Translate

zaterdag 31 december 2016

Myanmore (part 2)

Vanuit Bagan maakten we een lange busreis naar de Shan-staat. Daar ligt het meer van Inle, alweer zo’n fotogenieke plaats in Myanmar. Nu eens niet vanwege de vele boeddhistische tempels of pagodes -waarvan we er slechts drie bezochten- maar vanwege het leven op en rond het water. 

Het meer is bekend -misschien zelfs wel beroemd- door de vissers en hun bijzondere manier van varen. Ze staan op één been, slaan het andere om de roeispaan heen en met een ronddraaiende beweging komen ze vooruit. Ziedaar de eenbenige vissers. Het Ministerie van Toerisme deed er nog een schepje bovenop door mensen aan te stellen die voor een showelement op het water zorgen. Op hun smalle, houten bootje halen ze capriolen uit met vismanden die een broodvisser ongetwijfeld maar gekkigheid vindt. Ook ik werd er een beetje lacherig van. We lieten ze snel achter ons en gingen op zoek naar ‘the real thing’. Alles en iedereen wordt in lange, smalle boten over het water vervoerd.

Voordat we instapten, liepen we een rondje over de lokale markt. Daar zie je zoveel verschillende gezichten als er bevolkingsgroepen zijn. Myanmar kent een grote verscheidenheid aan etnische groepen, ieder met hun verschijningsvormen en gebruiken. Wat hen lijkt te verbinden, is thanaka! Dat is een goedje dat ze hier op hun gezicht smeren. Het wordt gemaakt van gemalen boombast en slaat witgelig uit. Op vele markten trof ik inmiddels stalletjes aan waar boomstammen worden verkocht. Het is bescherming tegen de zon en zou goed zijn voor de huid, zelfs huidverbeterend werken. Ik zag het bij jong en oud, man en vrouw al zijn vrouwen in de meerderheid.

Er is veel te zien op het meer van Inle (of Inlay) dat op circa 1300 meter hoogte ligt. Vroeg in de ochtend en laat in de middag is het dan ook flink fris op het water. Er is hier en daar een beetje niveauverschil gemaakt met dammen en bij tijd en wijle tref je een sterke onderstroom. Je vaart over breed water en smalle aftakkingen, uitgestrekte blote plassen en gebieden met enige begroeiing. Vooral het witte, wuivende gras trok mijn aandacht. Een deel van het meer wordt de ‘floating gardens’ genoemd al zie je er vooral woekerplanten, nauwelijks bloemen - op enkele waterlelies na. Je waant je soms op de waterwegen van Giethoorn. Wat mij ook opviel, was het tegenvallende aantal vogelsoorten boven en op het water. Het meer van Inle is UNESCO natuurlijk erfgoed (Biosphere Reserve) en zou een tijdelijke stop zijn voor migrerende vogels maar ik zag slechts meeuwen, aalscholvers, waterhoenen en zwaluwen. De hoeveelheid plastic afval viel gelukkig heel erg mee.

Na de stoffige dagen in Mandalay en Bagan waren frisse lucht en wind door de haren een verademing. Je vaart snel dus het valt nog niet mee om goede foto’s te maken. We stapten uit voor een bezoek aan een tempel met honderden stoepa’s, van eeuwenoud tot gloednieuw. Het getingel van de versieringen werkte uiterst rustgevend. Het complex was als een Aziatische Sagrada Familia. Ik keek mijn ogen uit! Het programma van die dag bestond tevens uit een bezoek aan een zijdeweverij waar men de draden van lotusbloemen gebruiken. De gids vertelde dat de vervaardiging van een gewaad van een monnik zes maanden duurt en circa €150 per stuk kost. Zeer exclusief en kostbaar. 

We lunchten bij een groot drijvend Chinees restaurant en deden een excursie naar een sigaren- en sigarettenwerkplaats. Nu zijn mijn liefje en ik erg tegen roken maar dit wilden we wel met eigen ogen zien. In Myanmar rookt men liever de zelfgemaakte sigaren en sigaretten dan de geïmporteerde rotzooi en dat is maar goed ook. Hun eigen productie bestaat uit een handje tabak en diverse natuurlijke smaken zoals (ster)anijs, mint, banaan, honing en dergelijke. De gemiddelde mannelijke Birmees wordt 65 jaar, de gemiddelde vrouw wordt 70. Die lagere leeftijd voor mannen is naar verluidt vooral toe te schrijven aan sterke drank. Myanmar maakt eigen rum, gin en palmwijn.

Vandaag gaan we een excursie maken naar een wijnproeverij, genaamd Red Mountains. De kwaliteit van de lokale wijnen is in het geheel niet slecht en de prijzen zijn aantrekkelijk. Voor vanavond, oudejaarsavond, is dat echter geen onderwerp van gesprek want de (etnisch Chinese) eigenaar van het restaurant waar wij de avond gaan doorbrengen, bood ons gratis water, bier, wijn en cocktails. Fijn volk, die Myanmarezen!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten