Translate

dinsdag 19 december 2017

Onder water


Het duurt dit jaar wel lang voordat ik in de Zuid-Oost Aziatische tijdzone geraak. Doorslapen lukt maar niet en dat ligt niet aan de bedden. Na aankomst in een hotel doen we wat we altijd doen: douchen, omkleden in iets luchtigs en in teenslippers, lekker eten en daarna slapen met een pilletje. Normaliter is dat -waar dan ook- dé manier om in het Hier & Nu te komen en de jetlag te managen. Alles werkte deze keer, behalve de slaappil.

Halverwege de eerste nacht lag ik met open ogen op het ochtendgloren te wachten. De avond na aankomst in het noorden van het eiland van de Goden sloeg ik de slaappil over; die werkte toch niet. Dat kwam mij duur te staan. De daarop volgende nacht was nog moeilijker. Terwijl ik lag te lezen snurkte mijn liefje reeds zachtjes. Toen mijn ogen dreigden dicht te vallen, knipte ik het bedlampje uit om rond half twee 's nachts weer klaarwakker te zijn en te blijven. Op zondagochtend stond mijn liefje om 6 uur 's ochtends op; zij was toen door de overgang heen. Ik hoorde de voordeur zachtjes dichtgaan en draaide mij, compleet onder water, om in bed.

Ik doe geen middag dutje, ga niet vroeg naar bed, drink nauwelijks alcohol, ben overdag actief met zwemmen, wandelen en de mannetjes bezighouden, nachten zijn hier rustig en toch wil het deze keer niet echt lukken met slapen en aarden. Bovendien heb ik gezwollen voeten, ze zitten shocking klem in mijn slippers (met jeuk en blaren tot gevolg). Niet eerder meegemaakt. Het goede nieuws is dat mijn haar goed zit en de luchtvochtigheid niet hoog is.

Afgelopen weekend deden we het rustig aan. Vader en moeder, Yuda & Damai kwamen naar ons toe. Yuda vroeg ons of we een keertje meegaan naar zijn zwemclub in Singaraja. Ik wil zijn coach Rachman graag ontmoeten, zijn club en clubgenoten van dichtbij zien. Een van zijn zwemmaatjes, een meisje, trainde onlangs in Jakarta voor kwalificatie voor de nationale cup dus het is een club met aanzien en potentie. (Zij haalde de limiet nog niet.)

Een nieuw tijdperk brak aan in het zwembad: niet meer spelen maar trainen. Tjongejonge, wat maakten zij progressie! We zijn onder de indruk van de zwemkwaliteiten van de beide mannetjes. Schoolslag, rugslag, crawl en vlinderslag; ze kunnen het allemaal. Yuda vertelde dat zijn spieren af en toe pijn doen na een training. Kasian. Hij traint vijf maal per week ruim twee uur en met ons hier dus nóg meer. Ik zal mijn stinkende best moeten doen om hem te verslaan tijdens de aanstaande zwemwedstrijd. Als hij onder water als een dolfijn beweegt, ben ik sprakeloos. Hij maakt mooie, vloeiende bewegingen. Zijn broertje Damai zwemt ook heel goed en weet van geen ophouden. De coach noemt dit mannetje een natuurtalent. Hij liet oudere zwemmers naar de beenslag van deze beginneling kijken en zei “zo moet het.” Dat wordt nog wat…

In het grote zwembad van ons resort trainen de heren met hulpstukken aan handen en voeten, met badmutsen en zwembrillen op. Ik luisterde naar hun gekwetter in Bahasa Indonesia en ving woorden op als “underwater” en “cool down.” Grappig. Dat laatste verwijst naar uitzwemmen, ze herhalen dan alle slagen alvorens ze uit het water stappen. Zelfs dat is amusant om te zien. Ze gedragen zich als junior Kromowidjojo’s! Voor de eeuwigheid maakten we een Underwater Selfie.

Daarnaast namen we ons voor met ons zessen een dagje naar Ubud te gaan. Het is lang geleden dat ik daar was. Momenteel is het er, naar verluidt, heerlijk rustig vanwege het uitblijven van Chinees massatoerisme. Misschien gaan we ook nog snorkelen in Menjangan maar dat bepaalt Yuda. Als hij er klaar voor is, gaan we; anders niet. Niets moet, alles mag. We gaan Elsa’s jongste zus Nur (die bij ons werkte) en haar familie nog bezoeken in de bergen. En met ons allen zijn we door de eigenaren van ons resort uitgenodigd voor een feestelijke kerstlunch. Een mooi gebaar.

Dit jaar kwamen er tot dusver 2 miljoen Chinese reizigers naar Bali. Dat aantal zou tot 2019 naar 10 miljoen moeten uitgroeien. Maar waar laat je al die mensen? Hoe gaat dit kleine eiland om met de ermee samenhangende vraag naar water? Het grondwater zakte in de afgelopen jaren met meters tegelijk, de plaatselijke zoetwaterreservoirs zijn nog slechts voor 30% gevuld. Volgens officiële bronnen gebruikt een toerist gemiddeld 1.785 liter water per dag; voor een lokale Balinees is dat gemiddeld 14 liter. Dat is extra verontrustend als je bedenkt dat Bali naast toerisme van agricultuur leeft. En wat te doen met al het afval? In het zuiden wordt dagelijks 240 ton troep afgevoerd.

Toen mijn liefje en ik vrijdagochtend jongstleden op Kuta Beach stonden, konden we onze ogen niet geloven. Niet eerder zagen we zoveel plastic in het water dobberen. Elke golfomslag spoelde een brei van drijvend afval aan. Jakkes. We zwommen daar voor de eerste keer in jaren niet in zee. Na China is Indonesië de grootste vervuiler van zeeën en oceanen, met 3.2 miljoen ton plastic in Indonesische wateren (aldus een studie uit 2015 door wetenschappers van de Amerikaanse universiteit van Georgia).

Mij klinkt zo’n ambitieus groeiscenario voor Chinezen in Bali dus ongezond in de oren. Dit jaar is het de eerste keer dat Australiërs niet de grootste groep toeristen op Bali uitmaakten. Volgens het Indonesische Bureau voor Toerisme besteedt de gemiddelde Chinees USD $1,018 per bezoek; dat is minder dan de gemiddelde Australiër. In 2014 droegen Ozzies met elkaar 18 triljoen roepiah (USD $1.8 miljard) bij aan de Indonesische economie. Chinese vliegmaatschappijen zijn al wekenlang de enigen die niet naar Bali komen omdat men vreest niet te kunnen uitreizen als vulkaan Agung uitbarst.

De Duitse bakker zei onlangs toen we zijn winkel binnenstapte “dus er zijn nog mensen die niet bang zijn...” Het beste hotel van Lovina (The Lovina Bali Resort) kreeg, naar verluidt, te maken met 250 annuleringen voor kerst en Oud & Nieuw. Er wordt dus op grote schaal geleden. Mijn liefje en ik laten alles op ons afkomen. Ons vertrek is voorlopig niet aan de orde.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten