Translate

zaterdag 7 juni 2025

Sierramania

We reisden weer eens af naar Andalusië. Binnen twee uurtjes tijd zitten we in deze zuidelijkste autonome regio van Spanje. Het is een van onze favoriete regio’s maar zo hebben wij er meer. Dit is zo’n groot en afwisselend land!

Laatst stond er een artikel in SpanjeVandaag over het lege Spanje, España vacía. Het binnenland is bijna ontvolkt, de meeste mensen wonen langs de kust of in de buurt ervan. De steden Madrid en Zaragoza vormen daarop de uitzonderingen. 

Mijn liefje, ook nieuwsjunkie qua Spaanse media, vertelde mij dat er recent een temperamentvolle discussie losbarstte in Andalusië, in de provincie Jaén (waarnaar wij onderweg waren), over zonnepanelen versus olijfbomen. We weten dat een olijfboom talloze liters water per week nodig heeft om olijven voort te brengen. Die kleine op ons terras drinkt minimaal één liter water per dag. Water dat in die regio steeds schaarser wordt vanwege extreme droogte en dreiging van verwoestijning in het gebied. Spanje wil dé Europese leverancier van schone energie worden. Men is goed op weg maar dat betekent dat er miljoenen olijfbomen moeten worden opgeofferd aan dat doel. En dat doet zeer. Bij velen maar ook wel bij mij, liefhebber van dit landschap. Ik weet niet hoe dit afloopt... 

Deze keer was ons bezoek aan Andalucía gericht op de bezichtiging van reuzensequoia’s (Sequoiadendron giganteum) in het gebied. Voordat we afreisden, stuurde ik mails naar de beheerders van La Losa, een landgoed in de omgeving van Granada waar enkele oude mammoetbomen staan. Het duurde even voordat mijn mailpartner wakker werd maar ik kreeg uiteindelijk -zij het laat- wel antwoord.

Zodoende weet ik nu dat een bezoek vooraf moet worden aangemeld, plekken in de rondleiding moeten worden gereserveerd en ze alleen worden gegeven op zondag 12:00 uur. Dat zou ons niet gaan lukken. Wij zouden daar pas op maandagochtend aankomen. Dat mailde ik terug. Ik vroeg of ze voor ons, twee Hollandse vrouwen met grote liefde voor de natuur, een uitzondering wilden maken. Daartoe bleken ze bereid (een afspraak in de late namiddag) maar wij zouden dan uren wachtend moeten doorbrengen. Dat paste niet in ons reisschema. Bovendien wilden we niet in het donker de Sierra inrijden. 

We besloten later in het jaar terug te keren voor dit sequoyabos met hoge bomen van meer dan 200 jaar oud. Deze bomen staan in de volksmond bekend als Mariantonias”. Het blijkt dat de vrouw van de markies van Corvera, eigenaar van het landgoed, María Antónia Sagade heette. Ik bedankte hartelijk voor hun medewerking en schreef dat we in de toekomst een nieuwe poging gaan doen. 

Op maandag reden we dus door naar de plek waar ons hotel stond voor de komende nachten, middenin de Sierra van Cazorla. Dat hotel kwam tijdens een vorig bezoek op ons netvlies. We passeerden het destijds toen we op weg waren naar het ‘centro de interpretacíon’. Toen logeerden we elders. Dit natuurpark is het grootste beschermde natuurgebied van Spanje en het een na grootste van Europa. (Tenminste tweemaal zo groot als nationaal park De Hoge Veluwe.) Dit gebied werd al in 1983 uitgeroepen tot UNESCO biosfeerreservaat en dat is niet voor niets. Het is er prachtig en bijzonder. 

Het hotel was nieuw voor ons en stelde niet teleur: alle wanden in de openbare ruimte waren behangen met geprepareerde koppen van geschoten wild uit het omringende bos. Er hangen koppen van een moeflon, alpensteenbok, ree, damhert en edelhert. Sommige herten zijn in hun geheel opgezet en begeleiden de gasten bij de maaltijden. De pronkstukken waren stuk voor stuk mooi geprepareerd. Het beroep van taxidermist heeft mij altijd geïntrigeerd. 

Coto del Valle heeft een tuin met diverse soorten bomen en struiken, een aantal terrassen rondom en een groot buitenzwembad. Het personeel is uiterst aimabel. De porties in het restaurant zijn groot. Ze lijken afgestemd op wandelaars die de Sierra in één dag doen. Wolven op twee pootjes... Dat wetende, deelden we gerechten, met volle instemming van de keuken. 

De hotelkamer was eenvoudig maar comfortabel, met goede bedden en een heerlijke douche. We hadden een langgerekt balkon met zitje en zicht op een groene wand. In een van de houten buitenpilaren bleek een familie vleermuizen te huizen. Daar luisterden we 's avonds naar het zangconcert. 's Nachts hoorden we de herten brullen en de roofvogels krijsen. 's Morgens wekte een groot symfonie-orkest van zangvogels ons. Dat was fijn wakkerworden! 

De ‘Jardín Botanico’ in de Sierra is de moeite van een bezoek zeker waard. Er staan daar niet alleen de meest representatieve soorten van de regio maar ook van alles van over de hele wereld. Je vindt er 1.300 gecatalogiseerde bloemen- en plantensoorten. Vanzelfsprekend is niet alles op hetzelfde moment in bloei. Toch brachten mijn liefje en ik er ruim anderhalf uur met plezier en interesse door. 

Maar ja, we kwamen voor de sequoia’s! Er staan er daar vier. Twee wat kleinere exemplaren (Sequoia sempervirens ofwel Redwood) in de botanische tuin en twee reuzen (Sequoiadendron giganteum) in het tegenovergelegen park. De mammoetboom is qua volume de grootste ter wereld met de grootste diameter qua stam en de verwante soort heeft een slanke stam maar is de hoogste boom ter wereld. De kleur en constructie van hun stammen verschilt eveneens. Nu hielp vriend Roland ons eraan herinneren dat het niet de eerste sequoia kon zijn die we zagen in ons leven. In 2023 bezochten we met hem en Frans ‘Pinetum Blijdenstein’ (een arboretum in Hilversum bij hen om de hoek) en daar staat inderdaad een mammoetboom van aanzienlijke omvang. ¡Gracias, Rolando!

We maakten een praatje met de baliemedewerkster van centrum ‘Torre del Vinagre’ (maandag gesloten). Zij maakte ons attent op een nieuwe attractie in dit gebied, te weten het ‘Centro de Fauna Silvestre Callado del Almendral’. Daar kun je een treinreis maken door een groot bosrijk gebied (circa 100ha) waar veel wildsoorten voorkomen. Wij stapten in de auto en kwamen net op tijd aan om met het treintje van 12:00 uur mee te gaan. (Kaartjes voor de hele route kosten 15 per persoon; kinderen en gepensioneerden ontvangen korting.) In dat treintje zaten we ruim bemeten, op een eigen rij stoelen. Onze groep bestond uitsluitend uit Spanjaarden, van alle leeftijden. Iedere trein had een eigen bestuurder en gids. 

Deze rondrit kent vier etappes, met reeën (corzos), damherten (gamos) en edelherten (ciervos), steenbokken, berggeiten, wilde zwijnen (jabalís), moeflons en wolven (lobos). In dit bos herintroduceerde men de ‘corzo morisco’, het kleine bruine hoefdier zonder witte stippen op de fotocollage. Dit is het kleinste hert van Eurazië. Een baby-ree wordt ‘corcino’ genoemd. 

Het jonge edelhert in de fotocollage draagt een beginnend gewei. De bekleding van dat gewei ziet er als velours uit; dat wilde ik wel aanraken (maar dat deed ik niet). Een ervaren gids lichtte van alles toe over de fysieke kenmerken van deze dieren, hun voortplanting, soorten gewei, kuddegedrag, enzovoort. Boeiend. Hij vertelde dat de groei van het gewei pijn doet, zoals bij de mens het doorkomen van een tand. De eerlijkheid gebiedt mij te melden dat de hoefdieren op bepaalde delen van het traject worden bijgevoerd. Ten behoeve van betere foto’s voor de passagiers!

Een deel van het traject moet te voet worden afgelegd, over circa 3km lengte; een stuk ervan is gemiddeld tot moeilijk begaanbaar vanwege ondergrond en stijgingspercentage (helemaal als het net heeft geregend). Daar vind je wel alle officiële uitkijkpunten en de plek van de roofvogels. We sloegen de post over waar enkele wolven in een klein afgeschermd territorium worden gehouden die je vanaf een platform kunt bewonderen. De laatste wolf werd daar in 1923 geschoten. Drie nieuwe wolven werden hergeïntroduceerd. Dat was aan ons niet besteed, die zien we liever in het wild op de Veluwe! 

Wel stonden we te popelen om de roofvogels van dichtbij te zien: vogelaars als we zijn. De kerkuil en grote uil (bubo bubo), een steenarend en een andere variant arend, een buizerd en een verdwaalde ooievaar. Ook deze dieren worden bijgevoederd door medewerkers van het centrum. Dit park heeft een verbintenis met de universiteit van Jaén dus er zijn mooie stageplaatsen en banen te verkrijgen. Een van de roofvogels, een havikensoort, wilde die dag niet meewerken; die bleef continu vliegen en meldde zich nooit in de buurt van waar wij zaten. Ik vond het prima, mijn telelens ook. Een extra vermelding is hier gepast voor de foto met de rode lijnen. Deze kerkuil in vlucht werd door mijn liefje vastgelegd. Met haar telefoon. 

Deze excursie is een aanrader voor natuurliefhebbers; dat zal duidelijk zijn! Na dit bezoek van tweeenhalf uur gingen we op zoek naar een restaurant voor de lunch. Spaanse tijden. Mijn liefje bestelde daar koteletjes van het edelhert, bereid met rozemarijn en op open vuur. Tja.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten