Translate

vrijdag 18 november 2016

Drie minuten ouder

We vertrokken met ruim een half uur vertraging uit luchthaven Alicante maar we hadden genoeg tijd over om onze volgende vlucht vanuit Madrid naar Doha niet te missen. We stegen op over de Middellandse Zee, op kleine afstand zag ik het eilandje Tabarca liggen. De Spaanse Hooglanden waren ook vanuit de lucht indrukwekkend. Een Spaanse medepassagier noemde luchthaven Barajas een van de slechtste ter wereld. Dat ben ik niet met hem eens; de gebouwen zijn modern, de winkelselectie is prima en je kunt er een behoorlijk hapje eten. Wat wel waar is, is dat het een zeer uitgestrekt vliegveld is waardoor je lange afstanden moet afleggen. De grootste afstand wordt echter afgelegd met een treintje dat je van de nationale naar de internationale luchthaven brengt.

Bij het inchecken voor de vlucht naar Doha was er gedoe. Mijn creditcard, waarmee we deze reis boekten, verviel inmiddels dus het was te verwachten. Nadat ik mijn beste Spaans uitlegde wat er aan de hand was, stond een Qatar-man klaar met het volgende verzoek: of we de vertrekvlucht vanuit Bali konden tonen; hij zei dat de Indonesische regering daarom vroeg. Die gegevens zaten goed weggestopt in een mail, in de computer, in de rugzak. Moest dat nu echt? Nog nooit meegemaakt! Mijn liefje pakte de iPad en probeerde iets te downloaden. Geen wifi beschikbaar. Hij nam genoegen met de subjectregel en daarin het woord Kuala Lumpur. Pfffff. We waren inmiddels ruim een uur later. Maar elluk nadeel hep se voordeel. Doordat wij als laatsten instapten, mochten we op de eerste vrije rij na de businessclass gaan zitten, een rijtje van drie voor twee, mijn liefje aan het raam en ik -zoals altijd- aan het gangpad en heel veel beenruimte. Joehoe!

Na vijf uur rustig vliegen zagen we Doha in de verte liggen. Het is een stad in de woestijn maar wel aan de kust. We kwamen na middernacht aan in Qatar waar we twee uur op de luchthaven moesten overbruggen. De tijd vloog. Het was nog tamelijk druk op het vliegveld maar ik zag betrekkelijk weinig mannen met een  thawb (lange wit hemd) en een keffiyeh (geblokte katoenen hoofdbedekking met een koord er omheen gedraaid) aan. Ik zag welgeteld één vrouw met een nikab aan. Wat mij tevens opviel, was dat er twee traditioneel geklede Arabieren aan een bar een biertje zaten te drinken. Verruiming van de regels? Stiekeme drinkers? (Nu niet meer.)

Ook bij het inchecken voor het laatste traject, van Doha naar Denpasar, hadden we mazzel. Het vliegtuig was half vol dus we kregen wederom een rijtje van drie stoelen voor twee, achterin het vliegtuig. Dat maakte mij niets uit. 
Volgens onze vriendin Joan, dochter van een directeur van KLM en later VP bij een internationale luchtvaartassociatie in Canada, heb je achterin betere overlevingskansen bij een crash maar merk je wel meer van turbulentie. Het saillante is dat zijzelf niet graag vliegt (al doet ze het al jarenlang regelmatig). 

Na te zijn opgestegen, verkaste mijn liefje naar het naastgelegen vrije drietje zodat we nu beiden een slaapbank hadden. Ik strekte mijn benen regelmatig en lag soms languit te lezen maar tot diepe slaap kwam het niet, mede vanwege de regelmatige turbulentie (!). Ook dat verbaasde niets: we vlogen immers over zulke grote delen oceaan of zee. Mijn liefje zei mij op enig moment dat we over Aleppo zouden gaan maar dat kon ik mij toch echt niet voorstellen – we deden het dan ook niet, gelukkig.

Eenmaal boven Indonesisch grondgebied meldde ‘commandante Antonio’ (Zuid-Amerikaan) ons dat we een half uurtje moesten cirkelen voordat we zouden kunnen landen op luchthaven Denpasar. We vonden  het wederom geen punt. Konden we lekker vaak vanuit de lucht naar Pulau Menjangan kijken! In de bagagehal liep ik tegen onze kapitein aan. Ik vroeg hem bij die gelegenheid waarom we moesten cirkelen. Er bleek onderhoud aan de landingsbaan te worden gedaan. Ik las er regelmatig over maar maakte het zelf nog nooit mee. 

Het zal duidelijk zijn: we kwamen veilig aan op Bali. We zoefden door de douane, met een betaald visum in de hand. We gaan immers langer dan 30 dagen in Bali blijven. 
Ik moet even wennen aan de klamme deken maar de temperatuur is heerlijk. Gisteravond kregen we een serie tropische regenbuien te zien. Niet op onze koppies, we waren te moe om het weer te trotseren. We bleven in de bar van ons hotel. Daar maken ze overheerlijke sateh. We sliep afgelopen nacht 12 uur en 25 minuten. Een record in onze levens. Jetlag? Hoe kom je erbij! We zwommen reeds in de zee. Mijn liefje at haar eerste wontonsoep en ik mijn eerste Indonesische laksa. Sambal bij? Tuuuurlijk!

Sinds we op Aziatische bodem zijn, is ons reeds vier keer gevraagd of we zussen zijn, als we dan met ‘Ja’ antwoorden, wordt er vol zelfvertrouwen achteraan gezegd dat we dan toch zeker ook ‘twins’ zijn?! Ik heb er geen mening over. Mijn liefje wel. Zij wil het laatste woord… maar ik ben wel 3 minuten ouder!” En zoals altijd worden die woorden dan herhaald. Het voelt wel ongeveer als thuiskomen. Morgen rijden we naar het hoge Noorden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten