Translate

woensdag 31 mei 2017

Opgeven is geen optie

Morgen klinkt het startsein weer voor Alpe d’Huzes 2017. De missie van de vrijwilligersorganisatie met dezelfde naam is ‘het bevorderen en ondersteunen van (wetenschappelijk) onderzoek naar kanker in alle mogelijke vormen, met als doel de ziekte onder controle te krijgen zodat er in de toekomst niemand meer doodgaat aan kanker.’ Nederlanders gaan wederom en masse de Franse alp op voor het goede doel. Lopers en fietsers bestijgen de Alpe d’Huez tenminste éénmaal om sponsorgeld op te halen voor KWF Kankerbestrijding. Maarten van der Weijden, Olympisch zwemkampioen en ex-leukemiepatiënt, lost het startschot.

De eerste editie van dit evenement vond plaats in 2006. De meest memorabele editie was voor mij die van 2009 toen team 'Trust the Process' (een verwijzing naar vriendin Nelly’s weblog) onder leiding van Frank Hermans de berg zesmaal bedwong. Onze gemeenschappelijke vriendin overleed begin van dat jaar aan de gevolgen van ongeneeslijke longkanker en voor vriend en voormalig verpleegkundige Frank was dat het moment waarop hij sportief in actie kwam. Nelly zegde voor haar overlijden toe dat ze op die dag met Frank zou meefietsen ‘vederlicht en inspirerend’. Het door 1.300 mensen bij elkaar gebrachte donorbedrag was ruim €5.8 miljoen.

2009 was zonder twijfel mijn ‘annus horribilus’. Niet alleen overleed mijn beste vriendin in het begin van dat jaar, enkele maanden later kreeg mijn liefje de diagnose borstkanker gesteld. Op de dag dat wij naar Bali zouden verhuizen, lag zij op de operatiekamer in een Spaans ziekenhuis. De kwaadaardige tumor werd bij haar in een vroegtijdig stadium ontdekt en vakkundig verwijderd. Destijds onderging zij een geavanceerde behandeling, genaamd IORT: intra-operatieve radiotherapie; inclusief ‘Bio-boost’. Die therapie hield in dat, na chirurgische verwijdering van de tumor, het tumorbed tijdens diezelfde operatie maximaal werd bestraald. (Vandaar het woord 'boost'). Die inwendige bestralingsdosis-in-één-keer was gelijk aan 30 keer een uitwendige bestraling. Daarna volgden nog drie maanden chemotherapie. Ons ziekenhuis was het eerste ziekenhuis in Spanje met die machine en die behandeling. Inmiddels is het ook gangbaarder geworden in Nederland.

Tijdens de editie van vorig jaar haalden ruim 4.000 participanten -lopers en fietsers- met elkaar ruim €11 miljoen op. Aan Alpe d’Huzes 2017 gaan wederom ruim 4.000 mensen deelnemen, uit binnen- en buitenland. Het gaat om mensen die een geliefde aan kanker verloren, mensen die de ziekte overleefden en zelfs mensen die tijdens de actie kanker hebben. Maykel Piron is de veelophaler van het deelnemersveld. Hij fietste tot nu toe ruim €86.000 bijeen, eerst voor zijn (inmiddels overleden) schoonvader, nu voor zijn 6-jarige zoontje die aan leukemie lijdt.

Iemand met kanker die aan deze editie gaat deelnemen, zet ik hierbij graag extra in de schijnwerpers: Ingrid van Berkel. Ik ken haar niet persoonlijk maar vond een sprekende Loesje-poster die van haar blijkt te zijn (hiernaast). Zij werd in de afgelopen jaren driemaal voor kanker behandeld: de eerste keer vanwege longkanker, daarna vanwege baarmoederhalskanker en nogmaals voor teruggekeerde longkanker. In oktober 2016 onderging ze de laatste behandeling en daarna ging ze hard trainen. Ze sportte haar hele leven (triatlon en schaatsen) dus deze actie past bij haar. Ingrids persoonlijke doel is om de berg tweemaal te beklimmen en daarmee €10.000 op te halen. Een vrouw met pit en lef, iemand om te steunen.

De grootste groepen deelnemers komen dit jaar uit Zuid-Holland en Noord-Brabant. Het is mooi om te constateren dat dit evenement ook appelleert aan mensen in het buitenland; zo doen onder andere één persoon uit Spanje, twee uit Australië, drie uit Amerika, tien uit Engeland, 15 uit Frankrijk, 26 uit Duitsland en 33 uit België mee. De jongste deelnemer is een meisje van 5 jaar dat tegen de berg op gaat fietsen, de oudste deelnemer is een man van 81 jaar die de alp voor de zoveelste keer te voet zal bedwingen.

Ik heb veel respect voor eenieder die deze sportieve uitdaging aangaat en tot een goed einde brengt. Zeker nu. Vanwege een heupoperatie kom ik met mijn looprek en krukken net de stoep op en af. Ook dat is een kwestie van trainen; opgeven is inderdaad geen optie. Over een paar maanden hoop ik weer normaal te lopen, fietsen en zwemmen. Met mijn gezonde liefje. Dan kan 2017 zomaar mijn ‘annus mirabilis’ worden. Het enige dat ik momenteel gemeen heb met Alpe d’Huzes-deelnemers, zijn de wielerhandschoenen. Ook ik wens uit de grond van mijn hart dat kanker binnen afzienbare tijd een chronische ziekte wordt.


zondag 28 mei 2017

Lintjesregen

Afgelopen week reden we over de kustweg naar het ziekenhuis toen het gebeurde. De kleine, rode auto die voor ons reed, maakte een vreemde zwieper naar rechts en stond abrupt stil. Mijn liefje is de tijdelijke chauffeur en die rijdt altijd heel voorzichtig. Ik vind soms dat ze tè gezapig rijdt alhoewel ik zelf evenmin een wegpiraat ben. Wat ze religieus doet, is afstand houden tot haar voorganger. Veel afstand doorgaans. Op dat moment zat er een zwarte Mercedes achter ons, overduidelijk een bumperklever. Ik heb zo’n hekel aan die asociale rijstijl.

Op de N-332 rondom Torrevieja heb je een stuk dat wordt aangeduid als ‘tramo de concentración de accidentes’, een traject met een verhoogd risico op aanrijdingen. Nu kun je redetwisten over het feit of er zoiets bestaat als een gevaarlijke weg. Het is het onverantwoorde gedrag van weggebruikers dat een weg gevaarlijk maakt, lijkt mij. De drukke weg met slechts twee rijstroken zonder middenberm, is berucht om de files en regelmatig ernstige frontale botsingen; niet alleen in de drukke zomertijd. Aan diezelfde weg liggen twee ziekenhuizen dus er moet regelmatig ruimte worden gemaakt voor ambulances met sirenes.

Al tientallen jaren wordt geijverd voor verbreding van de weg, van twee naar vier rijstroken en een deugdelijke vangrail in het midden. Vorig jaar leek er beweging in de zaak te komen; er ging een zucht van verlichting door de goegemeente. In april van dit jaar werd echter duidelijk dat het regionale plan weer vertraging opliep. Het werd verworpen door het nationale Ministerie van Infrastructuur vanwege 13 gebreken en het te laat insturen door de Partido Popular. Die partij verdient alleen regen, geen lintje. De gebreken in het plan blijken onder andere te bestaan uit een tekort aan grond om de verbreding uit te voeren en het feit dat de weg, na verbreding, te dicht bij woningen zal komen te liggen hetgeen teveel geluidsoverlast zal veroorzaken.

De grote afstand die mijn liefje hield tot de rode voorganger was ons behoud. Het bleek om een fikse aanrijding te gaan waarbij twee personenauto’s en een busje waren betrokken. De neus van de rode auto was verdwenen, de kont van de bus zat zo´n beetje ter hoogte van de rij achter de chauffeur. De voorste auto was eveneens flink gedeukt. Als passagier was ik vrij om in alle autocabines te kijken. Iedereen bewoog, gelukkig zag ik geen enge taferelen. Via de berm reden we stapvoets langs het trieste trio. De zwarte Mercedes bleef daarna op voldoende afstand achter ons. Weer zo iemand die de put pas dempt, als het kalf is verdronken is. Tja.

Even schoot het beeld van een prothese die een oplawaai krijgt door mijn hoofd. Brrrrr. Ik schudde de gedachte snel van mij af. Mijn liefje bevestigde haar heldenstatus maar weer eens. Zij verdient een lintje!

We waren op weg naar de chirurg om mijn heup te laten controleren en de hechtingen te verwijderen. In de spreekkamer van de chirurg ging ik zitten op de behandeltafel. Die zag er comfortabeler uit dan zijn harde houten stoelen. Hoe gaat het? Goed. Heb je pijn? Nee. Ik mocht mij op de tafel uitstrekken. Snel veegde ik mijn zweterige voetzolen af aan het onderliggende papier. Heb je het idee dat je nu rechter loopt?” Ik keek hem niet-begrijpend aan. Terwijl hij mijn beide voeten naast elkaar legde, zei hij dat hij vóór de operatie had gemeten dat mijn rechterbeen anderhalve centimeter korter was (geworden) dan mijn linkerbeen. Dat wist ik niet. 

Die boodschap moest even bezinken. Anderhalve centimeter. Dat is net zoveel als een vingerkootje, of de kleine porceleinslak in mijn schelpencollectie. Ieder mens is 's avonds 1 à 3 centimeter korter dan 's ochtends maar ik was dat dus 24/7?! Met de prothese corrigeerde de chirurg dat. Het komt weleens voor dat, als gevolg van plaatsing van de prothese, een patiënt een korter of een langer been aan de operatie overhoudt. Bij mij verliep dat kennelijk omgekeerd. Mijn schouders staan nu waterpas. Ik kon niets anders uitbrengen dan dat ik vond dat hij een knappe klus klaarde. Ook die man verdient een lintje!

Inmiddels loop ik op krukken; de volgende fase in normaal lopen. Net op tijd want op de muizen van mijn poezelige handjes begonnen blaren te ontstaan. De arts deed nieuwe mobiliteitsoefeningen voor, nu in sta-stand. Mijn wond werd tot dusver dichtgehouden door 33 hechtingen; de helft werd bij deze gelegenheid verwijderd. Morgen gaat de rest eruit en daarna mag mijn hele ik weer onder douche. Een beginnetje van vida normal. Joehoe!



woensdag 24 mei 2017

De plek waar je het gelukkigst bent

Illustratie: Michael Leunig
Het zijn goede tijden om veel te lezen in het herstelhotel, de plek waar ik momenteel het gelukkigst ben. Mijn liefje kocht -naast enkele hulpmiddelen- ook een nieuw eenpersoonsbed dat nu in mijn werkkamer staat. In Spanje heb je niet zoiets als een Thuiszorgwinkel waar je spullen kunt huren; als je hier iets nodig hebt, schaf je het aan. Zelf had ik het idee dat ik met krukken, een steuntje in de rug en veel doorzettingsvermogen wel de trap op en af zou komen maar de chirurg vond dat geen goed idee.
Zij ging dus zonder mijn medeweten op zoek naar een goed bed. Dat vond ze. Het is een houten frame met lattenbodem en elektrische bediening waardoor zowel de rugleuning, het middengedeelte als het voeteneinde los van elkaar in de gewenste stand kunnen worden gezet. Het geheel is voorzien van een comfortabel matras.

Er is zoveel dat je niet mag na zo’n heupoperatie. Je zou er huiverig van worden! De kans dat de kop uit de kom schiet (luxatie), is vooral in de eerste zes herstelweken aanwezig. Mijn geopereerde been moet te allen tijde in een hoek van 90 graden of meer staan, nooit minder. Als het gebeurt, ben je -naar verluidt- nog niet jarig: er moet dan opnieuw een operatie plaatsvinden. Het bed heeft de juiste hoogte: als ik op de rand zit, maken mijn benen een hoek van 90 graden; precies zoals voorgeschreven.

Mijn liefje bedacht vervolgens dat het bed in een bepaalde richting moest staan zodat ik mijn goede been als eerste op het matras kon leggen bij het instappen. Dat had ze goed bedacht. Bij het uitstappen, moet je de heup met de prothese als eerste op de grond zetten. Een van de leukste verpleegsters leerde mij een trucje: met de voet van je sterke been ondersteun je de enkel van het zwakkere been waardoor je beide benen veilig omhoog takelt. Toen ik mij voor de eerst keer op die manier op het bed vlijde, kostte dat veel energie. Inmiddels zwier ik beide benen in een vloeiende beweging en zonder schroom door de lucht.

Over de nachtrust in dat heerlijke bed heb ik het maar niet; die is ronduit belabberd. Voorlopig moet ik op mijn rug slapen en dat is een crime voor een zijslaper als ik. Boeken liggen binnen handbereik dus ik pas er een mouw aan. Early to bed and early to rise, makes a woman healthy and wise”, aldus mijn eigen variant op een uitspraak van Benjamin Franklin.

Mijn veellezerij betrof in de afgelopen week de volgende werken.

‘Pandora’s Lab: Seven Stories of Science Gone Wrong’ (2017) van Paul A. Offit. Hij is medisch specialist op het gebied van infectieziekten en expert in vaccines, immunologie en virologie. Het boek ontstond na een bezoek aan een tentoonstelling waar hij met zijn zoon, eveneens arts, de 100 beste uitvindingen ter wereld bekeek. Hij bedacht ter plekke dat het ook interessant zou kunnen zijn om de slechtste uitvindingen ter wereld uit te zoeken. Offit begon met 50 gevallen en reduceerde die tot zeven uit de hand gelopen uitvindingen die elk een hoofdstuk beslaan. Allemaal beginnen ze als een ontdekking die de wereld beter maakt, totdat de uitwassen kwalijk worden. 

1) Papaver was hét middel tegen pijn totdat afgeleide toepassingen als opium/morfine/heroïne/pijnstillers verslavend werden voor miljoenen mensen; tot op de dag van vandaag. 
2) Margarine werd ontwikkeld als een beter en gezonder alternatief voor boter totdat men de dodelijke werking van transvetten ontdekte. 
3) De  Duitse chemicus Fritz Haber (Nobelprijswinnaar) maakte stikstof vloeibaar waarna synthetische kunstmest ontstond. Veel meer aardbewoners konden nu worden gevoed. Deze ontdekking leidde echter ook tot de ontwikkeling van mosterdgas en Zyklon B. – onder leiding van dezelfde wetenschapper! 
4) De Portugese neuroloog Egas Moniz (Nobelprijswinnaar) verwijderde als eerste (delen van) de frontale kwab bij mensen met angststoornissen: lobotomie was geboren. Vooral in de VS werd deze onbewezen behandelmethode op grote schaal misbruikt in de periode 1930-1970. 

5) Eugenetica begon onschuldig als plantenveredelingsmethode, ontdekt door een Augustijnse monnik in Moravië. De Duitser Gregor Mendel paste de theorie vervolgens toe op dieren waarna de Brit Francis Galton het toepaste op mensen. Diens boek ‘Hereditary Genius’ over rassenzuivering waaide in het begin van de 19e eeuw over naar de VS waar die ideeën werden toegepast in de vorm van grootschalige, gedwongen sterilisaties bij specifieke bevolkingsgroepen. Uiteindelijk werd het gedachtegoed door Hitler ontdekt en omarmd en dat leidde tot de Endlösung; de rest is geschiedenis.
6) De Duitser Othmar Zeidler ontwikkelde DDT in 1874; zonder doel alleen om te kunnen afstuderen op ‘iets nieuws’. In 1939 ontdekte de Zwitser Paul Müller (Nobelprijswinnaar) de formule. Hij vond uit dat DDT allerlei ziekte verspreidende insecten doodde en maandenlang zijn functie behield; zijn bedrijf begon met de grootschalige productie van het middel. Tijdens WO2 werd het door de Britten en Amerikanen gebruikt als middel tegen tyfus, overlevenden van concentratiekampen werden ermee ontluist. Amerika’s meest vooraanstaande natuurvorser Rachel Carson publiceerde in de jaren ’60 van de vorige eeuw een boek over de ondergang van haar Hof van Eden door grootschalig DDT-gebruik in de landbouw, getiteld ‘Silent Spring’. Ze was ervan overtuigd dat DDT dieren doodde en leidde tot ernstige chronische ziekten bij mensen. Het publiek schrok zich rot, het begin van een milieubeweging was een feit. Critici waren echter van mening dat het boek was heavy on prose, light on science”. Niet al haar claims konden wetenschappelijk worden gestaafd. Desondanks werd DDT in 1972 in de VS verboden, niet lang daarna in de hele wereld. Het middel, dat in kleine doses ook effectief bleek tegen malaria, gele koorts en knokkelkoorts werd daarmee miljoenen mensen onterecht ontzegd. 
7) De Amerikaanse genie en vredesactivist Linus Pauling (tweemaal Nobelprijswinnaar) was de eerste die quantum-fysica koppelde aan scheikunde. Hij was de vader van de moleculaire biologie. In de jaren ’60 van de vorige eeuw viel hij echter van de intellectuele klif toen hij verklaarde dat DNA een triple-helix was; anderhalf jaar later bleek zijn fout. Daarna ging het sneller bergafwaarts met de wetenschapper in hem: met de ontdekking van vitamines en supplementen dacht hij de oplossing voor een eeuwige jeugd, zelfs eeuwig leven te hebben ontdekt. Pauling ging zelfs zover te verklaren dat vitamines kanker konden genezen. De Mayo Clinic deed grootschalig onderzoek en vond daarvoor geen enkel bewijs. Pauling bleef volharden in zijn denken, zette een orthomoleculair centrum op in Menlo en ging samenwerken met een jonge, veelbelovende chemicus. Die ontdekte dat megadoses vitamine C (10.000mg per dag; de dosis van Pauling en zijn vrouw) kanker veroorzaakte in muizen. Hij waarschuwde zijn baas maar die ontstak in woede en ontsloeg hem. (Saillant detail: mevrouw Pauling overleed aan maagkanker.) Vitamines zijn goed voor ons, antioxidanten in voedsel voorkomen kanker en hartziekten maar je kunt teveel van iets goed innemen. 

Ik vond dit een ge-wel-dig boek: eerlijk, informatief en leerzaam! Het is niet te bevatten hoe wetenschappers van formaat, mensen die groot werden met feiten en data, de weg kwijtraken of hun morele kompas verliezen. Laten we leren van het verleden en It’s All About the Data, zijn twee van zijn wijze lessen. Wat mij als lezer ook aansprak, is dat Offit zijn kritische mening niet onder stoelen of banken steekt.

‘Ararat’ (2017) van de Amerikaanse bestseller auteur Christopher Golden. Zijn spannende thriller speelt zich af op de berg Ararat in Turkije, de vermeende vindplaats van de Ark van Noah. Na een zware aardbeving ontstaat er een opening in de bergwand. Er blijkt een eeuwenoud, houten schip te liggen. Twee Amerikaanse avonturiers met klimervaring (hij joods, zij moslima) vormen het eerste gezelschap dat onder begeleiding van een plaatselijke gids op zoek gaat en het gevaarte met eigen ogen aanschouwt. Een uitgebreid team van archeologen en andere wetenschappers van over de hele wereld, een katholieke pastoor met kennis van oude talen en een filmproducent gaan ter plekke nader onderzoek doen. Na opening van een sarcofaag (ook een doos van Pandora!) ontwikkelt het horrorscenario zich in snel tempo. Het vervolg deed mij denken aan Agatha Christie’s ‘Tien kleine negertjes’ (als je begrijpt wat ik bedoel)… Niet eng, heel goed doordacht en goed geschreven. De twist op de allerlaatste bladzijde maakt het een heel bijzonder verhaal.

‘Wie (niet) reist is gek’ (2017) van de Nederlandse hoogleraar Psychologie en auteur van succesvolle populair-wetenschappelijke boeken dr Ap Dijksterhuis. Het is een boek naar mijn hart, een feest van herkenning is voor reislustige types. Dijksterhuis is net als ik verslaafd aan reizen; liefst zo ver weg en zo lang mogelijk. In zijn boek geeft hij zes goede redenen om op reis te gaan, gelardeerd met uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en hier en daar gerelateerde uitspraken van wereldberoemde reizigers. Een van mijn favoriete auteurs van reisboeken, Paul Theroux, wordt onder andere aangehaald. Die zei dat reizen niets meer en niets minder is dan een zoektocht naar de plek waar je het gelukkigst bent. Dijksterhuis introduceert nieuwe begrippen als wegwee, euforische ontheemdheid en nostargie. Ik wijd hier niet verder uit omdat ik een separate blog aan zijn boek wil wijden. Zijn mooiste plaats op aarde, de plek waar hij als reiziger het gelukkigst was? Tempelstad Bagan (Myanmar), waar mijn liefje en ik in januari 2017 waren!

‘The Fix’ (2017) van een van de succesvolste bestseller auteurs: David Baldacci; dit is deel drie in de Amos Decker-serie. Decker is een voormalige American Football-held die een zeer ernstig hoofdtrauma opliep tijdens een wedstrijd en sindsdien lijdt aan synesthesie: hij heeft een fotografisch geheugen en kan bovendien niets vergeten van wat hij -bewust of onbewust- waarneemt. Een zware belasting voor hem persoonlijk maar een aanwinst nu hij speciaal agent is van de FBI. Decker is ooggetuige van een moord op klaarlichte dag en daarmee raakt hij verzeild in een complexe spionagezaak met mogelijk grote gevolgen voor de Verenigde Staten. Baldacci doet Koude Oorlog-tijden herleven, inclusief Russische hackers en een geplande aanslag op de FBI. De puzzel bestaat uit duizenden stukjes die maar niet op hun plaats willen vallen. Decker brengt het tot een goed einde. Een echte page turner, met een beetje liefde en veel spanning.


Het zijn stuk voor stuk aanraders, wat mij betreft. Boeken behoren tot mijn beste vrienden. In hun gezelschap vliegen de dagen om.


zondag 21 mei 2017

Eten wat de pot schaft

Illustratie: Sharon de Waard
Het is alweer ruim een week geleden dat ik het ziekenhuis verruilde voor het gezondenhuis. Eerlijk gezegd keek ik er, als keukenprinses van de familie, niet per se naar uit om daarna wekenlang te zijn overgeleverd aan de kookkunsten van mijn liefje. Dat klinkt bitcheriger dan het is bedoeld. Bovendien zegt het meer over mij dan over haar. 
Zij kan zeker koken maar ik vind eigen keukenbrouwsels nu eenmaal spannender en doorgaans lekkerder. Zij is zonder twijfel goed in het bereiden van soepen en Hollandse stampotten. Zij heeft niet te versmaden internationale specialiteiten op haar kaart, zoals steak tartare en ossobuco. Zelf kon ik mij alleen niet voorstellen hoe we daarmee zes herstelweken moesten doorkomen.

Inmiddels weet ik beter.

Het eten is het Spaanse ziekenhuis was niet verkeerd maar de eetlust ontbrak mij ten enenmale. Als ik de karretjes met de plateaus hoorde aankomen, verging mij de zin om te eten al, laat staan dat er 's middags twee cloches voor mijn neus stonden te dampen. In de drie dagen van mijn verblijf at ik er groente- noch vlees. Het enige dat mij in die dagen kon bekoren, was yoghurt en vers fruit.

Tijdens de operatie liep ik bloedarmoede op. Dan is het daarna zaak ijzerhoudend voedsel te gaan nuttigen. Om het lichaam sneller aan te sterken, werden ijzertabletten voorgeschreven. Het kan weken tot maanden duren voordat een tekort is opgeheven; zeker als je dat uitsluitend uit voedsel moet verkrijgen. Vriendin Emmy opperde dat vloeibaar ijzer een beter alternatief is: het wordt sneller in het lichaam opgenomen en heeft minder bijwerkingen. Die raad volgde ik graag op; met sukses. De vervelendste bijwerking van ijzertabletten (constipatie) bleef mij bespaard.

Eenmaal thuis stond er een grote kom dubbel getrokken kippensoep op mij te wachten. Ik slurpte het goddelijke goedje vergenoegd naar binnen. Ook de liefde van deze vrouw gaat (vaak) door de maag. Ik kon mijn liefje wel zoenen! Op de avond van mijn thuiskomst stonden verse witte asperges uit Navarra op het menu. Die godenspijs doet het in Noord-Spanje goed op losse spoelgrond van de rivier de Ebro. Het Spaanse witte goud is heel kortstondig verkrijgbaar; de bulk gaat rechtstreeks naar de conservenindustrie. Asperges behoren weliswaar niet tot de ijzerrijke groenten (bevatten wel veel vitaminen en mineralen) maar ik verorberde ze met huid en haar, inclusief gekookt eitje.

Mijn eetlust nam met elke hap, met ieder maaltijd toe. Alles dat ze kookt eet ik met veel smaak. IJzerbommetjes als lever (kip en rund) en ander rood vlees -onder andere perfect bereide biefstuk- volgden. Ik eet nu wel veel meer vlees dan voorheen maar dat dient een goed doel, zal ik maar zeggen. Alle gerechten wordt ruim bestrooid met gedroogde peterselie, basilicum en/of tijm. Een ons van die kruiden verschaft ongeveer 600% van de benodigde hoeveelheid ijzer per dag. Vrouwen in mijn leeftijdscategorie hebben 9 mg per dag nodig. Met een onsje leverworst op vezelrijke boterhammen of knäckebröd heb ik al minstens 5 mg binnen.

De absorptie van ijzer door het lichaam wordt bevorderd door het eten van veel verse groenten en fruit; iets dat ik al mijn hele leven met plezier doe dus dat is geen straf. Blauwe bessen, frambozen, verse abrikozen, appels, peren, druiven, bananen... het valt niet aan te slepen. Nog even en ik word een heuse Iron Lady. 's Avonds zitten er twee gelukkige meisjes aan tafel: ik, omdat het mij allemaal zo heerlijk smaakt, zij omdat ze dat ziet en hoort. Gerechtigheid moet ze in de afgelopen week zeker hebben gedacht. Ik vind mijn eigen Florence Nightingale de grootste held van Spanje. De menukaart is mooi in Huize Weltevree. Publiekelijk bied ik haar mijn excuses aan: ik eet graag wat dit potje (ver)schaft!

Deze week begon de 2017-serie van Masterchef Australia, in het land van oorsprong. Vanaf nu moet ik voorzichtig zijn met bladeren door de Sydney Morning Herald online. Mijn liefje zal zich daardoor niet laten weerhouden maar ik drukte haar wel op het hart zich dit jaar niet te verspreken, om het voor mij spannend te houden. (Ze heeft er een handje van een finalist of zelfs een winnaar te verklappen; onbedoeld, dat wel...) Later dit jaar zal dit zeer geliefde kookprogramma hopelijk weer op de Nederlandse tv zijn te zien. Ik kijk ernaar uit.

De jury bestaat weer uit hetzelfde leuke trio (v.l.n.r.): Gary Mehigan, George Calombaris en Matt Preston. Culinair recensent Preston doste zich voor dit seizoen uit met een deels grijze baard. Ik dacht dat de baardtrend over zijn hoogtepunt heen is?! Het maakt hem in mijn ogen stukken ouder dan hij in werkelijkheid is (53)!

Eerder deze week las ik dat topchef Calombaris behoorlijk onder vuur ligt. Hij zou zijn personeel zes jaar lang hebben onderbetaald. Zelf zegt hij dat het een onopzettelijke blunder is. Voorts kreeg hij recent een rechtzaak aan zijn broek van een van de 90 gasten die in 2014 ernstig ziek werden door vergiftigd voedsel in zijn restaurant Hellenic Republic in Melbourne. En vorige week misdroeg hij zich in voetbalstadium tegenover een jongeman die, naar verluidt, zijn familie beledigde. Ik bekeek het videofilmpje en zie Calombaris inderdaad met ferme pas op iemand op de tribune afstappen en diegene een zet geven. De volgende dag betuigde (ook) hij publiekelijk spijt van zijn actie. Als het tot een aanklacht komt en die wordt terecht verklaard, kan hij een strafblad krijgen. Het duurt veel langer om een een held te worden dan om held-af te zijn.



donderdag 18 mei 2017

Irrationele angst?

Er zijn mensen die hun kop liever in het zand steken, zelf behoor ik tot het tegenovergestelde type. Van de dingen die mij interesseren of direct aangaan, wil ik liefst het naadje van de kous weten. Zelfs als het om minder relevante gegevens gaat; die berg ik na lezing gewoon op in mijn Grote Boek van Nutteloze Feiten.

Heupartroplastiek, het plaatsen van een heupprothese, behoort tot een van de meest uitgevoerde medische handelingen in de westerse wereld. Dat aantal neemt gestadig toe, aldus een onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD), getiteld ‘Health at a Glance’ uit 2015. Ik vind het opmerkelijk dat het aantal heupoperaties per 100.000 inwoners in Nederland tweemaal zo hoog ligt als in Spanje. Een rapport van Adviesbureau PriceWaterhouse, ‘The Hip Index 2016’, verklaart dat toegenomen welvaart en vergrijzing hieraan debet zijn. Ditzelfde rapport toont tevens aan dat de kosten van zo’n operatie in Spanje bijna de helft lager liggen dan in Nederland.

In de (lange) aanloop naar de heupoperatie bouwde ik drie existentiële angsten op: 1) dat ik niet uit narcose zou ontwaken, 2) dat de chirurg de verkeerde heup zou vervangen en 3) dat ik een ziekenhuisbacterie zou oplopen. Ik ben geen doemdenker, ik noem muzelluf eerder een realist met levenservaring. Het is immers niet ondenkbaar dat er tijdens of na heupartroplastiek complicaties optreden en waarom zou mijn persoontje daarvan zijn gevrijwaard? Mijn liefje moet doorgaans zuchten als ik weer met zo’n praatje kom maar het is zo…

Op zondagavond vóór die operatie, gezellig samen aan de eettafel gezeten, sneed mijn liefje een interessant onderwerp aan. Wat moest er met mijn lichaam gebeuren als ik niet wakker zou worden? Ze schatte in dat ik de vraag op dat moment kon verdragen en dat had ze bij het rechte eind. Soms kan zo’n kwestie gezien de bui of het tijdstip gevoelig liggen. Ik was echter blij met haar vraag. Daarover heb ik namelijk een uitgesproken mening die ik nog niet had geventileerd.

In 2011 kocht ik het boek ‘Schelpen en beschaving’ van de, van oorsprong Nederlandse, blinde evolutiebioloog dr Geerat Vermeij. Hij werd professor aan de Universiteit van Californië en is wereldwijd dé expert op schelpengebied. Voor een schelpenverzamelaar als ik is dat verplichte kost. Die aankoop deed ik destijds naar aanleiding van een boeiend interview met hem in de Volkskrant. Daarin werd hem onder andere gevraagd waar ter wereld hij de mooiste onderwaterwereld ‘zag’. Hij twijfelde geen seconde en antwoordde: “Palau. Sindsdien wil ik daar naartoe. Deze republiek bestaat uit 250 eilanden en ligt in Micronesië; ten oosten van de Filipijnen, middenin de Grote Oceaan. Ik zocht eerder uit dat je vanuit Australië nog 36 uur onderweg bent voor je op plaats van bestemming aankomt. Er gaan vluchten naar Koror, het centrale eiland.

Mijn ouders sloten ooit een overlijdensverzekering voor mij af die ik zelf voortzette. Na uitkering, zou die mijn liefje ruimschoots in staat stellen mijn as daar uit te strooien. Welnu: dat gaat zo niet gebeuren. In de nabije toekomst kan ik zelf weer mee op pad en zelf snorkelen. Eilandennatie Palau staat hoog op mijn bucket list. Die bestemming doen we getweeën nog wel een keer aan, betaald uit onze spaarpot! Reizen is verslavend...

Toen de verpleegster het infuuskraantje in mijn arm kwam installeren, vroeg ze aan welke heup ik zou worden geopereerd. Ik wees op rechts. Dan moet het aan de andere kant”. Ze lichtte toe dat de chirurg tijdens de operatie namelijk niet moet worden gehinderd door slangen. Dat was een geruststellende gedachte. Hij hoefde in de OK dus slechts naar het infuus te kijken om te weten dat hij aan de andere kant moest zijn met zijn doppenset. Hij zat trouwens in een hoekje te lezen toen ik de operatiekamer werd binnengerold. Een laatste blik op mijn medisch dossier? Een spannende doktersroman? Of het laatste nieuwe boek van auteur Atul Gawande? Het verliep zoals gepland, door de prille prothese staat mijn rechtervoet zelfs weer recht vooruit.

Ook wat de ziekenhuisbacterie betreft, ontsprong ik de dans. Het gaat hierbij om een groep bacteriën die resistent zijn geworden voor (bijna) alle soorten antibiotica. Betere hygiëne en ander voorschrijfgedrag door de arts kunnen het risico op besmetting aanzienlijk verlagen. Als je een ziekenhuisbacterie oploopt, zorgt dat doorgaans voor een boel vertraging in het herstelproces. Ik heb twee personen in eigen kring die het in het afgelopen jaar in een Nederlands en een Spaans ziekenhuis overkwam. Spanje staat hoog op de lijst van risicogebieden qua besmetting omdat men hier relatief vaak en veel antibioticum slikt waardoor resistentie sneller kan optreden. Het wordt betrekkelijk gemakkelijk voorgeschreven, weet ik uit eigen ervaring. Bovendien wordt er nog antibioticum gebruikt in de Spaanse agrarische industrie (al is dat in EU-verband niet meer toegestaan). Dat las ik in het rapport Special Eurobarometer 445: Antimicrobial Resistance -April 2016.

Ik verklaar hierbij dat het goed met mij gaat. Het eerste doosje medicijnen is leeg dus we tellen af. Er is weer kleur op mijn wangen. In en uit bed stappen verloopt elke dag gesmeerder. Op mijn rug slapen blijft echter moeizaam. Met mijn looprek oefen ik inmiddels buiten de poort. Twee- à driemaal per week keer ik naar het ziekenhuis terug voor wondverpleging. Het medisch personeel is tevreden over het helingsproces. Ik laat mijn angsten varen.  



maandag 15 mei 2017

Indrukken van een semi-bionische vrouw

De operatie ligt achter mij. Joehoe! Mijn liefje en ik verwachtten dat ik heel nerveus zou zijn op D Day maar ik bleek de rust zelve... Ik was zelfs gelaten; niet eerder meegemaakt. De eerste ziekenhuiservaring deed ik op toen ik mijn amandelen liet knippen. Ik herinner mij dat ik op schoot zat van een zuster die vervolgens een kapje over mijn neus en mond zette. Na wakker worden herinner ik mij de pijn in mijn keel, een ziekbed voor het woonkamerraam en ijsjes, heel veel ijsjes. In de vervolgjaren liep ik regelmatig een ziekenhuis binnen om dierbaren te bezoeken. Dat ervoor ik doorgaans als stressvol maar zelf bleef ik buiten schot. 

Tot afgelopen woensdag.

Rond het middaguur meldde ik mij bij Admisión en dat was een ervaring op zich. Ik mocht plaatsnemen aan een bureau. Bij mijn liefje kwam de stoom weldra uit de oren, mij deerde het niet al begreep ik haar verbijstering. Op de foto hiernaast zie je namelijk het uitzicht dat ik had. Geen moment maakte de medewerkster oogcontact, ze praatte voortdurend tegen mijn liefje, mij compleet negerend. Terwijl een vel patiëntstickers uit de printer rolde, nam ze ook nog uitgebreid de tijd voor een paar externe telefoontjes. Tja. 
De verpleger die mij daar ophaalde om mij naar mijn eigen kamer te begeleiden, bleek niet veel communicatiever al was hij vriendelijker. Ik vermoed dat Spanjaarden zwijgen uit angst dat wij, buitenlanders, Engels gaan praten. En dat terwijl ik Spaans spreek?!

Kamer 105 bleek de mijne. Het infuuskraantje werd vakkundig aangebracht en het blauwe schort lag klaar. Om vier uur zou ik worden opgehaald. Het werd half één, half twee, half drie, half vier. De tijd snelt voorbij met een goed boek. Ik las het autobiografische werk ‘The Man in the White Sharkskin Suit’ (2007) van Lucette Lagnado. Ze beschrijft het leven van haar joodse vader Léon in Caïro, net voor de Tweede Wereldoorlog totdat Nasser aan de macht komt. Op meeslepende wijze vertelt jongste dochter Lucette (koosnaam ‘Loulou’) over hun leven in cosmopolitisch, post-koloniaal en tegelijkertijd mystiek islamitisch Caïro van destijds.

Ik legde het boek om half vier opzij toen de hoofdpersoon na een dramatische val in een steeg zijn heup verbrijzelde en een heupprothese nodig had. Ik geloofde mijn ogen niet maar het is echt waar! We zijn in het boek dan beland in de jaren '50 van de vorige eeuw. Op pagina 119 las ik de volgende dag: My dad was under anesthesia, but for years, even decades thereafter, he could recall with a shudder the pounding pounding pounding pounding of the hammer used to drive the Smith-Petersen nail into him.” Brrrr. Inderdaad geen pré-operatieve tekst. De familie moet uiteindelijk vluchten uit antisemitisch Egypte en belandt in New York waar vader Léon met onbeschrijfelijk veel heimwee aan Caïro en veel pijn in de heup verder leeft, gescheiden van zijn vrouw. Een prachtig, meeslepend boek. Aanrader.

Op woensdag was het pas na zes uur mijn beurt; toen was ik inmiddels tien uur nuchter. De vertraging kwam volgens de verpleegster door complicaties in de operatiekamer. Even voelde ik mij niet zo gelaten… De ruggeprik was een nieuwe ervaring. Ik moest op de operatietafel zitten met gekromde rug, schouders en hoofd werden door een OK-medewerker verder naar beneden gedrukt. De anesthesist telde mijn ruggenwervels en ter hoogte van mijn navel werd de injectienaald aangebracht. Eerst voelde ik een warme gloed in mijn onderrug, daarna voelde ik eerst mijn linkerbeen van heup tot tenen ongevoelig worden, gevolgd door mijn rechter. Men legde mij neer op de operatietafel, er werd een rail met een doek voor mijn gezicht gehangen en de neusslang voor sedatie werd aangebracht. Daarna weet ik niets meer. Ik zweefde naar een diep dromenland, ver van hamer, beitel, vijl en zaag. De operatie duurde ruim twee uur. Wakker werd ik in één klap: ik hoorde veel vrouwenstemmen om mij heen. Volgens mij waren ze de operatiekamer aan het opruimen. Ik las vanmorgen een heel boeiend artikel over het minutieuze schoonmaken van OKs, in het blad Psychologie.

Ik had een afdruk op mijn linkerwang en afdrukken van een band op beide bovenbenen. Ik vermoed dat ik op mijn linkerheup ben gedraaid met beide benen vastgebonden, met mijn sneue heup als een tafel naar de specialist gekeerd. Mijn geopereerde bovenbeen is bont en blauw en tweemaal zo dik als normaal. Mijn heupprothese bestaat uit een 100% titanium pin die in mijn dijbeen werd geschroefd en een titanium kop met daarop een ceramische press fit-dop die precies past in de nieuwe, polyethyleen kom die eveneens werd aangebracht. De pin is semi-poreus waardoor mijn bot om de prothese kan groeien; dat geeft extra stevigheid.

De chirurg, doctor César, in een appelgroen operatiepak met bloemetjes en bijpassende groene bril, was erg tevreden over eigen werk: het ding zat er, naar eigen zeggen, perfect in. Na de operatie werd een röntgenfoto van de prille prothese in mijn lichaam gemaakt. Met zijn scalpel zette hij een zeer persoonlijke handtekening op mijn lijf, met een fraaie krul naar achteren. De wond loopt van de zijkant van mijn bovenbeen naar mijn bil. Het is een flinke jaap; zitten en liggen is momenteel geen pretje. Ik verloor veel bloed -net tegen de grens van bloedtransfusie aan-; dus nu moet ik tevens medicijnen tegen bloedarmoede slikken. Op aanraden van vriendin Emmy, ervaringsdeskundige, koos ik voor capsules met vloeibaar ijzer. Vriend Diederik, eveneens een zeer ervaren Mantelzorger Plus, had aanvullende suggesties voor smakelijke recepten op basis van ijzerhoudend voedsel. 

Na lezing van dat Psychologie-artikel weet ik hoezeer het schoonmaakteam zal hebben moeten boenen. Met een microvezeldoekje met 16 vouwvlakken en vezels die 70 tot 100 keer fijner zijn dan een mensenhaar. Werk voor mensen die van protocollen houden en afstand kunnen nemen van hun job. Heel interessant. De werking van anesthesie op de hersenen herbergt nog veel geheimen, ook voor de medisch specialisten op dit vakgebied. 

Nog niet alle herinneringen aan die dag zijn terug. Zo kan ik mij onder andere niet heugen dat ik tegen de chirurg heb gezegd dat hij mijn liefje op kamer 105 moet bellen, na de geslaagde operatie. Ik kan mij evenmin herinneren dat mijn liefje mij tegemoet liep op de gang naar de kamer en dat ik op haar vraag of alles goed ging met mij todo bien” antwoordde

Het emotioneelst aan deze hele ervaring vond ik Yuda’s reactie toen mijn liefje hem een foto van mij in pyjama, met bleek hoofd en looprek stuurde. Hij zag mij en huilde dikke tranen, volgens moeder Elsa. Wat was er in godensnaam met zijn grote vriendin gebeurd? Het brak mijn hart toen ik die tekst las. Mijn Balinese vriendje is zo’n gevoelig joch! Na de tranen te hebben gedroogd, stuurde ik hem een Whatsapp-bericht met uitleg. Dat ik nu, als een robot, een supersonische heup heb en weer moet leren lopen maar dat ik in de toekomst weer als vanouds met hem kan duiken en zwemmen.

Thuis is het goed toeven; mijn liefje is de beste Florence Nightingale van de wereld. Ik kan nog veel niet doen. It gets worse before it gets better. Zij moet thans erg veel doen in huis; kasian. Mede door haar steun en toewijding maak ik goede vorderingen. Dank voor al jullie medeleven. Ik ben weer op de goede weg. Wordt vervolgd!


woensdag 10 mei 2017

We gaan scheiden

Nijntje, mijn eigen konijntje, familie en vele vrienden wensten mij sterkte toe. Lieve kinderstemmetjes uit Bali zongen mij bemoedigend toe... de vroege hanen kukelden op de achtergrond. Dat zijn heel veel redenen om weer gezond wakker te worden. Bedankt, allemaal!

Mijn sneue heup en ik gaan later vandaag scheiden.


Ik heb genoeg van jou*

♫Ik heb genoeg van al jouw felle scheuten
Ik heb genoeg van al dat jij niet kon
Ga jij maar weg, 'k ben klaar met al jouw meuten
Ik klim graag vrolijk weer uit mijn cocon

Ik heb genoeg van al die manke uren
Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg
't Wordt mij te veel, 'k neem afscheid van je kuren
Voor de rollator lijkt het mij nog wel wat vroeg

Ik heb genoeg, ik heb genoeg, ik heb genoeg van jou…
Jij bleef mij toch niet trouw.

Het heeft geen zin om langer door te klooien
Ik wil weer buiten huppelen in de zon
't Is veel te vroeg mijn leven te voltooien
dus ik herpak mij weer en leef graag door. Allons!

Ik heb genoeg van al die sneue dagen
Ik ben ze zat, ik houd niet van 't gedoe
Ik ben het beu, ben klaar met al het klagen
En kijk weer uit naar actief bezig zijn. Joehoe!

Ik heb genoeg, ik heb genoeg, ik heb genoeg van jou…
Jij bleef mij toch niet trouw♫


*Vrij naar ZZ en de Maskers


En aan hen die vandaag een live blog of zelfs vlog verwachten: helaas (pindakaas). Ik heb even genoeg aan muzelluf. Bovendien staat dat blauwe outfitje mij niet. Ik hoop weldra weer gewoon, traditioneel, te bloggen!



zondag 7 mei 2017

Zo moeder, zo dochter

Onlangs las ik een artikel in The Guardian over de ‘Unreliable Narrator’, de onbetrouwbare verteller, van de Britse auteur Sarah Pinborough (1972). Zij is schrijfster van jeugdliteratuur en van thrillers voor volwassenen. Tot dusver kende ik haar werk niet maar inmiddels staat een van haar boeken op de reader klaar om te lezen: ‘Torchwood: Into the Silence’. Een spannend boek over een wedstrijd in de medische wereld die uit de hand loopt. Een mens is nooit te oud voor een nieuwe leeservaring.

Pinborough is van mening dat wij allen onbetrouwbare vertellers zijn van onze levensverhalen. Any truth is, after all, just a matter of perspective.” Klinkt logisch;  het is iemands waarheid, niet DE waarheid. Ze onderscheidt soorten onbetrouwbare vertellers: zij die zichzelf in de maling nemen, zij die anderen voor de gek houden en iedereen daar tussenin. In het artikel zet ze tien boeken uit de Engelstalige literatuur op een rijtje; onder andere The Life of Pi, Girl on the Train, Gone Girl, Fight Club en The Wasp Factory; ze beschrijft waarin de onbetrouwbaarheid van de vertellers volgens haar huist. Wat je je hierbij moet voorstellen? Een verteller die op de eerste bladzijde van het boek opmerkt dat hij niet gestoord is en daarna de vreselijkste dingen doet. Of het verhalen van zulke bizarre gebeurtenissen dat je je als lezer afvraagt of het waar kan zijn.

Al bloggend, ben ik vaak verteller van persoonlijke verhalen. Je vraagt je nu waarschijnlijk af hoe het staat met míjn betrouwbaarheid? Dat zit wel snor, kan ik je melden… Een leugentje om bestwil is mij niet vreemd, een beetje blogger neem zichzelf regelmatig in de maling. Maar liegen ten overstaan van lezers? Nooit, never, nunca! Er is één verteller die boven alle twijfel is verheven, eentje die 100% betrouwbaar is: onze grote, kleine vriend Yuda op Bali. Op school treedt hij vandaag op als narrator tijdens Performing Arts Day. Zijn internationale school hecht veel belang aan creatieve expressie en openbare optredens. Al dat vroegere voorlezen heeft iets goeds opgeleverd. Joehoe! Mijn liefje en ik zijn trots op het ventje.

In Spanje is het vandaag Moederdag. Het is zo’n dag waarop ik langer stilsta bij de herinneringen aan mijn moeder die -als laatste ouder- in november 2015 overleed. Fysiek lijk ik niet op haar al merkt mijn liefje soms op dat ik kan glimlachen als zij deed. (Afhankelijk van mijn bui valt dat wel of niet in goede aarde.) Ik erfde zeker enkele van moeders Eigenheimer-trekjes.

Wat ik zonder twijfel gemeen heb met mijn moeder, is dat ik eveneens een heupoperatie zal ondergaan. Ten tijde van haar operatie woonde ik niet meer in het ouderlijk huis dus ik herinner mij niet in detail hoe een en ander tot stand kwam. De gemiddelde leeftijd waarop men in Nederland een kunstheup krijgt, is 67. Mijn moeder kwam waarschijnlijk in die buurt, zelf ben ik een stuk jonger.

Geen idee of het bij haar kwam door een aangeboren afwijking of door teveel of foute belasting van de heup. Zij was coupeuse en later hoofd van een naaiatelier voordat ze mijn moeder werd. Zij beschikte over een professionele naaimachine; de pedaal bediende ze met de rechtervoet. Uit mijn jeugd onthield ik onder andere het beeld van haar met een meetlint om de hals en spelden in haar mond. Ze was een virtuoos op de machine. Wij, haar dochters, droegen in onze jonge jaren vaak een van haar ontwerpen. Op de foto ben ik de enige die een ietsje ander ontwerp draagt. Met haar handen kon mijn moeder maken wat haar ogen zagen. Dat heb ik altijd heel knap gevonden. Ze wist de liefde voor die bezigheid echter niet op mij over te dragen. Ik kreeg zelfs een grondige hekel aan handwerken.

Ik herinner mij dat ik bij mijn moeder op bezoek ging in het Delftse ziekenhuis. Ze lag in een bed met een grote, stalen kooi over haar benen, ter voorkoming dat de deken op haar wond drukte. Ze zei veel pijn te hebben, dat de arts een hork was en de verpleegster niet aardig. Mijn moeder was tamelijk hard voor zichzelf en vaak kwam ze stuurs over op haar omgeving. Ze vond het niets dat ze zo snel uit bed moest om te lopen. Het kwam niet meer goed met haar en de medische stand. Naar verluidt, moest ze ook aan de tweede heup worden geopereerd. Haar reactie daarop was eenduidig: over mijn lijk!”. Haar verbeten hoofd terwijl ze dat zei, staat op mijn netvlies gebrand.  Ze stapte nooit meer op haar geliefde fiets. Uiteindelijk liep ze erg mank. De laatste jaren schuifelde ze uiterst langzaam, met een compleet vergroeide, pijnlijke knie en haar eeuwige wandelstok.

Dat is geen verloop dat voor herhaling vatbaar is, wat mij betreft. Ik vind het een horror story.

De dag van mijn eigen operatie nadert met rasse schreden. De dag die je dacht dat'ie nooit zou komen Tja. Die dag zal worden gevolgd door enkele dagen ziekenhuisverblijf, met daarna, zeker voor mij als ongeduldig mens, een relatief lange revalidatie. In de familie doet het verhaal over een piepjonge mij de ronde: als mijn moeder of een van mijn oudere zussen mij aankleedde, riep ik altijd zelf doen!” Met de prille prothese in mijn lichaam mag en kan ik voorlopig een heleboel niet zelf. Geen sinecure.

Vriendinnen staken mij in de afgelopen periode een hart onder de riem door te stellen dat ik mij na de operatie als herboren zou voelen. Maar als ik dat letterlijk neem, moet ik toch eerst sterven?! Een beetje doodgaan doe ik als ik aan de ingreep denk. Het is niet zozeer de pijn die ik vrees, het is het afschrikwekkende beeld van die operatiekamer en de risico's van zo'n ingreep. Het wordt namelijk geen verfijnd werkje; er komen een zaag, beitel, vijl en hamer aan te pas. Mijn moeder kennende, maakte zij zich er vooraf geen voorstelling van. Ik wel. 






donderdag 4 mei 2017

Waakzaam blijven

Wat is dat toch met het ontkennen van de Holocaust? Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens verklaarde in 2005 dat Holocaust-ontkenning, ‘de ontkenning van duidelijk vastgestelde historische feiten’, niet onder de bescherming van de vrijheid van meningsuiting valt. Dat gebeurde weliswaar pas 60 jaar na dato maar beter laat dan nooit.

In 24 landen is Holocaust-ontkenning inmiddels strafbaar gesteld: Australië, België, Bosnië - Herzegovina, Canada, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Israël, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Nieuw-Zeeland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigde Arabische Emiraten, Zuid-Afrika en Zwitserland. Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten schitteren in deze lijst door afwezigheid.

Voor de goede orde: Holocaust-ontkenning is in Nederland niet expliciet onwettig. In de wetgeving wordt geredeneerd dat de historische feiten van de massavernietiging van de joden onloochenbaar zijn en dat ontkenning daarvan een ‘strafbare vorm van discriminatie’ is. Kortom: antisemitisme is een vorm van haatzaaien en dat is een misdrijf.

Wie zijn het die deze historische feiten ontkennen? Een wereldwijd onderzoek door de Anti-Defamation League, The Global 100 Index of Antisemitisme (2015), waarbij bijna 6 miljoen mensen in 100 landen betrokken waren, wijst uit dat 32% van de ondervraagden van mening is dat de Holocaust een mythe is of sterk is overtrokken. Ik schrok van dit percentage.

In 2006 werd in Iran de ‘International Conference to Review the Global Vision of the Holocaust’ gehouden die sindsdien de Holocaust Denial Conference wordt genoemd. Je hoeft de lijst van sprekers maar te bekijken om te weten wie de notoire ontkenners  zijn en waar zij vandaan komen. Welnu, van over de hele wereld maar westerse landen zijn overgepresenteerd. De meeste van die ontkenners kregen in hun leven boetes of celstraffen voor hun standpunten en uitspraken. De beruchtste ontkenners zijn, wat mij betreft, de Engelse auteur David Irving en de Engelse ultra-orthodoxe katholieke bisschop Richard Williamson. Over beide mannen blogde ik eerder in dit verband.

Neo-fascistische retoriek tref je doorgaans aan in duistere krochten van groezelige partijen, groepen en websites. In het afgelopen jaar kwam dat verderfelijke gedachtegoed echter vol in de schijnwerpers.

Neem de extreem-rechtse politieke partij Alternative für Deutschland (AfD) in Duitsland. Zij hebben Holocaust-ontkenners in hun gelederen, zoals Björn Höcke (Thüringen) en Wilhelm von Gottberg. Laatstgenoemde kan wellicht na de landelijke verkiezingen later dit jaar het oudste lid van een nieuw Duits parlement worden.

Of het extreem-rechtse Front National in Frankrijk. Hun vorige leider, Jean-Marie Le Pen, was er niet van overtuigd dat de nazi’s het gifgas zyklon B gebruikten om massamoord op joodse mensen te plegen. Zijn dochter Marine, de huidige leider van de partij en presidentskandidate, probeerde zich van antisemitische elementen in de partij te ontdoen door haar vader te royeren. Het maakte de partij niet salonfähig, wat mij betreft. Haar vice-president, Jean-François Jalkh, lag vorige week onder vuur vanwege dubieuze uitspraken tijdens een interview in 2000. Hij zei destijds dat het technisch onmogelijkwas dat zyklon B is gebruikt voor de moord op joden. Inmiddels stapte hij op. Dit soort types heeft weliswaar een slecht geheugen, gelukkig geldt dat niet voor internet.

En dan de Trump-administratie, daarover raak ik maar niet uitgeblogd. Er blijken volop trans-atlantische overeenkomsten te bestaan. David Duke, leider van de Klu Klux Klan en berucht Holocaust-ontkenner steunde Trump openlijk tijdens zijn campagne. De presidentskandidaat distancieerde zich van hem, na dagen aandringen.

In een korte verklaring van het Witte Huis tijdens International Holocaust Remembrance Day (27 januari 2017) sprak men niet over de moord op 6 miljoen joden maar over “victims, survivors, heroes of the Holocaust.” Vager kon niet. Dit werd door velen opgevat als een uiting van antisemitisme. 

Deborah Lipstadt is een gerespecteerde Amerikaanse historica van joodse afkomst. Vorig jaar rond deze tijd las ik haar belangrijke werk ‘Denying the Holocaust. The Growing Assault on Truth and Memory’ (1993). Dat boek verscheen ten tijde van de opening van het Holocaust Memorial Museum in Washington. In 1996 spande David Irving in Engeland een rechtszaak tegen haar aan wegens smaad. Zij noemde hem in haar boek namelijk Holocaust-ontkenner. Zij won de rechtszaak; nota bene in een land waar ontkenning niet wettelijk strafbaar is.

Lipstadt noemde de recente uitspraken van het Witte Huis “softcore Holocaust denial”. Dit zei ze er destijds over in de pers: “Softcore denial uses different tactics but has the same end-goal. It does not deny the facts, but it minimises them, arguing that Jews use the Holocaust to draw attention away from criticism of Israel. Softcore denial also makes all sorts of false comparisons to the Holocaust. What we saw from the White House was classic softcore denial. The Holocaust was de-Judaized.”

Sean Spicer, de officiële woordvoerder van de Trump-regering, deed er op 11 april jongstleden een schepje bovenop toen hij concentratiekampen, gaskamers en crematoria van de nazi’s “Holocaust centers” noemde. In dezelfde verklaring zei hij tevens dat “Hitler didn’t use chemical weapons in WWII”. Daarmee probeerde hij Trumps bommen op Assads troepen te vergoelijken, nadat die de eigen bevolking met het dodelijke gifgas Sarin bestookten. Daarin lag echter tevens een verhulde vorm van Holocaust-ontkenning besloten. De halve wereld viel terecht over Spicer heen. Ook om Steve Bannon, Trumps chef-strateeg en voormalig voorzitter van Breitbart News BV hangt een extreem-rechts luchtje.

Holocaust-ontkenners, extreem-rechtse populisten, antisemieten, neo-nazi’s, witte suprematisten en neo-fascisten: ik vind ze weerzinwekkend, hun gedachtegoed en propaganda ronduit stuitend. Leugens, verdraaide feiten, gefingeerde documenten, bewust foute citaten, zogenaamd onbedoelde versprekingen, pseudo-wetenschappelijk onderzoek; dat zijn hun tactieken. Ze zijn uiterst bedreven in nepnieuws. We mogen onze ogen geen moment van hen afnemen, mogen nooit vergeten waartoe hun haatgezaai leidde. Het kan zo weer gebeuren. We moeten waakzaam blijven.


maandag 1 mei 2017

Adios Abril, môgge mei

Twee weken na de Semana Santa vindt op vele plekken in Spanje de Feria de Sevillanas plaats; ook in ons dorp, een actieve, typisch Spaanse gemeenschap. Toen mijn liefje en ik ons hier lieten inschrijven in het gemeenteregister gingen we tevens langs het toeristenbureau om ons aan te melden. Sindsdien ontvangen we elke week een mail met plaatselijke bezienswaardigheden en festiviteiten; in Spaans en Engels.

Afgelopen weekend parkeerden we de auto op het parkeerterrein van het openbare zwembad. Pilar beschikt over een verwarmd, overdekt binnenbad dat de overkapping kan openen en over een groot buitenbad dat alleen in de zomermaanden open is. Toen ik langs het uitgestrekte sportterrein liep, viel mij op dat er Olympische ringen boven de ingang staan. Het zwembad heb ik zelf nog niet bezocht maar ik weet dat het olympische afmetingen heeft. Of die aanduiding verder nog betekenis heeft, is mij niet bekend. Wij betalen nu meer gemeentebelasting dan in onze vorige woonplaats maar als burgers krijgen we er meer voorzieningen (zoals zwembaden) voor terug. Gisteren, zeker in zo’n feestweekend, werden de wegen geveegd en de vuilnisbakken geleegd op de trottoirs.

Onderweg naar het feestterrein zagen we uit alle straten traditioneel geklede mannen en vrouwen komen. En we zagen paarden, los of als span voor wagens; beladen en leeg. Eenmaal op het terrein -dat gratis toegankelijk was-, vroeg ik aan de eerste de beste dame in klederdracht waarom dit feest zo heet en waarom het met die naam juist hier speelt. Wat heeft Pilar met Sevilla? Wonen er soms veel Sevillanen in Pilar de la Horadada? Ik bleek lauw, veraf van de verklaring. Het heeft niets met eventuele inwoners uit Sevilla te maken.

Het feest vindt zijn oorsprong wel in die stad. Het begon in 1847 tijdens een veemarkt. Het jaar daarop kwamen er drie punttenten (‘casetas’) te staan, het jaar daarop meer en dat bleef zo doorgaan tot het jaar 1920, toen het feest -ook wel Feria de Abril genoemd-, was uitgegroeid tot het grootste jaarlijkse feest van de stad. Inmiddels is het een nationale aangelegenheid. Veele steden in Spanje organiseren het, allemaal precies twee weken na Pasen. Net als in Sevilla, duurt het feest hier vijf dagen (vanaf donderdag). 

Wat ik evenmin wist, is dat de Sevillana ook een dans is die op flamenco lijkt maar toch anders is. De bewegingen zijn minder complex en meer repeterend dan die van flamenco. Vrouwen dansen ook met vrouwen, zoals we later in een van de casetas zagen.

Op de dag dat wij het bezochten, kwamen alle paarden-en-wagens en individuele ruiters te paard op een pleintje samen om zich te laten bewonderen. Dat gold voor twee- en vierbenigen. Dames, jong en oud, waren gekleed in traditionele flamenco-jurken; inclusief een bloem in het haar. Mannen, jong en oud, droegen hun ‘traje corto’. Ook de paarden waren versierd. Naast ons, vermaakte zich een grote groep goedgeklede gitanes uitstekend.

Na het middaguur begon de ‘Paseo de Caballos’ door het stadscentrum. Spanjaarden houden van processies, vele voetgangers liepen achter de bonte stoet aan. Een van onze Spaanse buren is overigens ook paardenmenner al herkende ik hem niet in de optocht.

Ik keek gefascineerd toe hoe een baby in vlammend rood flamenco-jurkje van hand tot hand ging. Een vrouw zat achterop het paard van haar macho kerel en drapeerde de grote sleep van haar jurk kuis over de kont van het paard. 't Paste precies! Het is dat ik niets met paarden heb maar bij enkele stoere amazones had ik wel achterop willen springen. (Ik had natuurlijk moeten typen: het is dat ik niet meer kan springen maar ja...)

Naar Sevillaanse traditie, boden ook onze vrolijk aangeklede casetas tapas en een drankje. Onze rekening was €20. Mijn liefje las in een lokale krant dat Sevillanen tijdens de festiviteiten €150 per persoon, per dag uitgeven. Hier was het aanbod niets bijzonders, op één hammetje na: een pop met roos in het haar, omwikkeld met jamón ibérico. Tja. Het bezoek leverde aardige plaatjes op. In mei leggen alle vogels een ei en vandaag zijn alle Spanjaarden vrij. Het is weer even druk in onze straat. We leven in een land met rijke tradities.