Translate

Posts tonen met het label Sinterklaas op Bali. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sinterklaas op Bali. Alle posts tonen

zaterdag 4 december 2010

Warme chocola

Morgen wordt in Nederland Sinterklaas gevierd. De Goedheiligman stuurde vorig weekend een handlanger met Pieten naar Bali. Geïnspireerd maakte ik een gedicht voor mijn sayang; dan zal wederom niet wederzijds zijn. Mijn dichten is niet in de trant van 'pief - paf - poef: jij bent een boef' of 'paf - poef - pief: ik vind je lief.' Al had het zomaar gekund; beide situaties zijn immers op haar van toepassing. Ik deed mijn uiterste best een gedicht te maken waarin de opmerkelijkste momenten uit het afgelopen jaar een plaats kregen. Je begrijpt: het werd een lang relaas. En ik kwam tot aardige taalvondsten (al zeg ik het zelf): zo rijmt 'senang' op 'een leven lang', 'Segar' op 'peignoir', 'Sudoku-krek' op 'bloemenstek'. Dit jaar zullen wij de rest van de Hollandse traditie grotendeels aan ons voorbij laten gaan. Chocolade is hier altijd warm...

Nederland is 's werelds grootste importeur van cacaobonen. Het Vaderland bewerkt het basisingrediënt tot tussen- en eindproduct. Het gros aan eindproducten wordt geëxporteerd maar dat neemt niet weg dat de Nederlander gemiddeld 5 kilo chocolade per jaar eet. Ik doe dat Nationale Gemiddelde eer aan, denk ik. Daarmee lijkt niets aan de hand, immers: 'a chocolate a day keeps the doctor away.' Het gaat zonder meer op als het dagelijks een stukje chocola van hoog cacaogehalte betreft (meer dan 72% pure cacao) maar ik houd van alle kleuren...
In de afgelopen zes jaar verdubbelde de prijs voor cacao op de wereldmarkt. Fijne chocola wordt daarmee meer en meer een delicatesse. Onze Belgische buren in Bali begrijpen dat als geen ander. Een van hen bracht onlangs een doos Godiva-bonbons mee uit hun geboorteland. Ze kunnen daar weliswaar geen regering vormen maar verstand van choco hebben ze. Goddelijk!

Indonesië is 's werelds derde cacaoproducent. Vorig jaar produceerde het land 480.000 ton cacaobonen en dit jaar wordt een productie van 600.000 ton verwacht. De bonen komen van kleine plantages, vaak eenmanspercelen in Sulawesi en Midden-Sumatra. Kleinschalig en lokaal: dat klinkt goed. Slechts 20% van de bonen wordt in eigen land verwerkt. De kleine boeren verkopen hun oogst veelal tegen een heel lage prijs aan multinationals. Dat is minder goed. Van de anderhalve euro die de consument betaalt voor een goede chocoladereep, gaat nog geen € 0,03 naar de boer... Wat ook zorgwekkend is, is dat cacaoproductie ontbossing in de hand werkt. Het behoud van oerbos is een van de onderwerpen tijdens de lopende VN-klimaattop in het Mexicaanse Cancún. Ik hoop dat (vooral rijke) landen dit jaar bereid zijn bindende afspraken te maken.

De Latijnse naam van de cacaoboom is 'Theobroma cacao'; theobroma betekent 'voedsel van de goden'. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de bewoners van het godeneiland dol zijn op dit zoete goedje. De chocoladeconsumptie van de Balinees blijf echter ver achter bij die van de Hollander: slechts 0.8 kilo per jaar per hoofd van de bevolking. Ter compensatie wordt hier in huis met regelmaat chocoladecake gemaakt waarvan alle personeelsleden meegenieten. Dit weekend zal dat wederom het geval zijn. Omwille van Sinterklaas. Bijgevoegde foto maakte ik toen Ketut nog onze chauffeur en projectmanager was. Ik zag de vrucht voor het eerst tijdens een binnenlands bosritje. Zo ver hoef ik niet meer te gaan. Deze week zag ik een boom vol vruchten aan de Jalan Segara staan, de eigen straat. In de tuin probeerden we de cacaobonen al eens te laten groeien. Zonder succes tot nu toe. Ik kan er nog geen chocola van maken.
Vandaag komt Ketut met zijn cruiseschip in Fiji aan. De bofkont. Ik weet uit eigen ervaring hoe mooi het daar is. Dat geldt niet in de laatste plaats voor de chocokleurige bevolking.

Ik wens jullie alvast een fijne Sinterklaas toe met warme chocola, leuke gedichten en mooie kado's!


maandag 8 december 2008

Alzut ff kan

...zei mij liefje en draaide het autoraam aan haar zijde naar beneden. “Als het even kan, laat ik het raampje aan mijn kant open tot we thuis zijn”. We reden met onze wekelijkse boodschappen terug van Hardy's in Singaraja waar ik een impulsaankoop had gedaan. Ik had namelijk een durian gekocht. Het is een grote, stekelige vrucht die een geur verspreidt die doet denken aan de sokken van een week oud van iemand met een zeer ernstige vorm van hyperhydrosis. Alhoewel dat stukken schoner klinkt dan 'zweetvoeten' blijft de zware walm dezelfde. In de Wikipedia staat het als volgt beschreven: 'de rijpe vrucht ruikt zeer penetrant door de vorming van waterstofsulfide, waaraan de vrucht zijn alternatieve naam stinkvrucht ontleent'. Dat moet een beeld schetsen voor de lezer! Ik herinner mij van onze recente rondreis door Zuid-Oost Azië dat er regelmatig in hotellobbies verbodsborden hingen voor durians. De stekelijke vrucht is lastig te schillen, zelfs voor een handige Hollandse maar voor kokkie Putu was dat een peulenschil. Zij wist overigens al dat wij een durian hadden gekocht voordat ik met dichtgetapete boodschappendoos de keuken instapte... Kun je nagaan. 

Het is een lekkernij met dik, crèmekleurige vruchtvlees, zoet en aromatisch. Ik heb de vrucht daadwerkelijk in mijn eentje moeten opeten; mijn liefje gaf het na twee happen op en heeft die avond met tussenpozen over de vrucht en de lucht gemopperd. En het werd nog erger: ik moest zonder nachtkus gaan slapen, al had ik mijn tanden gepoetst! Ik was heel blij Volkskrant-columnist Martin Bril weer te zien bij 'De Wereld Draait Door' op BVN. Hij voelt zich inmiddels goed genoeg om weer op de buis te verschijnen, na zijn behandelingen tegen kwaadaardige tumoren in darmen en nek. Ik bezoek zijn website regelmatig en kan erg genieten van zijn berichten en gedichten. Uit zijn geschrijf begreep ik hoe erg hij het vond dat hij een tijd lang geen haar meer op zijn hoofd had door de chemokuur. Dat was de belangrijkste reden waarom hij maandenlang niet 'en public' wilde verschijnen. Maar nu zit hij er dus weer! Met mooi, zilvergrijs donshaar maar ook met een strak koppie. Het goede nieuws is dat hij per januari 2009 weer dagelijks een column voor de krant denkt te gaan schrijven. Elke avond zitten wij op het eigen terras in een soort 'red light district'. Er zijn namelijk vleermuizen op ons landje die 's avonds en 's nachts bij voorkeur in onze open, rieten (dak)kap gaan hangen. Om dat tegen te gaan, steken wij bij zonsondergang een rode lamp aan waardoor zij zich niet graag bij ons nestelen. Het is weliswaar niet diervriendelijk maar als wij dit niet zouden doen, zouden wij elke ochtend neergekwakte vruchtvleesresten op het (witte) terras vinden en dat is niet de bedoeling. Vleermuizen zijn dragers van ziekten en ook die willen wij niet! 

Op 5 december viel mijn oog op speculaas bij de bakkerij in Lovina. Het was een no-brainer... dat ging mee naar huis! Mijn liefje deed de koekjes bij thuiskomst op een grote schaal en met Putu ging zij langs de buren. De brengers van dit lekkers werden door de Hollanders toegezongen en iedereen proefde van een speculaasje-met-uitleg. Er was een foto van Sinterklaas in The Jakarta Post verschenen die ook aan eenieder werd getoond. De Goedheiligman uit Spanje (dat schept een band) had namelijk ook een bezoek gebracht aan de Nederlandse school in Jakarta. Ik kreeg overigens sterk de indruk dat de Balinezen speculaas lekker vinden want Putu bewaarde de overgebleven koekjes om ze 's avonds aan haar zoontje Yuda te laten proeven. Ook hij hapte er gretig van. 

De kerstverlichting is inmiddels ontstoken op het terras en in de zitkamer. Ons Balinese personeel heeft zich erg ingespannen om boompjes en gekleurde, knipperende lampjes te vinden en ze branden hier 's avonds dat het een aard heeft (zou Gerard Reve zeggen). Erg 'red light district'-waardig! Elke dag wordt er wel een nieuwe kerstaccessoire bij ons afgeleverd door personeel van andere villa's in de omgeving. We moesten daar erg om giechelen maar werken enthousiast mee om het huis op te leuken. Geluk zit vaak in kleine dingen.