Translate

vrijdag 29 juni 2018

Adela-de-Akela

Mijn liefje werd al enkele weken bestookt met brieven van het Spaanse Bureau voor de Statistiek. Doorgaans gingen die rechtstreeks de papierbak in voor recycling. Waarom zouden zij interesse in haar persoontje hebben? Wij konden het niet bedenken. Totdat zich iemand persoonlijk meldde aan onze poort. O-o. We hadden net vriendin Joan op bezoek voor een kopje koffie toen onze huisbel luidde. Een grote vrouw met een stapel papieren onder de arm vroeg naar mijn liefje. Ze meldde dat ze van INE was, het Nationaal Bureau voor de Statistieken. Ik zei daarop dat ik mij bewust was dat mijn vriendin een brief van hen had ontvangen. ¡Muchas cartas!, corrigeerde ze mij. Dat leek mij een goed moment om de geadresseerde persoonlijk naar het terras te roepen.

Het bleek te gaan om ‘La Encuestra de Población Activa’, een breed onderzoek onder de actieve bevolking waaraan elke geselecteerde verplicht dient mee te werken volgens Spaanse wetgeving van 1990 en 1996. Sinds 1964 wordt dat onderzoek elk kwartaal uitgevoerd. Adressen worden willekeurig gekozen en iedereen op dat adres moet aan de enquête deelnemen. Dat wisten wij niet! Een dag niet geleerd, is een dag niet geleefd. Het betekende dat ook ik zou worden ondervraagd. We zijn één van de 70.000 families die dit overkomt. De eerste keer komt Adela-de-Akela zelf aan de deur, de vijf (!) keren erna kan worden volstaan met een telefonisch gesprek van circa één minuut. Zij bellen, wij antwoorden.

Nu ze er toch was, vroegen we of ze ook een kopje koffie wenste. Ze kon een cortado wel waarderen. Mijn liefje ging als eerste in de beklaagdenstoel om te worden ondervraagd. Ik denk dat Adela op ons werd afgestuurd omdat zij een beetje Engels spreekt, al was ze blij dat wij een beetje Spaans spraken. Mijn liefje stond erop dat ze Spaans spraken. Zij zit toch niet voor niets op Spaanse les! Akela is niet alleen groot, ze heeft ook een luide stem. Om mijn liefje tegemoet te komen, begon ze niet alleen langzamer te spreken, ze deed het ook met meer volume… Dat mocht echter niet baten.

Bij onze Spaanse en Deense buren waren op dat moment arbeiders uit Moldavië aan het klussen. Ze betegelen daar de wanden rondom het huis; er wordt gesneden, geschuurd en gebeiteld. Die buren vertrokken, wij bleven. Bij tijd en wijle was de geluidsoverlast zo erg dat wij het niet op eigen terras uithielden en deuren en ramen sloten. Tijdens hun siësta gooiden wij alles open. Toen Mevroi de Statistica haar vragen op mijn liefje afvuurde, waren de arbeiders net bezig de stalen poort uit de voorgevel te slopen. Een gesprek was niet mogelijk. We vroegen hen dan ook even te stoppen. Over het muurtje luisterden ze met interesse mee met de ondervraging. So much for privacy. De klus is inmiddels geklaard, we halen opgelucht adem. Bij ons betegelden ze alleen de buitengevel van de poort. Zo heeft dit deel van de straat dezelfde façade.

Adela begon fout: we waren Duits, nietwaar? We worden hier vaker op één hoop gegooid. Op de vraag naar de familiesamenstelling vertelde mijn liefje dat ze een novia” (vriendin) heeft terwijl ze in mijn richting wees. Waren we gehuwd? Nee, dat niet. Ze is geen “esposa” (echtgenote). Dat zal ik ook nooit worden maar dat hoeft de akela niet te weten. Ging het dan wel om een “novia con amor?” Ja, dat wel! Mijn liefje en ik moesten lachen om die uitdrukking; die onthouden we.

Mijn liefje had net haar geboortedatum opgegeven en verteld dat ze ‘jubilada’ was (gepensioneerd) maar toch kreeg ze de vraag of ze werkte. Adela werkte haar lijstje af. Die vraag was des te opmerkelijk als je beseft dat de pensioengerechtigde leeftijd voor Spanjaarden relatief vroeg wordt bereikt, in vergelijking met andere landen van de Europese Unie. Pas in 2027 zal men hier op 67-jarige leeftijd met pensioen gaan. (Tien jaar later dan voor ons, Hollanders!) Voor Spaanse vrouwen komt dat moment nóg later.

Zouden we volgende week aan de slag gaan als we een leuke baan zouden vinden? “Nee” was ook mijn resolute antwoord. Met grote ogen vroeg ze mij waarom niet? (Ik schrijf haar verbijstering toe aan mijn jeugdige voorkomen...) Quasi-niet begrijpend keek ik haar aan. Dan zou ik toch geen tijd meer hebben om te zwemmen, fietsen, koken en reizen?! Zij zuchtte diep en zei dat ze nog héél lang zou moeten doorwerken. Ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat zij dacht met miljonairs van doen te hebben.. Ik begon maar niet over het nut van sparen, iets waar Hollandse generatiegenoten goed in zijn.

De werkelijkheid is dat als ik zou moeten werken om in ons levensonderhoud te voorzien, ik direct op zoek zou gaan naar iets passend. Dat is onder de huidige omstandigheden echter niet aan de orde. Zelf denk ik niet dat ik nog aan de bak zal komen als professioneel consultant maar huizen verkopen in een bouwlustig Spanje zou een polyglot als mij toch moeten lukken?! Ex-minister president Rajoy ging immers ook weer aan de slag als onroerendgoedregistrateur in Santa Pola.

Had ik dan inkomen? Toen ik daarop ontkennend antwoordde, zei Adela dat mijn pensioengerechtigde liefje wel heel veel van mij moest houden. “¡Si! Hace 30 años…” Studeerde ik? Ja. Wat? Leg dan maar eens in je beste Spaans uit wat literatuurwetenschap inhoudt; er is immers geen Spaanse equivalent. Studeerden we nog steeds? Jawel, Duolingo Spaans, elke dag minstens een uur. Ze noteerde het braaf. We gingen vrienschappelijk uiteen, met dikke kussen op beide wangen. Dat is eveneens typisch Spaans.


maandag 25 juni 2018

Het zomert hier!

Afgelopen weekend waren we met vrienden in de stad Alicante om daar het begin van de zomer te vieren. Die brak hier eindelijk aan. De lente van 2018 was hier de regenachtigste sinds 1968. Alweer een record. 

Mijn liefje en ik zijn vaak bezig met de organisatie van een uitje. Deze keer was het mijn initiatief maar haar geregel. Al op vijfjarige leeftijd managede ze een fietsenstalling in het noorden des lands dus organiseren zit in haar bloed. De nacht voor vertrek droomde ze echter dat ze te laat op de bestemming aankwam, geen parkeerplaats vond en verdwaalde in de stad. Tja. Het zegt veel over haar. We nemen de taak van akela zeer serieus!

Frans, Roland en wij werden goede vrienden in Spanje. Toen zij neerstreken in het appartementencomplex aan de golfbaan, waren wij weg om een leven op te bouwen in Bali. We wisten van elkaar bestaan maar ontmoetten elkaar voorheen niet persoonlijk. Beiden dachten we nooit nieuwe vrienden te ontmoeten in ons tweede Vaderland. We waren er niet naar op zoek, het overkwam ons. De rest is geschiedenis. Als we tegelijkertijd in Spanje zijn, brengen we graag tijd met elkaar door.  

Mijn liefje en ik werpen ons dus graag op als roergangers van uitjes. Wij zitten immers wekelijks met onze neuzen in lokale kranten en horen van alles. Bovendien zijn we reislustig en de jongens omarmen dat. Desalniettemin is vriend Frans blij geen bedrijf in Spanje te hebben. Er wordt immers zóveel gevierd! Hij heeft een punt. Lentefeesten, de heilige week, het begin van de zomer, het einde van het zomerseizoen, de najaarsfeesten, katholieke feestdagen, dag van de Constitutie, Spanjedag, en nog zo wat nationale en regionale vieringen. Als vakantieganger hoef je daar echter geen last van te hebben. Wij genieten ervan!

Deze keer ging het om de festiviteiten van Sant Joan de Alacant. Het betreft de ‘Hogueras de San Juan’, de vreugdevuren van de midzomernacht van Johannes de Doper. Ze vinden overdag en ’s nachts plaats. Deze feesten hebben bekende Spaanse elementen als  metershoge poppen van piepschuim en ander materiaal, vreugdevuren en rotjes, folkloristische parades van mensen in traditionele klederdracht en luidruchtige fanfares. De bouwwerken worden aan het einde van de dag in de fik  gestoken. Dat doen ze hier vaker. 

Met dank aan Rolando (links) 
We kwamen vroeg in de stad aan waardoor we ruim konden parkeren en zeker wisten dat we konden uitrijden zodra we dat wilden. Daarna wandelden we op ons gemak langs de binnenhaven en langs reuzenpoppen naar een stemmig plein waaraan het toeristenbureau, een klooster een museum en twee nieuwe gevaartes stonden. Daar dronken we koffie. In een oogwenk was het terras vol. Op enig moment sprak een stotterende Spaanse mij aan. Het was haar vrijgezellendag en ze moest ons, ogenschijnlijke buitenlanders, van haar vriendinnen om een pond vragen. Wat trouwlustige mensen op zo’n dag moeten ontberen! Ik vertelde haar in mijn beste Spaans dat we niet Engels zijn (godzijdank) en dus ook geen pond voor haar hadden. We wonen in Spanje en zijn van de euro. Ze droop af. 

Alicante is een leuke stad die zich echter lastig laat ontdekken. Dat zeg ik omdat ik hier al 20 jaar kom en mij nog steeds laat verrassen door onbekende wijken in delen van de stad. We namen ons bij deze gelegenheid voor in september een uitstapje naar castillo de Santa Bárbara te maken, het hooggelegen kasteel van Alicante op de berg Benacantil. De wijk aan de voet van het kasteel heet El Barrio, een typisch Spaanse woonwijk met traditionele, knusse en kleurrijke huizen. Het uitzicht van hieruit moet fenomenaal zijn.

Zelf had ik het naar mijn zin langs de poppenroute. Die bij de haven vond ik het fraaist, met schelpen en walvissen. Frans merkte pesterig op “deze gaat zeker over het milieu..?” Deze reuzen van piepschuim ontsteken is niet mijn favoriete bezigheid en is nogal belastend  voor het milieu maar ik realiseer mij dat het een lange traditie is. De vreugdevuren van San Juan vinden dit jaar in Alicante voor de 90ste keer plaats. We liepen langs de route en bekeken de vele creaties. De meeste begeleidende teksten waren op rijm. Net als bij de Fallas van Valencia zijn de afbeeldingen soms scabreus maar je moet goed zijn ingevoerd om de boodschap te snappen. Zo zag ik ook een vrouwelijke bestuurder van de plaatselijke universiteit die, net als Pinocchio, met lange neus werd afgebeeld. Mijn goed ingevoerde liefje wist  mij te vertellen dat ze had gelogen over haar titel. Afgebeeld als leugenares, voor iedereen te kijk gezet: het zal je maar overkomen!

We meden de grootste mensenmassa en zegen uiteindelijk neer bij een klein restaurant in een hoger gelegen stadswijk. De lunch was weliswaar niet spectaculair maar we zaten goed op het schaduwrijke terras en genoten van koele wijn uit Alicante (Laudum). Af en toe knalde er vuurwerk in de omliggende stegen en werden we omringd door opzwepende fanfaremuziek.

Toen we op weg naar huis gingen en langs de binnenhaven van Alicante liepen, dacht ik aan Carolijn Brouwer. Vorig jaar waren mijn liefje, Frans en ik in Alicante aanwezig bij de start van de Volvo Ocean Race 2017-2018. Gisterenmiddag keken mijn liefje en ik op de bank via de app naar de überspannende finish van deze zeilrace. Het Nederlandse team Brunel had kans op de overwinning. Ze lagen op de zesde plek, zeilden naar de kop, zakten naar de tweede plek. Het was gekmakend spannend. Het mocht niet zo zijn voor Hollandse schipper Bouwe Bekking. Het Chinees-Franse team Dongfeng, koploper in het algemeen klassement die tot dusver geen etappezege boekte, eindigde op de eerste plaats in de etappe en won daarmee de zeilrace. Het team koos 24 uur voor de finish een risicovolle route langs de Deense en Nederlandse (noord)kust die hen geen windeieren legde. Slechts 60 minuten voor de finish kwamen de zeilboten die een westerlijker parcours op open water volgden, tot de conclusie dat zij fout hadden gegokt. Zij schoten tekort. De Scheveningse zeilster Brouwer was aan boord van Dongfeng, ze nam voor de derde keer deel aan deze race. Door deze overwinning werd zij de eerste Nederlandse vrouw die de Volvo Ocean Race wint. Joehoe!

vrijdag 22 juni 2018

Iets te vieren?

Afgelopen week kregen de jongens in Bali hun rapport en daarmee startte hun zomervakantie. Jongste Damai bracht een goed rapport mee naar huis, met betere cijfers dan tijdens de vorige rapportage. Hij gaat volgend schooljaar naar de tweede klas. Hij is erg gemotiveerd, vindt zijn lagere school fantastisch. Yuda’s rapport vertoonde minder hoge cijfers. Voor mathematica was hij tweetiende punt achteruit gegaan, ondanks de bijles. Moeder Elsa meldde ons teleurgesteld te zijn over zijn prestaties en dat maakte haar oudste zoon op zijn beurt verdrietig.

Begrijp mij niet verkeerd: hij gaat volgend jaar gewoon over, naar de vijfde klas. Zijn rapport is zeker niet slecht met één 9, twee 8’en, vijf 7’s, twee A’s en twee B’s. Maar hij worstelt met rekenen. Dat ondervonden we toen we in december 2017 in Bali waren. We brachten onder andere een dartboard met klittenbandballetjes mee. We zijn altijd op zoek naar educatieve spelen. Na elke worp moest de score worden opgeteld en dat verliep moeizaam, vooral uit het hoofd. We raadden zijn ouders dan ook aan hem voorlopig op bijles te laten.

Normaliter krijgen ze op dergelijke momenten van ons een vette ‘kupon fun’ die ze mogen gebruiken om lokaal vakantie te vieren maar moeders was van mening dat het deze keer wellicht beter zou zijn als we die gift oversloegen? Zodat ze ervan kunnen leren? Zo ontstond Het Dilemma. Wij zijn van mening dat belonen mag en dat kinderen inderdaad moeten leren dat inzet wordt beloond. Een knuffel kunnen we ze nu eenmaal niet geven. Niets geven, vonden wij als surrogaatoma’s een te strenge maatregel. Damai heeft immers een mooi rapport en dat van Yuda is evenmin slecht. Bovendien: zou Yuda wel beter kunnen? Hij lijkt ons niet lui. Wat geeft hem dat extra zetje om een hoger cijfer te halen? Wat we zeker weten, is dat hij een gevoelig ventje is. We stuurden hen daarom alsnog een feestcoupon toe, al valt die op advies lager uit.

Vriendin Bernadette is momenteel ook in deze contreien. Ze nam onlangs onbetaald verlof en ging heel lang vakantie houden. Haar reis begon met een dag vertraging en een zoekgeraakte reistas. Die dook twee dagen later op in een donker hok op het vliegveld van Medan. Eenmaal herenigd, kon de grote rondreis beginnen. Ze toog naar de Sumatraanse jungle waar ze oerang oetans met eigen ogen zag, onder andere moeders met baby’s. Ze had ons de fotocollage nog niet toegestuurd of ik las dat Puan -‘Dame’- de oudste Sumatraanse primaat, op 62-jarige leeftijd overleed in een dierentuin in de Australische plaats Perth. Maleisië schonk haar in 1968. (In de vrije natuur worden vrouwtjes nauwelijks ouder dan 50 jaar.)

Bernadette (midden) en Puan (rechtsonder)
Daarna maakte Bernadette een lange busreis naar het Tobameer, een groot kratermeer dat circa 300.000 jaar geleden ontstond na een vulkaanuitbarsting. Daar stapte ze op de ferry om naar het daarin gelegen schiereiland te varen. Met de Lonely Planet in de hand bezoekt ze alle topbestemmingen van het land. Dat kun je aan deze ervaren reiziger overlaten. Een dag later kwam diezelfde ferry echter negatief in het wereldnieuws. De te vol geladen boot naar het schiereiland (plaats voor 60 maar er 180 passagiers aan boord) kapzeisde. De Indonesische archipel, bestaande uit bijna 15.000 eilanden, is berucht om dit soort noodlottige ongevallen. Het redden van passagiers wordt bemoeilijkt door harde wind en metershoge golven. Er zijn nog maar een handjevol drenkelingen gevonden. Bernadette heeft tenminste twee engeltjes op haar schouder (en die blijven daar vooral zitten)!

Ondertussen vloog ze naar Banda Aceh, de noordelijkste provincie van Sumatra, om daar op een van de mooiste onderwaterplekkken van de provincie te gaan snorkelen. Daarvoor moest ze wel weer een ferry nemen. Kasian. Voordat ze aan boord stapte, appte ze dat het spannend was want al het transport van de vorige dag was gecancelled vanwege slecht weer. Welnu, ze overleefde ook die bootreis.

Op Pulau Weh is sharia-wetgeving van toepassing, streng islamitisch recht. (Die B. is mij er een!) Vrouwen mogen daar onder andere geen blote lichaamsdelen tonen. Ze ging snorkelen en haar boerkini bleef in de reistas. Ze zag fraaie tropische vissen maar het koraal viel tegen. “Dat kon niet tippen aan Bunaken.” We gingen in 2014 gedrieën naar Sulawesi waar we onze ogen uitkeken onder water. Haar volgende bestemming is Kalimantan (Indonesisch Borneo). Hopelijk komt ze daar letterlijk en figuurlijk in rustiger vaarwater. Wij kennen haar vliegschema, lezen haar wekelijkse reisverhalen, ontvangen whatsapps en foto’s; op die manier vergezellen we haar. Al reist ze in haar eentje, ze is niet alleen. En op elke reisdag branden we een kaarsje voor haar.

Gisteren startte de laatste etappe van de Volvo Ocean Race. De zeilboten varen nu van het Zweedse Gotenburg naar Scheveningen. Nog nooit was de finish zó spannend! Wij waren in oktober vorig jaar bij de start van de roemruchte zeilrace aanwezig en volgden die in de afgelopen maanden via de app. Er staan nu twee teams op een gedeelde eerste plaats: het Spaanse MAPFRE en het Nederlandse Team Brunel. Als Bouwe Bekking en zijn team winnen van de Spanjaarden, zou dit team de prestigieuze prijs voor de eerste keer in de wacht kunnen slepen. Dat zou een bekroning zijn van hun fantastische zeilen sinds ze de wedstrijd om Kaap Hoorn wonnen. (Op het moment van publiceren ligt MAPFRE behoorlijk voor...) Ik voorzie sowieso een fraai afsluitend Haags feestje.

En wij? Mijn liefje en ik zwommen deze week met haringen. Ja, je leest het goed. Niet met schildpadden maar met oer-Hollandse haringen. En dat was een feestje. Monika, vriendin uit Nederland, bracht ze ingesealed voor ons mee van de beste visboer van Den Haag (Simonis). We nuttigden ze aan de rand van het zwembad van Roland en Frans. Maatjes delen we graag met maatjes! Ze waren heerlijk vet en mooi dik. Dit weekend gaan we met hen naar Alicante voor de ‘Hogueras’, optochten met reuzen en grote koppen om de zomer in te luiden. Het is net als wat men hier doet als de lente zich aankondigt, in steden als Valencia (Las Fallas) en Murcia (La Sardina). Hier viert men dat grootschalig en uitbundig, alhoewel de langste dag alweer achter ons ligt.


maandag 18 juni 2018

To read without reflecting…

Er gebeurde in de afgelopen weken van alles aan het internationale boekenfront: zo overleden de Amerikaanse auteurs Tom Wolfe (88) en Philip Roth (85). Weliswaar op respectabele leeftijden maar hun verscheiden houdt een groot gemis in voor de literaire gemeenschap, al waren de beide schrijvers in de voorgaande jaren niet meer zo actief.

Het eerste boek van Wolfe heet ‘Bonfire of the Vanities’, een dikke pil die ik las in het jaar van publicatie: 1987. Ik was in de jaren ’80 in de ban van New York, onder andere vanwege mijn toenmalige liefje dat daar vandaan kwam. (We gingen destijds samen naar haar geboortegrond terug.) Deze roman gaat over mensen met torenhoge ambities, over hebzucht, racisme, sociale klasse en politiek in het New York van toen. Het zou vandaag de dag nog relevant zijn. Het maakte een onvergetelijke indruk op mij. Wolfe won nooit een grote literaire prijs maar de uitgever betaalde hem voor zijn laatste boek, getiteld ‘Back to Blood’ (2012), US$10,000 per bladzijde. Da’s ook een mooie prijs!

Dat kan niet worden gezegd van Philip Roth. Hij won de Pulitzer Prize in 1997, het daarop volgende jaar nam hij in het Witte Huis de National Medal of Arts in ontvangst en in 2002 werd zijn gehele oeuvre onderscheiden met de Gold Medal in Fiction van de Amerikaanse Academie van Kunsten en Letteren.
‘Portnoy’s Klacht’ was het eerste boek dat ik van hem las in de jaren ’80. Ik kocht het in een tweedehandsboekenzaak. Het gaat over een joodse man die bij een psychiater in analyse gaat. Daar neemt hij zijn leven met een dominante moeder, opgroeien in een New Yorks middenstandsgezin in de jaren ’40 en ’50 en dwangmatige seksualiteit onder de loupe. Als boekenwurm ben ik niet eenkennig: ik lees van en over mannen en vrouwen, hetero en homo, wit en zwart. Literatuur staat voor mij los van identiteitspolitiek. Goede boeken nemen je mee op reis, vervoeren je naar een andere wereld, een ander leven, introduceren je aan ander mensen.

Op Roth’s dag van overlijden (22 mei) vond de uitreiking plaats van de Man Booker International Prize. De jury zette een onbekende Poolse in het zonnetje: Olga Tokarczuk. Deze psychologe schreef haar eerste roman, getiteld ‘Flights’ (over reizen in tijd, in ruimte en de mensenlijke anatomie) in 2007 maar het werd pas in 2017 vertaald. Zij en haar vertaalster genieten inmiddels, naar verluidt, van de welverdiende prijs van £50.000.

Op 26 mei jongstleden werd The Golden 5 Shortlist van de Man Booker Prize gepubliceerd. Deze prestigieuze literaire prijs bestaat al 50 jaar en de organisatie besloot een eenmalige extra prijs voor het beste literaire werk ooit uit te reiken. Men liet alle winnende boeken nogmaals lezen door een jury van vijf personen. Ieder jurylid kreeg een decennium aan boeken op zijn of haar leesplank; daaruit werd de keuze voor de Gouden Vijf gemaakt. Een van de juryleden is Kamila Shamsie die op 6 juni jongstleden de Women Prize for Fiction won.

Ik vond de uitkomst om een aantal redenen niet verrassend al is kiezen uit 50 gelauwerde meesterwerken geen sinecure. Dit zijn de geselecteerde werken: ‘In a Free State’ - V.S. Naipaul (uit Trinidad), ‘Moon Tiger’ - Penelope Lively (Britse), ‘The English Patient’ - Michael Ondaatje (Canadees van Sri Lankaanse afkomst), ‘Wolf Hall’ - Hilary Mantel (Britse) en ‘Lincoln in the Bardo’ - George Saunders (Amerikaan). Zelf kende ik twee van deze werken nog niet: van Naipaul en Lively. Ik ging in de afgelopen weken dus aan de slag met beide romans en dat bleek tamelijk serieuze kost.

‘Moon Tiger is een langzame roman waarin een gecompliceerde vrouw, Claudia Hampton op haar doodsbed -de laatste fase van kanker- terugkijkt op haar leven als geschiedschrijver. (De titel verwijst naar een antimuggenwierookspiraal die langzaam opbrandt. Goede metafoor!) Het verhaal begint in Egypte, net voor de Tweede Wereldoorlog. Daar ontmoeten Claudia en soldaat Tom elkaar kortstondig. Veel van haar herinneringen draaien om het verlies van deze partner. Maar vergis je niet: het is bepaald geen huisvrouwenroman. De toon en taal blijven helder tot het einde. Alhoewel Claudia’s kaars dooft, is ze filled with elation, a surge of joy, of well-being, of wonder.”

‘In a Free State’ van V.S. Naipaul bestaat uit vijf verhalen rondom thema’s als emigratie, ex-pats, ontheemd zijn, de prijs van vrijheid en raciale spanningen. Onderwerpen die de wereld van nu ook in hun greep houden. De hoofdpersonen zijn zwart en wit. Een expressie kwam al vroeg bij lezing in mij op en bleef hangen: homo homini lupus, de mens is een wolf voor zijn medemens… Naipaul’s boodschap is dermate complex dat het in één enkel verhaal moeilijk tot zijn recht komt dus ik kon zijn opzet van een proloog, epiloog, twee novelles en een verbindende korte roman wel waarderen. (Daarop ontstond destijds kritiek; volgens sommigen was het niet één roman.) Naipaul’s stijl en toon zijn vrij somber.


Ik realiseer mij dat het lastig is om boeken die je lang geleden las, goed te herinneren. Ik wist niet meer precies wat ik in zijn algemeenheid van ieder werk vond. De Amerikaan Saunders won de prijs in 2017. Dat boek herinner ik mij dan ook het best. Ik vond het verrassend qua opzet en thematiek maar dat maakte het voor mij niet het beste boek van afgelopen jaar. Hilary Mantel is de enige vrouwelijke auteur die de Man Booker Prize-prijs tweemaal won met opeenvolgende historische romans dus dat zegt iets over haar schrijfkunst. Haar hoofdpersonage Oliver Cromwell (17e eeuw) trok mij niet over de streep. Van Michael Ondaatje’s boek herinner ik mij allereerst de verfilming, die ik prachtig vond en die een Oscar ontving. Je kunt deze roman qua opzet vergelijken met Lively’s boek: een zwaargewonde man (overlevende van een vliegtuigramp) kijkt in een Italiaans ziekenhuis aan het einde van de Tweede Wereldoorlog terug op zijn leven. Zijn intense relatie met een getrouwde vrouw bepaalt zijn overpeinzingen grotendeels. Ik herinner mij vooral de mysterieuze sfeer in het boek.

Volgende week sluit de termijn waarin het lezerspubliek kan stemmen. Mijn stem bracht ik afgelopen weekend uit op de nu 85-jarige Penelope Lively. Ik heb geen idee of zij deze prijs in de wacht gaat slepen maar in dit geval zijn er alleen maar winnaars, wat mij betreft. Op 8 juli weten we het.

Naast dit door muzelluf opgelegde verplichte lezen, las ik recent tevens het sluitstuk van de Frieda Klein-serie, getiteld ‘De dag van de doden’, van schrijversechtpaar Nicci French. Pas vanaf bladzijde 120 greep het verhaal mij bij de kladden maar toen kon ik het lezen niet meer stoppen. Het boek kent echter geen al te verrassend einde. Vriendschap doet leven. Letterlijk. Psychotherapeute Klein zien we helaas nooit meer terug.  

Een eclectisch gezelschap ligt thans op mij te wachten: Stephen King laatste spannende boek ‘The Outsider’, ‘De moord op Commendatore’ (deel 1 en 2) van de Japanner Haruki Murakami, ‘The Plot against America’ uit 2012 van de overleden Philip Roth (relevanter dan ooit), ‘Amerikanen lopen niet’ van de Nederlandse journalist Arjen van Veelen, ‘The Restless Wave’ de memoires van de -ernstig zieke- Amerikaanse Republikeinse senator en oorlogsveteraan John McCain en ‘Facts and Fears’ van de voormalige directeur van de Amerikaanse National Intelligence James Clapper. De toestand in de (steeds minder) Verenigde Staten van Trump blijft voor mij een hot topic. Mijn tijgers zijn van papier èn digitaal. Ik eet met smaak van twee walletjes!


vrijdag 15 juni 2018

Haar verhaal, mijn verhaal

Ik weet dat het soms lijkt alsof ik als blogger tegen jou, bloglezer, aanpraat maar eigenlijk ben ik gewoon een rare narcist die het woord tot zichzelf richt. Bloggen als zelfhulp bij het navigeren door het leven.

Ik blog omdat het de beste manier is om de wereld tot mij te nemen. Ik bekijk 'm van alle kanten en theoretiseer over wat wel en niet werkt voor mij. Ik rapporteer over kwesties en maak aantekeningen over de lessen die ik leer. Door te schrijven scherp ik mijn gedachten aan hetgeen leidt tot een herziening van bestaande verhalen.

Iedereen vertelt verhalen om de wereld aan zichzelf te verduidelijken. Die verhalen zijn niet waar of zijn onvolledig, bij tijd en wijle zelfs compleet gestoord, maar we kunnen niet beter. We schuifelen langs de muur, zoekend naar het lichtknopje. Een van de beste dingen die ik voor muzelluf kan doen, is gegevens verzamelen. Dat is een kwestie van zoeken, onderzoeken en analyseren. Hoe meer gegevens, hoe beter de info. Dat leidt tot zinvollere verhalen. 

Onzeker of in de war? Dan moet ik vragen stellen, zelfs als ik bang ben voor de antwoorden. Het verbeteren van mijn verhalen is belangrijker dan onprettige gevoelens mijden omdat een antwoord mij niet bevalt. Gevoelens zijn niet goed of slecht. Ze bestaan gewoon. Wij zijn het zelf die er betekenis aan geven. Je kunt ze zien als hormonen en chemicaliën die jou dingen influisteren die je wellicht wilt overwegen. Ik weet er alles van. Soms gaat dat gefluister over in geschreeuw maar luider is nooit beter.

Ik blog dus omdat ik niet weet hoe ik mijn verhaal anders moet vertellen. Wat gebeurt er om ons heen? Wat doe ik op deze draaiende rots in die immense leegte? Hoe ga ik om met dingen die zoveel groter en zoveel kleiner zijn dan mijn hersenen kunnen bevatten? Door te schrijven geef ik uitleg aan muzelluf. Dat schrijfproces is op zich het leukste dat er bestaat voor mij. Dat vervult mij.

Je hebt recht op arbeid maar je hebt geen recht op de vrucht van die arbeid.

Die zin spookt altijd door mijn hoofd. Dat schrijfplezier is helemaal van mij. Wat er daarna gebeurt met mijn verhalen, ligt buiten mijn macht. Ik heb geen recht op wat ze bij anderen teweegbrengen, waartoe ze leiden. Maar dit moment van schrijven, is van mij alleen. Als je vreugde vindt in je eigen schrijfproces is dat een groot goed. Het is een  bron van geluk.

Ik las ergens dat het verschil tussen een blogger (amateur-schrijver) en een professionele schrijver is dat de eerste voor zichzelf schrijft en de tweede voor anderen. Zoals ik heb uitgelegd, schrijf ik allereerst voor muzelluf. Een ‘echte’ schrijver worden, staat echter nog steeds op mijn bucket list. Ik heb het er nog niet van afgehaald. In de afgelopen tien jaren besteedde ik gemiddeld twee uur per dag aan schrijven. Ik zou met gemak dagelijks vier uur over mijn eigen onzin kunnen bloggen, denk ik.

Een van de pijlers van mijn geluk is het delen met anderen. Ik vind het geweldig als een verhaal iets bij jou, lezer, losmaakt. Mijn empathie schiet echter te kort; bovendien heb ik geen idee waar jij om geeft. Ik schroom advies te geven omdat ik niets van jou afweet. Mijn antwoord op elk van jouw vragen zal zijn dat hangt er vanaf”.

Ik waardeer je ten zeerste, beste lezer. Ik blijf me verbazen over je bestaan. De tijd en aandacht die jij aan mij schenkt, zijn voor mij een kostbaarste bezit. Dat je ervoor kiest om je een ​​paar minuten met mij te verbinden, is hartverwarmend. Is er iets waarover je wilt dat ik schrijf? Ik doe geen toezegging dat ik erover ga bloggen als ik geen interesse heb in het onderwerp heb maar ik sta open voor suggesties.

Ik hoorde muzelluf praten... maar ik schreef het niet. Plagiaat! 

Vriend Hugo attendeerde mij onlangs op deze blog post, getiteld ‘Why I write’, van een Amerikaanse jongedame die zichzelf Thrifty Gal noemt. Het deed hem aan mij denken. Dat begreep ik. Het is niet per se mijn taalgebruik maar het er is zeker sprake van overeenkomstig gedachtengoed. De blog van deze  Spaarzame Meid staat al circa een jaar in mijn rijtje van favoriete links; af en toe lees ik even bij. Er is veel dat mij in haar blogs aanspreekt. In het echt heet ze Anita Dhake. Ze is 34 jaar en studeerde rechten. Gedurende de vijf jaar die ze in de advocatuur doorbracht, werkte ze naar financiële onafhankelijkheid toe -met hulp van een beleggingsfonds gericht op jongeren (VTSAX). Ze ging inmiddels officieel met pensioen.

Net als mijn liefje en ik startte zij ‘Operatie Genoeg’, al deed zij het op veel jongere leeftijd. Ze blogt (eenmaal per week), schreef een zakelijk boek, blaakt van de reislust, noemt Nederland een van haar favoriete reisbestemmingen, leert Spaans met Duolingo, houdt van koken en is een boekenwurm. Zie je de overeenkomsten? Er zijn ook verschillen maar daarover gaat het nu niet. Haar verhaal zou zo het mijne kunnen zijn, inclusief gepieker over zin en onzin van schrijven. En dat mailde ik mijn collega.


dinsdag 12 juni 2018

Alle zegen komt van boven (deel 2)

Afgelopen weekend werden mijn liefje en ik lid van de plaatselijke filmclub. In onze eigen gemeente. Joehoe! Deze club wordt gerund door Engelse en Spaanse vrijwilligers en zet de deuren tweemaal per week wijd open. We wisten van het bestaan maar het kwam er tot dusver niet van. Het lidmaatschap bedraagt €5 per persoon en daarna word je geacht voor elke film te doneren; naar eigen inzicht. Het grote pand wordt gehuurd van de gemeente maar de club ontvangt subsidie. Er is één zeer grote bioscoopzaal waarin plaats is voor heel veel kijkers maar zo’n vaart liep het niet. Wij zegen neer en zagen er onze eerste film, getiteld ‘Dough’, een Brits-Hongaarse filmproductie uit 2016. Over een joodse traditionele bakker die worstelt om te blijven bestaan en hulp krijgt van een moslimjongen (vluchteling uit Darfur met verblijfsvergunning) die zijn eigen sores heeft. De film kent een happy end. Het is feel good met een boodschap.

Terwijl wij -met een glaasje wijn in de hand- keken naar een onderhoudende film, hoorden we drie- à viermaal stortbuien op het dak kletteren. Toen we later op een terras zaten, volgden nog enkele buien. De regendruppels waren zo groot als golfballen. Het weer van dit moment is anders dan in voorgaande jaren. Dergelijke regen leek mij zeer ongebruikelijk aan de vooravond van de zomer. In een lokale krant las ik echter over de ‘40ste mei’. De dag van 9 juni staat in Spanje bekend als de dag waarop de weergoden nog flink huis kunnen houden. Er is zelfs een gezegde voor dat slechte lenteweer: “hasta el 40 de mayo no te quites el sayo”, tot de 40ste dag in mei doe je je jas niet uit. Grappig. Van vorig jaar kon ik het mij niet herinneren, dit jaar deste beter. Een groot deel van de zondagochtend werd besteed aan het schoonspuiten en dweilen van ons terras. De mop leverde al na één keer vegen een bruine drap in de emmer op. Het werd een straftaak van jewelste die mijn liefje per se wilde uitvoeren -met een beetje hulp van mijn kant. (Zo eigenwijs als zij is, kom je ze niet vaak tegen…)

Zondag jongstleden vond de vliegshow plaats in buurgemeente La Ribera. Daar zetelt de 'Académia General del Aire', het opleidingsinstituut van de Spaanse luchtmacht,  waaraan de Spaanse koning zijn opleiding volgde (net als zijn vader). We aanschouwden het in 2010, gezeten op een nabijgelegen strand. Deze keer sloegen we het bewust over, al ontging het ons niet. Vanaf ons huidige terras hoorden en zagen we de mirages namelijk hun capriolen doen. Er viel van alles uit de lucht. 

Het betrof dit jaar Engelse, Duitse en Italiaanse squadrons plus de Adelaars van de Spaans vloot. Vooral het afscheid was indrukwekkend: de vertrekkers vlogen laag over zee terug naar hun bestemmingen. Onze Britse buuf Barbara ging dit jaar metvriendinnen, tafels, stoelen en volle picknick-manden naar het strand om ze van dichtbij te zien. Aan het einde van de middag keerde ze huiswaarts. Daarna hoorden we haar linea recta naar boven lopen (slaapkamer). Het werd kennelijk een heel gezellige dag.

In de week voorafgaand aan de show stapte ik op de fiets voor mijn dagelijkse ritje. Op die dag werd geoefend door een Italiaanse acrobatenpatrouille die tricolori-rookpluimen uitstootte. Wat ik vaker zag is dat een van hen doorgaans soleert. Hij vloog zo laag over dat ik zijn gezicht kon zien. Mijn liefje vertelde mij later dat die actie de koffiekopjes in onze kast deed rammelen. Honden sloegen aan en alarminstallaties gingen af. Eigenlijk vreemd dat dit soort vliegtuigen toestemming heeft om over een woonwijk te vliegen. Eenzelfde situatie zag ik later boven een van de omliggende salina’s waarna honderden flamingo’s opvlogen om een veiliger heenkomen te zoeken. Kasian. Bij het opvliegen was de onderkant van hun vleugels wel goed zichtbaar. Het was alsof er een zuurstokroze wolk opsteeg.

Door al dat gefiets leerde ik nieuwe aspecten van mijn woonwijk kennen. Je kunt niet alleen kilometers langs zee rijden, als je de andere kant op gaat kom je door een gebied waar van alles wordt verbouwd. Lang geleden stond mijn wieg in het Westland, destijds de groenten- en fruitschuur van Nederland. Ik voelde mij er eerlijk gezegd nooit thuis al woonden we prima en had ik vriendjes en vriendinnetjes bij de vleet. Dat lag helemaal aan mij! En aan het tuindersjargon, dat ik uitzonderlijk lelijk vond. Slechts eenmaal had ik een vakantiebaan in de kassen: om kistjes te papieren. Voordat -door anderen- geplukte tomaten, druiven of aardbeien in een houten kistje konden worden gelegd, moest het eerst van een papieren bodem met fraaie rand worden voorzien. Het bleef bij die ene keer (al verdiende het goed vanwege mijn snelheid). Wel denk ik dat ik door die achtergrond een grote liefde ontwikkelde voor het eten van verse groenten en fruit.

In de open velden om ons heen vindt veel akkerbouw plaats. Daar worden onder andere meloenen, courgettes (inclusief eetbare bloem), maïs, artisjokken (de blauwe bloem is de uitgroeier), boerenkool, venkel en zelfs graan geteelt. Prachtig om te zien. Sommige producten zag ik terug in de lokale Carrefour-supermarkt. Hoe leuk is dat?! Dan zijn de heftige buien van weleer tenminste ergens goed voor. Wat zich precies afspeelt in de belendende kassen ga ik een volgende keer onderzoeken.


zaterdag 9 juni 2018

40 jaar later

Ik ben blij dat de Partido Popular, de Volkspartij in Spanje, onlangs uit het zadel werd gewipt. De regelmatige lezer weet dat ik zeer intolerant ben jegens corruptie. Deze  politieke partij maakte er op een dermate grote schaal een potje van dat deze ‘boevenbende’ niet langer aan de macht kon blijven. Ze werden weggestuurd door een motie van wantrouwen. Enkele dagen later las ik dat voormalig minister-president Rajoy niet alleen aftrad maar zich volledig uit de politiek terugtrekt. Zelf zal ik er niet van wakker liggen.

Het is nu tijd voor de PSOE en de eerste stappen van de nieuwe regering zijn veelbelovend. Zo installeerde Pedro Sanchez elf vrouwen in zijn nieuwe kabinet, een historisch record. Daar kan premier Rutte nog heel wat van leren. 

De vice-president is een vrouw die tevens de nieuwe functie van Minister van Gelijkheid vervult (Carmen Calvo). Vrouwen bekleden voorts de functies van Minister van Economie (eurofiel Nadia Calviño), Minister van Justitie (Dolores Delgado), Minister van Defensie (Margarita Robles), Minister van Financiën (María Jesús Montero), Minister van Werkgelegenheid, Migratie en Sociale Zaken (Magdalena Valerio), nieuwe Minister van Ecologische Transitie (Teresa Ribera), Minister van Onderwijs en Bestuur (Isabel Celaá), Minister van Gezondheidzorg en Welzijn (Carmen Monton) en nieuwe Minister van Territoriale Politiek en Openbare Diensten (Meritxell Batet). Slimme vrouwen die hun sporen verdienden, met veel relevante ervaring. Gelijkheid, migratie en ecologie, enkele typisch linkse hobby’s, krijgen veel aandacht en dat lijkt mij een goede zaak. De belasting zal volgend jaar wel omhoog gaan maar dat moet dan maar…

Waar ik ook op hoop, is dat de nieuwe regering serieuze stappen voorwaarts gaat zetten als het gaat om de herdenking en verwerking van Spanje’s Franco-verleden. Iedereen weet dat Francisco Franco een dictator was die in 1939, na de Spaanse burgeroorlog, de macht greep. Hij overleed in 1975 op hoge leeftijd, als vrij man. In 1978 werd een nieuwe Spaanse grondwet ingesteld en werd het land officieel een democratische monarchie.

Tijdens Franco’s dictatuur werden politieke tegenstanders vermoord, vakbondsmensen en intellectuelen naar heropvoedingskampen gestuurd, baby’s bij ouders weggehaald en in francistische kinderloze families geplaatst. Er liggen meer dan 100.000 lichamen in ongemarkeerde massa- en oorlogsgraven door het hele land. Hoe is het mogelijk dat vandaag de dag Spanjaarden overlijden die nog steeds niet weten wat er destijds met hun geliefden gebeurde? Dat er duizenden kinderen zijn die niet weten wie hun echte ouders zijn? In een katholiek land als Spanje, mijn tweede Vaderland? Tja.

Wat wellicht minder bekend is, is dat de Partido Popular, partij van conservatieve christen-democraten, na de dood van Franco werd opgericht door diens Minister van Binnenlandse Zaken (Manuel Fraga). Deze -vaak regerende- partij sprak zich nooit openlijk uit over de gruweldaden die door Franco en zijn fascisten werden begaan;  laat staan dat de partij zich ervan distancieerde. De Franco-aanhang gaf zich over na diens overlijden en in ruil daarvoor kreeg men de toezegging dat niemand zou worden vervolgd of veroordeeld voor gepleegde misdaden. Er zou zelfs niet meer over de periode worden gerept.

In een amnestiewet van 1977 legde een PP-regering officieel vast dat niemand ter verantwoording kon worden geroepen voor diens daden. Franco’s geschiedenis verdween in de beginjaren van de prille democratie zelfs geheel onder het carpet. Daarmee begon het grote zwijgen in Spanje. Dit ongeschreven Pact van Vergeten duurde tot 2000, het jaar waarin het eerste graf met Franco-slachtoffers werd geopend.

De vorige socialistische regering introduceerde in 2007 de Ley de Memoria Histórica. (Minister-president Zapatero’s grootvader werd als een van de tienduizenden door Franco’s fascisten geëxecuteerd.) De doos van Pandora moest open. Hiermee werden de slachtoffers aan beide zijden van de Spaanse burgeroorlog voor de eerste keer in de 20ste eeuwse democratie erkend, werd recht gedaan aan de slachtoffers van het Franco-regime en recht verleend aan hun nabestaanden, en werd het fascistische regime formeel veroordeeld. De PP stemde destijds tegen de wet, samen met een Catalaanse linkse partij die de wet niet ver genoeg vond gaan.

In The Guardian las ik onlangs dat vandaag op een festival in Sheffield (Verenigd Koninkrijk) een Spaanse documentaire wordt vertoond, getiteld ‘El Silencio de los Otros/The Silence of Others’. Deze film verscheen eerder op het internationale filmfestival van Berlijn (februari 2018) waar het prijzen won. De bekende Spaanse broeders Almodóvar waren bij dit project betrokken. Het is een poging om de lange stilte te doorbreken. De opnames duurden zes jaar en leverden 450 uren film op van rechtzaken die nabestaanden van slachtoffers van het fascistische regime van Franco aanspanden in Spanje en Argentinië. Die rechtzaken worden 40 jaar later gevoerd door kleinkinderen die met de wet van 2007 in de hand opening van graven afdwingen via de rechter. Rechtzaken duren voort, nieuwe zaken dienen zich aan. Vergeten worden de slachtoffers nooit.

Ik heb geen idee of de documentaire in roulatie gaat in Spaanse bioscopen maar ik houd mijn ogen en oren wijd open. Wel bekeek ik de trailer alvast online. Daarin zie je een oude vrouw langs de kant van een snelweg zitten; een bosje bloemen is aan de vangrail bevestigd. Onder het asfalt van die snelweg ligt een geliefde, in een anoniem massagraf. Ontroerend.


dinsdag 5 juni 2018

Saving Europe

Illustratie: Nathalie Lees
Het zijn woelige tijden op dit continent. De Europese Unie zoals we die hedentendage kennen, kwam niet uitsluitend tot stand uit economische overwegingen of berekeningen. De bakermat van democratie ligt op dit continent, net zoals het begin van de Verlichting. 

De Unie vertegenwoordigt Europese waarden, die diep zijn geworteld in democratie. Wie wil nu niet wonen op een continent zonder oorlogen? Europa was nog nooit zo vreedzaam als na de totstandkoming van de Unie. Mensen op een groot deel van het Europese continent zijn vrij om grenzenloos handel te drijven, zijn vrij om elders te werken en te leven. En toch...

Er zijn teveel regels uit “Brussel” (soms tot in het absurde). De afdrachten die deelnemende landen doen, zijn exorbitant hoog. Je houden aan financiële afspraken in zo'n verband vind ik als Hollandse niet meer dan normaal. Andere landen gaan er luchtiger mee om. Of die regels te streng zijn, kan ik niet beoordelen; maar meer-meer-meer hoeft van mij niet. Wat ik belangrijk vind, is dat de Europese Commissie en het Europese Parlement democratischer en transparanter worden; benoemingen behoren geen onderonsjes te zijn. Voorts moet corruptie en geldverspilling in eigen gelederen drastisch worden aangepakt. Goed voorbeeld doet goed volgen.

Dat alles baart mij zorgen. Ik begrijp dat Europa als machtsblok wil groeien maar als je landen met zeer andere normen, waarden en staten-van-dienst toelaat dan lijken verbondenheid en gemeenschapszin snel te verdwijnen. In Neuro- en Zeuro-zones geloof ik niet, evenmin als in een tweesporenbeleid. Een tweesporenbeleid voor langzame en snelle groeiers levert nóg meer regels op en dat niet tot meer verbinding op het continent leiden. Kortom: lastig! De recente ontwikkelingen geven aan dat het lastig genoeg is om de kikkers die thans in de vijver zitten, erin te houden.

Italianen gingen naar de stembus met een radicaal-populistische regering tot gevolg. De nieuwe mannen aan de macht zijn bij uitstek eurosceptisch. Ze zijn van plan zich eenzijdig aan Europese afspraken te ontrekken.

Spaanse oppositiepartijen stuurden vorige week minister-president Rajoy naar huis door een motie van wantrouwen vanwege een aanhoudende stroom corruptie-veroordelingen in de Partido Popular. De leider van de PSOE (socialististen), Pedro Sanchéz, zal het beleid van de zittende regering voorlopig voortzetten tot aan de volgende verkiezingsronde in 2019. Het boek over de Catalaanse onafhankelijkheid ligt weer open en bloot op tafel.

Hongarije herkoos Viktor Orbán als minister-president. Deze man haalde het vorig jaar in zijn hoofd te gaan sleutelen aan de onafhankelijkheid van de juridische macht, de vrijheid van meningsuiting en mensenrechten van Roma en Joodse minderheden in het land. Daarmee daagt hij de EU op fundamentele principes uit.

De Poolse minister-president Andrzej Duda vergeleek het lidmaatschap van de EU onlangs met de bezettingen die Polen in de geschiedenis van het land meemaakten (door de Russen, Oostenrijkers en de Pruisen).

Het Frankrijk van Macron wil in menig opzicht juist meer Europa, het Duitsland van Merkel wil financieel strenger Europees beleid. Mijn Vaderland wil niet meer gaan betalen. Hoe moet het verder met zo’n Unie van Ongelijkgestemden? Het gaat niet de goede kant op, wat mij betreft. Mijn liefje zei het goed: “het is een stapje naar voren, een pasje naar links of rechts en weer een stapje naar achteren”. Zo sukkelen we naar de Europese Parlementsverkiezingen van mei 2019. Ik verwacht dan dat de unie door populisme en apathie een verdere zwaai in de foute richting zal maken.

En dan zijn er nog de haperende Brexit-onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. In The Guardian las ik gisteren een heel goed ingezonden stuk van de twee auteurs van het recent verschenen boek ‘Saving Brittain’. Bij de koptekst van het artikel veerde ik al op: The Brexiters are right about many problems but wrong on the solution. Poverty, inequality, low wages and job insecurity – all can be addressed without leaving the EU.

Hutton en Adonis zijn van mening dat de problemen die het land thans ervaart niet worden opgelost door uit de Europese Unie te stappen. Die ontstonden in het eigen land en dienen daar dan ook te worden opgelost. De stemming vóór Brexit werd ingegeven door armoede, ongelijkheid en moedeloosheid. Zeven van de tien armste gebieden in Noord-Europa liggen in Engeland. Bewoners van die gebieden waren in meerderheid voor het verlaten van de EU. 30 zogenaamde social mobility coldspots’ in het land stemden vóór. Het betreft gebieden met: 
  • vastgeroeste huizenprijzen
  • teruglopende levensverwachtingen
  • weinig tot geen kansen in het leven
  • op grote schaal voorgeschreven anti-depressiva
Buiten Londen en het zuid-oosten van Engeland draait de economie matig tot niet. Veel burgers in grote delen van het land zijn buitengesloten van het zogenaamde ‘sociale contract’ (betaalbare scholing, belastingverlaging, sociale hervormingen, investeringen met gemeenschapsgeld). Werkeloosheid is weliswaar op zijn laagst in 40 jaar maar slecht betaald werk bereikte recordhoogte. Salarissen liggen gemiddeld 7% lager dan ten tijde van de financiële crisis. Onder deze omstandigheden is het dan ook niet verwonderlijk dat immigratie als dreiging werd gezien.

Sinds het Brexit-besluit daalde de waarde van de Britse pond en zijn economische groei en belastingverlaging niet meer te voorzien. De voorspelde £350 miljoen per week extra voor de NHS (Engelse Gezondheidszorg) bleek een farce. Er ligt een Exit-rekening op tafel van £39 miljard, die naar verwachting zal stijgen. May's Brexit Baby belooft niet veel goeds...

Zelfs na een minder harde Brexit zal het Verenigd Koninkrijk £20 miljard per jaar aan de EU moeten blijven afdragen vanwege douane-verplichtingen. Binnenlandse investeringen verminderden in de afgelopen twaalf maanden met £130 miljard. De auto-industrie vreest een “Carmageddon”, de nationale luchtvaartindustrie (Galileo-project) komt op losse schroeven te staan, een vertrek van bedrijven naar het Europese vasteland begon reeds, er is geen Open Skies deal met de Verenigde Staten, het sluiten van snelle en eenvoudige handelsverdragen met individuele landen is thans onmogelijk en straks pijnlijk traag en moeizaam, Britse universiteiten vrezen het verlies van Europese subsidies voor onderzoek.

De Britse auteurs pleiten ervoor dat Groot-Brittanië zichzelf redt door de eigen economie en maatschappij te transformeren terwijl ze in een Unie te blijven die de lidstaten meer en betere bescherming moet bieden. Kapitalisme zoals we het nu kennen, moet worden losgelaten. Producten, diensten en technologieën moeten worden herschapen om de eigen burgers (beter) te dienen. Bonden, openbare nuts-bedrijven en wooncorporaties moeten worden omgevormd en volledig in dienst staan van de maatschappij.

In een Great Charter for Modern Britain zou moeten worden vastgelegd dat de politieke macht van Westminster worden overgedragen aan steden, gemeenten en graafschappen van Groot-Brittanië. Er moet een nieuwe Senaat met afgevaardigden komen die het huidige House of Lords vervangt. Dit zou het fundament moeten worden voor een herschreven Grondwet. Dergelijke radicale veranderingen mogen niet worden verwacht van de -thans regerende- oerconservatieve Tories, het is tijd dat Labour herrijst.

Ik denk dat het een zeer lezenswaardig boek zal zijn. Het gedachtengoed is ook relevant voor andere  landen. Onvrede over de ontstane toestand op dit continent blijkt immers in alle landen van Europa aan de orde te zijn.


vrijdag 1 juni 2018

Joined at the hip

Er leefden eens twee meiden, Eliza & Mary Chulkhurst, in het graafschap van Kent. Zij werden volgens de overlevering geboren met de heupen aan elkaar vergroeid. Dit gebeurde in het jaar 1100. Deze Biddenden Maids leefden 34 jaar lang in een innige verbintenis. Het liep niet goed af met de meisjes maar daar gaat het nu niet om. Je vraagt je als lezer waarschijnlijk af waar dan wel om?

Welnu, het was in de maand mei een jaar geleden dat dokter César bij mij -en mij alleen- een heupprothese plaatste. Dat was na jaren van getob, pijn, verminderde mobiliteit en uiteindelijk mank lopen. De regelmatige lezer weet dat ik erg tegen de operatie opzag. Het duurde dan ook voordat ik klaar was voor de ingreep. De chirurg wilde mij een jaar later terugzien op consult dus ik maakte onlangs een afspraak in het ziekenhuis waar ik  werd geopereerd.

Bewegen met de nieuwe heup gaat uitstekend al zijn er dagen waarop ik niet goed loop. Hoe dat zit, weet ik niet precies. Dat valt moeilijk uit te leggen. Er zijn nog steeds momenten waarop lopen niet aanvoelt als een 100% natuurlijke activiteit. Het ligt niet aan de heup, die zit letterlijk gebeiteld. Ik moet nadenken over hoe ik mij voortbeweeg. Als ik er niet met mijn gedachten bij ben, sluipt de oude manier van lopen er weer in. Dat is niet goed, want zo ontstond de slijtage aan de heup. Mijn liefje houdt mij bij de les, al vind ik het soms niet leuk dat zij opmerkingen maakt over mijn loopje. Ik zal nooit de grootste fan van wandelen worden. Het zij zo.

Inmiddels fiets ik dagelijks en dat gaat mij wel goed af. Het is hier plat en onze woonwijk heeft veel goede fietspaden. Bovendien zijn er routes langs de zee. De wind is af en toe een tegenstander van formaat. Wonen aan zee betekent nu eenmaal dat je meer wind ervaart. Op de avond van de eerste straffe fietstocht-met-tegenwind, voelde ik pijn in mijn heup. Nou ja! Een beetje wind mag een meid van Buys Ballot toch niet deren?! Vroeger fietste ik dagelijks tientallen kilometers, van en naar school. Ik had destijds overigens het idee dat ik altijd tegenwind had maar daarin was ik niet de enige.

Voordat ik de draad van fietsen oppakte, bracht ik mijn 13-jaar oude Koga-Miyata voor een grote beurt naar een nieuw ontdekte fietsenmaker. Het kostte een habbekrats, daarna liep alles gesmeerd. Ik ben dol op mijn stalen ros, ontwikkeld in het Vaderland en met de hand gebouwd. Het lichtgewicht aluminium frame heeft een halfhoge instap waaraan mijn nieuwe heup even moest wennen. Inmiddels zwaai ik mijn been net zo gemakkelijk over mijn zadel als over de relatief hoge stang. Souplesse oblige.

De chirurg was tijdens het eerste consult verhinderd maar de invaller, ene Tadeusz, nam de honneurs waar. Hij gaf opdracht tot enkele röntgenfoto’s van de heup die ik gewillig onderging (ondanks de dosis straling die je erbij ondergaat). De bespreking van de resultaten wilde ik echter graag met de chirurg zelf doen. Er werd dus een tweede afspraak gemaakt. Dokter César was dik tevreden met de beelden en mijn relaas. And so am I. Hij wil mij nooit meer zien en ook dat is wederzijds.

Mijn liefje is nu degene met pijn aan haar heup. Joined at the hip maar niet van harte. Ze was als Fitbitch dagelijks lekker aan de wandel, tot ze pijn kreeg. Niet voor de eerste keer maar wel veel heviger dan voorheen. Onze huisapotheek bevat natuurlijke en minder natuurlijke smeersels, van Indonesische wondergel tot recht-toe-recht-aan pijnstillers. Niets hielp voor langere tijd. Het werd dusdanig vervelend dat lekker slapen niet meer lukte. De heuppijn straalde uit naar de lies en ze ging mank lopen. Hoog tijd voor een gespecialiseerde arts. Telkens als mijn liefje en ik het ziekenhuis binnenwandelen, is er wel iemand van het verplegend personeel of uit het artsenbestand die ons hartelijk groet. Nog even en er is geen medische expert meer aan te wijzen met wie we geen persoonlijke ervaring hebben. Tja. Gezond oud worden, is geen sinecure…

Haar last betreft niet het heupgewricht zelf (zoals bij mij). In haar geval is het weefsel rondom de uitstekende knobbel aan de zijkant van het dijbeen pijnlijk. Over het heupgewricht lopen spieren en pezen die vlak langs en over elkaar heen bewegen. Om wrijving te voorkomen, zitten er stootkussentjes tussen; dat zijn de slijmbeurzen. Bij haar raakte een van die slijmbeurzen hevig ontstoken. De onderzoekende arts drukte op de knobbel en zij zat tegen het plafond.

Hij stelde het ‘Trochanter Major pijnsyndroom’ officieel als diagnose. Ze kreeg een injectie in de heup die de pijn moet verminderen en de ontsteking moet remmen of opruimen. Een paardenmiddel maar ze had weinig keus. Tot twee weken na de injectie kan de heup vreemd aanvoelen. Sindsdien moet ze vooral rust te houden. In plaats van 10.000 stappen per dag te zetten, zoals ze de afgelopen twee jaar met veel plezier en overtuiging deed, mag ze nu maximaal tien minuten per keer lopen om vervolgens twee uur te rusten. Dat is extra straf voor een actieve meid als zij. Kasian.