Translate

zaterdag 28 mei 2016

Brave borsten en boeven op Bali

Afgelopen week had onze grote kleine vriend Yuda op Bali examenweek. Hij zit op een internationale lagere school met drietalig onderwijs dat op Montessori-leest is geschoeid. Hij zit nog even in klas 2 maar telt de dagen af totdat hij naar klas 3 mag overgaan. Ik vind dat grappig. Het kereltje is ervan overtuigd dat het onderwijs leuker wordt in de derde. Ik begrijp wel hoe dat in zijn koppie werkt: leerlingen van die klas gingen afgelopen schooljaar vaker op reis en deden meer veldonderzoek dan hij met zijn klas. Nu maar hopen dat ze het programma volgend jaar niet omgooien!

Vanaf maandag werden we door moeder Elsa via Whatsapp op de hoogte gehouden van het verloop. De eerste dag deed hij examen voor burgerzin en bahasa Indonesia (Indonesische taalvaardigheid). Het ging goed volgens de geëxamineerde. Hij was net zo tevreden als de meester: hij behaalde 10en voor beide vakken. Qua burgerzin aardt hij niet naar zijn af en toe recalcitrante en soms intense witte surrogaatoma’s! De dag erna stonden Matematika en Agama op het programma, rekenen en godsdienstleer. Dat was iets moeilijker, naar verluidt. Dag drie bestond uit een test van moedertaal  bahasa Bali en wederom bahasa Indonesia. Donderdag werd de examenweek afgesloten met nogmaals een rekentest. Volgens Yuda ging die ‘good again’. Het onderwijsniveau op Yuda’s internationale school ligt voor sommige vakken hoger dan het niveau op een uitsluitend Indonesische school en daarom vinden wij het belangrijk dat hij juist daar leerling is. Voor die vakken legde hij dus twee tests af. Hij is over, kita senang!

We zijn trots op het brave ventje en zijn jongere broer. De jongste is leerling op een -eveneens internationale- kleuterschool maar die heeft geen examenweek. Op de foto staan ze in de (betonnen) voortuin van het eigen huis. Het laatste gezamenlijke kattenkwaad: elkaars haren knippen. Een mooi stel, ondanks hun rafelige randjes. De Nederlandse filosoof Kasper van Royen introduceerde onlangs de uitdrukking ‘schattigheidsexhibitionisme’ in een artikel getiteld Sharenting in NRC.Next. Het woord is een samentrekking van sharing & parenting, het door (groot)ouders plaatsen van foto’s van (klein)kinderen op sociale media. Van Royen haalde onlangs alle foto’s van zijn dochtertje van Facebook. Hij raakte bezorgd over commercieel hergebruik ervan en vond het bij nader inzien raar dat zijn persoonlijke foto-album door iedereen kon worden bekeken. Ik plaats regelmatig foto’s van de Balinese mannetjes op mijn blog maar ben mij altijd bewust van hun beeld. Ik let erop dat er niets wordt getoond waarvan ze later last zouden kunnen krijgen.

Deze week las ik in de Bali Updater over Anak Agung Gde Benny Sutedja, familielid van het vorstendom van Jembrana in het zuidwesten van Bali. Ter info: Bali kende ooit negen vorstendommen; na de oorlog tegen de Nederlandse kolonisator bleven er, na bloederige puputans, slechts drie over. Precies 110 jaar geleden pacificeerdeNederland Bali op bloedige wijze. Daarover leerde ik niets tijdens vaderlandse geschiedenisles, het stond in geen enkel geschiedenisboek vermeld. Tja. De nazaten van die koninklijke families leven tot op de dag van vandaag in paleizen op het eiland. Het koninklijke paleis van Ubud kun je hedentendage bezoeken.

Via het provinciale bestuur van Bali vroeg het oudste kind (Anak Agung) Sutedja de centrale regering van Indonesië om rehabilitatie van zijn vader Anak Agung Bagus Sutedja die Bali’s eerste gouverneur werd in 1958. Hij was de zoon van de laatste Raja van Jembrana. De man was overtuigd aanhanger van Sukarno. Hij zou lid zijn geweest van de PKI, de Indonesische Communistische Partij, maar dat werd nooit bewezen. Benny deed dat verzoek bij de presentatie van zijn boek“The Story of the Kidnapping of Anak Agung Bagus Sutedja”. Ik zal het niet kunnen lezen want het is geschreven in bahasa Indonesia. Zijn vader werd in 1966 gekidnapped en hoogstwaarschijnlijk vermoord door een jeugdbende van Soeharto. Het boek schildert de voormalige gouverneur af als een visionaire leider die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van het onderwijs op Bali; hij hielp mee aan het opzetten van de inmiddels internationaal erkende Udayana University in Denpasar.

Benny Sutedja is van mening dat de familie met terugwerkende kracht recht heeft op salaris en pensioen van zijn vermoorde vader. Hij doet een beroep op de Indonesische autoriteiten om de rechten van zijn vader in ere te herstellen. De familie deed eerder een dergelijk verzoek aan de toenmalige goeverneur IB Mantra maar kreeg nooit een reactie. De familie kreeg jarenlang te maken met discriminatie en beledigingen. Sutedja Jr. vindt dat niet alleen de goede naam van zijn vader moet worden hersteld maar die van alle onschuldige slachtoffers van de geweldadige 30 September Beweging. “Respect and honor them as human beings.”

Nóg een geschiedenislesje: de Indonesische Communistische Partij steunde Sukarno (die geen communist was) in zijn strijd tegen de Nederlandse kolonisator. Na de onafhankelijkheidsverklaring in augustus 1945 werd hij de eerste president van Indonesië. In 1965 vond een militaire staatsgreep plaats onder leiding van de rechtse generaal Suharto. Communisten werden tot staatsvijand nr 1 verklaard. Tot die categorie behoorden vakbondsmensen, linkse intellectuelen, etnische Chinezen, boeren die land kwijtraakten tijdens de kolonisatie en alle anderen die na de onafhankelijkheid streden voor herverdeling van de rijkdom. Ketut, vader van Yuda, vertelde mij jaren geleden over deze kwestie. Zijn familie op Bali zou in 1965-1966 ook slachtoffer van de communistenjacht zijn geworden.

De Canadese historicus John Roosa stelt in zijn boek ‘Pretext for Mass Murder: The September 30 Movement and Suharto’s Coup d’Etat’ (2006) dat in minder dan een jaar tijd in Indonesië meer dan één miljoen zogenaamde communisten werden vermoord. Ik lees af en toe een hoofdstuk in het boek.

Het boek van Sutedja bevestigt het historische feit dat ook Bali in de nasleep van de militaire staatsgreep te maken kreeg met de gewelddadigste moorden in de geschiedenis van Indonesië. Sutedja noemt in zijn boek het aantal van 80.000 à 100.000 vermeende communistische Balinezen die zouden zijn omgebracht. Mensen werden door paramilitaire troepen -gerecruteerd uit de bevolking- ontvoerd, naar afgelegen plekken gevoerd en massaal vermoord. Dat werpt een heel ander licht op het Eiland van de Goden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten