Translate

maandag 19 december 2016

Allomothering

Naar aanleiding van het boek Leaving Time van Jodi Picoult dacht ik na over co-moederschap. Deze roman (2014) gaat over het 13-jarige meisje Jenna dat op zoek gaat naar haar moeder Alice, olifantenwetenschapper, die tien jaar ervoor op mysterieuze wijze uit haar leven verdween. Zowel Jenna’s vader als haar moeder zijn wetenschappers die op verschillende continenten het gedrag van Afrikaanse en Aziatische olifanten bestuderen. De eigenzinnige puber krijgt bij haar zoektocht hulp van twee wildvreemde ‘co-ouders’: Serenity en Virgil. Het boek verweeft alle levensverhalen tot een fraai geheel. Moeder wordt gevonden, papa blijkt permanente patiënt in een psychiatrische instelling. Het boek loopt verrassend anders af dan gedacht.
Picoult staat bekend om haar diepgravende research voordat ze aan nieuw werk begint. Dit boek is daarop geen uitzondering. Je krijgt veel informatie over olifanten en hun gedragingen. De blogtitel verwijst naar de praktijk waarbij alle vrouwen in een olifantenkudde, tantes, zussen, nichten en oma’s, samen met moeder verantwoording dragen voor de opvoeding van een baby.

Ik vind het een mooi en toepasselijk gegeven. Mijn liefje en ik co-moederen de Balinese mannetjes Yuda en Damai immers ook. Elsa is een meer dan capabele moeder maar in de loop van de tijd gingen wij meezorgen. Op afstand en van dichtbij. Elsa krijgt weleens, gevraagd en ongevraagd, opvoedkundig advies van ons. Zodra we op Bali zijn intensiveert het contact met alle drie.

Dit was het eerste jaar waarin zowel Yuda als Damai hun eigen dagdeel alleen met ons doorbrachten. Voor Damai bleek dat heel belangrijk. Hij vroeg regelmatig of ‘zijn’ zaterdagochtend echt wel helemaal voor hem alleen was. Hij deed op die dag erg zijn best, was het ideale kind. Daarnaast brachten we wekelijks dagen met de kereltjes door en één dag per week met het gehele gezin.

Mijn liefje en ik vinden het belangrijk dat ze beiden naar een internationale school gaan die op (een soort) Montessori-leest is geschoeid. Dergelijk onderwijs heeft als uitgangspunt dat een kind een natuurlijke drang tot zelfontplooiing heeft waaraan de school moet voldoen. Vorige week legden we een bezoek af aan Yuda’s school. Zodra je het terrein betreedt, word je overspoeld door een golf van energie en creativiteit. Bij die gelegenheid vroeg hoofdmeester Sid of we ter plekke de talentenjacht wilden jureren. Kinderen zijn op deze school zowel in een klas als in een huis gegroepeerd. Een huis is een groep kinderen uit alle klassen, dus een eersteklasser zit naast een zesdeklasser en alles daartussen. Optreden deden kinderen in beide verbanden.

Yuda’s halfjaarlijkse rapport was goed. Met zijn cijferlijst steekt hij voor alle vakken met kop en schouders boven de landelijke gemiddelden uit. Zijn school doet veel meer dan nationaal is vereist; dat curriculum noemt men daar National Plus. Daarnaast hanteert men een eigen normenstelsel dat de ontwikkeling van een leerling op een andere manier meet: niet met cijfers maar in groeifasen. We zijn er blij mee. Volgend jaar gaat Damai naar dezelfde school. Ook diens rapport was reden voor een feestje. Op de kleuterschool werd het semester afgesloten met een voorstelling waarin onze 5-jarige held zowel zingend als dansend de hoofdrol vertolkte.

In de Jakarta Post van vorig weekend las ik een artikel over het opleidingsniveau van Indonesische scholen. 72 ASEAN-landen (landen in Zuid-Oost Azië) besloten in 2000 eenmaal per vier jaar een vergelijkend onderzoek te doen naar het opleidingsniveau van hun 15-jarige studenten. Ze vergelijken in drie vakken: lezen, rekenen en wetenschap.

Indonesië eindigde dit jaar op de 64ste plaats. Kasian. De krant was tevreden over het feit dat het land niet meer op de een na laatste plaats staat. Ronduit ontevreden was men over de details. Vietnam blijkt in de afgelopen jaren de grootste sprong voorwaarts te hebben gemaakt, alhoewel hun Bruto Nationaal Product ongeveer de helft is van dat van Indonesië. De leerlingen in dat land scoorden gemiddeld hoger (525) dan het internationaal gemiddelde (493), zelfs beter dan de Verenigde Staten (496).

Het internationaal gemiddelde voor rekenen ligt op 490, Indonesië scoorde 386. Voor lezen ligt dat gemiddelde op 493, Indonesië scoorde 396. De redactie vindt het alarmerend dat 42% van de Indonesische studenten in alle drie vakken matig scoort. Dat betekent dat minder dan 1 op de 4 studenten competent is in die vakken. Ter vergelijking: in Vietnam en Singapore geldt dat slechts voor 5% van de studenten. Het sukses van Vietnam is te verklaren door hun enorme inzet en investering in de verbetering van het opleidingsniveau sinds 2005.

Indonesië paste het curriculum pas in 2013 aan. De aandacht richt men nu op het verbeteren van het kritisch denkvermogen van studenten. Het Indonesische onderwijs kenmerkt zich nog steeds door uit het hoofd leren (rijtjes opsommen) en het beantwoorden van multiple choice-vragen. Zelf nadenken wordt niet gestimuleerd. Dat is een van de reden waarom wij onze mannen naar een privé-kleuterschool en lagere school sturen. In de eerste jaren van een kind wordt immers de basis gelegd voor later.

Elke donderwolk heeft echter een zilveren randje. In 2000 veranderde Indonesië het wetenschappelijke curriculum drastisch. Tussen 2012 en 2015 gingen de prestaties van hun 15-jarigen met 21 punten vooruit. Indonesische studenten scoorden 403 in wetenschap. Dit resultaat plaatst hen in de groep van vijf snelst groeiende landen voor wat betreft dat vak. De internationale organisatie die de landenvergelijking organiseert is van mening dat, als Indonesië zo doorgaat, de Indonesische studenten rond 2030 op hetzelfde niveau staan als hun Zuid-Oost Aziatische gelijken.

Mijn liefje en ik hopen dat onze twee studenten tegen die tijd een studie naar keuze doen, wellicht zelfs in het buitenland. Onze tijd met Elsa, Yuda en Damai zit erop. Het laatste zwempartijtje vond gisteren plaats. Het afscheid ging gepaard met tranen maar met Freek Vonk zeg ik: ‘Laterrr!’ De volgende, gezamenlijke skype-sessie staat reeds in de agenda.

Met deze link kom je terecht bij het foto-album dat een weerslag is van dit bezoek. Mijn volgende blog komt uit Kuala Lumpur (Maleisië), Leo Dovente!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten