Translate

vrijdag 29 december 2017

Safe in the Cave?


We gingen gisteren met de boys en hun ouders op pad. Yuda vertelde ons eerder dat hij had gelezen over een geologisch museum is in de buurt van vulkaan Batur (een buur van vulkaan Agung). De jongeman is erg geïnteresseerd in wetenschap en een van zijn hobby’s is lezen dus zo’n verzoek konden wij vanuit educatief oogpunt niet weigeren. Het bleek te gaan om een museum, gekoppeld aan UNESCO-werelderfgoed, te weten: Gunung Batur. Daarover raakten wij ook enthousiast.

Elsa (de oudste van het gezin) heeft een jong broertje, Rafie, dat in de zesde klas van de lagere school zit. Yuda, die in de vierde klas zit, noemt hem formeel ‘oom Rafie’. We kennen het ventje al jaren. Hij spreekt niet of nauwelijks maar zijn ogen spreken boekdelen. Hij kan wel praten maar hij vindt het kennelijk niet nodig. Elsa komt uit een arm Balinees gezin en ik denk, met mijn psychologie van de koude grond, dat de jongste van het gezin veel aandacht en liefde tekortkomt. Zijn ouders zijn zó druk met het organiseren van hun leven dat hun jongste kind erbij in schiet. Kasian. We kennen Elsa’s ouders ook; zij is niet zo begaan met kids, haar vader is een ontzettend aardige man en een liefhebbende opa... Rafie loopt af en toe bij Elsa & Ketut binnen waar hij gezelligheid en vriendschap vindt. Hij blijf nooit slapen, keert altijd naar zijn ouderlijke hutje terug. Op Kerstavond bleek hij ook van de partij. Wij overtuigden Yuda ervan dat het goed was een van zijn kerstkado’s, een kek shirt met lange mouwen, aan zijn oom af te staan.

We gingen met ons zevenen in een gehuurd busje op pad. (Rafie droeg zijn nieuwe shirt.) De route er naartoe is prachtig groen. Naarmate we hoger kwamen, liet het zicht te wensen over. Het was bewolkt en we kwamen zelfs in dichte mist terecht. Gelukkig waren er strepen op de weg waarop chauffeur Ketut zich kon oriënteren. Hij was één brok concentratie maar we voelden ons prima onder zijn verantwoordelijke rijstijl. Na circa twee en half uur rijden zagen de mannetjes voor het eerst van hun leven een vulkaan met eigen ogen. Alleen al dat gegeven maakte het uitje dubbel en dwars waard. De Wows” en “look at that” waren niet van de lucht. Wij legden uit dat je een wens mag doen voor jezelf als je iets voor de eerste keer ziet of meemaakt. Yuda volgde dat advies braaf op.

We gingen eerst naar het museum, daarna zouden we lunchen aan het meer van Batur. Je kunt het museum gratis betreden; wij waren op dat moment de enige bezoekers. Het museum was jarenlang eigendom van UNESCO en stond onder beheer van deze VN-organisatie maar sinds twee jaar is het eigendom van het Indonesische Ministerie van Toerisme dat het sindsdien tevens beheert. Het grote, bijzondere gebouw kan wel wat meer onderhoud gebruiken, eerlijk gezegd.

Mijn liefje leerde daar hoe Bali tot stand kwam, Elsa maakte aantekeningen voor een toekomstige spreekbeurt of een schoolproject van haar oudste zoon (!). Zelf liet ik mij van hot naar her slepen door de mannetjes. Van steen naar steen, van vulkaanuitbarstingen naar de oerknal. De gehele bovenverdieping is gewijd aan de biodiversiteit en het culturele leven rondom vulkaan Batur. Bali werd 23 miljoen jaar geleden gevormd, vulkaan Batur ontstond 500.000 jaar geleden. Batur is een zogenaamde caldera vulkaan; dit soort vulkanen heeft aan de bovenkant een brede krater. Het aparte van Batur is dat er een vulkaan met krater in de grote krater ontstond, plus een groot kratermeer. Dat alles maakt deze plek terecht werelderfgoed. Tussen 1804 en 2000 vonden hier 26 erupties plaats. Lokale Balinezen woonden in de vulkaankrater in diepe grotten waar ze zich veilig waanden. Die gua’s bestaan nog steeds, we zagen ze langs de weg liggen. 

Het museum heeft een aardige portie interactiviteit voor kids. Ze kunnen scrollen op schermen, op knopjes drukken waarna iets op een scherm gebeurt. Dat deden alle heren dan ook naar hartenlust. Ze genoten zienderogen. We brachten ongeveer twee uur door in de zalen. Mijn liefje had hier en daar graag meer toelichting gewild van een (levende) gids of meer Engelstalige uitleg. De website van het museum biedt evenmin Engelse teksten. Het aantal internationale bezoekers is dan ook gering, zag mijn liefje op Tripadvisor. Een tweetalige brochure zou geen overbodige luxe zijn geweest. Desalniettemin is dit museum een bezoek waard. 

We aten bij een kleine warung, genaamd Batur Bagus. Mijn liefje en ik bestelden een eenvoudige nasi goreng en voor ieder een cola. Eventuele germs drukken we daarmee direct de kop in. A coke a day keeps the doctor away! Tot nu toe hebben we geen last van Bali Belly en dat houden we graag zo. Wat mij opviel was dat oom Rafie zijn kippenpoot afstond aan neef Yuda… Dat mannetje zal niet vaak vlees eten maar toch gaf hij dat waardevolle ingrediënt weg. Mijn liefje dacht dat hij wellicht geen kip lust, ik kon mij dat niet voorstellen. Sterker nog: ik verdenk uitgekookte Yuda ervan dat hij zei ik vraag wel of je mee mag maar dan wil ik bij de lunch jouw ayam.

Vanaf die lunchplaats hadden we uitstekend zicht op de binnenkant van de grote krater en op het meer. Uiteindelijk zagen we Batur zonder wolken rond de top. We waren niet ver van Agung, de vulkaan die thans opspeelt. Vanwege de mist konden we het gevaarte niet zien; jammer. Geen moment voelden we ons onveilig. De lokale kranten staan hier elke dag bomvol artikelen over hoe veilig Bali is. Jokowi, de Indonesische president, was hier vorige week op bezoek. Hij twitterde dat de stranden van Bali veilig zijn en liet zich fotograferen, met opgerolde pijpen in de branding. Huh?! Daarover is toch ook geen twijfel?! Een aantal Balinese bestuurders trok zich bij die gelegenheid in een achteraf kamertje terug om te knutselen aan de status (die thans op 4 -Gevaarlijk- staat). Alsof de Chinezen en Australiërs, die respectievelijk niet naar het eiland van de Goden vliegen en geen reisverzekering aanbieden, gek zijn. Tja. De vulkanologen en andere experts zwichtten terecht niet voor deze druk. De status blijft zoals die is. 

Met beter weer en meer zicht keerden we weer huiswaarts. Dat gebied van Bali is prachtig. Je ziet de fraaiste bloemen en planten, overal waar je kijkt hangt fruit aan de bomen. Als je kijkt, tenminste. De mannetjes zaagden het stukje tropisch regenwoud om waar we doorheen reden. Glimmende avocado’s, diverse soorten mango’s, jackfruit, mangoestan, ramboetan en… doerian. Dat laatstgenoemde fruit verdeelt het gezelschap in zij die de smaak intens haten en zij die het oprecht lekker vinden. Zelf behoor ik tot de laatstgenoemde groep, mijn liefje haat zelfs de geur al (laat staan de smaak). Het lekker-kamp kreeg toestemming om er eentje te proeven buiten de auto. Joehoe! Elsa, Yuda, Ketut & me smulden, de rest keek gedogend toe. Na een goede wasbeurt mochten we instappen, met tassen ander tropisch fruit. We waren hondsmoe na zo’n intense dag uit. Als dankbetuiging trakteerde de maan ons die avond op een fraaie halo. Vanmorgen ontbeten we weer fris & fruitig, met mango en mangoestan. Dicht naast elkaar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten