We vierden de verjaardag van onze Zwitserse vriendin-buurvrouw Liselotte onlangs op ons terras. Mijn liefje haalde haar wandelend op van haar huis en langzaam liepen ze onze kant op. Daar werd ze tijdelijk herenigd met haar hondje Lenny. Zelf had ze het idee dat ze dit feestje niet meer zou meemaken. Dat zit zo.
Op een vroege doordeweekse ochtend ontving mijn liefje een whatsapp-bericht van haar. Zij woont twee straten verderop, in haar eentje. We gaan al een jaar of drie à vier goed met elkaar om. We koken voor elkaar, wisselen recepten uit, drinken samen iets, gaan uit en helpen elkaar indien nodig. Ze berichtte dat ze onze hulp nodig had en dat ze naar de Eerste Hulp wilde met een taxi. Dat klonk niet goed dus mijn liefje liep direct in ochtendkleding naar haar huis terwijl ik thuisbleef en een ontbijtje voor twee maakte.
Niet veel later kreeg ik een appje dat de ambulance moest worden gebeld en dat ook ik moest komen. Mijn liefje bleek een doodzieke vrouw aan te treffen die geen adem kon krijgen. Na te hebben gedoucht (deze Zwitserse gaat NOOIT op pad zonder te douchen), voelde ze zich ietsepietsie beter maar het was nog steeds zeer zorgwekkend. In het Spaans vroeg ik om een ambulance van het privéziekenhuis maar de persoon aan de andere kant van de lijn had kennelijk een ander plan. Het ging maar over admin en type verzekering terwijl het water mij aan de lippen stond. Bij gebrek aan Liselotte's patiëntgegevens gaf ik mijn eigen naam (e.d.) maar op. Ook dat bespoedigde de zaak niet. Op enig moment zei ik dat er iemand zou kunnen sterven als er niet snel zou worden gehandeld. Zelfs dat bleek tegen dovemansoren gezegd dus ik besloot op te hangen en naar de eigen auto te rennen.
Als ze die rit maar zou overleven, dacht ik... Ze was als een vis op het droge. Ik sprak haar voortdurend bemoedigend toe. (‘Hold on, bitte!’) Ik reed zo hard als ik kon maar in het hoogseizoen is dit een vreselijk druk traject op de N332 langs Torrevieja, met altijd lange files. Ambulances met gillende sirenes en zwaailichten zijn daar een dagelijks verschijnsel. De stoet auto’s wijkt dan op beide rijstroken netjes uit om ruimte te maken. Maar nu niet voor Liselotte!
We reden naar de Eerste Hulppost, haalden een rolstoel en rolden de patiënte naar binnen. Zij had alles klaar voor de financiële administratie en ik kreeg creditcard en pincode in mijn handen gedrukt. Voor Zwitserse personen werkt de ziekenhuisadmin hier anders dan (bijvoorbeeld) voor Nederlanders. Zwitserland is weliswaar een Europees land maar het maakt geen deel uit van de Europese Unie. Dan gelden andere regels. Er moest eerst worden betaald voor het aankloppen bij ‘Urgencias’. Of ik stante pede €750 wilde neerleggen. Liselotte bleef maar naar adem happen en wij bleven maar zeggen dat zij eerst aan de zuurstoftank moest.
De vrouw aan de balie kwam pas echt in actie toen ik de transactie had verricht. Daarna lag onze vriendin in vijf minuten tijd op een Eerste Hulp-bed met zuurstof en overal slangen en elektroden op het lichaam. Mijn liefje en ik haalden opgelucht adem. Het was ons in ieder geval gelukt haar aan goede (medische) handen over te dragen.
Een half uur later stond ik weer met haar creditcard voor de balie. Nu om een deposito te betalen voor een dag op Intensive Care. Of ik maar €3.500 kon neertellen. Dat kon ik want Liselotte is niet onbemiddeld en goed verzekerd. Toch knipperde ik met mijn ogen... dit soort bedragen realiseer je je niet als je met een Spaanse privéverzekering bij de medische stand aanklopt. Wij hoeven nooit iets vooraf te betalen of een aanbetaling te doen voor wat voor behandeling dan ook. Er wordt achter de schermen even gebeld met de verzekeraar en door gaan we! (Eén dag op de Intensive Care blijkt voor haar €3.000 te kosten.)
Zo kwam ze op de IC unit terecht waar ze enkele dagen moest blijven. Daar werd de diagnose officieel gesteld: longemfyseem. Dat is een vorm van ‘COPD’ (‘EPOC’ genoemd in het Spaans). Een ernstige longziekte die de longblaasjes kapotmaakt, een ziekte die je oploopt na decennialang roken. Dat is wat Liselotte deed. Ze stopte nadat wij er twee jaar geleden bij haar op aandrongen. Dat lukte haar maar de longschade bleek onomkeerbaar. Zelf dacht ze dat ze last had van astma (net als een zoon).
Nu mogen COPD-patiënten niet vliegen maar dat wist zij niet. Ze keerde onlangs terug van een reisje naar Ierland en Wales om daar vrienden te ontmoeten. Ze kwam zieker terug dan toen ze vertrok, al was haar conditie toen al slecht. Tijdens die reis raakten haar longen ook nog eens ontstoken (pneumonitis, geen longontsteking) en die aandoening veroorzaakte deze gezondheidscrisis. Op IC kreeg ze nieuwe medicatie en zuurstof, eerst via een gezichtsmasker, later via een neusbril (twee slangetjes).
Een van de zwaarste dagen voor iedereen ontstond door een delirium. Ze reageerde heftig op medicatie X die men haar toediende. (Het is een bekende bijwerking maar niet iedere patiënt krijgt die.)
De ochtend na die acute verwardheid vroeg ze ons hoe het in Casa Terracotta was gegaan. Wij keken haar met opgetrokken wenkbrauwen aan (boven ons mondkapje te zien). Wat?! Die naam gaf ze aan het verzorgingstehuis. Hoe kwam ze erop?! Na haar te hebben gerustgesteld dat ze uitsluitend naar haar eigen huis terugkeert, verdween die waan langzaamaan naar de achtergrond. Ze had het zich ingebeeld. Dat was voor mij reden genoeg om een tekening voor Liselotte te maken. Die kreeg ze van ons, ingelijst, voor haar verjaardag. Met een dikke knipoog die ze nu zeer kan waarderen. Het schilderij krijgt een bijzonder plekje in haar huis. Als aandenken aan ons gezamenlijke avontuur.
Naast narigheid waren er ook momenten waarop we zeer persoonlijke, diepe gesprekken voerden. Over angst voor de dood, de betekenis van vriendschap, mensen vertrouwen, over ziekzijn en niet meer beter worden, zin geven aan het leven en lijden.
Deze ervaring ligt nu achter ons maar het ging mijn liefje en mij niet in de koude kleren zitten. Iemand bijna zien verstikken, voor de poorten van de dood wegslepen, elke dag -soms meermalen- over een rotweg naar ziekenbezoek, de dagelijkse ‘familie-update’ met Spaanse artsen die niet allemaal even goed en duidelijk waren, Liselotte’s zoon in Zwitserland zo precies mogelijk bijpraten, omgaan met de vele administratieve kronkels en die proberen op te lossen. Wat achteraf het gemakkelijkst was, was de patiënte elke dag opbeurend toespreken. Zelf dacht ze dat ze deze inzinking niet zou overleven. Dat ze het ziekenhuis niet meer zou verlaten. But she did. Het was voor allen een forse inspanning maar we deden het toch maar. De kracht van samenredzaamheid!
Na het verjaardagfeestje op een zonnig terras brachten we haar, moe maar tevreden, naar huis. We doen nog een beetje admin en boodschappen voor haar, de rest beheert ze inmiddels zelf. We gaan elke namiddag even bij haar langs voor een praatje en een drankje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten