Translate

maandag 31 oktober 2022

Go Hex Yourself

Zelf zie ik ze vliegen vandaag!

 

Er was eens een heks uit Mojón

Die dacht dat ze vliegen kon

Samen met haar zwarte kat

Vloog ze over het Pieterpad


Ze stegen op in Pieterburen

Over hoge daken en oude schuren

Langs huizen met flinke stutten

Was dat nou de schuld van Rutte?

 

Ook passeerde ze Ter Apel

Wat was dat nu voor een stapel?

Lagen daar mensen in het gras?

Zonder tent en zonder jas?

 

In Gelderland zag ze gras en bramen

Natuur om je diep voor te schamen

Geen kip te zien maar wel veel koeien

Ze hoorde ze amechtig loeien

 

Wat zat haar nu toch op de hielen?

Een groep gevaarlijke reptielen?

't Was een aanval op Minerva’s uil

Ze ontsnapte aan die slangenkuil

 

Totdat de batterijen opraakten

En haar oude botten kraakten

Maar na een spinnensnack of vijf

Ging ze de wereld weer te lijf

 

Zo koerste ze richting Roermond

De vlammen sloegen uit haar kont

Vroeger verbrandden men er heksen op een stapel

Destijds een gevaarlijker plek dan in Ter Apel

 

Ze vlogen verder zuidwaarts

Hun snelheid had iets onvervaards

Ook dat traject was niet te pruimen

Wanneer ging men daar het zwerfafval ruimen?!

 

Ze zwierden boven een warme zee

Liep langs het strand niet Barefoot B.?

In korte broek en zomers shirt?

't Is veel te heet, gewoon absurd!

 

De heks vloog naar haar casa terug

De zwarte kat nog op haar rug

Ja, hoor vliegen kan ze. Maar getover?

Daarin scoort ze nogal pover...

 

donderdag 27 oktober 2022

Zonnebeweging

Laatst fietste ik weer eens uitgebreid door mijn woonomgeving. Je ziet van alles als je er oog voor hebt en moeite neemt om af te stappen. Onderdeel van die ronde  was een ritje door de velden in het binnenland waarop doorgaans groenten, fruit en planten worden verbouwd. Momenteel staat er weinig te groeien en te bloeien. Deze keer ontdekte ik wel een kudde geschoren schapen die zich te goed deed aan een stapel oud brood. In een afgeschermde ruimte stond een moedergeit met twee lammetjes die waarschijnlijk net waren geboren. Ze wiebelden op hun pootjes en bij moeders hing de nageboorte nog uit haar grotje. Telkens als ze een stap zette, slingerde het lange vlies achter haar aan en gaf ze dat met haar achterhoef een trap. Normaliter eet ze dit op maar ik denk dat ze er nog geen tijd voor had. Inmiddels voegden ook de jonkies zich weer bij de grote groep. 

Vorige week bracht ik buurman Pat naar vliegveld Corvera (Murcia). Zelf was ik daar nog nooit maar de opmerkelijke geschiedenis van deze luchthaven was mij bekend. Toen het toeristengeld in Spanje met sloten tegelijk binnenstroomde in de jaren voorafgaande aan de financiële crisis van 2008, ontstonden er bouwprojecten in de private en de publieke sector. Met die euros kwam eveneens een grote stroom vastgoedinvesteerders het land binnen. Het idee voor luchthaven Corvera ontstond in 2003, de aanbesteding volgde drie jaar later. 

Murcia moest "het Californië van Europa" worden; dat was destijds een veelgehoord uitdrukking. Het nieuwe vliegveld moest de poort worden tot andere megalomane projecten in de provincie, zoals het Paramount Themapark, het Contentópolis en de Marina de Cope die er waren voorzien. Laatstgenoemde project was op papier een stedelijk toeristisch complex met meer dan 11.000 woningen, vijf golfbanen, tien voetbalvelden en andere sportfaciliteiten en zelfs een kunstmatige binnenhaven voor 2.000 boten, een stedelijk toeristisch project met meer dan 21 miljoen vierkante meter. Gelukkig stak het Spaanse Grondwettelijk Hof hier tijdig een stokje voor. 

De kleinschalige (oorspronkelijk militaire) luchthaven van San Javier, eigendom van het Ministerie van Defensie, zou worden gesloten en alle passagiersvluchten zouden overgaan naar Corvera. Toen de recessie hier keihard toesloeg, gingen investerings- en bouwbedrijven failliet en bleven projecten halfafgewerkt achter. Zo verging het Corvera ook. Daar begon de bouw in 2008. Het project liep enorme vertraging op en de gebouwen lagen er lang als karkassen bij. Het had weinig gescheeld of deze luchthaven zou ook nog zijn vernoemd naar een Murciaanse ingenieur (uitvinder van de voorloper van de helicopter, de autogyro), uit het gevolg van generaal Franco. Pas in 2019, zeven jaar later dan gepland, vertrokken de eerste vluchten van deze plek. Tot nu toe vliegt er een zeer beperkt aantal vliegmaatschappijen (EasyJet, Ryan Air, Vueling, TUI); geen enkele Nederlandse. 

Even voordat we de terminal bereikten, zag ik iets donkers bewegen in mijn rechterooghoek. Daarna zag ik een grote donkere vleugel wapperen en keken twee priemende ogen mij in de duisternis aan: een grote uil was opgevlogen en zat in de berm te wachten op ons vertrek. Wow! Het is overigens een zeer ruim aangelegde luchthaven met een grote terminal en heel veel parkeergelegenheid. Vertrek en aankomst gebeurt vanaf eenzelfde strook voor de grote hal, zonder slagboom. 

Mijn liefje reed onlangs in de buurt van plaatselijke camping Lo Monte (die weer goed begint te vullen met voornamelijk campers uit Noord-Europa) toen zij een grote roofvogel als een pijl richting een boom zag vliegen en daar in de top een kleinere vogel in de klauwen greep. De roofvogel vloog er met zijn prooi vandoor. Dwarrelende veertjes waren het enige dat van het slachtoffer restte, aldus de vogelspotter. Zelf had ik op mijn fietsronde ook een confrontatie met de dood maar deze was minder spectaculair. Op het pad trof ik een vogel aan die met zijn verstijfde pootjes omhoog lag. Een handjevol veertjes lag erom heen maar verder leek het dier intact. Ik kon niet goed zien welke vogelsoort het betrof. Het was geen duif en leek evenmin op een mus. Overigens zijn er nog weinig migrerende vogels te zien in onze duinrand. Wellicht dat het in Noord-Europa nog te warm is voor vertrek? 

Daar en hier schijnt de zon momenteel uitbundig. De komende anderhalve week daalt de temperatuur hier overdag niet beneden 25 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur in Spanje is 13 graden hoger dan normaal. De nachten zijn 5 à 10 graden te warm voor de tijd van het jaar; die zijn nog steeds subtropisch. De luchtvochtigheid is ook nog hoog. Dat extreem zomerse weer zou worden veroorzaakt door de vulkaan die uitbrak op Tonga. Deskundigen vermoeden dat deze uitbarsting de temperatuur tijdelijk verhoogt. 

Eerder deze week keek ik naar een interessante documentaire op de Nederlandse tv (VPRO) over een fanatieke club zongelovigen die veel verder willen gaan dan alleen maar zonnepanelen plaatsen. De zon is van en voor iedereen dus waarom produceren we geen lampen die op zon werken, maken we geen kleding en ramen die zon oogsten, voorzien we gebouwen en geluidsschermen niet van zonnefolie? Zo kunnen we een heuse Zonnebeweging beginnen. Dat klinkt mij als muziek in de oren. Ik hoop dat deze beweging snel overslaat naar Spanje! Deze week vindt in Eindhoven de Solar Biënnale plaats. Solar Designer, kunstenares en prijswinnende innovator Marjan van Aubel (1985) is ambassadeur van dit evenement. Zij speelt ook een rol in de zonnebeweging.

Afgelopen dinsdag kon ik hier bijna niets zien van de gedeeltelijke zonsverduistering. Het zonlicht was eenvoudigweg te fel, zeker zonder eclipsebril. Eén keertje keek ik recht in het licht en zag ze daarna tijdelijk vliegen. Fotograferen was evenmin te doen. Er was hier geen moment sprake van enige vorm van verduistering. Bij ons lag het hoogtepunt om 12:07 uur. De maan nam op dat moment een piepklein hapje uit de zon; veel kleiner dan in Nederland was te zien. Daar ervoer de energieproductie van zonnepanelen (het aantal steeg daar flink in 2022) een forse dip op het hoogtepunt van de verduistering. 

NOS-journalist en Spanje-correspondent Rob Zoutberg schreef onlangs een artikel over een ‘boom’ van Noord(west)-Europese energietoeristen die Spanje aandoen. Afgezien van de kou ontvluchten ze hun eigen land nu ook vanwege hoge energieprijzen. De prijzen die hier gelden voor een overwinteringsvakantie komen dicht bij die van thuisblijven en de verwarming aanzetten. De landen van het Iberisch schiereiland zijn maar voor een klein percentage van hun energie aangesloten op het Europese gasnetwerk en daardoor veel minder afhankelijk van Russische leveranties. Bovendien mogen beide landen van de Europese Unie tenminste tot mei 2023 een lagere prijs voor gas rekenen. Ook elektriciteit is daardoor voorlopig relatief goedkoop. 

Een Duitssprekend echtpaar in sportkleding, boomers op unisex e-bikes (Diavelos, Zwitsers merk) waarvan eentje met een hondenkarretje (van Jollypaw) er achteraan, stopte aan de rand van het duin voor een duik in zee. De hond mocht met het vrouwtje mee het water in, de bofkont. Er is overal nog veel reuring op het strand, al wordt een van de Chiringuitos (Pirata, die op het zand staat) nu afgebroken. Op weg naar huis zag ik ook de eerste campers geparkeerd in onze woonwijk. Dat blijft toch een sneu gezicht: een kampeerwagen van een tonnetje  of meer en dan met je tuinsetje op een doorsnee Spaanse stoep staan. Tja. Het overwinteringsseizoen is duidelijk begonnen! De passagiers van deze wagens zijn hoogstwaarschijnlijk geen energietoeristen. Maar van klimaattoeristen hebben we er hier ook (tien)duizenden.  


maandag 24 oktober 2022

Herexamen

In 2005 werd DigiD in Nederland gelanceerd, het digitale paspoort voor communicatie met overheidsinstanties en private organisaties met een publieke taak, zoals pensioenfondsen. Dit is een unieke code voor elke burger van het land. Mijn liefje en ik vertoefden toen al vijf jaar buiten de landsgrenzen dus we waren niet aanwezig bij de uitgifte. Wel beschikten we over een Burger Service Nummer (BSN) waarmee we ons konden identificeren bij Nederlandse instanties, als daar aanleiding toe was. BSN of een ter plaatse uitgegeven code, gaf lang toegang tot instanties totdat het werd verdrongen door DigiD. 

In de afgelopen jaren probeerden we een aantal malen een DigiD te verkrijgen tijdens onze bezoeken aan Nederland. Dat lukte niet in de tijd dat we er waren. We konden destijds nooit een afspraak maken bij een plaatselijk  loket, binnen het beschikbare tijdsbestek. De noodzaak was tot dusver niet heel groot omdat we weinig zaken deden met de Nederlandse overheid of overheidsinstellingen en het burgerservicenummer toereikend was. 

Mijn liefje bereikte ondertussen de pensioengerechtigde leeftijd en ontvangt -naast een privépensioen- ook een staatspensioen (AOW) van de Nederlandse overheid. (Overigens worden Nederlanders die tijdens hun werkzame leven arbeid verrichtten in het buitenland, gekort op hun AOW-uitkering; 2% voor elk gewerkt jaar.) Tot voor kort had zij toegang tot het systeem van de Belastingsdienst maar op enig moment niet meer. Alleen DigiD gaf nog toegang. O-o... Wat nu? 

Zij las dat voortaan DigiD of een ander, in Europees verband toegestaan, inlogmiddel nodig was. We gingen naar het kantoor van onze gestor in Spanje om te uit te vinden of er een ander document of andere code kon worden gebruikt. Zijn assistent maakte de kwestie dermate gecompliceerd dat we afdropen. Tom Poes moest zelf maar een list verzinnen. Zij was het die kort daarna ontdekte dat ze als Nederlandse AOW-ontvanger in het buitenland online een DigiD kon aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), de instantie die het ouderdomspensioen uitkeert. Die aanvraag was binnen een dag geregeld en de activeringscode lag hier drie dagen later in de brievenbus. Tante Pos' was nog nooit zo snel. Joehoe! Eén probleem opgelost. 

Moesten we dan voor mij naar de DigiD-balie in Madrid of naar Nederland? De consulaire bus van de Nederlandse ambassade in Spanje zou weer door het land gaan rijden. Was dat een optie? Navraag bij de Nederlandse ambassade in Madrid leverde evenmin iets op. Het was in de eerder geschetste Vaart der Volkeren dat zij ontdekte dat Nederlanders in het buitenland die nog geen AOW ontvangen (zoals ik) een DigiD kunnen aanvragen langs geheel digitale weg, inclusief videobellen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Dat werd mogelijk ten tijde van de coronapandemie. Dat was de optie! 

Op de website van de Rijksoverheid las ik dat het aantal actieve DigiDs eind 2021 was gestegen met ruim 20%, tot meer dan 18 miljoen. Dit zijn de digitale paspoorten van inwoners van Nederland en Nederlanders in het buitenland bij elkaar opgeteld. Het aantal authenticaties steeg in dat jaar met ruim 20%, naar ruim 500 miljoen.

Op Nederlandwereldwijd.nl was te lezen hoe je zo’n aanvraag doet, op Digid.nl doe je het daadwerkelijk. Voor de eerste stap heb je je BSN en een ander officieel identificatiemiddel nodig (bijvoorbeeld paspoort), plus een mobiele telefoon en een mailadres. Zodra je de aanvraag hebt gedaan, ontvang je een baliecode op je telefoon (sms). Die code is 30 dagen geldig en binnen die termijn moet je een vervolgafspraak maken bij een digitale balie van het ministerie. 

Dat deed ik braaf. Ik probeerde alle digitale desks meermalen (er zijn er zes) maar een afspraak maken? Ho maar. Daarop stuurde ik een mail naar het contactadres en nog diezelfde dag kreeg ik een mail terug met uitleg. Alleen op vrijdag vanaf 9:00 uur is de afsprakenpoort open voor de volgende week. Op de eerstvolgende vrijdagochtend was ik er als de kippen bij en maakte een afspraak bij balie x. Woensdag in de week erop kon ik rond koffietijd met iemand van het ministerie gaan videobellen. 

Een paar dagen voor D-Day ontving ik inlogcodes voor de conferentie. Het klinkt misschien gek maar ik voelde mij een beetje nerveus in de aanloop naar dat gesprek. Alsof ik herexamen Nederlands staatsburgerschap moest doen... Terwijl dit toch veel eenvoudiger is dan de inburgeringscursus met goed gevolg afleggen. Daarop moet je echt studeren! 

Een half uur voor het afgesproken tijdstip probeerde ik de beide links uit die mij waren toegestuurd. Ze werkten niet, niet met browser A en niet met browser B. Wat ik ook probeerde, er bleef een foutmelding op het scherm verschijnen. Het liefst zou ik de klep van mijn laptop sluiten en weglopen maar dan kon ik fluiten naar mijn digitale paspoort... Na nog een rondje proberen, verscheen alsnog de afbeelding van het karakteristieke Haagse ministerie, van architect Dick Apon, op mijn scherm. Sesam opende zich. Waarom nu wel? Geen idee. 

Op de achtergrond zette ik alvast een tweede browser tab klaar waarin later de activeringscode kon worden verwerkt. Alle codes bij de hand, telefoon paraat, notitieboekje op het bureaublad: ik was er klaar voor. Stipt om elf uur meldde zich een allervriendelijkste jongedame met open gezicht en zwarte coltrui op het scherm. Een deel van ministrieel Den Haag was haar decor. Vooral grijs doemde op. Zij zag mij, een gevulde boekenkast en het schilderij van Damai achter mij. Zij stelde zich voor maar van mij wist ze al wie ik was. Zij vroeg vanaf welke locatie ik inbelde en waarom ik een DigiD aanvroeg. Die antwoorden schreef ze op in haar notitieboekje. 

Ze vroeg naar specifieke gegevens, wilde de fotobladzijde van mijn paspoort een tijdje voor de camera zien zodat zij dat document gedetailleerd kon bekijken en gegevens kon vergelijken met die op haar eigen scherm. Dat liep gesmeerd, het DigiD werd uitgegeven. Het leven is wel wat zorgelozer zonder dit digitale paspoort. Als je gebruikersnaam en -wachtwoord in foute handen terechtkomt, heb je een probleem. De tweefactorauthenticatie als extra controlemiddel -jezelf identificeren en daarvan bevestiging ontvangen via sms- is daarom belangrijk. Als je je inloggegevens bent vergeten, moet je een nieuwe account aanvragen en de aanvraagprocedure opnieuw doorlopen. (Er zijn daardoor mensen met meer dan één uitgegeven DigiD.) 

De jongedame raadde mij tenslotte aan de DigiD-app bij Google Play te downloaden en op de telefoon te installeren. Wel zo gemakkelijk. Ze wilde mij een keertje door de applicatie loodsen want eenmalig doorlopen, zijn alle codes geactiveerd. Zelf moet je wel een vijfcijferige pincode bedenken om in te loggen en die net zo goed bewaren als je DigiD-naam en -wachtwoord. 

De hele procedure nam bijna een half uur in beslag. Door een gedegen voorbereiding, goed luisteren naar de juf en precies doen wat zij zei, slaagde ik. Vroegere tijden herleefden. Joehoe! Ik dankte haar hartelijk voor de hulp, zei dat het een goed systeem was. We spraken ook nog even over haar uitzicht op het fraaie Den Haag en het weer in onze beide landen. Toen namen we tevreden afscheid. Tick in the box voor haar, een goede DigiDay voor mij. Hoogtepunt van de week. De Nederlandse vlag kon uit! 

Ik vroeg mij achteraf wel af of een minder digitaal onderlegde persoon deze procedure zelfstandig tot een goed einde kan brengen. En of die werkt op alle soorten en merken computers en telefoons. Maar er is genoeg uitleg op het web te vinden. Daarna ging er weer een plakbandje over de ingebouwde camera van mijn laptop. Ik houd niet van digitale gluurders. Het wachten is nu op mijn pensioen.

 

donderdag 20 oktober 2022

Gebutste vriendinnen

Ons leuke viervoeterbuurmeisje van 98 lentes jong kreeg onlangs klachten. (Hond) Chilli kon ineens niet meer normaal of bijna niet lopen. Baasje en buurman Jan vroeg ons haar voorlopig niet al te enthousiast te begroeten en met haar te kroelen, om extra pijn aan het hondenlijf te voorkomen. De klachten zouden worden veroorzaakt door rugpijn, was de gedachte. Ik moest slikken toen ik haar overdwars met haar lijfje over het trottoir zag lopen en door een achterpoot zag zakken. Het viel evenmin mee om haar niet te begroeten zoals ik altijd doe, meermalen per dag. Dan roep ik haar naam enthousiast en krijgt ze een salvo aan knuffels te verduren. Op weekbasis krijgt ze er meer dan mijn liefje, bedacht ik mij... Ze doorstaat die behandeling met verve, de kleine hartenbreker! Maar als mijn wijze van begroeten haar klachten verergert, doe ik dat vanzelfsprekend niet. Ik vroeg mij in de loop van de week af of het haar rug wel is. Ik dacht eerder aan een hernia, aangezien ze door een achterpootje zakte? Of misschien wel een tia? Dat er kortstondig iets niet in orde was in haar koppie? Ik ben echter geen dierendokter, hoogstens een hondenfluisteraar. 

Ze kreeg dagelijks een piepklein stukje pijnstiller door haar eten maar haar eetlust liet aanvankelijk ook te wensen over. Langzaam maar zeker krabbelde ze op, volgens de buurvrouw. Lopen doet ze af en toe nog wat anders dan voorheen maar ze rent weer door het huis en eet en drinkt als vanouds. Toen wij laatst een etentje organiseerden, kwam er ook weer een vrolijke Chilli mee. Ze vlijdde zich op haar meegebrachte hondenkussen en zelfs op ons vloerkleed dus dat was een goed teken. De knuffels kwam ze weer veelvuldig halen. Opgelucht! Mijn oude moeder, die de respectabele leeftijd van 95 jaar behaalde, zou dit diertje qua leeftijd “een hond van alle dag” noemen maar die gedachte laat ik weer los nu ze bijna weer de oude is.  

Dat is een mooie brug naar mijn liefje (😉). Zij ging in augustus naar de dermatoloog voor haar halfjaarlijkse controle. Dat is verstandig voor iemand met blond haar en blauwe ogen maar zeker voor iemand met dat uiterlijk die al twintig jaar in een subtropisch of tropisch land woont. Regelmatig wordt er huidschade  gerepareerd. Tot dusver gebeurde dat met crème of stikstof. De meeste huidschade wordt in iemands jonge jaren veroorzaakt. Die schade ligt dan 'opgeslagen' in de huid en komt op latere leeftijd naar voren. Ze was nooit een braadkip maar een verbrande huid overkwam haar weleens. 

De arts stelde een kwaadaardige tumor vast aan de zijkant van haar gezicht. Dat plekje was al eens eerder met stikstof behandeld. Kennelijk niet afdoende. Er was geen haast bij, de ingreep werd voor enkele weken later gepland. Bij het lezen van dat woord ‘kwaadaardig’ voelde ik even een naar gevoel. Het was een déjà-vu van jaren geleden, toen zij de diagnose borstkanker kreeg gesteld. Maar ook dat werd goed behandeld. Gisteren was het World Breast Cancer Day, de internationale dag van borstkanker. Daar sta ik altijd bij stil. Sacheen Littlefeather (75) en Olivia Newton John (73) zijn recente trieste bewijzen dat er nog steeds vrouwen overlijden aan de gevolgen van borstkanker, tientallen jaren nadat er bij hen voor de eerste keer een knobbeltje werd ontdekt.  

Een week of anderhalf geleden kregen we een telefoontje van het ziekenhuis dat de operatie een paar dagen zouden worden vervroegd. Laat het maar gebeuren, zeiden we unisono. Overigens leek de vlek in haar gezicht in de tussentijd minder zichtbaar te worden. 

In Spanje hebben 47 personen op de 100.000 inwoners jaarlijks last van huidkanker (carcinomen), volgens cijfers uit 2020 van de statistiekafdeling van de AECC, de Spaanse Kankerbestrijding. Basaalcelcarcinoom is hier de meest voorkomende vorm van huidkanker, goed voor 80 à 90% van alle huidcarcinomen. Dat betrekkelijk lage aantal verbaase mij. Als ik het goed heb omgerekend, zou dat neerkomen op ruim 22.000 personen per jaar die het overkomt. In Nederland kregen 82.800 mensen in 2021 de diagnose huidkanker gesteld, aldus het KWF. Dat aantal is bijna het viervoudige van Spanje, het land van gemiddeld 2.500 zonneuren -ruim 300 dagen- per jaar. De Nederlandse weerdienst stelt dat er daar gemiddeld 1.500 à 1.550 zonneuren per jaar zijn. Ook daar krijgt een ruime meerderheid (60.000) te maken met basaalcelcarcinoom. 

In het ziekenhuis vroeg de  verpleegster aan mijn liefje of ze nerveus was. “Nee”, was het resolute en eerlijke antwoord. Ooit stond ze voor hetere vuren. Bovendien is ze in dit soort omstandigheden nogal een koele kikker. Dat kon niet worden gezegd van een oudere lotgenote. Die zat, naar verluidt, te hyperventileren en bibberde  als een rietje. Kasian. Diezelfde verpleegster had overigens geen verstand van het aanbrengen van de canule voor een eventueel infuus. Het lukte haar niet op de rug van de linkerhand van mijn liefje en op haar rechterhand pas na veel gepruts. (De beide handen bleven nog lang donkerblauw.) Bepaald geen zuster Clivia. Haar moet het prikdiploma maar  tijdelijk worden ontnomen. En dan terug naar de prikschool... als oefenobject! De troela. 

Het duurde even voordat ze terugkwam. Met een huidkleurige pleister op haar wang, een geel uitgeslagen gezicht -van de betadine- en een scheve mond. Ik maakte een grap zodat ik die goed kon zien en vastleggen op foto. Ze sprak een veto uit over publicatie van het plaatje en dat respecteer ik. 

Daarna volgde haar uitgebreide verslag. De chirurg had zich over haar gebogen op de operatietafel, bekeek beide kanten van haar gezicht en vroeg waar de plek precies zat. Aan de kant waar hij begon te kijken. Hij kon niets zien dat in de buurt kwam van een kwaadaardige tumor. Had hij zich wellicht vergist en een verkeerde diagnose gesteld? Het goede nieuws is dat er die dag niet werd  gesneden in de wang van mijn liefje. Wel werden biopten genomen die naar het lab werden gestuurd. Voorlopig houdt de dermatoloog het op basaalcelcarcinoom. Hij stelde een wat later consult in de tijd voor om te zien of de plek terugkeert. Pas dan krijgen we te horen wat zich daar onderhuids bevindt. Het is te verdragen. Met dat huidkleurige kussentje op het gelaat lijkt het alsof ze hamsterwangen heeft. Dat is aandoenlijk... De hechtingen gaan er later vandaag uit. Ik houd van deze vriendinnen, gebutst of niet!


zondag 16 oktober 2022

Van Gogh moet je eren, niet versjteren

Enige tijd geleden zag ik bij toeval een interview met een jongedame van Just Stop Oil die door een conservatief Brits mediabedrijf werd geïnterviewd. Ze werd scherp ondervraagd maar hield zich goed staande en zei onverstoord wat ze wilde zeggen. Ze werd onder andere onderhouden over de gekozen naam van de actiegroep. Die vond de interviewer belachelijk in zijn eenvoud. Maar waarom zou je iets moeilijk doen als het ook gemakkelijk kan? Ze willen nu eenmaal dat oliemaatschappijen stoppen met hun productie. Just stop! Deze groep is een coalitie van milieugroepen die willen dat de fossiele brandstofindustrie (olie- en gasbedrijven) een halt moet worden toegeroepen. Daarin zijn ze niet de enige. Vrijdagochtend trof ik deze illustratie aan in de Volkskrant, van politiek cartoonist Bas van der Schot. 

Die middag las ik dat activisten van diezelfde actiegroep twee blikken tomatensoep leegden over een schilderij van Vincent van Gogh dat in de National Gallery in Londen hangt. Het gaat om ‘Zonnebloemen’ uit 1889. Van Gogh wilde graag bekend worden als dé kunstenaar van zonnebloemen. In tegenstelling tot menige collega vond hij juist het grove van deze bloem interessant, zelfs in uitgebloeide vorm. Hij schilderde vijf versies van het betreffende beeld, twee gingen helaas verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nu wil het toeval dat ik onlangs een lekkere fleecetrui kado kreeg met daarop dezelfde zonnebloemen van Vincent in kruissteek op de rug. Die gaat mij wel warm houden deze winter! 

Deze protestactie van Just Stop Oil zou de Britse regering ertoe moeten aanzetten alle olie- en gasprojecten per direct te beeïndigen. Ik begrijp iets van activisme, denk dat ik mij kan verplaatsen in jongeren en snap de zorgen die leven bij jongere generaties. Ik ben het dan ook roerend eens met hun missie maar niet met deze manier van aandacht vragen. Een aantal mensen die op de Nederlandse tv om een reactie werd gevraagd, vond het een goeie PR-stunt. (De smijters zouden hebben geweten dat er glas voor het schilderij zat.) Zelf was ik minder mild in mijn reactie. Er is momenteel al zoveel narigheid in de wereld, waarom zou je iets dat zo prachtig is, lelijk willen maken? Deze manier van actievoeren vind ik beneden alle peil en zijn doel ruim voorbijschietend. Dit was een daad van agressie. Ik moest denken aan een uitspraak van gitarist Frank Zappa die ik ergens optekende “the mind is like a parachute: it only works when it´s open.” Tja. 

In tweets van de activisten las ik het volgende: ‘Is art worth more than life? More than food? More than justice? Thanks to skyrocketing gas prices, millions of British families won’t be able to afford to heat a can of soup this winter. Only Civil Resistance can get us out oft he crisis. It’s time to step up and stand up for what’s right.’ 

Het is goed om te ageren tegen een falende overheid. Dat gebeurt ook regelmatig in Nederland. Het is ook prima om piekbelasters en andere vervuilers te dwingen hun verantwoordelijkheid te nemen en te stoppen met het belasten van mens en natuur. Maar het is geen kwestie van of-of als het om (het belang van) kunst of leven gaat. Ze horen bij elkaar als een vis in het water. Kunst, en zeker die van Van Gogh, maakt ons leven mooier. Waarom moest een prachtig doek als dit dan -weliswaar symbolisch- worden beschadigd? Ik noem dat landschapsvervuiling... 

De activisten hadden beter op bezoek kunnen gaan (wel vreedzaam) bij de recent aangetreden Britse premier van het Verenigd Koninkrijk Liz Truss, die er inderdaad een potje van maakt. Of ze hadden actie kunnen voeren tegen de nieuwe minister Kwasi Kwarteng van Financiën maar dat heeft nu geen zin meer. Die werd op diezelfde dag door zijn baas de laan uit gestuurd, na amper 37 dagen in functie te zijn geweest. Truss volgt binnenkort, vermoed ik. Just Stop Oil riep mensen op elke dag van oktober bij Westminster te gaan protesteren. Dat lijkt mij een meer gepaste actie. 

Voor Vincent van Gogh was de natuur heel belangrijk. Hij vond er persoonlijk veel troost en inspiratie en had als kunstenaar veel oog voor details van die natuur. Hij schilderde liever buiten dan binnen en koos dan niet alleen zonnebloemen als object. Ook vlinders, insecten, bomen en boomgaarden, korenvelden, tuinen, slootjes, olijfgaarden, oogsttaferelen, blauwe bergen, dotten van wolken, landschappen bij avondschemering en sterrenhemels. 

Op de website van het Van Gogh-museum las ik dat Vincent vond dat je als kunstenaar de natuur écht moest kennen en begrijpen. Dat lukte het best op de plek waar je er middenin kon wonen en werken: het ongerepte platteland. Hij was het ook die zei “... ik zie in de hele natuur, bijvoorbeeld in bomen, expressie en als ’t ware een ziel.” Waarom zou je dan als activist juist iets van deze kunstenaar willen besmeuren in je strijd? Ik begrijp dat niet. Omdat dit schilderij ooit 83  miljoen euro opbracht op een veiling? Daarvan kun je inderdaad heel veel armlastige families helpen in crisistijd. Tja.

Het werk van Van Gogh werd in een recente aflevering van Masterchef Australia op gepaste wijze in het zonnetje gezet. Een uitvoering van een typisch Van Gogh-bos (Bomen en ondergroei) vormde het decor voor een kookuitdaging in het Lume-gebouw; dat is de eerste galerie voor digitale kunst in Melbourne. Twee teams moesten zich daar laten inspireren door de Nederlandse kunstenaar en zijn werk. Ze moesten komen tot een kunstzinnig en kleurrijk driegangenmenu. De kandidaten konden alleen kiezen uit 100% natuurlijke ingrediënten. Het leverde fraaie gerechten op; onder andere takken en boomstammetjes van chocolade, gefrituurde preireepjes als  bosbrand en desserts met bosvruchten. 

Alvin Quah was die dag een van de teamcaptains. Jurylid Mel waardeert hem ook om zijn glossy brillen; die zijn elke aflevering anders. Quah was eerder kandidaat in de tweede jaargang van het programma (2010); destijds eindigde hij als zesde. Hij werd geboren in Kuala Lumpur (Maleisië) en heeft een Chinees-Maleise achtergrond. Net als heel veel jongeren met Chinese ouders werd hij verplicht een academische studie te volgen alhoewel hij liever kunstenaar was geworden. Jarenlang werkte hij als wetenschapper bij een farmaceutisch bedrijf. Totdat hij de eerste jaargang van Masterchef Australia zag. Poh Ling Yeow die destijds tweede werd, wist hem te inspireren. Zij kookte vaak Maleise gerechten en dat zette hem tot dromen aan. Zij was eveneens mijn favoriet voor de overwinning maar die eer ging naar Julie Goodwin, de kandidate die nu weer meedoet in seizoen 2022. Ze doet het goed. Hoe leuk is dat?! 

Alvin is nog steeds een graag geziene gast in kookprogramma‘s. Hij leeft met zijn partner Mark. Op de foto staat hij bij het gewraakte schilderij van Vincent van Gogh dat voorheen in de National Gallery van Canberra hing, de hofstad van Australië. Toeval bestaat.  


donderdag 13 oktober 2022

Varia culinaria

We gingen onlangs boodschappen doen bij een grote internationale supermarkt maar moesten eerst iets kleins eten. Shoppen op een bijna lege maag is niet aanbevolen. We kwamen terug van een afspraak met onze gestor in onze voormalige woonplaats. In de buurt zit al jarenlang een Belgische lunchroom die we tot dan toe nooit bezochten. Nu besloten we daar snel iets te nuttigen en dan onze route te vervolgen. Een Belgische jongeman bracht  ons de lunchkaart. Mijn oog viel op een gerecht dat ik niet eerder aantrof in Spanje. Je kunt het geen guilty pleasure noemen want ik had het al minstens 50 jaar niet gegeten. Ik houd niet van witbrood en niet van afvalvlees maar toch bestelde ik een broodje frikandel speciaal! De snack is een Hollandse uitvinding en daar al 70 jaar verkrijgbaar. Er zijn veel broodjes aap over de frikandel. Dat het zou bestaan uit koeienogen of -uiers en ander derderangsvlees. Het is geen geheim dat de frikandel (of frikadel) merendeels uit separatorvlees bestaat, de laatste restjes vlees aan een karkas. 

Ik keek mijn ogen uit toen het broodje voor mijn neus werd gezet. Mijn eerste gedachte was dat het leek op de Sarko van Exit International... maar hopelijk minder dodelijk. Zo vervreemdend als het eruitzag met die paarse bovenlaag, zo lekker smaakte het. Ik denk dat ik wel een paar seconden met mijn ogen dicht heb zitten kauwen van genot. Mijn liefje bestelde iets anders en vroeg of ik iets van haar wilde proeven. Nee, zeker niet. Ik was veel te bang dat zij dan een hapje van mijn freak wilde nemen. Delen is leuk maar nu even niet. Deze was helemaal van mij. Zelfs het laatste kloddertje saus likte ik gretig van het bord. Schoon op! Daarvoor kom ik nog wel een keer terug, vrees ik. 

Laatst gingen we lunchen met vriend Frans, die je als regelmatige lezer ook kent als Paco. We stelden voor naar Beach Club Kinita te rijden in de provincie Murcia. Hij kende de plek nog niet en wij vinden het een prettige horecalocatie met een leuke kaart. Het had de avond en nacht daarvoor flink geregend dus er stonden diepe plassen in de weg ernaartoe. Deze club is gelegen aan de Mar Menor, naast een camping en tegenover het militaire vliegveld. De toegang is deels ongeplaveid dus we hobbelden en laveerden naar onze bestemming. Eenmaal op het terras bleek er geen plek voor ons te zijn: alle tafels waren gereserveerd. Het was nog maar 13:00 uur en daarover maakte ik een opmerking tegen de Spaanse gerant. Was dat niet wat vroeg om dan te stellen dat er geen plek voor ons is? Zouden we dan klaar zijn met de lunch om drie uur? Vroeg hij. Wij dachten wel. We mochten plaats nemen. Dat een mondje Spaans spreken iets oplevert, concludeerden we toen de Hollanders na ons werden weggestuurd. 

Mijn liefje is een grote croquetas-fan, of het nu de Nederlandse of de Spaanse variant betreft. Die van Kinita zijn gemaakt van rabo de torro (ossenstaart) en zijn van zeer degelijk formaat. Daarmee wilden we beginnen: twee voor Paco en wij ieder eentje. We gingen immers nog een tweede gerecht kiezen. 

De jongedame die ons bediende, kwam even later met een bord met vier ballen uit de keuken gestoven. Pigs in Space, daar kwamen ze aangevlogen! Ze wilde ze met een zwierig gebaar op tafel zetten toen er eentje losschoot van de truffelmayonaise -die eronder en er bovenop zit- en landde in het glas rode wijn van mijn liefje. Hole in One! De ene associatie was nog gekker dan de andere. De serveerster sloeg de handen voor haar gezicht... De wijn was over de rand van het glas geklotst en vernielde het damasten tafelkleed. Wij barstten in lachen uit en dat haalde de kou uit de lucht. Het voorval leidde ook tot nogal wat hilariteit bij andere gasten op het terras. Ik ken mensen die kwaad zouden zijn opgestaan en er nooit meer waren teruggekeerd maar gelukkig zitten wij anders in elkaar. We zagen de humor ervan in. Ik moest vooral gniffelen om het precisiewerk bij de lancering van deze vleesbom. Het bordje met de allenige bitterballen ging terug naar de keuken. Er kwam een nieuwe serveerronde en een schoon wijnglas, geen nieuw tafelkleed.

Voor Paco kookte ik een nieuw hoofdgerecht op zijn bonte avond. Dat is ritueel bij ons op de avond voor vertrek. Wat inmiddels ook ritueel is, is dat hij knoeit op ons tafelkleed (welke er dan ook ligt). Een vlek noemen we tegenwoordig plagend 'een Fransje'. 

Het gerecht werd bedacht door de Britse chef Colin McGurran, een bekende tv-kok en restauranteigenaar in Lincolnshire. Hij heeft daar tevens een grote moestuin en een boerderij voor eigen productie. Het gerecht dat ik namaakte is knapperig varkensvlees (buikspek of varkenspoot) met geroosterde verse ananas, ananassalsa met verse koriander en satésaus met heel veel specerijen en kokosmelk. Zelf voegde ik nog wat gegrillde prei toe aan de dish. Er-rug lekker, al zeg ik het zelf. Er zijn vrienden die niet van varkensvlees houden maar wij eten het van snuit tot staart (zij het in kleine porties). Ik ga onze gezellige vrienden missen. Om zakelijke redenen keren zij voorlopig niet terug naar hun vakantiehuis in Spanje. 

We vorderen goed in deze jaargang van Masterchef Australia. Ik zit dagelijks aan de buis gekluisterd als er niets tussenkomt (een etentje of zo). Als er niet rechtstreeks kan worden gekeken, kijk ik de volgende middag terug. Je bent fan van het programma of niet! Van de 24 kandidaten die aan seizoen 2022 begonnen, vielen er inmiddels tien af: zes fans (amateurkoks) en vier favorieten (eerdere kandidaten in de Masterchef-keuken). 

Mijn favoriete Fan is Harry Tomlinson, een barista uit Victoria die een ster is in het bereiden van groentegerechten. Ze heeft creativiteit en is een meid met (bitter)ballen. Haar oorspronkelijke naam was Caitlin. Als jong meisje werd ze vaak gepest op school omdat ze groot van postuur is. Dat maakte haar onzeker over wie ze was. Nadat ze haar meisjesnaam veranderde in Harry vielen dingen steeds vaker op hun plaats. Op haar 19de verhuisde ze naar Londen maar inmiddels woont ze weer in Melbourne. Een van haar culinaire dromen is om in de voetsporen te treden van culinair recensent Melissa Leong (Mel), een van de juryleden van dit jaar.

Onder de Favorieten vielen Minoli de Silva en Sashi Chelia intussen af, tot mijn spijt. Ik las dat zij onlangs een restaurant met moderne Sri Lankaanse gerechten opende in Darwin. Dat adres gaat op mijn reiswensenlijstje! Sashi, winnaar van 2018, vertelde dat hij zich intussen meer zakenman dan kok voelde maar dat veranderde de deelname aan deze jaargang. Zijn restaurant Gaja by Sashi is gevestigd in Adelaide en later dit jaar opent hij een restaurant in Chennai, Zuid-India. Zijn keuken wordt beïnvloed door Singaporese, Maleise en Indiase smaken. Binnenkort verschijnt ook zijn eerste kookboek, getiteld 'Kampong Boy'. Hun vertrek nam een flinke hap uit de Aziatische gerechten die in het programma worden gekookt. 

Mijn favoriet in de groep Favorieten is Billie. Eigenlijk is zij de favoriet van mijn liefje want zij sprak als eerste uit dat ze denkt dat Billie gaat winnen dit jaar. Ze is de stille kracht van de groep, met een bescheiden uitstraling. Mooi mens. De grote favoriet van meekijkende vriendin Bernadette in Nederland -net zo'n fan van het programma als ik- is de innemende Tommy Pham met Vietnamese roots alhoewel ook zij fan is van Billie. Who doesn’t love Billie? (Het is dan ook 'onze' Billie!)

Billie McKay was de winnares van 2015. Destijds kreeg zij na de finale de uitnodiging van de Britse chefkok Heston Blumental om te komen werken in zijn (3) Michelinsterrenrestaurant 'The Fat Duck'. Dat krijg je niet zomaar voor elkaar, dan heb je heel wat in je mars. Toen wij jaren daarvoor in Engeland woonden, gingen we er een aantal keren dineren. Ik heb geen idee wat Billie daarna deed. Zij komt uit New South Wales waar haar familie een melkveeboerderij heeft, zo las ik in een Australische voorpresentatie. Sinds haar terugkeer uit Engeland legt zij zich vooral toe op het maken van kazen. 

Bijna elke keer dat er iemand afvalt, leidt dat tot een tranendal in Huize Barefoot. Dan zitten we met een doos papieren zakdoeken tussen ons in op de bank te snotteren. Het mooie van deze jaargang is dat iedereen een concurrent van elkaar is maar dat er geen enkele onderlinge animositeit lijkt te bestaan. Dat is uniek. 

Wat ik erg leuk vind aan deze jaargang zijn de creatieve uitdagingen die het productieteam weer wist te bedenken. Never a dull moment! Als je denkt dat je alles al eens heb gezien, sta je weer verbaasd. Een Mystery Box waarin een zwevende wolk zat (kandidaten moesten daarna hun beste rainy day-gerecht maken), of eentje waaruit een Airfryer tevoorschijn kwam. Geen kandidaat wist hoe je dat apparaat moest gebruiken. Het leverde verrassende gerechten op. Of een smaaktest op basis van een wal met uitsluitend groene groenten en kruiden waarmee daarna mocht worden gekookt door de personen die goed raadden. Zo konden ze een gooi doen naar immuniteit. Sommige van hen gingen alsnog in de fout omdat ze een groente kozen die wel groen was maar niet in de wal verstopt zat. En heel veel andere noviteiten en verrassingen. Dit programma is een aanrader voor amateurkoks en de Australia lovers, al is het geen kijkcijferkanon (meer). I don't care. 

 

zondag 9 oktober 2022

Kijk nou!

Illustratie: Sigmund - Peter de Wit
Dit is het vervolg op een eerdere blog, getiteld ‘Het wordt steeds gekker op de trekker’ van 6 juli jongstleden. Er was in de afgelopen dagen één document waarnaar werd uitgezien en dat de gemoederen bezighield in Nederland: het rapport van onafhankelijk gespreksleider Johan Remkes (1951, VVD) in het kader van de stikstofcrisis in het land. Hij functioneert in dit dossier vooral als Haarlemmer olie.

In artikelen en gesprekken werd Remkes vaak ‘bemiddelaar’ genoemd maar dat was hij juist niet. Er valt namelijks niet te bemiddelen. De stikstofuitstoot is veel te hoog in Nederland, de status van belangrijke natuurgebieden holt achteruit en lokale veehouderijen en enkele reuzen uit de chemische industrie zijn de grote vervuilers. Daarin moet hoognodig worden ingegrepen. Remkes moest het stilgevallen gesprek tussen de agrarische sector en de overheid weer vlot trekken. Of dat gaat lukken, blijft nog even de vraag. Aanstaande dinsdag wordt een stemming gehouden onder de leden van LTO Nederland over de inhoud van het rapport. Die organisatie vertegenwoordigt 35.000 agrarische ondernemers. Als er tegen wordt gestemd, is men terug bij af.

Cabaretier Youp van 't Hek beschreef Remkes in zijn wekelijkse column als een man “met rustieke boerenkiespijnkop en murmelende praatjes. Een schitterende stripfiguur”. Geen idee of daaruit veel waardering spreekt... Het rapport draagt de titel ‘Wat wel kan’ en werd tamelijk goed ontvangen door de meeste betrokkenen. Er moest weer een verstandhouding gaan ontstaan die de inhoud en het gesprek over een duurzame toekomst voor agrarische ondernemers centraal stelt. Een van de eisen van boeren was dat de Stikstofkaart van Nederland van Christianne van der Wal, minister van Natuur & Stikstof, van tafel moest. Dat werd overgenomen. De terreur van Het Kaartje. Tja. In mijn ogen was er weinig mis mee. Eindelijk maakte een minister haar aanpak duidelijk, na al die bange voorgangers op dat departement. Ondanks het weglaten van de kaart blijven alle natuurbelastende bedrijven in het vizier.   

Illustratie: Marc-Jan Janssen
Uit de titel van het Rapport Remkes (60 pagina’s) blijkt dat onze onafhankelijke gespreksleider, de man die door politieke verslaggevers ook wel “de minister-president die het land nooit kreeg” wordt genoemd, nog kansen ziet voor de agrarische sector. De punten waartegen de boeren al maandenlang protesteren, blijven echter in beeld met hier en daar een verschuiving. 

Er valt wederom te lezen dat het noodzakelijk is om op zeer korte termijn veel minder stikstof te gaan uitstoten om natuurherstel  in het hele land mogelijk te maken. Als dat niet gebeurt, zullen de consequenties ook voor andere aspecten van het leven heel groot zijn. Nederland gaat dan op slot, omdat het juridisch nauwelijks meer mogelijk is om nog vergunningen te verlenen. Niet voor de bouw van huizen, niet voor boerderijen, niet voor wegen. En als de bouw stilvalt, heeft dat forse economische en sociale gevolgen. 

Remkes presenteert een denklijn om uit de ontstane impasse te komen en de agrarische sector een toekomstperspectief te bieden. Zijn denklijn moet niet worden verward met een definitief plan. In deel I van het document vat hij het vraagstuk samen en doet hij aanbevelingen. In deel II werkt hij die uit. Bovendien zet hij uiteen wat er met de onderlinge relaties tussen betrokkenen moet worden gedaan ter ondersteuning. Burger(stad vs platteland)-provincie-overheid, agrariër-subsector-sector-provincie-Rijk. En hun belangenbehartigers.   

Zijn belangrijkste boodschap vind ik dat er 500 à 600 piekbelasters in de nabijheid van natuurgebieden moeten worden uitgekocht in één jaar tijd. Met vrijwillige uitkoop, verplaatsing of onteigening. Dat wordt nog een hele klus want dit jaar zijn tot nu toe slechts 24 boerenbedrijven uitgekocht, ondanks de woest aantrekkelijke regeling van de Nederlandse overheid. Deze piekbelasters, 's lands grootste uitstoters van ammoniak en/of stikstofoxiden, tref je zowel in de agrarische sector als in het bedrijfsleven aan. Remkes voegde geen lijst aan zijn rapport toe maar die is er ongetwijfeld wel. Die toont waarschijnlijk verdacht veel overeenkomst met de dikke stippen op de eerdere stikstofkaart...

In een recent artikel in de Volkskrant las ik dat van de lijst (uit 2019) van de 100 grootste ammoniakuitstoters er 90 veebedrijven zijn. De uitstoot van ammoniak, grotendeels toe te schrijven aan de landbouw, nam de laatste jaren nauwelijks af. De uitstoot van stikstofoxiden, vooral afkomstig van weg- en vliegverkeer en industrie, is sinds 2010 bijna gehalveerd. Op een lijst van de 100 grootste uitstoters van stikstofoxiden, aangevoerd door Tata Steel (IJmuiden), is geen veehouderij te vinden.

Ik trof genoeg nieuwe info aan in het rapport om geïnteresseerd verder te lezen. Zo las ik dat er in Nederland 52.500 agrarische ondernemers zijn. Ik viel van mijn stoel van dat grote aantal! 2.700 van hen zijn tuin- of champignonbouwers, 5.600 opengrondtuinbouwers, ruim 11.000 akkerbouwers, ruim 25.000 in de veeteelt, van wie 14.500 melkveehouders zijn, waarvan 5.500 intensieve veehouders. Circa 3.000 ondernemers combineren minimaal twee sectoren in hun bedrijf. 

Van alle agrarische ondernemingen heeft 70% een bedrijfshoofd ouder dan 50 jaar. Ruim 60% van hen heeft naar verwachting geen opvolger. In totaal zou het gaan om ongeveer 20.000 bedrijven. Hier liggen dan ook volop kansen voor vrijwillige uitkoop, wat mij betreft. Een klein aandeel van de markt wordt bediend door biologische boeren; variërend per sector (rond de 4%) is dat erg laag vergeleken met het EU-gemiddelde. Dit groeit gestaag maar de betalingsbereidheid onder Nederlandse consumenten van de meerprijs voor bioproducten valt tot dusver tegen. De Europese ambitie ‘Farm to Fork’ is erop gericht 25 à 30% van de overall productie biologisch te maken. Groen boeren verdient een realistische positie en vraagt samenwerking in de hele voedselketen. 

60% tot 75% van de huidige productie in Nederland is bedoeld voor de export (afhankelijk van de sector), slechts 25% tot 40% wordt geproduceerd voor Nederlandse consumptie. Daarvan is grofweg 50% voor supermarkten en 50% voor food services bestemd (bedrijfskantines, verpleeghuizen, ziekenhuizen, maaltijdservices, horeca). Dat Nederland een voedseltekort zou krijgen met minder boeren is kletspraat. 

Remkes conclusie is dat er plekken zijn in Nederland waar specifieke vormen van landbouw niet meer kunnen, maar ook dat er plaatsen zijn waar die nog wél passen. Vandaar de positieve rapporttitel. Er lijkt echter nergens plek meer voor intensieve veeteelt. Tijdens zijn gesprekken met boeren kwam hij tot de ontdekking dat het voor de meeste agrarische partijen niet acceptabel is dat het kabinet agrarische ondernemingen gaat onteigenen of hun vergunning gaat intrekken. Eens vergund blijft vergund”, stellen zij. 

Maar zo zit de wereld niet (meer) in elkaar, denk ik. Dat is valsspelen voordat de wedstrijd is begonnen. Een afgegeven vergunning is niet in marmer gebeiteld, die is te allen tijde afhankelijk van de omstandigheden en die veranderen nu eenmaal. Bovendien zou het bij het uitgesproken aantal uit te kopen piekbelasters slechts gaan om 1% van de agrarische populatie. Gaan de boeren daarvoor weer de snelweg op met hun trekkers? Weer overal omgekeerde vlaggen op het platteland? Weer dreigend op de stoep staan bij de minister thuis? Toe nou! 

Allereerst moet worden gezorgd dat de natuur in Nederland niet verder verslechterd en dat de stikstofgevoelige Natura2000-gebieden kunnen herstellen. Het stikstofgehalte dat daar wordt uitgestoten, moet komend jaar al fors dalen; bij voorkeur naar nul of daaromtrent. Zonder dalende lijn in de emissie is er geen ruimte voor maatschappelijke en economische ontwikkelingen en blijft het land deels op slot. Om daaraan een einde te maken, is een ambitieus en juridisch houdbaar kortetermijnplan nodig. De keuze aan kortetermijnmaatregelen is echter beperkt en de tijd dringt.

Wat daarnaast ook broodnodig is, voor zowel de agrarische sector als het hele land, is dat er een langetermijnvisie op de landbouw wordt gevormd. Waar wil Nederland op termijn naartoe met landbouw en veestapel? In welke zones in het land kan nog wel worden geproduceerd? Door hoeveel en welk soort bedrijven? De boerenbedrijfsvoering moet in lijn worden gebracht met de eisen die klimaat, dierenwelzijn, water, bodem, gezondheid en cultuur stellen. Landsbelang boven eigenbelang. Dat de veestapel moet worden verminderd, lijkt mij (en Johan) onvermijdelijk. Op termijn moet voor alle betrokkenen helder zijn hoe uit een nieuwe landbouwstrategie een goed verdienmodel volgt. Daarvoor is effectieve overheidscoördinatie nodig en slimme Europese samenwerking. Gaat dat lukken?


dinsdag 4 oktober 2022

Ginger Alee

Yudha Prabowo (AP)
We videoappten onlangs weer eens met onze jongens in Bali. De eerste minuten van dat gesprek werden ingenomen door het bespreken van een dramatisch verlopen voetbalwedstrijd in Malang, Oost-Java. Daarbij kwamen tenminste 125 voetbalsupporters om het leven, waarvan 32 kinderen. Voor twee tieners van 14 en 15 jaar die omkwamen, was het de eerste keer van hun leventje dat ze naar een wedstrijd gingen... Er liggen nog meer dan 100 mensen in het ziekenhuis. Aanhangers van de verliezende thuisclub stormden gefrustreerd het veld op na de wedstrijd. Agenten van de Nationale Politie sloegen hard in op de meute en probeerden de mensen uiteen te drijven met traangasgranaten. Dat verergerde de paniek en chaos. Wat een vreselijke escalatie; de politie in Indonesië is berucht om zijn excesssieve optreden. Toen ik het bericht las moest ik direct denken aan onze twee Balinese voetbalvriendjes. Dit had hen ook kunnen overkomen, al zijn het geen relschoppers. 

Het goede nieuws dat vorige week uit Indonesië kwam, was dat Nederlandse bedrijven personeel voor de gezondheidszorg gaan werven in dat land. Sommige Nederlandse ziekenhuizen doen dat al enige tijd. Op de eerste van deze maand begon een groep van 25 verpleegkundigen uit Indonesië bij een zorginstelling in Limburg. Het Hoofd PZ van die instelling is van mening dat Nederland op dat punt achterloopt bij andere Westerse landen. Aziatische verpleegkundigen (ook die uit de Filipijnen) zijn zeer gemotiveerd en hebben doorgaans al veel werkervaring. Hoewel ze over alle diploma’s en werkervaring in het land van herkomst beschikken, moeten ze eerst hun certificering behalen voor het werken volgens de Nederlandse wetgeving en maatstaven. De verpleegkundigen en studenten die overkomen, zijn uitgebreid getraind -en gescreend- in de beheersing van de  Nederlandse (zorg)taal en cultuur. Ik bekeek een filmpje waarin drie Indonesische jongeren (twee jonge vrouwen en een jongeman) met elkaar praatten in bijna-perfect Nederlands. De volgende dag zouden ze afreizen naar Belanda. Mij klinkt dat goed in de oren maar niet iedere politieke partij in Nederland gaat daarin mee. Of ze ooit terugkeren naar hun geboorteland? Misschien wel, misschien niet. (Dat is van latere zorg.) Overigens appen we tegenwoordig af en toe in het Nederlands met onze Balinese mannetjes. Yuda gaat daarin graag voorop. Nog even en hij kan zó aan de slag als toekomstige mantelzorger van zijn bijna-bejaarde witte oma's! 

In de nacht die aan het videogesprek voorafging, kwam er een piepje binnen op de telefoon. De mobiel ligt beneden en normaliter staat het geluid uit maar deze keer niet. We bleken beiden wakker te liggen en constateerden dat onze verre vriendjes contact met ons zochten. Damai bleek wakker te zijn geworden met de gedachte aan lekker eten. Hij vroeg ons het recept van de Australische ‘pie’ die op het menu staat van het restaurant in het resort in Noord-Bali waar wij de laatste jaren verblijven als wij hen komen bezoeken. Een van de eigenaren, Richard, is Australiër van herkomst; hij trouwde met een Balinese en met haar kreeg hij twee leuke dochters. (Hij naturaliseerde uiteindelijk tot Indonesiër.) Het is een vleespasteitje naar Australisch recept dat wordt geserveerd met een dikke vleessaus bomvol smaak. 

Ik moest lachen om zijn vraag. Beide jongens werden door ons heuse smulpapen maar ze zijn tevreden met wat hen wordt voorgezet als wij er niet zijn. Tijdens onze bezoeken is het vaak feest, wij gaan graag met hen uit eten in lokale restaurants. Ze zijn goedgemanierd en eten hun bord altijd leeg. We bezorgden  de mannetjes culinaire verrassingen en vaak is eten ons onderwerp van gesprek. Damai wil vaak weten hoe iets wordt bereid zodat hij aan zijn moeder Elsa kan vragen of zij iets dergelijks voor hen maakt. 

Ik herinner mij de eerste keer dat een jonge Yuda (inmiddels 15) zo´n pie wilde eten in een restaurant. We zaten aan tafel en hij zei dat hij graag ‘kue’ wilde; dat is het Bahasa Indonesia voor taart. Wij gebruikten het woord tot dan toe voor zoete taart dus we zeiden dat hij beter iets hartigs kon bestellen. Hij keek mijn liefje aan en zei dat hij net zo’n taart wilde als zij de avond ervoor bestelde. Het kwartje viel: het was de vleespastei waarop hij doelde. Ja, die mocht hij zeker bestellen! De pie ging schoon op, er bleef geen kruimel op zijn bord achter. De laatste druppel saus likte hij met een lange vinger uit het meegeleverde kannetje. 

Als onze vriendjes bij ons verbleven, mochten ze altijd vers fruitsap, melk of water bestellen. Daarop bestond geen limiet. Alleen in het weekend stonden we toe dat zij een glas frisdrank aan tafel dronken. Dat was soms coca-cola (wel zonder suiker). De oudste wilde echter alles proberen wat wij dronken of aten. Zo testte hij tonic (zonder gin) en zelfs dat vond hij lekker als jochie. Op een bepaald moment bestelde de wijsneus ‘ginger alee’. Mijn liefje had de voorgaande dag een flesje ginger ale besteld en dat wilde deze copy cat ook weleens proberen. Hij wist wat hij wilde, kon het alleen niet uitspreken. De doos met dit soort herinneringen zit boordevol. Sweet memories. 

Mijn liefje stelde de mannetjes recent voor om een Whatsapp-groep te formeren. De meeste kwesties die we uitwisselen zijn geschikt voor beiden. Wij zouden dan een toepasselijke profielfoto maken en zij moesten een creatieve naam voor ons kiezen. Hun zelfbedachte groepsnaam werd  The Lovely Group. Geen toppunt van creativiteit maar het is hun idee dus wij doen het ermee.