Translate

zaterdag 16 december 2017

Moe

We kwamen veilig aan in Denpasar met een rechtstreekse vlucht. Joehoe! We verlieten Alicante met een kleine vertraging, in Barcelona liepen we een grotere vertraging op maar de piloten wonnen flink wat tijd terug. Totdat we het Balinese luchtruim binnenkwamen… Toen cirkelden en cirkelden we, zonder dat er vanuit de cockpit ook maar een flintertje info kwam. Waarom? Hoe lang? Geen idee. Niet goed maar we accepteerden het. We waren immers zo dicht bij onze eindbestemming.

Ook in de bagagehal van luchthaven Ngura Rai was het wachten geblazen. De passagiers van het vliegtuig dat na ons landde, haalden hun reistassen eerder van de lopende band dan wij. Op zo’n moment, na ruim 24 uur onderweg te zijn geweest, begint mij dat te irriteren. Ik hield echter mijn mond, wachtte min of meer rustig op mijn beurt. De reistassen legden net als wij een lange weg af maar we werden herenigd.

Toen moesten we nog langs een bagagescan om het land in te komen (onzin!) en vervolgens langs de plaatselijke douane. Mijn liefje instrueerde mij geen oogcontact te maken met de spiedende heren. Dat advies volgde ik keurig op. Zij werd echter door een van de ambtenaren verordonneerd mee te gaan voor inspectie van haar tas. Zelf was ik al bijna de hoek om toen ik hoorde: Wacht op mij!” Samen liepen we naar de uitpaktafel, ik ben immers chef van de sloten. Ik ritste haar tas open en hij vroeg of er soms dozen in zaten. Ja, nou en of! Ik vroeg hem -ironisch, maar dat ging verloren- hoeveel hij er wilde zien… Beide tassen (we verdelen de buit) bevatten dozen met Lego, bouwauto’s, kleurpotloden en stiften, lichtgevende en niet-lichtgevende grote en kleine puzzels, t-shirts, dropjes en zo voorts. Daarop vroeg hij “Charity?” Ja, voor leuke Balinese jongens, we zeiden niet dat het er maar twee zijn... Na die flutcontrole mochten we doorlopen. Tja.

Tenslotte kregen we nog te maken met een lokale taxichauffeur die steen & been klaagde en ons zijn compleet lege portemonnee voor de neus hield. Of we wilden donoren. We zijn heel wat gewend op Bali dus ik verblikte of verbloosde niet toen ik zei dat wij blij zijn als toerist op vakantie te zijn in zijn vaderland. “Sir.” Hij begreep de hint en hield vervolgens zijn mond. Het is inderdaad extreem rustig. In het zuiden kon je met een gerust hart een kokosnoot afschieten in de straten. Het aantal annuleringen moet gigantisch zijn. In de Jakarta Post van vandaag las ik dat het er tussen 6.000 en 13.000 per dag zijn. Overal wordt gemopperd, ook in het noorden.

Wij waren gewoon moe. Ergens op het laatste traject keken we elkaar aan, hangend in onze best comfortabele stoelen, en vroegen onszelf af waar we dit allemaal voor doen. We wisten het antwoord 100% zeker toen we op vrijdagochtend werden opgehaald door de hele familie: voor het weerzien met hen! We hebben beiden wallen van hier tot Tokyo maar van binnen zijn we gelukkig. De hereniging had niet mooier kunnen zijn.

We zaten te wachten in de lobby van het hotel (Accor); ook dit onderkomen was slechts voor 50 à 60% gevuld, aldus de receptioniste. Mijn liefje liep even naar buiten om te zien of hun witte personenauto in aantocht was. Niet lang daarna hoorde ik gejoel uit drie kelen. Ik dacht “laat haar maar even met de mannetjes alleen zijn…” Gedrieën kwamen ze mijn kant op gelopen, hand in hand, arm om rug. Ik keek Yuda aan, zijn ogen lichtten op, hij schalde mijn naam en rende rechtstreeks mijn armen in. Hij wist niet hoe vaak hij mij moest omarmen, het regende kusjes. We kregen beiden een fraaie bloemenkrans van frangipani uit eigen tuin. Hoe leuk wil je het hebben?!

We dronken en aten nog iets op het dakterras van het hotel alvorens op weg te gaan. Op enig moment vroegen we Yuda hoe het voelt om een 10-jarige te zijn. Het duurde even voordat er antwoord kwam. Deze teenager doet niets overhaast. Zijn antwoord luidde (met een zucht): “Tired.” Hij blijkt moe te worden van zijn jonge broer. Moeder en vader proestten het daarop uit. Dat hadden ze hem niet eerder horen zeggen. Het mooie is dat we nu rechtstreeks Engels met hem kunnen praten, zonder vertaler. Zelfs zijn broertje begrijpt reeds veel. Het contact met dit gezin wordt elk jaar leuker.

Voor deze gelegenheid leende Ketut een personenbus van zijn neef, waarin wij en de volle reistassen pasten. Hij nam ons langs een bekende route naar het hoge noorden. Daarna koos hij een prachtige weg binnendoor die recent werd gerenoveerd. Aanvankelijk reden we in de richting van Munduk waar toeristische attracties herrezen. Lokale kunstenaars bedachten en ontwikkelden bijzondere vormen langs het fraaie meer van Beratan en omstreken. Van ratan, bamboe en rubber maakten ze constructies waarop en waarmee je op de foto kunt, hangend boven het meer. De mannetjes zagen de attracties eerder maar stopten niet op deze tempat Selfie’; een leuk nieuw woord. Nu dus wel. Daar ik hoogtevrees heb, moest ik wel even slikken maar liefde overwint alles. Het werden de mooiste foto’s van hen van dit verblijf dus als dat je interesse is, kun je hierna stoppen met lezen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten