Elk jaar wordt er gepeild hoe belangrijk Nederlanders het herdenken van de doden vinden. In het Nationaal Vrijheidsonderzoek dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei jaarlijks laat uitvoeren, blijkt nu dat minder Nederlanders dat heel belangrijk vinden. In 2020 was dat nog 51%, dit jaar ligt het percentage op 38%. In 2020 vond 37% van de Nederlanders dit belangrijk tegenover 42% nu. Het percentage personen dat herdenken helemaal niet belangrijk vindt, lag in 2020 op 1% van de Nederlanders; dit jaar is dat 3%.
De zuinige conclusie en kop van een Volkskrant-artikel over dit onderzoek was dat ‘minder Nederlanders Nationale Herdenking heel belangrijk vinden’. Feitelijk is dat juist maar het belang van herdenken wordt door een ruime meerderheid van de Nederlanders belangrijk of zeer belangrijk gevonden. De redactie had dus een andere kop kunnen kiezen.
Ook dit jaar was er weer veel te doen over wie en wat we moeten herdenken op deze dag. Dat debat wordt al jaren gevoerd. Op de vraag in dit onderzoek wie op 4 mei wordt herdacht, antwoordde 82% van de Nederlanders dat zij alle Nederlandse slachtoffers van WOII herdenken. 78% van de ondervraagden herdenkt alle slachtoffers van WOII, ongeacht hun nationaliteit. 56% van de ondervraagden herdenkt alle slachtoffers uit de hele wereld, van alle oorlogen.
Zelf behoor ik tot de groep die vandaag alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdenkt; niet alleen degenen met een Nederlands paspoort. De groepen waarbij officieel stil wordt gestaan, breidden zich in de afgelopen jaren verder uit. In 2012 schreef sociologe Jolande Withuis in de Volkskrant dat Nationale Dodenherdenking een hutspotherdenking was geworden. “Wie alles herdenkt, herdenkt niets”. Daarmee ben ik het eens. De meeste nabestaanden herdenken elke dag. Er is slechts één dag waarop we nationaal herdenken. Iedereen kan op die dag zelf bepalen wie worden herdacht.
Er was dit jaar een nieuw onderwerp in het Vrijheidsonderzoek. Ondervraagden moesten reageren op een stelling die luidt ‘de huidige oorlog in het Midden-Oosten moet niet in verband worden gebracht met de Holocaust’. Daar bleek 12% van de Nederlanders het helemaal mee eens te zijn, 28% was het er mee eens, 29% was neutraal, 13% was het ermee oneens, 5% was het er helemaal mee oneens en 13% wist het niet. De conclusie is dat een minderheid van de Nederlanders vindt dat deze zaken moeten worden gescheiden. Daartoe behoor ik.
Dit jaar wordt er voor het eerst een alternatieve herdenking georganiseerd in Den Haag. De herdenking is getiteld ‘4 mei inclusief’. Naast de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog willen de initiatiefnemers ook de slachtoffers herdenken van genocide en andere vormen van onderdrukking en oorlogsgeweld op andere plekken ter wereld, ‘mede door toedoen of door nalaten van de Nederlandse staat’. Daarbij is ook specifiek ruimte voor herdenking van de genocide op Palestijnen (aldus de website). De alternatieve herdenking deed ook in Joodse kringen veel stof opwaaien. Een aantal Bekende Joodse Nederlanders ging op de uitnodiging van de iniatiefnemers in; onder andere Hedy d’Ancona, Mischa Wertheim en Natasha van Weezel.
Een van de initiatiefnemers is oud-diplomate Angélique Eijpe. Zij stelt dat herdenken pas betekenisvol is als het zich niet afsluit voor het heden. Eijpe nam ontslag bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken omdat zij zich als ambtenaar niet kon verenigen met het beleid van de regering Schoof jegens Israël-Palestina.
Onder geen beding kan zij onderdeel zijn van een Nationale Herdenking waarin de huidige regeringsleiders een essentiële rol spelen, nadat zij de oorlogsmisdaden in Gaza (sommigen noemen dit etnische zuivering, anderen genocide) als zelfverdediging van hun Israëlische bondgenoot hebben gecategoriseerd. Zij uit stevige kritiek op de onvoorwaardelijke steun van het Nederlandse kabinet aan het Israël van Netanyahu.
Ik las over de familiegeschiedenis van Eijpe. Haar overgrootvader, Henk Zanoli, was zoon van een migrant uit het toentertijd armste deel van Europa, het Zwitserse Ticino. Op zoek naar een beter leven trok hij eind negentiende eeuw naar Nederland. Hij was dus gastarbeider avant-la-lettre. Henk groeide op in sociaal-economisch moeilijke omstandigheden maar wist zich uiteindelijk op te werken tot rechtskundig adviseur. Als zelfverklaard anarcho-syndicalist, iemand met uiterst linkse sympathieën, zette hij zich in voor de kwetsbaarsten in de samenleving. Door de Nederlandse overheid werd hij toentertijd gezien als lastpak, zelfs een gevaar voor de gevestigde orde. Op instigatie van de Nederlandse politie werd Zanoli in mei 1941 opgepakt en overgedragen aan de Duitse bezetter. Hij stierf in januari 1945 in Mauthausen. Hij liet een echtgenote en zes kinderen achter.
Haar overgrootmoeder nam in de oorlogsjaren een Joods jongetje in huis, Elchanan Pinto, omgedoopt tot Piet tijdens de periode dat hij bij Eijpes voorouder in huis woonde. Alle zes gezinsleden waren destijds actief in het verzet. Als gevolg daarvan verloor een dochter van de overgrootmoeder haar man; die werd opgepakt en geëxecuteerd vanwege diens verzetswerk. De oudste zoon verloor zijn Joodse verloofde. Eijpes overgrootmoeder en oudoom Henk kregen in 2011 een medaille van het Yad Vashem-museum voor het redden van Elchanan.
Eijpe zelf is getrouwd met Ismail Ziada, een Palestijn uit de Gazastrook. Ze heeft kinderen met hem, het gezin woont in Den Haag. Zaida ontving inmiddels de Nederlandse nationaliteit. Een aantal van zijn familieleden (moeder, broers, schoonzus en neefje) overleed in 2014 in Gaza tijdens een Israëlisch precisie-bombardement op een burgerdoel.
Zelf ben ik het ook niet eens met het beleid van de regering-Schoof. Ik begrijp het standpunt van Eijpe omtrent de Nationale Dodenherdenking dan ook maar zelf heb ik geen behoefte aan een alternatieve dodenherdenking. Die is goed zoals die is. Begrijp mij niet verkeerd, ook ik vind het verschrikkelijk wat het Israëlische leger in opdracht van de haviken van de extreemrechtse regering-Netanyahu doet in Gaza. Je kunt diep meeleven met het trieste lot van de Gazanen (Palestijnen) en tegelijkertijd de moord op vervolgde Joden herdenken.
De 4 mei-herdenking is nooit bedoeld voor politieke doeleinden. Leuzen roepen op de Dam om de stilteceremonie te verstoren, vind ik dan ook uit den boze! 56% van de Nederlandse ondervraagden herdenkt op deze dag al alle slachtoffers uit de hele wereld, van alle oorlogen. Dus waarom dan een alternatieve herdenking? In Nederland kan op elke dag van het jaar worden geprotesteerd tegen misstanden in binnen- en buitenland. Maar wat mij betreft niet op een dag als vandaag.
Vandaag is voor mij persoonlijk de dag om de doden van de Holocaust nationaal te herdenken. De massamoord van de nazi's op de Joden was ongekend en van een duizelingwekkende misdadigheid. Er bestaat wel een hiërarchie in het kwaad maar niet in het leed dat het veroorzaakt. Het herdenken van deze slachtoffers is en blijft belangrijk. Zeker nu we dichter bij het moment komen waarop er geen Holocaust-overlevenden meer onder ons zullen zijn om persoonlijk te getuigen. Dat een Holocaust 'nie wieder' mag gebeuren, lijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan... Tja.
We moeten ons zeker op een dag als vandaag bewust zijn van de mechanismen die leidden tot de systematische vervolging en uitroeiing van mensen met een bepaalde achtergrond. Zoiets kan weer gebeuren. De link naar het heden is er daardoor altijd, wat mij betreft. Ik waarschuw al lang voor de gevaren van zondebokdenken, voor fascisme, voor de verwerpelijkheid van de ‘eigen volk eerst’-gedachte die steeds vaker is te horen in Europa (en elders). Het Europa dat medeplichtig was aan de Shoah.
Yehuda Bauer, een van de grootste Israëlische onderzoekers van de Holocaust en van antisemitisme, stelde ooit tijdens een lezing in de Duitse Bondsdag dat Tien Geboden niet genoeg zijn. Er is behoefte aan nóg drie geboden. Gij zult geen dader zijn. Gij zult geen slachtoffer zijn. Gij zult nooit, maar dan ook nooit, toeschouwer zijn. Je hoeft niet heldhaftig te zijn maar je moet wel iets doen!
De Joodse Yehuda werd geboren in Praag in 1926, in het toenmalige Tsjechoslowakije. In 1939 vluchtte hij met zijn ouders eerst naar Polen en daarna via Roemenië naar Palestina. Hij groeide op in Haifa en werd lid van een kibboets in de Negev-woestijn. Hij promoveerde aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en was daar decennialang professor. Hij werd oprichter en directeur van de International Institute for Holocaust Research van Yad Vashem. Bauer was auteur van tientallen boeken over het onderwerp en founding editor van het tijdschrift Holocaust and Genocide Studies. Ik ken hem van zijn boeken. Oktober vorig jaar overleed hij in Jeruzalem, op 98-jarige leeftijd.
Alle doden verdienen onze twee minuten stilte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten