Translate

maandag 31 december 2018

My New Year’s State of Mind

Het jaar 2018 is voorbij, tijd voor een terugblik! Met moeite kon ik een persoonlijk hoogtepunt bedenken. Dieptepunten waren gemakkelijker. Mijn liefje kreeg dit jaar te maken met nogal wat lichamelijke klachten. Een hardnekkige slijmbeursontsteking in een heup was het meest deprimerend. Daardoor kon (en mocht) ze niet wandelen. Ik zag de ironie van de situatie in: vorig jaar kon ik na jaren weer fatsoenlijk en pijnloos meelopen (na herstel van de heupprothese), nu tobde zij met eenzelfde euvel. Inmiddels zetten we samen dagelijks weer fris en fruitig tenminste 10.000 stappen.

De bijbehorende foto ontstond uit zichzelf op een heuvel in Menorca. Plotseling deed de foon onverklaarbare dingen, de techniek ging met haar op de loop. Ze wilde een foto maken van een mooie baai toen dit beeld op het scherm verscheen. Het bleef bij die ene keer. Zelf vond ik het fascinerend maar ik moest beloven dat de kiek niet in een blog zou verschijnen publiceren. Vandaar het balkje.

Na lang peinzen brachten de snorkelavonturen op Cabo de Palos de leukste herinneringen van dit jaar voort. Deze plek in de provincie Murica kenden we al jaren van naam maar we bezochten het niet eerder. Het was de ontdekking van deze zomer.

Tien jaar bloggen was weliswaar memorabel maar dat vierde ik in stilte. Bij moederbedrijf Google en team Blogger kon er geen felicitatie vanaf. Mijn liefje ontving dit jaar een persoonlijke bedankbrief van de baas van Tripadvisor, nadat zij haar 500ste review schreef. Zo kan het ook! Zo weifelend als ik in 2008 begon, zo lekker ging het dit jaar. 2018 werd met 119 blogs één van de productiefste jaren ooit. Het mag zelfingenomen en ijdel klinken maar zelf vind ik dat er dit jaar een aantal werkelijk goede, mooie blogs verscheen. Geen daarvan werd echter de best gelezen van dit jaar. Tja. Wat tevens opviel, is dat in dit jaar veruit de meeste van mijn bloglezers uit Frankrijk kwamen. Nederland werd goede tweede, gevolgd door Rusland. Oh-oh!

De blog die dit jaar de meeste pageviews kreeg, is getiteld ‘Borstkanker Light’. Dat onderwerp ligt mij na aan het hart. De tekst verscheen op 1 oktober 2018, de dag waarop wereldwijd borstkankermaand wordt gememoreerd. Kanker is mijn Nemesis, aartsvijand nummer 1. Mijn familie werd ermee geconfronteerd toen ik nog een peuter was en ook dit jaar was niet kankervrij.

Van alle 1.186 blogs die ik tot nu toe schreef, is ‘Shitty City?’ (februari 2017) het best gelezen. Die gaat over de geschiedenis van de Spaanse woonwijk aan zee waar mijn liefje en ik na een korte maar hectische huizenjacht gingen wonen. Daar wonen we nog steeds met veel plezier. De meisjes die op dit moment in onze casita wonen, hebben het ook naar hun zin.

Mijn op één na best gelezen blog aller tijden blijkt ‘ImPOTUS’ te zijn (januari 2017), over president van de Verenigde Staten Donald Trump, die ik stelselmatig de ‘Lone Deranger’ blijf noemen. 2018 was mij het Trump-jaar wel. Telkens als ik dacht dat het niet erger kon met zijn gedrag, zijn taal, zijn besluiten, deed hij er weer een schepje bad ass bovenop. De fact checkers van The Washington Post rekenden uit dat Trump dit jaar gemiddeld 15 leugens per dag verspreidde. Dat komt neer op tien onjuistheden per dag meer dan het jaar ervoor. Trump wordt vanaf 2019 de (vleugel)lamme die de blinden gaat leiden. Sinds de Democraten vorige maand bij de tussentijdse Congresverkiezingen een meerderheid behaalden in het Huis van Afgevaardigden, zullen zij er alles aan doen om zijn tot nu toe funeste politieke agenda tot stilstand te brengen. Ik verheug mij op die matiging maar ik houd mijn adem in.

Loesje kwam dit jaar met een campagne ‘Zeggen wat je denkt kan ook iets aardigs zijn’. Die positieve actie kreeg relatief weinig aandacht in een jaar waarin boosheid, bullying en fake news hoogtij vierden. Ik ben bewust inactief op sociale media. Wel ben ik een verwoed lezer van nationale en internationale kranten en tijdschriften. Dit was een jaar van uitzonderlijk grote monden, haatcampagnes, racistische en antisemitische tirades en rechts-extremistisch geweld in vele delen van de wereld. ‘Zovelen staan [thans] mordicus op hun rechten, al zittend op de rechten van anderen’. We hebben een dooie Belg nodig om dat puntig te zeggen. Tja. Julien de Valckenaere (1898-1958), onderwijsinspecteur en auteur van aforismen, tekende voor de uitspraak.

Nederland koos ‘blokkeerfries’ als woord van het jaar, de Taalunie koos het nieuwe woord ‘laadpaalklever’. Oxford Dictionary koos het bestaande woord ‘toxic’. Ook een begrijpelijke keuze. In het Verenigd Koninkrijk werd de situatie afgelopen jaar eveneens giftig(er). Daar is Brexit de splijtzwam. Het vertrek uit de EU blijft tot op de dag van vandaag een hete aardappel. Misschien koerst men af op een harde Brexit of zelfs no deal. Dit proces kent alleen maar verliezers, ook buiten de landsgrenzen. Premier May, die persoonlijk geen voorstander was van Leave, bleef maar proberen de boel bij elkaar te houden, terwijl er door partijgenoten en de regering aan haar stoelpoten werd gezaagd. Het maakte haar in mijn ogen tot de sneuste politica van Europa.

Aan het eind van elk kalenderjaar kiest TIME de Persoon van het Jaar. Vorig jaar stond de Saudische kroonprins Mohammed Bin Salman op het lijstje van kanshebbers, nu een van zijn slachtoffers. Het kan verkeren. De lijst komt elk jaar relatief laat tot stand omdat het is gebaseerd op de persoon die het meest in het nieuws kwam, in positieve of negatieve zin. Daarom stonden Theresa May, Donald Trump, Robert Mueller III, Christine Blasey Ford, Jamal Khashoggi en Vladimir Poetin aanvankelijk op dezelfde lijst. Uitverkozen werd de ‘onafhankelijke journalist’ die in vele landen onder vuur ligt. Ik kan mij hierin vinden.

Hulde aan mijn eigen Helden van dit Jaar. Ik begin met mensen in eigen kring: mijn zus Ineke, onze Chileense vriendin Luz-Maria en Mieke, de 82-jarige moeder van goede vriend Frans. Alledrie kregen ze dit jaar de diagnose borstkanker gesteld, mijn zus zelfs voor de tweede keer in haar leven. Alledrie sloegen ze zich goed door de operatie en de nabehandelingen heen, al is nog niet alles achter de rug. Alledrie zien ze weer licht gloren aan het einde van de tunnel. 2019 wordt voor hen sowieso een beter jaar!

Allison en Honjo. James P. Allison en Tasuku Honjo ontvingen dit jaar de Nobelprijs voor Geneeskunde. Deze twee wetenschappers staan aan de basis van een veelbelovend type kankerbehandeling. Hun nieuwe vorm van immuuntherapie zet het eigen immuunsysteem van een patiënt in om kankercellen aan te vallen en op te ruimen. De Japanner Honjo vond bovendien uit dat een bepaald soort proteïne in een immuuncel remmend kan werken. Hun ontdekking gaat levens redden, zoveel is zeker. Mijn eigen woord van het jaar 2018 hangt hiermee samen: ‘labrat’. Vooral van toegewijde laboratoriumonderzoekers moeten we het  hebben in de gezondheidszorg.

The Ocean Cleanup stond in eerste instantie ook op mijn lijst van dit jaar. In 2014 benoemde ik Boyan Slat, de geestelijk vader en CEO van de organisatie, tot mijn helden van dat jaar. Toen was het verwijderen van de plasticsoep uit de ons omringende oceanen nog een idee. Op 19 oktober jongstleden ging System 001 daadwerkelijk van start op de eerste Plek des Onheils: de Great Pacific Garbage Patch. Tijdens de recente cruise naar Zuid-Amerika leerde ik een Amerikaanse oceanograaf kennen, Al Trujillo. Ik vroeg deze bron van kennis wat hij ervan vond.
Net als velen in zijn beroepsgroep is hij sceptisch over het huidige ontwerp maar positief over het feit dat een jongeling als Slat zoiets op zich neemt. Het systeem blijkt (nog) niet naar behoren te werken. Het dobberende plastic dat in de U-vorm terechtkomt, drijft er weer uit. Dat gooit roet in de plasticsoep. Slat zoekt nu naar een oplossing om het systeem sneller te maken. 2018 was wel een kanteljaar qua plastic. Het probleem staat nu wereldwijd op de kaart, het inzicht brak door bij het grote publiek. Acties tegen deze vorm van vervuiling zijn nu niet meer weg te denken.

Het was opmerkelijk dat er dit jaar voor het eerst in 69 jaar geen Nobelprijs voor de Literatuur werd uitgereikt vanwege een #MeToo-schandaal. (Het betrof het gedrag van de echtgenoot van schrijfster en Academielid Katarina Frostenson.) Alhoewel het jammer is, begrijp en respecteer ik de beslissing van de Zweedse Academie.

2018 was voor mij persoonlijk een goed leesjaar. Ik las aanzienlijk meer non-fictie dan fictie. Er verschenen veel biografieën over Trump die ik (bijna) allemaal las. Een boek met hem als onderwerp zal echter nooit mijn beste boek van het jaar worden. Meer te waarderen non-fictie over bijzondere wereldburgers kwam van de hand van Marcel Haenen en Bart van Es. Boeken die ik besprak in eerdere blogs. Momenteel ben ik aan de laatste sectie bezig van de autobiografie ‘Becoming’ van Michelle Obama. Zij werd onlangs tot de meest bewonderde vrouw ter wereld gekozen. Barack koos haar boek tot het beste van 2018. Ik moest erom grinikken al is het boek oprecht een aanrader. 

Tot de door mij gewaardeerde fictie van dit jaar, behoren ondere andere romans van Haruki Murukami, Anna Burns (winnares van de Booker Prize 2018), Chad Harbach, Murat Isik, Julian Barnes en Gail Honeyman. Stuk voor stuk beste boekenvrienden maar zeggen wie het best is, is ondoenlijk wat mij betreft.

Onlangs bracht mijn favoriete Nederlandse schrijver, A.F.Th. van der Heijden, zijn nieuwe boek uit, getiteld ‘Mooi doodliggen’. Hij schrijft al 40 jaar epische romans. Ik las alles van hem. Voor mij is Adrie Neerlands meesterverteller nummer 1. Zijn cycli ‘De tandeloze tijd’ en ‘Homo Duplex’ horen bij mij als de flaporen aan mijn hoofd. De jongste loot aan zijn boekenboom blijkt een nieuwe cyclus in te luiden over de politiek en tijd van nu. Een hedendaags drama. Typisch iets voor mij. Dit boek ga ik niet digitaal lezen, dat wil ik per se in papier in de boekenkast hebben. Ook nam ik mij voor volgend jaar aan mijn eerste roman in de Spaanse taal te beginnen.

Dat was het voor 2018. Dit jaar laat ik graag achter mij, ik kijk uit naar een beter 2019. Dank voor het lezen van mijn blogs. Ik wens je een leuke jaarwisseling en een gezond en gelukkig nieuw jaar toe, waar je ook bent. In Samoa zijn ze op moment van publiceren al de jaargrens gepasseerd. Mijn liefje en ik zingen dit jaar uit in gezelschap van Chileense vrouwen. Un saludo! Wij gaan deze plek  binnenkort verlaten. Het webalbum van ons bezoek aan Santiago de Chile vind je hier.


vrijdag 28 december 2018

Ongeduldig

We kwamen de kerstdagen goed door. In Chili wordt alleen eerste Kerstdag gevierd. Alle winkels, restaurants en bars -op Starbucks en hotels na- waren die dag dicht. Ik kon, zonder gevaar voor eigen leven, op de breedste weg in het centrum van de stad gaan liggen. (Ik deed het niet want ik droeg lichte shorts...) 's Avonds waren we bij vriendin Luz Maria thuis uitgenodigd. Overdag was zij druk met familiebezoeken. Ze heeft een dochter, kleinkinderen, een oude moeder en familie van haar overleden ex. 's Middags nuttigden wij gegratineerde oesters en een glaasje bubbels in een hotelrestaurant.

Zij woont in een rustige wijk, in een appartement met zicht op bomen en de ondergaande zon. Ook wij kijken elke avond op de prachtige zonsondergang maar doen dat vanuit het drukste deel van de stad. We namen een taxi en ik noemde de naam van het internationale hotel dat bij haar op de hoek van de straat staat. Het laatste stuk zouden we lopen. De chauffeur bleek een enorme zwamneus te zijn. Hij hield maar niet op met praten en vragen stellen. Normaliter doe ik daar met plezier aan mee maar zijn vragen waren zo typisch dat ik stilviel. Kon ik hem helpen een baan te vinden in Nederland? Hij had het nog niet gezegd of meldde dat hij graag in Peru aan de slag zou willen. En zo ging het door. Van de hak op de tak. Onzinnig en  ongemeend. Ik kreeg niet eens gelegenheid iets tegen mijn liefje te zeggen want hij eiste alle aandacht op. Ondertussen sloeg hij een route in die mij verbaasde.

Zijn vragen en opmerkingen bleven nergens op slaan. Op een bepaald moment zei ik dat ik genoeg had aangehoord, we waren immers op vakantie? Hij was een en al verbazing… een beetje converseren kon toch geen kwaad? Daarna stak hij ongehinderd van wal over een open mind, over open staan voor een andere wereld. De maat was voor mij toen echt vol. Alsof ik als wereldreiziger niet opensta voor de wereld?! Tja.

En toen stopte de taxi. Ik keek uit het raam en zag het verkeerde internationale hotel. In een ander deel van de stad. We hadden zó genoeg van deze man en zijn verhalen dat we uitstapten. Mijn liefje betaalde mopperend en zelf kon ik het evenmin laten te zeggen dat open oren en ogen in zijn geval toch echt belangrijker zijn dan een open mind. Dat maakte de macho in hem pas echt los want hij slingerde ons een forse belediging naar het hoofd. Wat een vent.

Het mocht de pret van het samenzijn met Luz Maria niet drukken. We wisselden kerstkadootjes uit. Zij gaf ons handgemaakte houten schalen voor aperitivos, door ene Egon Muñoz vervaardigd, van een speciale Chileense boomsoort. Ook namen we met plezier een zakje zout uit Cahuil (ten zuidwesten van Santiago) in ontvangst. Mooie en toepasselijke geschenken. We borrelden op de bank en gingen laat aan tafel. 

We spraken over machismo in Zuid-Amerika, over politiek, de voormalige en huidige president, de borstkankerbehandeling die ze thans ondergaat en de behandeling die mijn liefje tien jaar geleden onderging. We converseerden over reizen, de stad, het land en Eugenio, de partner die haar verliet vanwege haar ziekte. Een goed gesprek, in prettig gezelschap. Om kwart voor één 's nachts stapten we in een taxi met een vriendelijke en efficiënte chauffeur. De  zwamneus was de uitzondering op de regel. Hij en zijn vervelende gedrag veranderen niets aan mijn mening over Chilenen: zijn zijn uiterst vriendelijk en gastvrij.

We zijn lang in deze stad. Misschien zelfs ietsje te lang... Niet omdat er niets meer te beleven valt. Elke dag bezoeken we een andere wijk, we stapten al vele musea binnen; vaak gratis. We maakten een tour in de toeristische stadsbus, beklommen de heuvel van Santa Lucía, fotografeerden straatkunst in Bellavista en Barrio Brasil en probeerden menig restaurant uit. We proefden pisco sour, de verslavend lekkere nationale cocktail (van tenminste 35% alcohol). Zo zetten we dagelijks met gemak 10.000 stappen.

Enkele dagen na kerst ontdekte ik in een design-museum houten schalen van Egon Muñoz. Deze kunstenaar uit Pucón (ten noordwesten van Santiago) blijkt een beroemdheid te zijn. In 2016 ontving hij de ‘Sello de Excelencia a la Artesanía’ en in 2017 vertegenwoordigde hij Chili tijdens de Biënnale van Parijs. Gisteren kwamen we bij toeval in het museum van de Chileense Violeta Parra terecht. Zij blijkt de componiste te zijn van een van mijn favoriete Spaanstalige liederen ‘Gracias a la Vida’. Dank voor het leven dat mij zoveel heeft gegeven. Je kent het wellicht. Het nummer staat in mijn lijstje van muziek. De uitvoering van de Argentijnse Mercedes Sosa geeft mij kippenvel. De veelzijdige Violeta (1917-1967) zingt het ingetogener. Hier vind je haar YouTube-filmpje. Zo leer je nog eens wat! Reizen is verslavend.

We voelen ons op ons gemak in deze Europees aandoende metropool met zijn vele parken. Als ‘pensionistas’ hebben we tijd om dingen langzaamaan te doen en bovendien is dit geen vakantie; we overwinteren. De temperatuur is heel prettig. Ook al is het overdag circa 30 graden Celsius, de luchtvochtigheid is slechts 27%. Door deze omstandigheden zijn we hier zo actief. De UV-factor is weliswaar 11 (extreem) maar er is veel schaduw in de stad en we smeren ons extra goed in. De wind waait regelmatig, de nachten koelen af tot 13 graden Celsius.

Van de stadse geluiden en de drukte beginnen we wel een beetje genoeg te krijgen. Mijn liefje heeft bovendien last van de harde zittingen in het appartement. Haar kadetjes kunnen de barkrukken en andere zetels niet meer verdragen. Kasian. Het valt ons op dat je hier in menige horecagelegenheid harde stoelen vindt. Net als in Spanje en Duitsland. (Twee landen die ieder op hun manier een stempel op Chili drukken.)

We hebben erg veel zin om weer te gaan reizen. Samen op avontuur, onderweg zijn en  nieuwe dingen zien. De huurauto staat eveneens te popelen. Het is een SUV met automaat en lekkere stoelen dus (mee)rijden moet een fluitje van een cent worden. Elke dag groeten we het standbeeld van Christoffel, de patroonheilige van alle reizigers, die op een van de heuvels van Santiago staat en die we vanuit het appartement kunnen zien. We rekenen op zijn bescherming.

De eerste dag reizen we naar kustplaats La Serena waar we kortstondig verblijven, de volgende stop is Pisco Elqui, de centrale vallei waar wijngaarden en fruitbomen gedijen in het gematigde klimaat. De druiven voor de pisco sour (quebrante) worden daar verbouwd. Daar gaan we logeren in een blokhut met veranda aan de voet van de Andes en uitstapjes maken. Daarna begint een nóg groter avontuur. Norte Chico, het kleine noorden, is een droge, vlakke regio met verlaten mijnbouwstadjes, brede stranden en een spectaculaire sterrenhemel. We gaan elke avond stargazen! Vervolgens trekken we verder, richting Norte Grande, het grote noorden. Dit moet een spectaculair gebied zijn met woestijnen, vulkanen, meren van zout en water, geisers, bijzondere flora en fauna (onder andere fossielen) en resten van oude beschavingen.

Maar eerst gaan we nog Oud- en Nieuwjaar vieren in de stad. En afscheid nemen van Luz Maria.


maandag 24 december 2018

Kindeke Komang

Mijn liefje en ik leven weer op drie continenten tegelijkertijd. Indonesië wordt dit jaar niet gespaard. Lombok, Palu, Lion Air 610. En dan nu weer een tsunami met dodelijke afloop in west-Java. De systemen die mensen veilig moeten houden weigeren er dienst, body bags heeft men te over. Vreselijk. 

Afgelopen weekend video-appten we met onze jongens in Bali. Ook de allerkleinste, ‘Nomor Tiga’ (nummer 3) gaf acte de présence. Hij kwam niet op de aarde voor ons allemaal, ligt niet in een kribbe bedekt met wat hooi maar die muts staat 'm wonderwel! Met hen hebben we thans elf uur tijdverschil. Zij blijven op ons voorlopen. Bij ons was het nog zaterdagavond, zij waren al aan de zondagochtend begonnen. We praatten over de aarde die om de zon heen draait en zagen Yuda denken hoe dat nu precies zit. We hopen dat pa Ketut later nog enige toelichting gaf.

Allereerst maakten we hen deelgenoot van de ondergaande zon en de fleurig kleurende hemel boven de stad, de heuvels en de Andes. Toen ik ze vertelde dat wij in een appartement wonen op de 14de verdieping, waren de wowsniet van de lucht. Ik zag dat Damai zijn ogen uitkeek naar de lampjes in de omringende huizen en de skyline. Dat snap ik wel. Zelf komen de ventjes net boven het rijstveld uit. Het is zó leuk om deze ervaringen en beelden met hen te delen!

Voordat we aan de cruise begonnen, tekende ik een gedetailleerde map met alle stops en bezienswaardigheden op de vaarroute, met een foto van het schip erbij en nog zo wat tierelantijnen. Helaas kwam deze brief niet aan. Ter compensatie deden we speciaal een pinguïnkaart vanaf de Falklands-eilanden op de post. Wat wel tijdig aankwam, is de vroege verjaardagsdoos van ruim tien kilo die we de week van ons vertrek naar het Spaanse postkantoor brachten. In drie weken tijd was die op plaats van bestemming. Een record, volgens mij. (Damai is pas begin februari 2019 jarig maar dan zijn wij nog in Chili.)

Zaterdag jongstleden maakten we een uitstapje met Luz Maria en vrienden. Ze kreeg vorige week haar laatste chemokuur en zag er kwetsbaar uit. Vriendin Mariana stapte achter het stuur, haar echtgenoot Paolo zette Google Maps aan voor de juiste afslag. Ik vermoed dat dit nog wel een dingetje is als mijn liefje en ik naar het noorden gaan trekken. Die dag reden ze ons naar Pirque, een plaats in de gemeente Cordillera, net buiten hoofdstad Santiago. Het gebied is vooral bekend van de wijnbouw. Daar bevinden zich twee van de grootste en bekendste wijngaarden van Chili: viña Concha y Toro en viña Santa Rita.

Mariana en Paolo begroetten ons alsof we elkaar al lange tijd kenden. Het stel is meer dan 50 jaar gehuwd en woonde vanwege werk 40 jaar in Brazilië. (Hij werkte in de leerindustrie en reisde daarvoor over de hele wereld.) Sinds zeven jaar zijn ze terug op Vaderlandse bodem. Paolo vertelde dat zijn vrouw van Chileens-Italiaanse voorouders is, zijn ouders waren 100% Baskisch. Het zijn innemende, vriendelijke en interessante mensen.

We bezochten buitenplaats ‘Las Majadas’ in Pirque. Een plaatselijke gids vertelde ons de geschiedenis van het gebouw en de gronden maar dat is een te lang en (wellicht) te saai verhaal voor de lezer. Wat wel vermeldenswaardig is, is dat het gebouw sinds de mega-aardbeving van mei 1960 in Valdivia, die een kracht had van 9.5 en ruim tien minuten duurde (!) een toren verloor. De Argentijnse gids Kevin aan boord van MS Zaandam vertelde ons er eerder over. Ik voelde destijds een rilling over mijn rug gaan toen hij de lengte van de trillingen noemde. Nu stond ik op het terrein... Toeval bestaat. In plaats van een ‘castillo’ (die twee torens heeft) noemt men het gebouw voortaan ‘palacio’.

Het gebouw werd recent gerestaureerd door een bekende Chileense architect, smaakvol aangekleed en ingericht met moderne meubels. Nu doet het dienst als conferentie-oord. Op het terrein staan ook een hotel en een restaurant dat van binnen een industriële stijl hanteert maar van buiten alleen natuurlijke materialen heeft. Het gaat daardoor mooi op in de omgeving. We deelden diverse soorten Chileense empanadas als waren het tapas vooraf en kozen daarna ieder een hoofdgerecht.

Daarna wandelden we in de uitgestrekte tuinen. Het is daar dat ik voor het eerst van mijn leven oog in oog stond met eeuwenoude sequoia-bomen. Deze mammoetbomen komen van nature alleen op de hellingen van de Sierra Nevada in Californië voor en kunnen groeien tot in de hemel. Prachtig! De verrassing was compleet toen Mariana ons twee van haar kunstwerken toonden, aan de muur van het palacio. Ze is beeldend  kunstenares en heeft een atelier in de hippe wijk Bellavista.

Vanuit een zonovergoten Santiago de Chile wensen we je mooie kerstdagen toe!


zaterdag 22 december 2018

Is het goed? Is het waar? En nodig?

Mijn liefje en ik vonden hier onze draai inmiddels. De dag beginnen we thuis met een bakje vers fruit met yoghurt en müesli en een kannetje Engelse ontbijtthee. Het is  zomer dus er is veel fruit beschikbaar. Mooie aardbeien, afkomstig uit de omgeving van Puerto Montt -de streek en stad van de geïmporteerde Duitsers die we tijdens de cruise bezochten-, worden afgewisseld met blauwe bessen en frambozen. Om de hoek staat een stalletje waar een oude Chileense fruit verkoopt. De rest van de boodschappen doen we bij Lider maar die noemen we Lidl, uit gewoonte.

Na het ontbijt gaan we fris en monter op pad. In een van de liften van het aparthotel hangt een plaat waarop de volgende tekst staat: Saludar enriquece la convivencia. Groeten verrijkt het samenleven (de samenleving). Ik vind het een goede gedachte al ben ik zelf gewend om te groeten als ik een bevolkte ruimte binnenstap. Het kan echter geen kwaad eraan te worden herinnerd. Dat zegt iets over de mensen achter en in deze woontoren. Een deel van de appartementen (die hier departamentos worden genoemd) wordt verhuurd, een deel wordt permanent bewoond. Om geen AirBnB-misstanden te krijgen, staat op de binnenzijde van onze voordeur hoeveel boete in USD je krijgt als je rookt, eet of drinkt in de openbare ruimten en als je geluidsoverlast bezorgt. Tot nu toe komt de herrie van de straten maar we zien het drukker worden in de liften. Het team dat de openbare ruimten schoonhoudt, komt uit Haïti (armste land in de America’s), de Colombiaanse Teresa maakt ons appartement elke dag schoon. Als de conciërges ons zien aankomen, klikken ze de buitendeur van afstand voor ons open. We beginnen bij het meubilair te behoren.

Op steenworp afstand is een leuke zaak waar fantastische koffie wordt geschonken. Wij hebben dagelijks genoeg aan één kop maar die moet dan wel van uitzonderlijke kwaliteit zijn. De vriendelijke dames van ‘Deliboo’ hebben dat onder de knie. We drinken er een perfecte latte macchiata met geroosterd bruinbrood, roomboter en jam van blauwe bessen. Het pand zit in een relatief rustige, afgeschermde cul-de-sac met bomen, aan de overkant van onze straat.

Op de eerste ochtend dat we er koffie dronken, zag ik een zwerver onder een stapel lappen liggen slapen. Tijdens een van de volgende keren zag ik daar een kleine man met inheemse (Zuid-Amerikaanse) gelaatstrekken een slaapzak oprollen en achter een bloembak verstoppen. De man raapte vervolgens de uitgevouwen dozen op waarop men ligt, vouwde ook die netjes op en borg de flappen achter dezelfde bloembak. Ik keek hem aan en knikte. Geen idee of hij zijn eigen spullen opruimde... Hij zag er namelijk helemaal niet vervuild of verward uit. Toen we later naar de hoofdstraat terug liepen, zag ik iemand anders van ongeveer dezelfde leeftijd en met dezelfde trekken zijn gezicht en blote benen met zeep wassen, met de openbare brandslang. Tja.

Een dag later zagen we er tot onze schrik ook een oudere vrouw wakker worden. Tussen twee parasolpalen had ze een scherm opgehangen; daarachter maakte ze kennelijk haar slaapvertrek. Ze kwam gekleed tevoorschijn, op sokken, heur haar in de war, grijs rond de slapen. Ook zij ruimde haar deken, zelfs een kussen en dozen netjes op. Achter dezelfde bloembak. De rand van de bloembak deed dienst als tafeltje voor haar snel naar binnen gewerkte stukje brood. Tjonge.

We zijn hier nu welgeteld vier volle dagen en het aantal zwervers dat we in Santiago zagen, is niet meer op de vingers van vier handen te tellen. Ik las in een lokale krant dat het land eind 2017 één miljoen emigranten uit deze regio telde. De meerderheid van toen bestond uit Peruanen, gevolgd door Colombianen, Bolivianen, Venezolanen, Haïtianen en Argentijnen. Een jaar later kunnen het er zomaar meer zijn, gezien de toestand in de buurlanden. Ook zag ik tot nu toe veel zwaar lichamelijk gehandicapte bedelaars op straat liggen en zitten. Mensen zonder benen of met stompen, met een of twee misvormde voeten of armen. Sindsdien heb ik losse munten in mijn broekzak.

Het Spaans dat de Chilenen bezigen is heel anders dan ons Spaans; zowel qua idioom als qua uitspraak. Naast heel veel andere werkwoorden voor dezelfde activiteit heeft men hier ook veel eigen idioom en uitdrukkingen. Zo zeg ik weleens “me entiende?” als ik zeker wil weten dat ik door mijn gesprekspartner wordt begrepen. Dat gebruikt men hier niet. De Chileense uitdrukking is “cachai?” (wat zoiets is als do you catch it)? Ik moet mij dan ook extra concentreren als we met Chilenen converseren. Een misverstand zit in een klein hoekje. Toen ik op de eerste avond van onze ontmoeting met onze Chileense vriendin Luz-Maria vertelde dat wij verhuisden naar El Mojón, was ik mij bewust van hun woord “mojón de gato”, kattendrol; het wordt gebruikt om een lokale aardappelsoort aan te duiden. Daar was ik enkele weken geleden namelijk op gestuit toen ik op het web door Chileens idioom bladerde. Ik maakte er een grapje over en onze vriendin moest er hard om lachen. Het is klunen maar dat levert (nog) geen ongemakkelijke situaties op.

Mijn oog viel deze week ook op een grote banier op een gevel in de binnenstad. Daarop stond de zin “Hay palabras que matan”. Vrij vertaald zou ik zeggen dat woorden kunnen doden. Het bleek een actie van een Chileens ministerie tegen cyberacosoofwel cyberbullying. De boodschap is dat je jezelf, voor je iets op sociale media plaatst, drie dingen moet afvragen: es buena onda (is het goed)?, es verdad (is het waar)?, es necesario (is het nodig)? Een uiterst effectief lijstje. Dat zouden niet alleen bullies zich moeten afvragen, wat mij betreft.

Elke dag staat hier bol van de nieuwe impressies. Elke dag bezoeken we een nieuwe barrio (wijk) van Santiago. Er is veel te zien en te beleven. Chili is om vele redenen een interessant reisland. Het is heel anders maar toch voelt het vertrouwd. We gaan de komende zeven weken met plezier om ons heen kijken. De langste dag ligt  inmiddels achter ons. Begin januari verlaten we de hoofdstad om naar het noorden te trekken. We reserveerden alvast een sterke auto. Die hebben we nodig om zonder problemen door berg en dal te gaan rijden. De Andes, Pisco Elqui, Atacama-woestijn, maanvallei, Iquique, bahia Inglesa… We hebben er zin an.


woensdag 19 december 2018

Chili, een gepeperd verslag

Als je twee weken hebt gekeken en geluisterd naar de oceaan valt het niet mee te aarden in een luidruchtige en drukke stad als Santiago de Chile. Er wonen namelijk bijna 6 miljoen inwoners in deze Zuid-Amerikaanse smeltkroes. De vorige keer dat we hier waren (2015), verbleven we een weekje in een lommerrijke buitenwijk. Nu logeren we in het stadshart, in een hippe wijk met veel restaurants en bars. We verblijven in een hoekappartement op de 14de verdieping van een zogenaamd aparthotel dat conciërges, wasmachines, een gym en een openluchtzwembad met zicht op de Andes heeft. Liepen we aan boord continu met een key card in onze broekzak, deze studio open en sluit je met handoplegging en een code. Ideaal.

Vanuit de zitkamer hebben we zicht op de Cerro Santa Lucía en de Cerro San Cristóbal. Met een kabelbaan kun je naar de heuvels; dat uitje staat op onze To Do-lijst. De bergketen (Andes) die achter de hoogbouw opdoemt, is een constante in het stadsbeeld. Vanuit de slaapkamer kijken we neer op Lollapalooza, dé poptempel van Santiago. Omhoog kijkend, zien we de top van de hoogste toren van de stad: ‘Torre Gran Costanera’, met zijn 64 verdiepingen. In de VPRO-serie ‘Over de rug van de Andes’ bracht presentator Stef Biemans deze wolkenkrabber eerder dit jaar onder onze aandacht. Hij vertelde dat het gebouw symbool staat voor Chili’s grote economische vooruitgang maar dat heeft een keerzijde. Er springen namelijk regelmatig mensen vanaf…

Het verkeer raast om onze woontoren heen, de sirenes van ambulances en brandweer schallen dagelijks door de straten. We kochten een BIP-kaart voor reizen met de metro en de bus. Vooral de oude, verlengde stadsbussen maken een boel herrie en zorgen voor de luchtvervuiling die je al bij het opstaan aan de einder ziet. Als we aan het einde van de middag terugkeren van onze omzwervingen, de ramen sluiten en de airco aanzetten, is het echter goed toeven.

We ontmoetten onze Chileense vriendin Luz Maria reeds. Ze nodigde ons op de avond van aankomst uit om met haar te gaan dineren in het trendy restaurant Centric. Met de taxi kwamen we er op tijd aan, al stond het verkeer op weg ernaar toe choc-a-bloc. Het restaurant heeft een goede formule: voor een vast bedrag kun je kiezen voor entrée-hoofdgerecht-dessert of delen ervan. De kaart heeft veel keuze, onder andere steak tartaar. Geen van ons was erg hongerig dus het bleef bij één gerecht maar alledrie waren ze goed bereid en mooi. Er vlogen wel twee flessen heerlijke Chileense wijn doorheen. Mijn liefje en ik keren zeker naar dit restaurant terug.

De regelmatige lezer weet dat we met haar en haar partner Eugenio voor Kerst en Oud & Nieuw een vakantiehuis aan de Chileense kust zouden huren voordat het noodlot toesloeg. Ze kreeg de diagnose borstkanker gesteld en ondergaat sindsdien een trits van behandelingen: chirurgie, chemotherapie, radiotherapie, intraveneuze hormoontherapie en hormoonpillen (jarenlang). Vandaag heeft ze haar laatste, zware chemotherapie. Ze wordt behandeld in een internationale kliniek met een, naar verluidt, fantastisch gespecialiseerd team van artsen. Heur haar viel weliswaar uit en ze smeert een dikke laag op haar gezicht om de intense vaalheid te maskeren maar ze voelt zich naar omstandigheden goed. Bovenal is ze fijn gezelschap.

Ze vertelde ons die avond dat haar partner haar een dag voor het begin van de behandelingen verliet. Hij kon, naar verluidt, niet met haar ziekte omgaan. (Dat voorvoelde ik omdat ze niet reageerde op mijn eerdere vraag naar zijn welzijn.) Wij leerden Eugenio tijdens een cruise rond de Galapagos-eilanden kennen als een warme man die overliep van liefde en die zelf ook het nodige meemaakte qua gezondheid. Hem overkwam een aneurysma die hem bijna fataal werd, ware het niet dat een toekijkende arts hem te hulp schoot. Zijn gedrag verbijstert mij dan ook. 

De eerste keer dat ik weerzin jegens een deserterende mantelzorger voelde, was toen Kluun het boek ‘Komt een vrouw bij de dokter’ publiceerde. In tegenstelling tot vele lezers was ik verbolgen over het egoïstische gedrag van de hoofdpersoon. Ik weet al te goed dat je onderscheid moet maken tussen een verzonnen literaire persoon en de schrijver maar auteur van der Klundert distancieerde zich niet van zijn hoofdpersonage. Het boek zal best gaan over een man die zichzelf vindt in moeilijke tijden maar ik vond hem vooral een slappeling. Iemand van wie je zielsveel houdt, laat je toch niet in de steek? De eed van trouw geldt toch ook bij tegenspoed? Tja.

Onze vriendin Luz Maria is echter een sterke vrouw met een positieve instelling. En met een hechte sociale kring. Zo heeft ze uit haar eerste huwelijk een dochter die wekelijks meegaat naar de kliniek. Als zij niet kan, begeleidt een goede vriendin haar. Waarschijnlijk gaan we dochterlief later in Santiago ontmoeten. Zij gaat een excursie organiseren op de wijngaard van haar echtgenoot en schoonfamilie in de buurt van La Serena, onze eerstvolgende bestemming in het nieuwe jaar. Ze heeft ook een goede vriendin die werkzaam is in het ‘Museo de la Memoria’, het indrukwekkende museum (dat wij eerder bezochten) dat verhaalt over de geschiedenis van de staatsgreep door generaal Pinochet, de zelfmoord van de toenmalige democratisch gekozen president Allende en het begin van de dictatuur in Chili. We boffen met zulke vrienden. 

We gaan hier van de ene verrassing naar de andere. Aan boord van MS Zaandam ontmoetten wij een Nederlandse vrouw van 87 uit New York. Zij reisde 62 jaar geleden met de Holland Amerika Lijn vanuit Indonesië naar Nederland om daar van haar eerste kind te bevallen. Ze trouwde destijds met een Nederlander die in Java werd geboren en in zijn jonge jaren in een Jappenkamp terechtkwam.

Ze sprak ons aan tijdens een lunch nadat ik het woord ‘kroepoek’ gebruikte. Ik had net een Indonesisch gerecht van het buffet gekozen en legde mijn liefje uit wat er precies op mijn bord lag. Van het een kwam het ander. Ze is dol op haar Vaderland en krijgt natte ogen als ze Nederlands hoort spreken.

We leerden dat haar moeder overleed toen zij zelf drie jaar oud was. Met haar broertje kwam ze in een internaat terecht. Ze is namelijk dochter van een kapitein op een Nederlands koopvaardijschip die door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niet naar Nederland kon terugkeren. Deze intelligente, levenswijze en aandoenlijke vrouw vertelde ons dat ze tijdens elke vaardag aan haar vader dacht… Ze leeft al ruim 25 jaar met haar (jongere) partner uit Nicaragua en samen reizen ze de wereld rond, tegenwoordig bij voorkeur op cruiseschepen. Zij is nog zeer helder in het hoofd, haar lijf begint te sputteren. Hij is haar steun en toeverlaat. 

Wie schetst mijn verbazing dat we elkaar in een gezellige straat in het overvolle Santiago tegenkomen? Zelf hadden we net geluncht maar we zegen op hun terras neer terwijl zij op hun bestellingen wachtten. Ons gesprek, deels in Nederlands, Engels en Spaans, ging verder alsof het nooit was opgehouden. Mooie mensen. Zij vliegen morgen naar huis terug. Wij gaan vanavond naar het klassieke kerstconcert in het plaatselijke ‘Teatro Oriental’ waarvoor we gratis kaarten ontvingen. Amamos a Santiago! Binnenkort zet ik het Chili-webalbum online. (Een link van het cruisin'-album vind je in voorgaande blog Voorwaarts… marrrrs!)


maandag 17 december 2018

Wild Wife Adventures

Het ronden van Kaap Hoorn werd een memorabele ervaring. Niet in de laatste plaats vanwege het uitzonderlijk goede weer ter plekke. Onze Engelse kapitein, Christopher  Norman, vertelde tijdens een vragenuurtje dat hij het gebied in de 33 jaar van zijn carrière op zee nog nooit zo rustig zag. We bevonden ons in de Drake-passage, gelegen op breedtegraad 55 zuid. Dat deel van de oceaan is berucht om zijn onstuimige omstandigheden. De wateren in deze contreien worden de ‘furious fifties’ genoemd en ietsje zuidelijker, vanaf breedtegraad 60 zuid, heten ze zelfs de ‘screaming sixties’. Het was hier dat een bemanningslid van de Volvo Ocean Race overboord sloeg om nooit te worden teruggevonden. Ik moest aan hem denken toen we zelf onder veel betere omstandigheden om de kaap heen voeren.

De volgende dag ontvingen we een officieel Kaap Hoorn-certificaat, op geschept papier met een glimmende rand eromheen, op naam gesteld en ondertekend door de kapitein. De tekst op de proclamatie luidt als volgt:

Aan allen die hetzelfde pad hebben bereisd, ontdekt door de twee zonen van de dappere Nederlandse verkenner Isaac LaMaire en de gebroeders Schouten. Dit stoutmoedige kwartet organiseerde een expeditie die uit twee schepen bestond naar een vaarroute naar de Stille Zuidzee, ten zuiden van de straat van Magellan. In de avond van 29 januari 1616, zag de groep land in de vorm van een hurkende leeuw’ dat unaniem als Kaap Hoorn werd omgedoopt.

Op de zuidelijkst gelegen rots van deze kaap staat een monument in de vorm van een albatros voor allen die op deze plek op zee omkwamen. Aan de voet van het monument staat een kapel. Een Chileense dichteres schreef er een mooie tekst bij die begint met “Soy el albatros que le espera en el final del mundo. Soy el alma olvidada de los marinos muertes que cruzaron el Cabo de Hornos [..]” Ik ben de albatros die op je wacht aan het einde van de wereld. Ik ben de vergeten ziel van de overleden zeelui die Kaap Hoorn (Kaap van de Ovens, in letterlijk Spaans) bereisden.

We zijn blij met ons certificaat maar nóg blijer met de ervaring. Mijn liefje en ik  bereisden Kaap de Goede Hoop (zuidpunt van Zuid-Afrika), Invergill (zuidelijkste punt Zuidereiland Nieuw-Zeeland) en nu dus ook Kaap Hoorn, Zuid-Amerika.

Op de verdere vaarroute naar het noorden van Chili passeerden we gletsjers en scheepswrakken. Een van de verhalen die mij zal bijblijven is het vergaan van SS Leonor, een Amerikaans schip. Het deed dienst na de aanval op Pearl Harbor en in de Koreaanse oorlog. Het was onderdeel van Operatie Flying Carpetom Amerikaanse gewonden uit oorlogsgebieden te halen en naar het vaderland terug te brengen. En dan vaart het op de klippen door een stomme misinterpretatie van het woord “right”. Geloof je dat nou?! Amerika is het enige zeevarende volk dat geen bakboord en stuurboord gebruikt maar links en rechts zegt. De persoon aan het roer begreep het woordje right (oké) als een commando naar stuurboord en stuurde het schip zo op de klippen. Tja.

Vervolgens bevoeren we de Chileense fjorden. De zuid-Patagonische ijsplaat was een grote verrassing: er dobberden kleine ijsbergen rond en de Brujo-gletsjer was mooi. Zeker toen de zon over de blauwe ijsmassa scheen. Daarna voeren we noordwaarts door het Chileense merengebied, tot aan Puerto Montt, het gebied met veel Duitse invloed. Halverwege de 19de eeuw werden duizenden Duitsers uitgenodigd naar dat gebied te emigreren. We herkenden de vakwerkhuizen, de kleding, keurig aangelegde tuintjes en de kuchen (koeken).

Langzamerhand werden het landschap minder dramatisch en werd het minder koud. Ook werden de dagen korter. In het diepe zuiden ging de zon rond 22:30 uur onder en gloorde het daglicht alweer om 04:00 uur. De laatste dagen op de Stille Oceaan waren zonnig en rustig. Zeehonden dobberden op hun rug langs het schip, tijdens een loop over het dek voor een goed doel (kankeronderzoek) dook een walvis tweemaal langszij op. Passagiers zwommen toen alweer in het buitenbad op het bovendek. Het cruisen zit erop. We hadden grote mazzel met het weer. De goden waren met ons. Voor aanvang verwachtten we  veel kouder en guurder weer. Tijdens alle uitstapjes aan de wal begon de zon voor ons te schijnen. De jasritsen gingen doorgaans open. Ik slikte slechts drie gemberpillen tegen zeeziekte, lag slechts driemaal in mijn bed te rollen. Het percentage marine wildlife  viel dan iets tegen maar ik realiseer mij maar al te goed dat dit geen oceanografische cruise was. Het schip moest van A naar B en stopte niet voor een staart of geplons.

We hebben nog wel zeebenen maar we zullen in Santiago de Chile snel weer in landrotten veranderen. Het appartement dat we in deze stad huren, is klein maar goed. De wifi is uitstekend, huismeester Sebastian is aardig en behulpzaam. De eerste boodschappen voor het ontbijt morgen zijn gedaan bij een supermarkt om de hoek. De korte broeken liggen op een stapeltje in de kast, de teenslippers zitten weer aan onze voeten. Mijn liefje zit nu aan een mooi glas lokaal bier, zelf proef ik een glas wijn van de Carmenere-druif, de Chileense tegenhanger van de Malbec, afkomstig uit Tierra del Fuego. We hebben mooie herinneringen aan Vuurland. Onze glazen staan op mooie nieuwe coasters met zeedieren en vogels erop. Proost!


dinsdag 11 december 2018

Voorwaarts… marrrrs!

We zijn alweer aan de laatste week van onze cruise begonnen. Onlangs bezochten we  Punta Arenas, een stad in Chileens Patagonië. Dit is de winderigste stad ter wereld. Wij maakten dat niet mee omdat het hier eind voorjaar/begin zomer is maar in de winter worden touwen in de stad gespannen waarlangs je dan van de ene kant naar de  andere kant van de straat kunt lopen. De kapitein koos er om veiligheidsredenen voor om, onder toezicht van een lokale pilot, de straat van Magellan pas om 9 uur 's avonds in te varen om zo de gevaarlijkste stromingen en ondiepten te vermijden. (De Portugees Fernando de Magallanes was de ontdekkingsreiziger die de archipel in 1520 ontdekte in opdracht van de Spaanse kroon.)

De eerste nacht op de Atlantische oceaan vond ik afschuwelijk. Al sinds mijn kindertijd heb ik last van wagenziekte. Langzamerhand kwam ik erachter dat het een algehele bewegingsziekte is: ook op een boot, in een vliegtuig, een bus en een trein heb ik er langs van. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik af en toe niet slaap op een cruiseschip dat duizenden kilometers over oceanen vaart. We hadden die nacht namelijk windkracht 7 (Beaufort) schuin op de boeg en golven van drie meter hoogte. Nu vertelde een boeiende Amerikaanse wetenschapper en spreker die met ons meereist, Al Trujillo, dat de hoogste golf ooit gemeten er eentje is van 32 meter hoogte. Dat is net zo hoog als dek 8 van dit schip dus we mochten niet mopperen. Dat nam niet weg dat ik de hele volgende dag misselijk en slap als een vaatdoek was. De daaropvolgende nacht was echter rustig. De wind nam af en draaide dus ik sliep als een roosje. Mijn liefje beleeft op dit moment de beste slaap van haar leven.

Het eerste zeeleven dat ik zag vanuit mijn kamerraam, bestond uit tientallen vliegende vissen die op de boeggolven meezeilden. Later die dag zagen mijn liefje en ik vanaf het achterdek drie kleine dolfijnen pijlsnel door het water schieten. Te snel voor de camera. Anderen zagen diezelfde dag in de verte het spuiten van een grote groep walvissen. Gedurende twee dagen vlogen twee à drie albatrossen (wandering albatros) met het schip mee. Varend langs de kust van de Falklands-eilanden (Islas Malvinas in het Spaans) zag ik twee pinguins net onder het wateroppervlak zwemmen. Gisteren zagen we tweemaal orka's spuiten. Tot nu toe bleef het bij die ene rollende nacht en een eenmalig wankelen door de gangen.

Voor ons bezoek aan de Falklands moesten we met tender-bootjes aan wal; de eilanden hebben geen haven voor schepen van deze omvang. De Zaandam meerde af in een van de vele baaien die deze afgelegen eilandengroep rijk is. Dit onderdeel van het Britse Rijk heeft 3.000 permanente bewoners, waarvan 1.500 militairen die het land verdedigen. Argentinië zou dit territorium namelijk graag aan het eigen land toevoegen, al is er thans geen sprake van enige dreiging. Dat was anders in 1982. Toen vond daar een bloedige oorlog plaats waarbij aan beide kanten veel slachtoffers vielen. De Britten van Thatcher wonnen die slag. 99.8% van de huidige bewoners wil Brits blijven. De 0.2% die dat niet wil, heeft waarschijnlijk de vraag niet begrepen. Aldus de Argentijn die een boeiende, met ironie beklede lezing gaf over de aanhoudende strijd tussen beide landen.

De dag begon met een lichte en kortstondige bui die ons niet uit het veld sloeg. Het weer verbeterde met het uur. Dezelfde Argentijn van de eerdere lezing feliciteerde ons de dag erna met het feit dat we de Falklandse zomer meemaakten van 15:00 tot 16:30 toen de zon eindelijk doorbrak. Joehoe! Vanuit hoofdstad Port Stanley maakten we een excursie naar fraaie baaien met pinguïns in het wild. Het gaat om de Magellan-pinguïn, een soort die alleen daar en in South Georgia (Antarctica) voorkomt. In de jaren '90 van de vorige eeuw maakte mijn toenmalige baas Marjolijn mij lid van haar pinguïnclub, een groep van overwegend trouwe meiden die enthousiast achter hun Grote Roerganger aan waggelden. Je begrijpt de associatie. Dat lidmaatschap ging gepaard met de ontvangst van een grote pluchen koningspinguïn die ik jarenlang van het ene naar het andere oord meeverhuisde. Totdat Yuda verliefd werd op deze zachte vriend. De pinguïn verblijft sindsdien permanent in tropisch Bali. Nu loopt Damai met het dier onder zijn arm. Als Komang -Nummer 3- groot genoeg is, zal hij zich liefdevol over deze oude, nieuwe vriend gaan ontfermen, verwacht ik.

Tja, pinguïns. Ik vind het dieren om van te houden. Ze zijn grappig en ontroerend. De Falklandse pinguïns (Magellan) waren niet per se schuw maar ze worden goed beschermd en afgeschermd. Net als de toeristen. Op de eilanden liggen nog landmijnen die daar in de aanloop naar de Falklands-oorlog door de Argentijnen werden geplaatst om de invasie van de Britten te stoppen. Een groep Zimbabwaanse experts is daar al twaalf jaar bezig mijnen te verwijderen. Onze Britse chauffeur, detective in het Engelse leger, verwachtte dat men nog twee jaar nodig heeft om alle stranden van mijnen te ontdoen. Kennelijk zijn deze pinguïns niet zwaar genoeg om die monsters spontaan te doen ontsteken. Gelukkig, maar. Het eerste wat mij opviel en zeer beviel, waren de prachtige baaien, de witte duintoppen, de bijzondere begroeiing. Dat verwacht je niet aan het bijna-einde van de wereld!

En toen zagen we ze, op gepaste afstand. Met mijn telelens kwamen ze veel dichter bij. Ze wandelden over het brede strand en in de duinen. Koddig. Samen en alleen. Ze gingen te water of kwamen eruit. Poetsten zichzelf, badderden wat, zegen neer voor een dutje. Deze mars van de pinguïns was een onvergetelijk schouwspel. Meer soorten zouden volgen op deze reis (koningspinguïns en gentoo-pinguïns). Foto's zijn te vinden in het webalbum.

Inmiddels lieten we ook de ‘laan van de Gletsjers’ en het Beagle-kanaal achter ons. We stonden extra vroeg op om in het kraaiennest (bovenste dek) de beste uitkijkposten te hebben. Er waren zes gletsjers te zien. Het regende en er was laaghangende bewolking. Een formele wolkenstaarder als mij deert dat niet. Het was imposant. Het was er circa 6 graden Celsius. Op sommige plekken was de passage minder dan 500 meter breed, met aan beide kanten watervallen. Bijna alle gletsjers hebben een landennaam, vernoemd naar de ontdekkingsreizigers die het gebied in kaart brachten. Het zal niemand verbazen dat er onder andere een Spanje- en een Holland-gletsjer is. Voor de Nederlanders in de stuurhut was de laatste -en laatstgenoemde- de mooiste. Met puntige, blauwe pieken. De Duitsland-gletsjer stortte onlangs deels in en ook dat was interessant om te aanschouwen. De regenboog over een van de vele bergketens was de kers op de taart.

Vandaag zijn we in de zuidelijkste stad ter wereld: Ushuaia, Argentijns Patagonië. Het ligt in Vuurland. We kwamen op tijd in de haven aan maar konden niet afmeren. Onze plek werd ingenomen door een schip dat belangrijke vracht had verloren. Wij moesten daarom met tender-bootjes van boord en nam uuuuuuren in beslagn. Balen! Vanavond gaan we vroeg naar bed want morgenochtend om 5 uur krijgen we het volgende spektakel: dan gaan we Kaap Hoorn ronden via een scenische route. De volgende dagen zullen bol staan van de wonderen der natuur. Dat maakt veel goed voor het gemis van een fatsoenlijke internetverbinding. Het webalbum Cruisin' Zuid-Amerika 2018, inclusief beelden van pinguïns, kun je hier (blijvend) zien.


woensdag 5 december 2018

Yoga en Herrie

We zijn inmiddels drie dagen aan boord van het schip De Zaandam, van de Holland-Americalijn. De Hollandse driekleur wappert fier in de wind, achterop het dek. Laat ik beginnen met een rectificatie: het is niet kapitein Ane Smit uit Terschelling die aan het roer staat maar zijn Britse collega. Smit stapte van boord, in spijkerbroek en met een grote rolkoffer toen wij na een uitje weer aan boord stapten. Hij zei dat hij klaar was voor dit jaar. Mijn liefje vroeg hem daarop: klaar voor de feestdagen op Terschelling?”. Hij lachte ons verrast toe en beaamde. Inmiddels ontmoette ik de twee tweede officiers aan het lunchbuffet; beiden van Nederlandse afkomst. Stoere jongens van Johan de Wit; blonde, frisse reuzen met baarden. Zij vertelden dat ze een contract voor drie maanden aan boord van schip X hebben, waarvan één maand met nachtdienst. Ook met hen zijn wij in goede handen.

De cruiseterminal van Buenos Aires staat in de containerhaven, in een minder leuk deel van de stad. Er wordt daar hard gewerkt aan de verbetering van de infrastructuur dus overal zag je bouwputten. We hadden zicht op hoge stapels containers. Op de eerste avond lagen wij er alleen. De volgende ochtend bleken we te worden vergezeld door een cruiseschip van MSC. Dan kun je pas goed zien hoe klein wij zijn… In mijn beleving is de Zaandam echter best een groot schip. Je kunt eindeloos van voor naar achteren lopen, zowel binnendoor als (deels) buitenom. We beginnen de dag goed met enkele rondjes rondom het schip, over het promenadedek. Dat is iets dat bij buurman MSC niet kan. Het aardige van dat schip is dan weer dat alle buitenhutten een balkon hebben.

We hebben geen hut met een balkon maar wel een met een groot raam met vrij uitzicht. We kregen advies van vriend Pete die deze reis eerer maakte, en in dezelfde hut verbleef. Er zijn namelijk ook hutten waar reddingsboten voor de ramen hangen maar dat was geen optie. Onze hut is prima: we hebben een bed van minstens 2.20 meter breed met een fantastisch matras en lekkere dekbedden, heel veel kastruimte, een bureau en een zitje. Onze kamer is in principe geschikt voor vier reizigers. Boven de bank hangt een tekening van vogels boven Texel. It feels like home. In de gangen op ons dek hangt  kunst van uitsluitend Hollandse taferelen. Op de matten in de lift staat elke dag de weekdag vermeld. Voor de dementerenden onder ons (en daar zouden er zo maar een paar kunnen zijn...).

Onze stewards heten Yoga en Herry. Yoga is van Java, Herry is van Bali. We spreken met de beide jongemannen in een mix van Indonesisch en Engels en dat vinden ze ge-wel-dig. Wij deelden inmiddels onze foto’s van Yuda, Damai en Nummer 3 met hen. 's Avonds aan het diner worden we verzorgd door Made, ook een Balinees. Het nieuws dat we Bahasia Indonesia spreken en enkele jaren in Bali woonden, ging als een lopend vuurtje over het schip. Leuk, hoor.

Qua passagiers lijkt er een goede mix van culturen aan boord te zijn: Aziaten, Europeanen en Amerikanen. De gemiddelde leeftijd ligt ruim boven 60 jaar, schat ik in. De eerste twee personeelsleden van het schip die wij spraken, waren overduidelijke homo’s. Ik zag oudere dames en jonge meiden die volgens mij setjes zijn. Er is een LGBTI-club aan boord maar daaraan heb ik geen behoefte. Een Frans stel zei in hun moerstaal tegen elkaar toen wij langsliepen dat we waarschijnlijk tweelingen zijn. Ik reageerde meteen! (Het is bepaald niet in mijn voordeel wanneer men mijn 9-jaar oudere liefje aanziet voor mijn tweelingzus.) We waren toch zeker wel familie van elkaar? Dat evenmin. Zoiets gebeurt er kennelijk als je 30 jaar intensief samenleeft. Tja.

We zaten een ochtend aan het ontbijt in de buurt van twee oudere Amerikanen waarvan de vrouw vertelde dat haar over-over-overgrootmoeder in de 16de eeuw van Steenbergen (Nederlander) naar Kentucky emigreerde. Zij woont inmiddels zelf in Seattle, de stad van Starbucks en Ben & Jerry. We zijn er niet op uit om nieuwe contacten op te doen of nieuwer vrienden te maken maar als er spontaan iets bijzonders of gezelligs gebeurt, staan we er open voor.

Bij Michelle uit de Filippijnen drinken we 's ochtends een voortreffelijke latte machiato van koffiebonen die speciaal voor de Holland-Americalijn worden geteelt en uitsluitend voor hen worden geoogst. Om het plastic in de oceanen te redden, worden er geen rietjes en plastic deksels meer verstrekt als je bij haar meeneemkoffie bestelt. Terwijl ik dat -met waardering- las, dacht ik aan de Co2-uitstoot van een gemiddeld cruiseschip: die komt overeen met de vervuiling door 1 miljoen auto’s… Tja.

We leenden reeds een reisboek, een vogelboek en een literaire thriller in de bieb, speelden ons eerste spelletje dam, dronken onze eerste cocktail in bar Het Kraaiennest, keken onze eerste film in de plaatselijke bioscoop (‘Assassination Tango’, met Robert Duvall dat zich in Argentinië afspeelt), reserveerden twee plekken voor de aanstaande wijnproeverij. Mijn liefje loopt zich warm voor het casino. De eerste bingo werd daar gespeeld en wij waren van de partij. Je kunt gokken met de sleutelkaart van je hut dus dat wordt haar zeer gemakkelijk gemaakt.  

Eenmaal per cruise wordt een van de restaurants voor fine dining omgebouwd tot een sterrenrestaurant van internationale klasse. Onder andere onze eigen Jonnie Boer maakt deel uit van een team van wereldwijd beroemde chefkoks dat over de culinaire beleving van HAL-passagiers adviseert en bijzondere diners samenstelt. 

Vandaag zijn we in Montevideo (Uruguay). Daar meerden we in de cruisehaven af, in het stadscentrum. Deze stad bezochten we al eens in 2015 maar nu staan er andere bezienswaardigheden op ons programma. Niet alleen mijn camera zit in mijn rugzak, ook mijn laptop. Aan boord van het schip is de kwaliteit en snelheid van internet dermate bedroevend dat ik erop uit moet om te bloggen. Het is het enige nadeel dat ik thans kan verzinnen.

De komende dagen zijn we op zee, op weg naar de zuidelijker gelegen Falkland Islands. De Argentijnen noemen dit ‘Islas Malvinas’. De beide landen hebben al een dispuut over het territorium sinds 1833, in 1982 brak daarover zelfs oorlog uit. Het is echter nog steeds Brits grondgebied. Voor enkele Britten aan boord is dat de hoofdreden van deze reis. Op weg naar die eilandengroep varen we over de vorig jaar gezonken Argentijnse onderzeeër, die onlangs werd teruggevonden op 800 meter diepte (voor de kust van Peninsula Valdez). Ironisch genoeg werd die vondst gedaan door Ocean Infinity dat eerder zocht naar het spoorloos verdwenen vliegtuig MH370 maar het niet vond. Naar verluidt, heeft het failliete Argentinië geen geld voor het bergen van de submarine.



zaterdag 1 december 2018

Arrive with style

We kwamen veilig aan op plaats van bestemming maar dat had wel wat voeten in de aarde. We verlieten Spanje vrijdagochtend en vlogen eerst van Alicante naar Londen Gatwick. Ik liep ontspannen door de veiligheidspoortjes van de Spaanse douane toen alle bellen rinkelden. Nee, ik droeg geen riem, geen hakjes, had niets in mijn zakken. Mijn heup bleek te zijn afgegaan! Toen we in december 2017 van Alicante naar Denpasar (Bali) vlogen, was er geen vuiltje aan de lucht. Deze keer onderging ik een vervolg-scan (gehele lichaam, in een separate cabine) bij de diensten van Alicante en Gatwick. Beide keren was het mijn heupprothese die piepte. Niet bepaald stijlvol. 

Er zijn rechtstreekse vluchten van Madrid naar Buenos Aires maar geen van de vertrektijden was deze keer naar onze zin. Te vroeg, te laat of te dicht op de vervolgvlucht. Mijn liefje en ik hebben sinds onze vroeg-pensionering één belangrijke stelregel en dat is dat wij ons geen nodeloze stress op de schouders halen. We gaan zeker niet stressen vanwege het eventueel missen van een aansluiting. We wilden dus ruim op tijd aankomen. Pas op maandag worden we aan boord van het cruiseschip verwacht. Bovendien vond mijn liefje-de-speurneus een vliegmaatschappij die dit jaar voor het eerst naar Buenos Aires vliegt met een aanbieding die wij nu niet konden weerstaan. We arriveerden vroeg in Londen Gatwick en wachtten daarna in de luxe lounge tot het moment van vertrek. Met leuke tijdschriften, met hapjes en drankjes naar onze goesting. Geen straf.

Op vrijdagavond mochten we vervroegd inchecken en instappen, zaten pontificaal samen op rij 1 in een gloednieuwe Boeing Dreamliner 787-9 waarmee we niet eerder vlogen. Dit transportbedrijf schilderde hun helden, mannen en vrouwen, op de staartpunt. Dit is een zeer ruim toestel dat fris oogt (mood lights) en ademt en nauwelijks geluidsoverlast bezorgt. Premium-passagiers eten en drinken zoveel en wat ze willen en er is een onbeschrijfelijk aardige crew aan boord. De captain meldde dat hij met vier andere piloten in de cabine zat, we zouden op tijd vertrekken en de vlucht zou rustig verlopen daar we naar het mooie weer vlogen.

Dat bleek ietsje anders uit te pakken… Vanaf het moment dat we -met 15 minuten vertraging- opstegen tot op de hoogte van de Kaapverdische Eilanden zaten we in turbulent weer. Niet zo maar een beetje maar dat je je begint af te vragen of je eierstokken de reis zullen overleven. Ik voelde mij eerder als een peperkorrel in een molen op een vlucht van Fiji naar Los Angeles maar ook deze naar Buenos Aires bleef langdurig onprettig. (Die zit nu in de Top4 van vervelendste vluchten ooit.) Ik vroeg mij in alle ernst af waarom de Nederlandse captain zijn passagiers foutief had geïnformeerd?! Was hij wellicht verrast door het slechte weer? Wordt er dan onderling niet gecommuniceerd over noodweer onderweg?

Er ging niets fout, we overleefden het langdurige getril en geschud (en ik raakte onderweg niets kwijt) maar de blouse die mijn liefje tijdens deze vlucht droeg, ligt inmiddels in de afvalbak. Zelfs een slabber zou de gemorste rode wijn niet hebben kunnen opvangen. De turbulentie kwam plotseling en in alle hevigheid op. De trolley dollies snelden terug naar de galley, er werden geen maaltijden meer uitgeserveerd. Daar wij op de eerste rij zaten, stond alles reeds op ons tafelblad.
Een van de slogans van de maatischappij is “Arrive with style”, het staat ook op de wikkel van een snack die men passagiers aanbiedt. Het gevoel voor ironie raakt een mens nooit kwijt, onder geen enkele omstandigheid. We lachten erom: de bovenkleding van mijn liefje zag eruit alsof ze als peuter voor het eerst pasta at met haar handjes.

Na Kaapverdië, nog niet op de helft van de reis, kalmeerde het enigszins. Niet lang daarna merkte ik iets op aan het vluchtpad. Het toestel week namelijk drastisch af van de geplande route terwijl daar geen direct aanleiding voor leek. Plotseling koersten we tientallen minuten lang pal naar het zuiden van de Atlantische Oceaan, in plaats van oostwaarts (voor de piloten).

Na het drama van vlucht MH370 kan ik als passagier in een vliegtuig nooit meer zonder spanning naar zo’n onbecommentarieerde ommezwaai kijken. Mijn besmeurde liefje lag tegen die tijd zachtjes naast mij te snurken terwijl ik met wijdopen ogen toekeek en mijn nervositeit voelde toenemen. Wat was er nu weer aan de gang?!

Er ontstond een flinke afwijking in het vluchtpad maar niemand in de cockpit nam de moeite uitleg te geven. Nu is dat te begrijpen halverwege een 13.5-urige avondvlucht omdat de meeste passagiers dan al onder zeil liggen. Voor een opmerkzame en niet tot slapen in staat zijnde reiziger als ik is dat niet per se prettig. Na ongeveer drie kwartier keerde het vliegtuig naar de oorspronkelijke koers terug. Waarschijnlijk gedaan om nóg meer turbulentie te voorkomen. Ik weet het niet maar haalde opgelucht adem. De vlucht werd pas echt rustig toen we in Noord-Brazilië boven land vlogen. Dit avontuur liep prima af en ook de koffers kwamen ongeschonden aan. Van de Argentijnse douane-beambte mochten we de ‘linea verde’ volgen. Onze bagage werd niet gecontroleerd, we liepen de ontvangsthal binnen waar we weldra een naambord van het hotel ontwaardden. Goed geregeld, ondanks aanvankelijk gedoe.

Twee dagen voor vertrek meldde het hotel ons namelijk dat de buurt was afgezet vanwege de G20-topontmoeting waar wereldleiders elkaar zouden treffen. Ik neem aan dat zo’n internationale samenkomst al maanden, wellicht zelfs jaren voor aanvang wordt georganiseerd. Al taxiënd over de landingsbaan en langs het vliegveld zagen we de regeringstoestellen van Rusland, Saudie-Arabië en andere landen geparkeerd staan, al schitterde Air Force One door afwezigheid. (Koningin Máxima en premier Rutte kwamen met de KLM naar Buenos Aires, kanselier Merkel kwam -met vertraging- eveneens met een lijnvlucht aan, nadat het Duitse regeringstoestel dienst weigerde.)

Door deze drukte en vanwege alle beveiligingsmaatregelen zouden wij niet voor de deur van ons hotel kunnen worden afgezet. Dat werd lopen met de roltassen achter ons aan, na een reis van circa 24 uur. Tja. Allereerst moesten kopieën van onze paspoorten worden verschaft. Men wil weten wat voor vlees men in de kuip heeft. Het zal maar zo zijn dat er een anti-Trumper met snode plannen arriveert. Die foto's uit ons smoelenboek stuurden we per omgaande toe maar verdere berichten bleven uit. Zouden we worden toegelaten? Konden we beter omboeken? Dit is zo’n leuk en comfortabel hotel! Het heeft ondere andere tapijten met tangostappen op de grond liggen en in de badkamers vind je afbeeldingen van alle tangogrootheden. En het is zeer centraal gelegen. Daarop hoorden we niets meer maar we vertrokken desalniettemin vol goede moed. We zouden wel zien wat ons overkwam. Dat viel alles mee, een dame wachtte ons met een bord op, een chauffeur zette ons voor de deur af.

We checkten in, stapten onder de douche, kleedden ons om en gingen de stad in, op zoek naar een goede kop koffie en een lekkere lunch terwijl helikopters dreigend boven het stadsdeel cirkelden. We liepen rond in een deel van de stad dat doorgaans zindert van de bedrijvigheid en overloopt van leven. Zo leerden we het in 2014 kennen als een van de leukste barrios van Buenos Aires. Nu leek het uitgestorven, grimmig door de hoeveelheid politie-agenten op bijna elke hoek van de straat, desolaat vanwege de vele fanatieke politieke leuzen op muren en gebouwen. Destijds begreep ik al dat deze stad een zeer politiek geladen plek is, nu bleek dat nóg meer te zijn. Ook zag ik leuzen tegen de huidige president van het land, Macri. Met een inflatie van 45% kan terecht niet worden beweerd dat het een land goedgaat. De overheid had de bewoners van Buenos Aires advies gegeven de stad te verlaten en veel middenstanders besloten daarop hun winkels en zaken te sluiten om vernielingen te voorkomen. Er zouden namelijk radicalen uit de hele wereld komen om tegen kapitalisme, globalisme, Trump, Xi en Poetin te demonstreren.

Ik fotografeerde alle leuzen en plaatjes die ik tijdens dat korte ommetje aantrof. Het zijn er heel wat. Morgen gaan we opnieuw de stad in. Een nieuwe ronde, nieuwe kansen. We geven niet gauw op. Naar verluidt, keert het normale leven dan terug. We gaan het zien. Ik zal weer een nieuw digitaal foto-album op mijn blog plaatsen. Watch that space. Wat ik wel vermoed, is dat de internetverbinding aan boord van het cruiseschip, en zeker op volle zee, te wensen over zal laten. Ik zal mijn uiterste best doen jullie te laten meereizen!