemt weldra letterlijk het roer over op Ketuts huidige schip. Hij belde afgelopen week voor een praatje. Hij was op dat moment in Aruba (de bofkont). In augustus zit dit vaarseizoen er voor hem op. Hij liet weten dat hij ons wellicht weer zal zien als mijn liefje en ik in december weer in Bali zullen landen.

Ook de mannetjes laten af en toe een gesproken bericht achter op onze telefoon. Hun stemmetjes zijn als stroop voor de ziel. Vorige week ontvingen we een bericht van Damai met twintig van zijn meest favoriete emoji’s plus een onscherpe selfie, via de telefoon van zijn moeder. Even later verexcuseerde Elsa zich voor zijn gedrag maar dat hoeft helemaal niet! Damai is extroverter en ontdeugender dan grote broer Yuda, dat weten we. Wij moeten vaak om de beide kereltjes lachen. Ik noem ze af en toe plagend anak lak-laki gila -gekke jongetjes- en dat wordt doorgaans met een grote grijns beantwoord. Ik ben maar wat blij dat er niets mis is met hun geestelijke vermogens.

Recent las ik een artikel in TIME van journalist Nash Jenkins. Hij schrijft over het trieste lot van mentaal zieken in Indonesië. Het land heeft meer dan 57.000 geestelijk gestoorden die meer dan eens in hun leven werden geboeid en opgesloten. Het telt op dit moment 19.000 psychiatrische patiënten die onder barre omstandigheden leven, aldus een recent onderzoek van Human Rights Watch waaraan Jenkins refereert. Het rapport van HRW is getiteld The Living Hell. Het vraagt aandacht voor de praktijk van Pasung waarbij mentaal zieken door de familie worden geketend en langdurig in nauwelijks leefbare ruimten worden opgesloten.

Reeds in 1977 werd pasung als inhumaan omschreven en bij wet verboden. In 2010 trok de toenmalige Minister van Gezondheidszorg Eka Viora ten strijde tegen de praktijk: die zou vóór 2014 in het hele land moeten zijn beeïndigd. Het aantal daalde weliswaar maar het doel werd niet bereikt. De Indonesische regering deed in 2014 nogmaals de belofte een einde aan deze barbaarse praktijken te maken, in de vorm van de Mental Health Act. Tot dusver zonder substantieel resultaat.

Het rapport legt tevens bloot waarom die praktijken plaatsvinden. Mensen schamen  zich voor hun gestoorde familieleden. In de Indonesische samenleving is sprake van sterk bijgeloof: men neemt aan dat psychiatrische patiënten door kwade geesten of de duivel worden bezeten. In plaats van een medische behandeling in een ziekenhuis worden ze naar traditionele genezers gestuurd. Minder dan 1% van het nationale Gezondheidszorgbudget in Indonesië wordt besteed aan de behandeling van mentaal zieken. Het land, dat 250 miljoen inwoners heeft, telt slechts 600 à 800 psychiaters ofwel 1:300.000 à 400.000 patiënten en slechts 48 psychiatrische instellingen. Ter vergelijking: Nederland -met 17 miljoen inwoners- telt 2.200 geregistreerde psychiaters (ofwel 1:7.700). De meeste instellingen zijn overvol: in een psychiatrisch ziekenhuis in een buitenwijk van Jakarta leven 90 vrouwen in een ruimte die geschikt is voor 30 personen. Bovendien maakt het rapport melding van lichamelijk en geestelijk misbruik in vele instellingen. Acht van de 34 provincies van de Indonesische Archipel hebben geen enkele faciliteit voor psychiatrische patiënten.

Toen wij vorig jaar november in Bali waren, was er in de Udayana Universiteit in Singaraja een confronterende fototentoonstelling te zien over het onderwerp, georganiseerd door de 70-jarige Balinese psychiater Luh Ketut Suryani. Het waren boeiende en soms aangrijpende foto‘s. De professor vraagt al jarenlang aandacht voor het trieste lot van mentaal zieken in Bali en vecht met haar zoon tegen de onmenselijke pasung-praktijken. Ook in deze provincie wordt het gezien als een straf van de Hindoegoden. Het eiland beschikt slechts over een handjevol psychiaters. Temidden van ruim vier miljoen Balinezen leven circa 7.000 psychiatrisch patiënten, weggestopt door hun familie. Kasian.


Elsa en de kids gaan later deze maand naar hun eigen, nieuwe huis over. Kita senang. One (extended) happy family!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten