Translate

dinsdag 4 oktober 2016

Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Het Spaanse volkslied is geen lied van het volk. Ten eerste wordt er niet gezongen want het heeft geen tekst, ten tweede is het een militaire mars uit de 18e eeuw. Het is een van de slechts vier volksliederen ter wereld zonder tekst; overigens tegelijkertijd een van de oudste. Het woordloze lied is al jarenlang een doorn in het oog van menig Spanjaard. 

De Spaanse songwriter Guillermo Delgado Ortega deed onlangs wederom een poging om de marsmuziek van tekst te voorzien, getiteld Por tu Libertad (Voor jouw vrijheid). Ik bekeek het bijbehorende YouTube-filmpje en werd geraakt door de tekst. “Water en land zijn mijn grenzen, onder een blauwe lucht die ik wil delen”, “zon en maan zijn getuigen van een leven in vrede”, “hand in hand respecteren we elkaars manier van denken, voelen en spreken”. Mooie teksten, gelukkig in niets gelijkend op De Dag Die Je Wist Datie Zou Komen! De tekst refereert nergens aan Spanje of aan Spanjaarden zodat ook Catalanen en Basken het lied uit volle borst zouden kunnen meezingen. De tekst en melodie bleven in mijn hoofd vast zitten. Liedjesschrijver Ortega overhandigde zijn voorstel aan Madrileense politici die gaan beoordelen of dit uiteindelijk de officiële tekst van het Spaanse volkslied kan worden. Eerst maar hopen dat we in dit land binnenkort weer een regering krijgen!

Wat mij betreft, is het ook tijd voor een herziening van het Wilhelmus. Dat zou extra betekenis krijgen als het gebeurt tijdens de regeerperiode van Willy van Oranje, de huidige Vader des Vaderlands. Tekstregels als “In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht” en “ben ik van Duitsen bloed” zijn niet meer van deze tijd en niet meer op de gemiddelde Nederlander van toepassing. We kunnen Giel Beelen en jonge singers/song writers vragen om een nieuwe tekst te maken op de oude melodie. Het huidige lied heeft 15 coupletten die met elkaar een acrostichon vormen maar dat was ik alweer vergeten. (De eerste letters van elk couplet vormen de naam Willem van Nassov.)

Wie is die gemiddelde Nederlander eigenlijk? Hoe kan die persoon het best worden getypeerd? Is dat nog steeds iemand met blond haar, blauwe amandelvormige ogen, lang van postuur en blanke van huid? Laat die Hollander zich typeren als spaarzaam/zuinig, recht-voor-zijn-raap/tactloos, betweterig, vrijdenkend, nuchter, klagend en vloekend, inventief, het best verzekerd ter wereld, met calvinistische werkethos en een opgeheven vingertje? (Dit zou mijn typering zijn…) Het hangt ervan af aan wie je de vraag stelt. Een buitenlander bekijkt ons met andere ogen dan wijzelf. Bovendien zal die perceptie van ons per nationaliteit verschillen. Toen mijn liefje en ik in Engeland woonden en werkten, kocht ik een stapeltje ‘The UnDutchables’-boeken voor de consultants in mijn internationale team. Zij moesten de cultuur van hun reislustige Hollandse manager maar eens leren kennen. Je mag best irritant zijn, zolang je het maar weet van juzelluf. Het boek definieert en beschrijft op uiterst vermakelijke wijze de Nederlandse identiteit, gezien door Britse bril.

Vele edities volgden maar Nederland wordt nog steeds als Horkenland aangeduid en de Nederlander heet nog steeds cloggie - clog betekent klomp. In mijn exemplaar van toen waren al veel opmerkelijke uitspraken te lezen. ‘Bij hen thuis zijn allen gelijk en je komt er niet achter wie er de baas in huis is, tenzij je man en vrouw beiden bij je in bed neemt.’ (Owen Feitham, Londen, 1652.) ‘Wat zo pijnlijk is voor de ziel, is het voortdurende besef dat het land eigenlijk helemaal niet hoort te bestaan. Alles wat je ziet, is beneden het niveau van het water: zompig, lelijk en kunstmatig.’ (Matthew Arnold, 1859.) ‘Bij Albert Heijn werken ongelikte tienerjongens die tussen het versieren van de kaasmeisjes door de schappen vullen en achter de kassa zitten krengerige dames van middelbare leeftijd.’ (Kevin Lowe, expatica.com.) ‘Geschreven Nederlands ziet eruit alsof er iemand op een schrijfmachine is gaan zitten!’ (The Dutch Courier, Australië.) Ik kan lachen om de schets. We moeten onszelluf niet al te serieus nemen.

The UnDutchables behandelt alle denkbare thema’s, zo ook de vliegende Hollander.  ‘Hollanders emigreren. Ze moeten wel, want als ze dat niet doen, passen ze niet meer in hun landje. Wanneer ze emigreren, nemen ze hun ‘Nederheid’ mee. Die laten ze, al naar gelang de eisen die de nieuwe cultuur hun stelt, stukje bij beetje varen, maar niet zonder een snufje protest. Sommige eigenschappen zijn onuitroeibaar, andere worden maar al te graag overboord gezet, weer andere slechts morrend. [..] Ze vinden het heerlijk om Hollands te zijn en er tegelijkertijd op af te geven. Maar de breuk is nooit totaal.’

Als biculturele burger nam ik mijn Nederheid inderdaad mee over de landsgrens. Water en land bleven mijn grenzen, den koning van Hispanje blijf ik eren. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten