Translate

woensdag 29 juni 2016

Van Freek of van God?

Circa twee weken geleden zag ik de dino-campagne van Freek Vonk voor Albert Heijn voor het eerst op tv. Ik was meteen enthousiast; niet voor muzelluf -al vind ik deze honderden miljoenen jaren oude dieren fascinerend- maar voor de mannetjes in Bali. Deze spaaractie hangt samen met de komst van een van de compleetste Tyrannosaurus rex-skeletten naar Naturalis. Het werd opgegraven in Montana (VS) en is vanaf 10 september in het Leidse museum te zien. Op die manier raakte bioloog Vonk betrokken bij de AH-reclamecampagne. Het is voor het eerst dat een dergelijk skelet is te zien buiten de Verenigde Staten. Deze T.rex werd na stemming in Nederland Trix gedoopt.

Toen mijn liefje en ik begin 2015 door Argentinië reisden, bezochten we de natuurparken Talampaya en Ischigualasto waar pootafdrukken en dinosaurusresten werden en worden gevonden. Begin dit jaar werden daar de resten van de grootste dinosaurus ooit gevonden: de notocolussus; een dier met een lengte van bijna 30 meter en een gewicht van 13 olifanten. We kochten toentertijd t-shirts met dino-opdruk voor Yuda en Damai en stuurden die met expresspost naar Bali. Op de valreep liepen wij het postkantoor van de stad Mendoza binnen; de manager was de deuren al aan het sluiten. Toen we het kantoor verlieten, hadden we omgerekend minder dan vijf euro in de portemonnee - zo duur was de verzending. Een week later bevestigde Elsa de ontvangst van de kadootjes. Qué rápido! De mannetjes vonden het, naar verluidt, fan-tas-tisch! Ik zag ze in de daaropvolgende maanden regelmatig in hun nieuwe shirts op de foto staan.

Zo kwam het dat we een week voor onze aankomst in Nederland, aan een aantal van onze vrienden vroegen of zij dino-plaatjes voor ons wilden sparen bij AH. In de tussentijd downloadde ik de bijbehorende 3D-app op de eigen smartphone. Bepaalde plaatjes hebben een speciaal effect waardoor je dinosaurussen over de tafel of op je hand ziet lopen. Daarvoor heb je een Virtual Reality-bril nodig. De marketeer van deze actie verdient een prijs, de plaatjes zijn een ware rage.

Bernadette was de eerste die ons een foto van haar plaatjes appte, Frans overhandigde ons een stapel kaartjes bij aankomst in Nederland, Emmy berichtte dat ze haar voorraadkast weer zou gaan vullen na de grote keukenverbouwing, Joan verklaarde zich solidair en meldde bovendien dat ook haar ouders (die wij kennen) voor ons gingen sparen. Hoe leuk is dat?! Zelf deden we inmiddels meer keren boodscchappen bij onze favoriete Nederlandse grutter.

We beschikken nu al over een fikse stapel, één verzamelboek en een kartonnen VR-bril. Ik begrijp ondertussen dat er crisis is in sparend NL. De boeken zijn uitverkocht, de brillen zijn op vele plekken (tijdelijk) niet te krijgen. In diverse supermarkten houden ze ruiluren voor plaatjes en bij menig winkelingang stonden jochies die aasden op de plaatjes van bejaarde klanten. Dino-maffia noemen wij ze met een knipoog. Zelf kunnen we er ook wat van: een jongeman voor ons in de rij bij de kassa betaalde met een te groot biljet, volgens de kassière. Ze kon met moeite wisselen. Mijn liefje stapte naar voren en kon het probleem oplossen. Op één voorwaarde: dat we zijn dino-plaatjes mochten hebben. Hij ging ermee akkoord. De plaatjes blijven dicht tot we in november naar Bali afreizen. In augustus is Yuda jarig en zoals gewoonlijk gaat er in juli een grote verjaardagsdoos met verrassingen op de post maar het lijkt ons beter als we erbij zijn wanneer de dino-spaaractie in Bali losbarst.

Zoals bij elke grote marketingcampagne is er altijd wel een organisatie of een groep die bezwaar maakt. De dino-actie is daarop geen uitzondering. Een groep fundamentalistische christenen fulmineerde tegen de AH-actie. Ze maakten een eigen website (dinodino) die ik op de dag van publicatie niet kon benaderen omdat die plat lag. Men bracht een alternatief dino-plaatje uit dat je via de website kunt aanvragen en dan met je sparende vriendjes kunt ruilen. Ik vind dat flauw. 

De protesterende groep heeft een probleem met de acceptatie van Darwin’s evolutieleer die biologen als Freek Vonk en andere wetenschappers aanhangen. Dino's die miljoenen jaren oud zijn? Zij geloven de versie van de Bijbel waarin wordt gesteld dat God ruim 2100 jaar geleden de wereld schiep en dat al het slechte op aarde de schuld is van de eerste mensen, Adam en Eva, die tegen de wil van God ingingen. Ook hun kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, achter-achterkleinkinderen en eenieder die daarna werd en wordt geboren, zijn de veroorzakers van oorlogen, honger, natuurrampen en dood. (Dat je het maar weet.) Dat wordt in religieuze kringen de zondeval genoemd en de daarmee samenhangende zondvloed is er debet aan dat ook dinosaurussen uitstierven. Dat vertelt Freek jou niet, he?” Aldus de website. Ik kies voor Freek. Alleen zijn verhaal gaan we vertellen aan de mannetjes in Bali.


zaterdag 25 juni 2016

Natte voeten

We zijn alweer enkele dagen op vaderlandse bodem. De vliegreis verliep smooth as a baby’s bottom. We landden voor het eerst op luchthaven Eindhoven die een gloednieuwe landingsbaan kreeg in de afgelopen weken. Ik was hogelijk verbaasd over de tropische atmosfeer bij aankomst. Het deed mij denken aan Bali, zeker niet aan Nederland. De jongeman achter de balie van de verhuurmaatschappij was in een goede bui dus we werden ge-upgrade naar een gloednieuwe, grotere huurauto. Die vreugde was echter van korte duur: vijf minuten later stonden we choc-a-bloc op de snelweg. In onze Spaanse woonomgeving komen files nauwelijks voor. Gelukkig lieten we de massa stalen rossen weldra achter ons. We kwamen later dan verwacht aan bij onze vrienden Frans & Roland, bij wie we de eerste twee nachten zouden logeren. Wat wonen ze mooi en wat een smaakvol huis. Chef Frans serveerde een smakelijke Indonesische rijsttafel (van Toko Jadi) - rijst en de haricots verts waren van zijn hand. Sambaleitjes, rundvlees met rode pepers, groene lamscurry. Yummmm. We zaten tot laat onder de sterren.

Tijdens die eerste nacht brak de hel los boven menig Hollands hoofd. Er klonken rake onweersklappen, de hoosbuien hadden tropische allure. Onze gastheren kregen op de begane grond van hun fabuleuze villa te maken met een klein beetje wateroverlast. Bij vriendin Bernadette stroomde het regenwater haar souterrain binnen. Midden in de nacht was het voor haar dweilen geblazen. Na de eerste hoosbui volgde uren later een tweede. Ze appte dat ze toe was aan vakantie. Kasian.

Op de tweede dag wandelden we met de mannen door hun schattige Laren. Jaren geleden bezochten wij daar het Singer Museum. Momenteel wordt het nieuwe Singer-theater opgebouwd. De dorpskern is groen, overal waar je kijkt staan kapitale villa’s en karakteristieke landhuizen. In Laren wonen de meeste miljonairs van Nederland. 
Op sommige plaatsen in de kern verbouwt men oude landbouwgewassen zoals Sint Jansrogge, zonnerogge en gerst. Dat is bijzonder want de gemeente, met een D’66-burgemeester, zou die grond ook kunnen gebruiken voor meer huizenbouw. De voorbij rijdende Range Rovers, Porsches, Audi’s en BMWs waren niet op de vingers van vier handen te tellen. Bovendien spotten we enkele bekende Nederlanders.

We lunchten in een 's Gravenlands restaurant dat eigendom is van de zwager van Roland, brachten een bezoek aan zijn eigen kapsalon in Huizen en dronken een glaasje wijn in een bruin café in Blaricum. Bij een plaatselijke hoeve kochten we biologische witte asperges die de dag vóór de hoosbuien door vrijwilligers van het land waren gehaald.

De ochtend daarop bleek Brexit een feit. Wat wij beiden vreesden, kwam uit. Een  meerderheid van stemmers in het Verenigd Koninkrijk, waarin we vijf jaar met veel plezier woonden en werkten, wenst niet langer onderdeel uit te maken van de Europese gemeenschap. Ook Frans was overrompeld, Roland reageerde laconieker. 
Referenda zijn goede instrumenten maar niet voor complexe materie van wereldformaat die zelfs voor deskundigen moeilijk is te overzien. Britannia waives the rules! Voornamelijk oude, laag opgeleide plattelandsdorpelingen stemden vóór uittreding. Zij denken dat hun patria anno 2016 kan terugkeren naar de tijd van de British Empire?! Hun gejuich wekte weerzin bij mij op. Op de BBC hoorde ik een voorstander zeggen dat Churchill trots op hen zou zijn. Wat een misvatting: die man was een van de founding fathers van de Europese unie! We zullen zien hoe dit uitpakt.

Stel nu dat ook Donald Trump nog president van de Verenigde Staten wordt, dan is de waanzin compleet. Wij pakken dan ons boeltje op en emigreren naar de andere kant van de wereld: Australië. Mijn liefje wist te melden dat de staat Queensland momenteel naarstig op zoek is naar een ervaren kapper. De kleine plaats Blackall (1.600 inwoners), 960 kilometer landinwaarts van Brisbane, ontbeert een kapper en daardoor moeten burgers 100 kilometer rijden voor een knipbeurt. Men startte een grote wervingscampagne op Facebook. De verkozen persoon zal naast een baan en salaris tevens een woning van de staat kado krijgen. Aangezien ‘onze’ Roland ruimschoots aan alle eisen voldoet, schoven wij hem gedrieën vol vertrouwen als kandidaat naar voren. Frans laten we onderhandelen over een huis met tuin en zwembad en dan gaan we daar in commune leven. Bob’s your uncle.

We verruilden de logeerplek in het hart van Naarden voor een trendy oppashuis in een statige wijk van Den Haag. Met Bernadette lunchten we met nieuwe haring van de viskraam van Haagse Robbie. Die van 2016 smaakt heerlijk. Na toelichtingen van huishoudelijke aard, een rondje om haar nieuwe auto en sleuteloverdracht zwaaiden we haar uit. Zo kwam een kinderwens alsnog uit: als jong meisje bezat ik een schaalmodel Mini, metallic groen met zwart dak. Alle deuren, de motorkap en de achterklep konden open. Zo eentje wilde ik er; het kwam er nooit van. Tot nu. We rijden rond in een chocoladekleurige Mini Cooper. Er staat mooie rosé in de koelkast en een prachtig boeket veldbloemen in de woonkamer. Mijn liefje en ik boffen met zulke vrienden. Tante Bernadette landde inmiddels veilig met haar bofkontneven in Azië; zij tracteert! Krijgt ze weer natte voeten…  




zondag 19 juni 2016

#Jesuisgay

Het is een week later, de eerste begrafenis vond reeds plaats. Wat mij persoonlijk diep raakte, was de aanslag in Pulse, de nachtclub voor homo’s in Orlando (Florida) waarbij 49 personen werden doodgeschoten. Ze werden vermoord omdat ze open waren over wat ze zijn: homoseksueel. De dader werd geboren in New York als zoon van gevluchte Afghaanse ouders. Moeder zou paranoïde zijn, vader was aanhanger van de Taliban. Mateen Jr. was zelf een regelmatige bezoeker van uitgaansgelegenheden voor homo’s.

Toen in januari 2015 een aanslag werd gepleegd op de redactie van het Franse tijdschrift Charlie Hebdo, waarbij 12 mensen omkwamen die zich uitspraken voor wat ze vonden, kwam een wereldwijde solidariteitsactie op gang: miljoenen mensen hielden bordjes op met #JeSuisCharlie, zich daarmee voorstander betuigend van het vrije woord en tegenstander van geweld. Mijn liefje en ik waren destijds in Montevideo (Uruguay) en ook daar haalde een foto van een Française met dat bovenvermelde bord de voorpagina’s van de nationale kranten.

Na Orlando volgde niets van dat alles al werd er lokaal herdacht. Kregen de Charlies van toen na de grootste massamoord op homo’s en lesbo’s in de Amerikaanse geschiedenis het woord gay soms niet over de lippen?! Tja. Homoseksualiteit blijft een lastige aangelegenheid, lees ik wekelijks. Geweld jegens de LGBT-gemeenschap is wereldwijd aan de orde van de dag. In 77 landen ter wereld is homoseksualiteit illegaal. Veel inwoners van die landen zijn van mening dat lesbo’s, homo’s, biseksuelen en transseksuelen als criminelen moeten worden beschouwd. Een wereldwijd onderzoek door ILGA, de Internationale LGBT Association, dat vorige maand in een rapport werd gepubliceerd, toont aan dat 45% van de respondenten in Afrika het ermee eens is dat “being LGBT should be considered a crime”. 34% van de respondenten in Azië, 17% in Europa, 15% in de Verenigde Staten en 14% in Oceanië zijn het daarmee eens.

Zelf kan ik over die intolerantie meepraten. In de beginjaren '80 van de vorige eeuw deed ik met mijn maatjes van de Delftse vrouwenradio mee aan de Gay Pride Parade in Amersfoort. Toen heette die dag overigens nog niet zo. Overdag liepen we in de bonte optocht mee en 's avonds vond een groot feest plaats in De Flint. Wij kwamen bij die locatie aan en moesten ons door een mensenhaag naar de ingang werken. Er was geduw en getrek en we kregen nare opmerkingen naar ons hoofd. Ik ervoer dat als pure intimidatie. Het was voor mij de eerste en de laatste keer dat ik meeliep maar proudly gay bleef ik. Amersfoort behield voor mij altijd een smet; ik keerde die plaats definitief de rug toe. Op donderdag 21 juli vindt de 14de editie van dit jaarlijkse evenement daar plaats. Ik zal schitteren door afwezigheid.

Ook tijdens de jaren in Bali voelden mijn liefje en ik ons niet vrij om in de openbaarheid te zijn wie we zijn. Nooit hield ik daar haar hand vast, nimmer gaf ik haar een kus. Voor ons personeel was het duidelijk dat we een setje waren maar zelfs thuis deden we nooit iets dat hen zou kunnen shockeren. Wellicht ben ik te cultureel sensitief? Hoe het ook zij, het ging niet ten koste van onze relatie. Balinezen die we in die tijd leerden kennen, vroegen mij vaak op de vrouw af of ik was getrouwd. Het advies dat we kregen van Elsa & Ketut was dat we dan het best ‘belum’ konden antwoorden: nog niet. Dat was behapbaar, twee vrouwen van middelbare leeftijd die samenleven niet. 

Het opmerkelijke is wel dat Indonesië een van de vijf moslimlanden ter wereld is waar homoseksualiteit niet illegaal is. Het land heeft zelfs de langst opererende LGBT-organisaties in Azië! Het heeft weliswaar de grootste moslimpopulatie ter wereld maar formeel is er sprake van scheiding van kerk en staat. Daaraan wordt echter getornd. Er zijn religieuze fanatici die intolerantie prediken en geweld plegen jegens homoseksuele medeburgers. Daarin is het land helaas niet uniek. In Spanje voelde ik mij op dat vlak echter nooit onvrij. 

Homoseksualiteit en religie blijft een moeizaam huwelijk. Afgelopen vrijdag las ik een goed artikel in De Standaard, getiteld ‘God, Jahweh en Allah versus de Herenliefde’. Duidelijke vragen, heldere analyse. De strekking: religie en angst voor het onbekende spelen homohaat in de hand. Waarom worstelen de drie wereldgodsdiensten met homoseksualiteit? Historisch gezien stammen die religies van dezelfde ideologische, theologische bron. Redacteur Goedhals onderzocht de opvattingen van een bisschop, een rabbijn en een imam.

Het natuurwetdenken is hun leidraad. Wie volgens die overtuiging naar de wereld kijkt, ziet het werk van God. De wetten die hemel en aarde bewegen, zijn de wetten van de hand van God, Jahweh of Allah. De werkelijkheid ligt aan de leiband van het transcendente. Een goed en gelovig mens -een afbeelding van God- probeert dan ook volgens die wetten zijn leven in te richten. Een homoseksuele man of vrouw kan bijgevolg nooit voldoen en juist handelen volgens die logica. 'Want seksueel verkeer tussen twee mensen van hetzelfde geslacht overschrijdt de goddelijke orde’. Men kent echter ook uitzonderingen op de regel. In de Bijbel staan, naast duidelijke citaten die homoseksualiteit als ‘gruwelijk’ bestempelen, echter ook passages die een soort van herenliefde enigszins oogluikend dulden. De Thora maakt geen expliciete melding van lesbische lust, wat joodse holebi’s als een voet tussen de deur beschouwen. En wat de islam betreft, wijzen exegeten op het simpele feit dat de profeet Mohammed niemand daadwerkelijk strafte voor homoseksualiteit. Maar toch wordt er gestraft, en hard ook. Daarvan is Orlando het bewijs.


donderdag 16 juni 2016

Wat voor weer zou het zijn in Den Haag?

Afgelopen maandag kregen we hier de eerste hittegolf voor de kiezen. Dat is relatief vroeg in het jaar. Dit deel van Spanje kreeg vorig jaar te maken met een hittegolf die twee weken aanhield: van eind juli tot begin augustus. Het was langdurig rond 40 graden Celsius en dat maakten we toentertijd voor het eerst mee in deze contreien. Deze week stond er veel wind die uit het zuidwesten kwam, dus over noord-Afrikaanse vlakten. Het voelde dan ook alsof er een föhn op je lichaam stond.

Mijn liefje, aka de Fitbitch, besloot haar dagelijkse 10.000 stappen te gaan zetten. De voorafgaande week was tot dan toe haar beste loopweek met in totaal 73.500 stappen ofwel ruim 50 kilometer dus dat was extra motiverend. Op maandag raadde ik het haar echter ten sterkste af; gezien de temperatuur vond ik het onverantwoord. Zelf bleef ik binnen met een goed boek. 
Momenteel lees ik ‘Shell Games. Rogues, Smugglers and the Hunt for Nature’s Bounty’ van Craig Welch. Het gaat over de illegale vangst en internationale handel in schaal- en schelpdieren die worden gevangen aan de Amerikaanse westkust. Het gaat met name om geoducks (spreek uit: ghoewieduks), een heel grote, tweekleppige mollusk in de vorm van een fallus die vooral in Azië wordt beschouwd als lekkernij. Het boek beschrijft vanuit het perspectief van de milieupolitie op boeiende wijze hoe doortrapt onderwaterstropers te werk gaan.

Zij besloot te gaan wandelen op de nieuw ontdekte wandelboulevard van Mil Palmeras, een traject dat we regelmatig samen afleggen. Het loopt kilometerslang langs de kust, met zicht op fraaie baaien. Ondanks de waarschuwing ging ze op weg… om niet veel later transpirerend en met hoogrood hoofd terug te keren. De temperatuurmeter in de auto gaf 38 graden Celsius aan, toen ze wegreed. Toen ze bij het wandelpad aankwam, stond er nog steeds 38 graden op de meter. Dat was dus ‘gewoon’ de buitentemperatuur van dat moment. Na ongeveer 1.000 stappen hield ze het voor gezien en keerde huiswaarts. Ze vertelde mij dat strandbezoekers bijna allemaal in het water zaten of stonden. Op weg naar huis gaf de thermometer zelfs 40 graden Celsius aan. Het was die dag te heet voor welke buitenactiviteit dan ook. De golfbaan waaraan we wonen, leek die dag uitgestorven. Bij dit soort temperaturen is siësta houden een verstandig tijdverdrijf. Spanje wil echter van de gewoonte af.

Het is vandaag World Tapas Day. Als het aan het Spaanse ministerie voor cultuur, onderwijs en sport ligt, wordt de Tapa UNESCO (immaterieel) cultureel erfgoed! Men is aan een campagne begonnen om dat voor elkaar te krijgen. De Semana Santa (heilige week met Pasen), het Spaanse carnaval en de tapa zijn alledrie in de race voor opname op de VN-lijst.

Deze dag wordt officieel in 22 plaatsen in heel Spanje gevierd; doorgaans wordt in grotere steden een Tapasroute georganiseerd. Zelf ben ik een grote liefhebber van die kleine hapjes. Het gaat al lang niet meer uitsluitend om patatas bravas, croquetas en albondigas. In Spanje is de tapa inmiddels in veel horecagelegenheden tot ware kunst verheven. Onlangs bezochten wij met vrienden taberna El Portal in Alicante waar we genoten van heerlijke gourmethapjes, zoals een ei op 65 graden gegaard met truffel, krokante lamszwezerik en tonijntataki. Een aanrader. Wij konden op de valreep aanschuiven. Reserveren is noodzakelijk, het is een druk bezocht restaurant.

Volgende week rond deze tijd zijn we reeds in het Vaderland aangekomen (Leo Dovente). We hoeven daar niet bang te zijn voor een hittegolf. Mijn koffer zal grotendeels bestaan uit lange broeken, sokken, truitjes en een regenjas. De zwemkleding laten we thuis. Desondanks hebben we er heel veel zin in. We maakten reeds afspraakjes met vrienden en familie en we stelden een lijst van dingen op die we gaan ondernemen. Daarop staat onder andere een Nederlandse tapasroute: haring proeven aan de viskar van Haagse Robbie en bij Simonis aan de Scheveningse binnenhaven. Vriend Ger stuurde gisteren een foto van een bordje met haringen met de vermelding dat het dit jaar weleens een lekkerder haring zou kunnen zijn dan die van vorig jaar dus dat belooft wat! We gaan ook naar Friet Atelier Den Haag van sterrenchef Sergio Herman. Hij gaat frietjes van topkwaliteit bakken van Zeeuwse aardappelrassen dus die lekkernij laat ik niet aan mijn neus voorbijgaan. De servetten zijn ontworpen en getekend door de Belgische cartoonist Kamagurka. We kijken ernaar uit. 


maandag 13 juni 2016

Vol verwachting

Afgelopen weekend ontving Yuda in Bali zijn overgangsrapport naar de derde klas. Vol verwachting klopten onze hartjes. Moeder Elsa was teleurgesteld over zijn prestaties van de laatste zes maanden: voor sommige vakken ging hij iets achteruit. Dat kan gebeuren. Als verwachtingen (te) hoog zijn gespannen, kunnen resultaten tegenvallen. Elsa is ambitieus en intelligent, Yuda is jong en nogal speels. Bovendien realiseert zij zich dat wij sponsors zijn van zijn educatie maar wij leggen niemand druk op, niet op moeder noch op het mannetje zelf. Yuda is snel afgeleid en bovendien ging zijn geliefde papa Ketut zes maanden geleden aan de slag op een Amerikaans cruiseschip.

Toen mijn liefje en ik Yuda’s cijferlijst in detail doornamen, vonden wij het erg meevallen. Op zijn eindlijst had hij vier 7s en vier 8en. Voor het vak natuurkennis  scoorde onze jongeling zelfs 92 (van 100) punten! Wat ons betreft, bracht hij een mooi rapport naar huis. We appten Elsa terug dat wij trots waren op haar oudste zoon. Ik pakte mijn eigen rapporten van de lagere school erbij; dankzij mijn moeder bleven die bewaard. Een foto van mijn overgangsrapport van de tweede klas stuurde ik terug met de tekst “Better than me. No worries!” Het hoogste cijfer op het rapport van dat jaar (81/2) kreeg ik voor rekenen en Nederlandse taal, het laagste cijfer (6) was voor handwerken. Tijdens mijn lagere schooltijd behaalde ik alleen 9s voor tekenen en lichamelijke oefening.

In klas 2b werd ik leerling van juffrouw Van Haastert. We troffen het niet: het was een oude, strenge juf die stoute kinderen er regelmatig van langs gaf. Ze leed aan een ernstige vorm van reumatoïde artritis. Als je pech had, nam ze je hoofd tussen haar gekromde vingers en rammelde ze je met haar knokkels heen en weer. Geen prettige ervaring. Gelukkig overkwam het mij zelden. Ik was geen braaf kind maar wel vlijtig. Op het overgangsrapport van de eerste naar de tweede klas scoorde ik een 6 voor gedrag. In de daaropvolgende jaren behaalde ik voor dat ‘vak’ nooit een hoger cijfer dan een 7. Ik was een prater, een bijdehandje en een gangmaakster.

En ik was eigenwijs. In mijn tijd op de lagere school kregen de jongens handenarbeid en de meisjes handwerken. Ik had een broertje dood aan dat vak. De juf wier naam ik verdrong (maar wier gelaat ik mij nog helder voor de geest kan halen), vond namelijk dat ik als linkshandige rechtshandig moest leren haken, naaien, borduren en wat dies meer zij. Ik vond dat stom en gooide de kont tegen de krib. Mijn moeder was in het oosten des lands hoofd van een groot naaiatelier voordat ze mijn moeder werd. Zij kon maken wat haar ogen zagen, patronen tekenen en lezen kon ze in haar slaap.

Ik probeerde het aanvankelijk met mijn rechterhand maar het resultaat was niet om over naar huis te schrijven. Ik liet steken vallen, mijn broddellapjes vertoonden altijd fouten. Mijn moeder was het met mij eens: ik mocht handwerken met mijn dominante hand. Wanneer ik huiswerk meekreeg, haakte, borduurde en naaide zij gelijkmatige lapjes voor mij. De week erop overhandigde ik het werk aan de juf, zonder een greintje schaamte. Ik bleef mijn linksheid verdedigen totdat het escaleerde. Als die juf werk in de klas uitdeelde, liet ze het mijne op de grond vallen net voordat ik het kon aanpakken, en ander gesar. Op enig moment weigerde ik naar handwerkles te gaan.

De juf kwam op een avond naar mijn ouderlijk huis om de situatie te bespreken terwijl ik boven verwachtingsvol op mijn kamertje zat. Mijn ouders, beschaafde lui, luisterden aandachtig naar haar relaas. Mijn moeder kon bij tijd en wijle verlegen zijn maar ze was ook een trotse vrouw met een goed stel hersenen. Ze kwam voor mij op en verdedigde het standpunt dat je best linkshandig kunt handwerken. Daarmee was voor haar de kous af. De daarop volgende week overlegden mijn ouders met het hoofd van de school over mijn overplaatsing naar handenarbeid, met de jongens van mijn klas. Het had wat voeten in de aarde maar het gebeurde. Ik gutste, figuurzaagde en kleide er daarna op los. Met links. De handwerkjuf kruiste mijn pad nooit meer.
De school bestaat nog steeds.

Illustratie: Michael Leunig
Onlangs las ik een interessant artikel in het blad Psychologie waarin hoogleraar Gezondheidspsychologie Andrea Evers (Universiteit van Leiden) werd geïnterviewd. Het gesprek ging over de kracht van de psychologische factor ‘verwachting’. Evers vertelt enthousiast over het vernieuwende onderzoek dat haar afdeling gezondheids-, medische en neuropsychologie doet en dat tamelijk uniek is in de wereld. 

Haar stelling is dat je met positieve verwachtingen sterke lichamelijke reacties op gang kunt brengen waardoor mensen minder medicijnen nodig hebben. Doordat je verwacht dat je lichaam een bepaalde stof aanmaakt, gaat het lichaam daadwerkelijk aan de slag om die stof te produceren.

Het lichaam leert dat aan met behulp van een medicijn en een opvallende prikkel. Het team gaf proefpersonen een bepaald drankje in combinatie met een pil die een allergische reactie verminderde. Korte tijd later kwamen die personen terug voor een vervolgbehandeling. Deze keer kregen ze wel het drankje maar niet de pil. Toch vertoonden ze daarna allemaal dezelfde verlaagde allergische reactie als daarvoor. Bij mensen met de huidziekte psoriasis werd het effect reeds wetenschappelijk aangetoond. Patiënten konden uiteindelijk met de helft van de hoeveelheid hormoonzalf toe. De psyche als medicijn, ofwel het placebo-effect in een nieuw jasje. Evers vindt de resultaten zelf fan-tas-tisch. Dat schept verwachtingen!

Yuda begint vandaag aan de eerste dag van zijn schoolvakantie.


zaterdag 11 juni 2016

Piratas en ander gespuis

In augustus vorig jaar gingen we voor de eerste keer naar Isla de Tabarca. Deze week keerden we ernaar terug, nu in gezelschap van vrienden Frans & Roland. Die eerste keer was met Bernadette; toen gingen we op de bonnefooi, snorkelsets onder de arm. Deze keer reisden we met wandelschoenen en zwemkleding, na ons huiswerk te hebben gedaan.

Isla de Tabarca is een klein eiland voor de kust van Santa Pola. Het is het kleinst bewoonde eiland van Spanje, met ongeveer 100 vaste bewoners. Dat aantal zwelt in de zomermaanden aan. Tot het einde van de 18de eeuw was het een toevluchtsoord voor piraten. Regelmatig overvielen zij kustplaatsen tussen Alicante en Torrevieja. Om die zeerovers te weren, besloot de toenmalige Spaanse koning Carlos III het eiland te bevolken met 300 krijgsgevangenen uit Genua, die tot dan toe gevangen werden gehouden op het Tunesische eiland Tabarka. Dat is versie 1. Het andere verhaal is dat zeilers uit de Tunesische stad Tabarca in 1760 schipbreuk leden, werden gered en gehuisvest op het kleine eiland. In 1768 werd het eiland omgedoopt tot ‘Nueva Tabarca’. Dezelfde koning bouwde de wal uit en vestigde een fort, als verdediging tegen islamitische Berbers uit Noord-Afrika. De toenmalig bevolking breidde het dorp verder uit, onder andere met meer verdedigingsmuren, waarvan delen en enkele toegangspoorten nog zijn te bewonderen.

Na enig gehakketak met concurrerende aanbieders van ferry-kaartjes stapten we in Santa Pola in een speedboot die ons gezwind doch rustig naar het eiland vervoerde; er was wind noch golf. Op de terugweg zouden we de langzame ferry nemen. Het was drukker dan verwacht, vooral met Spanjaarden. We besloten eerst de dorpskern te bezoeken voor een kopje koffie. Het is een typisch Meditteraans dorpje met witte huizen en blauwe deuren. Overal waar je loopt, wordt momenteel verbouwd en gerenoveerd. De plaza mayor is relatief groot, de kerktoren neemt een prominente plaats in het beeld in. We hadden mazzel want de sleutelhouder van de ‘Iglesia de San Pedro y San Pablo’ (1775) stond voor de zij-ingang van de gerenoveerde kerk. In 1964 werd het gebedshuis uitgeroepen tot Spaans cultureel erfgoed, net als het eiland.

Hierna liepen we op ons gemak over de verdedigingswal naar de westpunt van het eiland. Wat ik de vorige keer niet vond aan de oostkant, trof ik hier wel aan: glashelder snorkelwater. Toen worstelden Bernadette en ik ons door metershoog zeegras en was er onder water niets te zien. Nu liepen we via de ‘Puerta de la Trancada’, een van de originele toegangspoorten, naar het westelijkste puntje van Tabarca. Zelf had ik veel oog voor de kleuren van het water en de onderwaterwereld, Frans keek zijn ogen uit naar de indrukwekkende sixpacks die daar met snorkel en flippers te water gingen. De vele baaien doen caribisch aan, de meeuwen zijn zo groot als albatrossen.

Drie van ons namen een verfrissende duik in de Middellandse Zee. Roland, bijgenaamd 'Het Watje' vond het zeegras in de branding een show stopper. De vorige onderdompeling van mijn liefje en mij was in de Indische Oceaan in februari 2016, tijdens onze rondreis in Sri Lanka. Dit was een heel andere ervaring! Aanvankelijk voelde dit water koud aan maar eenmaal doorwaad was het goed dobberen. Ook in deze baai werd volop gesnorkeld. Ik nam mij voor de volgende keer op de westpunt te water te gaan. 

Na al die activiteiten was het tijd voor lunch. Ook op dit vlak deden we ons huiswerk: de Tripadvisor-gemeenschap vindt ‘Restaurante Gloria’ het beste van het eiland maar sommige reviewers waren verdeeld in hun mening. Het toeval wil dat we met Bernadette hetzelfde restaurant kozen. Onze foodies-intuïtie werkt kennelijk goed! Vis uit de wateren rondom Santa Pola wordt hogelijk geprezen in dit deel van Spanje. De producten zijn niet goedkoop maar zijn het proeven meer dan waard. Een kilo koraalrode garnalen uit Santa Pola kost €200.

We bestelden überverse ansjovis (‘boquerones’) van de grill, gestoomde mosselen, gegrillde groenten, gegrillde octopustentakels met zuignappen; alles bereid in mooie kwaliteit olijfolie. Eén bestelling viel bij ons niet in goede aarde: gevulde inktvis, door de kelner aangeprezen als lekkernij. Alle vier vonden we het visvlees kauwgom, de mantel van de inktvis was gevuld met wat het dier at maar ook dat kon ons niet bekoren. Jonge Spaanse rosé completeerde de bijna perfecte maaltijd. Het kaneeltoetje was yummie. Het was gezellig met de boys – como siempre. We tuften met de slow boat naar het vasteland terug. Happy, rozig en voldaan.


woensdag 8 juni 2016

Join the Waves for Change

Je kunt het als blogger maar druk hebben met al die World Something Days. Oceanen zijn voor mij al jarenlang een onuitputtelijke bron van plezier en inspiratie. Het welzijn van oceanen is voor ieder mens van levensbelang: ze zijn onze grootste zuurstofverschaffers. Daarnaast reguleren ze ons klimaat, verschaffen ze drinkwater en voedsel voor velen van ons.
De oceanen zijn het hart van onze planeet. Zoiets belangrijks verdient een eigen dag om wereldwijd te vieren: het is dan ook vandaag World Oceans Day! Het idee voor deze dag werd voorgesteld door de regering van Canada tijdens de ‘Earth Summit’ in Rio de Janeiro (1992). Pas in 2008 werd de officiële resolutie door de Verenigde Naties aangenomen. Op sociale media werd opgeroepen aan de dag deel te nemen met onder andere een Selfie for the Sea. Wij, kinderen van de zee en vrouwen van Atlantis, doen daaraan mee.

Er is veel goeds en zorgwekkends te melden over de wondere onderwaterwereld. Eerst maar eens nieuws van eigen bodem: het project Ocean Cleanup van de Delftse student Boyan Slat liep vertraging op. Slat en zijn projectgroep zijn van plan het probleem van de plasticsoep in de oceanen op te lossen. Miljoenen tonnen plastic vervuilen zeeën en oceanen en die vervuiling wil hij te lijf gaan met drijvende reuzenstofzuigers. Momenteel wordt een proefinstallatie getest in een bassin van het Maritime Research Institute Netherlands (MARIN) in Wageningen. In het tweede kwartaal van 2016 zou hij beginnen met een pilot in de Noordzee maar die is nu naar de tweede helft van dit jaar doorgeschoven. Als de test voor de Nederlandse kust goed verloopt, zal daarna worden begonnen met de bouw van een installatie in Japanse wateren.

Plastic in oceanen is een groot probleem voor mens en dier. Onlangs las ik over een steengoed product in de Verenigde Staten dat een deeltje van dat probleem kan oplossen. Letterlijk. Saltwater Brewery bracht namelijk een 100% afbreekbare bierblikjeshouder op de markt en dat is nog maar de helft van het goede nieuws. De ring is nog eetbaar ook! 
Amerikanen dronken in 2015 bij 24 miljard liters bier, waarvan de helft afkomstig was uit blik. De meeste plastic ringen eindigen helaas in zee waar ze een bedreiging vormen voor vele diersoorten. Het bedrijf Delray Beach in Florida besloot tot het ontwerp en de ontwikkeling van een milieu- en diervriendelijke oplossing van het plastic probleem. Deze ring is gemaakt van bijproducten van bier, zoals gerst en tarwe dus het smaakt nog goed ook. Zelfs mensen kunnen ze, indien gewenst, als snack nuttigen onder het genot van een biertje. Proost!

Schildpadden behoren tot de langst levende dieren ter aarde. Tijdens een rondreis door Azië ontdekten we dat de geboortedatum van mijn liefje is verbonden met de schildpad als symbool. Dat schiep een band die inmiddels zo hecht is dat wij schildpadden adopteerden, baby-zeeschildpadden te water lieten en een groeiende collectie schildpadden in huis hebben staan. We zwommen op meer plekken ter wereld met zeeschildpadden in het wild. Ervaringen die we beiden koesteren. Mijn liefje is een heuse bag lady: overal waar ze komt raapt ze plastic, zeker op de stranden. Als ik iets lees over haar favoriete diersoort, deel ik het artikel met haar. 

Zo ontdekte ik onlangs Freddy-de-3D-schildpad. Tijdens een bosbrand in Brazilië raakte een landschildpad ernstig gewond: 85% van zijn beschermende schaal verdween. (Ze noemden hem Freddy, naar de enge verschijning van Freddy Krueger, hoofdpersoon uit de film ‘Nightmare on Elm Street’. Gezien? Spooky!) 
Een groep vrijwillige dierenartsen en een 3D-ontwerper uit Sao Paulo, die zichzelf The Animal Avengers noemen, lapte hem op. Ze bestudeerden soortgenoten van het gewonde dier en ontwierpen aan de hand daarvan een 3D computermodel met de juiste maten van de patiënt. De prothese van kunststof -op basis van maïs- werd geprint en als puzzelstukjes op het dierenlichaam aangebracht. De schaal werd door een van artsen beschilderd met het natuurlijke patroon. Het gaat Freddy goed, naar verluidt.

En dan serieuzer nieuws. De Noordpool zal dit jaar of volgend jaar voor het eerst in meer dan 100.000 jaar zonder zee-ijs zijn. In september 2016 zal er naar verwachting één miljoen vierkante kilometer minder ijs zijn. Het is de voorspelling van een leidende poolwetenschapper van de universiteit van Cambridge.

Het is officieel: 35% van de koraalriffen van het Australische Great Barrier Reef is morsdood. Het gaat om het ergste geval van koraalbleking in de geschiedenis van het rif. Alsof dit nog niet genoeg is, raakte dit werelderfgoed onlangs nogmaals in opspraak. De Verenigde Naties stelden in de afgelopen maanden een onderzoek in naar de effecten van klimaatverandering op UNESCO-werelderfgoed. Dat werd uitgevoerd door twee VN-organisaties en de Union of Concerned Scientists. Zij stelden een 108 pagina’s tellend rapport op met hun bevindingen (dat ik las). In de definitieve versie schittert het hoofdstuk over Australisch erfgoed door afwezigheid. De regering bleek tussenbeide te zijn gekomen en verbood de teksten, uit angst dat de berichten 's lands toerisme zouden schaden. Dat soort censuur verwacht je niet van een geciviliseerd westers land! “Frankly astounding” zei professor Steffen, emeritus hoogleraar van de Australian National University en hoofd van Australië’s Climate Council. Tja.

Illustratie: Michael Leunig
Op Cape Grim in Tasmanië gaan we naar verwachting op korte termijn over de grens van 400 ppm (parts per million). PPM is een maat voor concentratie; hier betreft het deeltjes kooldioxide. Niet alleen de kaap is grimmig: “once it is over, it won’t go back”, aldus de Australische wetenschapper Paul Fraser die de Air Man van de kaap wordt genoemd. We gaan naar een point of no return. De laatste keer dat de CO2-uitstoot zo hoog was, was er geen mensenleven op aarde. Als er teveel CO2-uitstoot van fossiele brandstof is, kunnen de natuurlijke cycli die concentratie niet meer zelf verlagen. Die 400-grens is weliswaar symbolisch but it’s psychologically powerful, aldus de wetenschapper.

Het meetstation op het noorderlijke halfrond (Hawaii) is al sinds maart 2016 boven die grens en daalde sindsdien niet. “We’re going into very new territory” zei James Butler, directeur van de meetgroep van de National Oceanographic and Atmospheric Administration (NOAA) in de Verenigde Staten tijdens een interview met de Britse krant The Guardian.


zondag 5 juni 2016

In refuse, reduce, reuse, recycle-modus

Het is vandaag World Environment Day, Wereld Milieudag. Deze dag, ook wel Eco Day genoemd, werd in 1974 uitgeroepen door de Verenigde Naties om mensen in de hele wereld bewust te maken van het belang van zorg voor natuur en milieu. De dag wordt inmiddels in 100 landen gevierd. Angola is dit jaar gastheer. Het lange tijd door burgeroorlog geteisterde west-Afrikaanse land heeft een lange kustlijn, uitgestrekte bossen en heel veel grasland. 's Lands inheemse dierenbestand bestaat onder andere uit leeuwen, mensapen en reuzensabelantilopes. Die antilopesoort komt alleen in Angola voor (zelfs nergens anders in een dierentuin), wordt ernstig bedreigd en staat op de rode lijst van de IUCN.

De laatste 100 exemplaren leven daar in twee gescheiden leefgebieden. In juli gaan Angolese rangers met helicopters op zoek naar meer dieren om te taggen. Ze worden verdoofd en daarna voorzien van een halsband die signalen uitzendt zodat men ze kan volgen en zo hopelijk kan beschermen tegen stropers. De eerste drie antilopes krijgen een naam die in de afgelopen weken door de WED-gemeenschap is gekozen. Mijn voorkeur ging uit naar ‘Milele’, een Kiswahili-woord dat ‘voor altijd’ betekent in de hoop dat het de dierensoort geluk brengt. De drie gekozen namen worden later vandaag bekendgemaakt tijdens festiviteiten in Luanda, hoofdstad van Angola.

Op deze dag staan natuur en milieu centraal; de wereldwijde acties zijn zeer divers. Er is veel dat je zelf kunt doen uit zorg voor de planeet; niet alleen vandaag. Alle beetjes helpen. Mijn liefje en ik scheiden plastic, glas en papier. Wij gebruiken eigen boodschappentassen en nemen andere acties om het gebruik van plastic te beperken. We zijn voorstanders van hergebruik en letten op ons energieverbuik. We eten bij voorkeur lokale producten, kiezen minstens tweemaal per week voor een vegetarische maaltijd, eten minstens twee keer per week duurzame vis, verspillen niet of nauwelijks en laten de auto enkele dagen per week staan. (Mijn liefje doucht korter en minder vaak dan ik.)

Ondanks al die oprechtheid en goedbedoelde acties vroeg ik mij in alle ernst af of dat alles voldoende is. Vooral reizen is enorm vervuilend. De CO2-uitstoot van een gemiddelde vliegvakantie bedraagt 1.200 kilo. Onlangs las ik dat 's werelds grootste cruiseschip, vreemd genoeg de Harmony of the Seas genoemd, net zoveel CO2 uitstoot op volle zee als 84.000 auto’s en net zoveel zwaveldioxide als 376 miljoen voertuigen. Duurzaam cruisen bestaat niet. 

Ik was nieuwsgierig naar de eigen carbon foot print, de som van alle uitstoot die samenhangt met de keuzes die ik in mijn huidige leven maak. Op de website van het Engelse WWF trof ik een enquête aan die mij duidelijkheid moest geven.  De vragen vielen in vier categorieën: voeding (10%), wonen/leven (20%), reizen (35%) en overig (5%). Tijdens het invullen begon het te dagen: niet alles wat mijn liefje en ik doen op het vlak van duurzaamheid en milieuzorg kwam terug in de enquête. Gezien het aandeel reizen wist ik bij voorbaat dat ik niet opperbest zou scoren. Het eindresultaat was ontluisterend…

Ik ben geen vegetariër of veganist. Regelmatig uit eten gaan leidt tot verspilling. Lokaal reis ik nooit met bus of trein dus dat leverde evenmin pluspunten op. Ik maak geen gebruik van zonne-energie alhoewel ik in een heel zonnig land leef. De recente aanschaf van een nieuwe wasmachine en koelkast -de meest energiezuinige in hun soort- scoorden tevens slecht. Het is echter vooral het regelmatige reizen over lange afstanden dat het beeld ernstig vervuilt. Kortom: ik doe niet genoeg, bij lange na niet. A guilty conscience is a curse for ever. 
Tijdens een recent etentje met vrienden Frans & Roland bracht ik het onderwerp ter sprake. Voor Frans was het duidelijk: de grootste dienst die ik Moedertje Aarde in mijn leven bewees, was kinderloos blijven. Schuldgevoel is onzin. De ironie wil dat we jaarlijks naar de andere kant van de wereldbol reizen om tijd door te brengen met onze Aziatische familie; twee jonge ouders en hun beide zonen. Tja.

Het Eco Day-thema van 2016 is Go Wild for Life, een gepassioneerde oproep tot het uitbannen van illegale handel in (wilde) dieren en dierlijke producten. Door die handel gaat de biodiversiteit van Moedertje Aarde naar de knoppen, worden landen van hun natuurlijke erfgoed ontdaan en sterven diersoorten uit. Het smokkelen en doden van dieren door de georganiseerde misdaad ondermijnt economieën en ecosystemen en houdt wereldwijde corruptie in stand. Die misdaden tegen dieren bedreigen vooral de olifant, neushoorn, tijger, gorilla en zeeschildpad. Olifanten, neushoorns en zeeschildpadden zag ik meermalen in hun natuurlijke habitat. Onvergetelijke momenten! De voetafdruk van een reislustige Hollandse mag dan niet schoon zijn, deze petitie tekende ik vol overtuiging.


woensdag 1 juni 2016

Barefoot Day

Ik kwam nog niet aan zwemmen toe maar deze week neem ik hier de eerste duik. Een recente temperatuurtest wees uit dat het plaatselijke zwembadwater 24 graden Celsius is. De temperatuur van het zeewater ligt lager. Afgelopen weekend schafte ik een nieuw snorkelmasker aan, mijn zoveelste. Even twijfelde ik of het laatste Franse ontwerp zou kopen: de Tribord EasyBreath is in verschillende maten en kleuren verkrijgbaar in sportzaak Decathlon. Het goede aan het ontwerp is dat je geen mondstuk nodig hebt want het masker dekt je gehele gezicht af en de pijp zit vast aan de bovenkant. Zodra je onder water gaat, zuigt het masker zich rond je gelaat vast. Het zat echter niet lekker dus ik zag ervan af en besloot tot aanschaf van een degelijke bril met groot raam.

Al jarenlang treden mijn liefje en ik op als zwemjuffen voor de kereltjes in Bali. De bijna 9-jarige Yuda kan inmiddels aardig zwemmen. Naast zeer speels is hij een grote waterrat al is zijn schoolslag niet volgens het boekje en zwemt hij liever niet op zijn rug. Onder water zwemmen en duiken doet hij daarentegen graag en vaak; mede dankzij de vele speeltjes die we in de loop van de tijd kado gaven. Broer Damai van 5 kreeg ook de smaak (van chloorwater) te pakken. De laatste keer dat we samen zwommen schudde hij watervrees definitief van zich af. Hij stak zijn hoofd onder water en zwom -veilig in zijn drijfpak- met mij naar het diepe gedeelte van het zwembad. Zelfs mijn toenmalige snorkelset moest en zou hij uitproberen. Leuk.

Zodra de mannetjes later deze maand schoolvakantie hebben, gaan ze beiden op zwemles in Singaraja. Toen ik in november 2015 door de stad reed, vielen mij grote posters op met daarop een man met een fluitje op de voorgrond en een groot zwembad op de achtergrond. Was er een zwemclub in Noord-Bali? Dat bleek het geval, moeder Elsa zocht het uit. Het is een van de tekenen van vooruitgang in dat deel van Bali. Zwemles is des te opmerkelijk als je je realiseert dat het Hindoegeloof alles onder water afdoet als onderwereld waaruit niets goed voortkomt. De gemiddelde Balinees, voor zover die bestaat, houdt niet van water en kan niet zwemmen. Onze mannetjes zijn fraaie uitzonderingen op de regel.

In de afgelopen jaren motiveerde ik Yuda onder andere met suksesverhalen over de Nederlandse zwemster Ranomi Kromowidjojo, houdster van vele wereldrecords en gouden medailles. Zij heeft immers Indonesische wortels. Zij kwalificeerde zich voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, die ik in augustus gespannen ga volgen.

Daar kwam ene I Gede Siman Sudartawa onlangs bij. Deze 21-jarige Balinees, gespecialiseerd in de rugslag, gaat voor Olympisch goud. In 2011 won hij vier medailles tijdens de South-East Asian Games: hij werd winnaar en recordhouder op de 50, 100 en 200 meter rugslag en won met zijn team op de vier keer 100 meter estafette. Hij was vaandeldrager voor het nationale team bij de opening van de Spelen in Londen in 2012, waar hij op de 39ste plaats eindigde.

Begin mei nam hij deel aan de Malaysian Open waar hij records brak op de 50 en 100 meter rugslag; op de 200 meter werd hij nipt tweede. Met het estafetteteam werd hij eveneens eerste en houder van een nieuw record. Ik las dat Siman zich bij die gelegenheid kwalificeerde voor de 50 meter rugslag. Joehoe! Het juichen verging mij  toen bleek dat 50 meter rugslag niet op het olympische programma staan in Rio... Kasian.

Hij en twee Indonesische collega’s trainden in de afgelopen maanden bij een zwemclub in New South Wales (Australië). Hun Australische coach, Gavin Urquhart, is van mening dat ze net zo goed zwemmen als Australische topsporters maar dat ze niet dezelfde kwaliteit coaching krijgen in eigen land. Bovendien wil de Australische zwembond wereldtoppers afleveren en die ambitie heeft de Indonesische bond niet. Tja. In een interview met ABC News zei hij vervolgens: "The body shape of the Indonesians, if they get enough height, is exceptionally suited to swimming. They maintain excellent levels of flexibility and they're exceptionally disciplined."

Dat biedt perspectief want zwemvriendje Yuda schiet de hoogte in; grote voeten en handen heeft hij sinds zijn geboorte. Ik zou het fantastisch vinden als de zwemsport hem dermate gaat boeien dat hij een zwemmer van niveau wordt. We zullen zien, ik ga het vervolg op de voet volgen.

Over voeten gesproken: het is vandaag Blotevoetendag, uitgeroepen in de Verenigde Staten. Doe eens gek en schop je schoenen uit! Zelf vind ik dat niet vreemd: voor mij is het elke dag Barefoot Day… Ook in andere delen van de wereld viert men deze dag, op andere datums. De dag was een idee van Soles4Souls, Zolen voor Zielen. 
De hulporganisatie kwam in actie na de tsunami in de Indische Oceaan (2004) en na orkaan Katrina (2005). De goededoelenstichting werd formeel opgericht in 2006 en bestaat nu dus tien jaar. Sinds de oprichting distribueerde ze 26 miljoen paar schoenen over 127 landen in de wereld, inclusief de Verenigde Staten en Canada. Anno nu zijn er nog veel arme kinderen die niet naar school kunnen en volwassenen niet naar hun werk omdat ze geen schoeisel hebben. Een paar schoenen verricht wonderen. Je kunt je eigen schoenen doneren, geld geven en/of mee op reis gaan om ter plekke schoenen uit te delen. Kim Kardashian doneerde 1.000 paar schoenen na de geboorte van haar zoon. In Dordrecht zit een vestiging van Soles4Souls.

Ik trek zo mijn nieuwe Sketchers Lite Weight-wandelschoenen met memory foam-zolen aan. Sinds ik die draag, wandel ik mijn Fitbitch eruit (sort of). Ze blijven voorlopig aan mijn eigen voeten maar ik heb weggevers genoeg. We gaan vandaag op pad met vrienden Frans & Roland. Go, Barefoot!