Translate

vrijdag 30 september 2022

Search and Rescue

In de afgelopen week was het hier kortstondig noodweer, vooral in buurprovincie Murcia. Javalí Viejo, een dorpje met 300 inwoners (net zoveel als er in onze woonwijk wonen voor en na de zomer), werd snoeihard getroffen door tropische cycloon Hermine en dat leidde tot dramatische overstromingen. Een donkerbruine watermassa kolkte er door de straten en zette de boel op zijn kop. Een 62-jarige inwoner die thuis voor de tv in slaap was gevallen, werd door het razendsnel wassende water overvallen en 300 meter meegesleurd. Dat overleefde hij niet. Al zijn buren moesten hun huizen zwemmend verlaten. 

Vriendin Bernadette -die vandaag haar verjaardag viert- (hiep-hiep-hoera!) stuurde mij een foto toe die ze aantrof in het FD. Daarop zie je schots en scheef hangende auto’s in een zwaar geteisterd straatje met allerlei aangespoeld materiaal dat daar evenmin hoort. De foto van deze chaos ging de wereld over, ik zag het beeld terug in menige krant. Ze vroeg hoe het ons verging. Wij kregen die avond ‘slechts’ 35mm regenval -best veel- maar in gebieden die inmiddels zijn uitgeroepen tot rampgebied viel er in een uur tijd ruim 200mm water. 

De afgelopen dagen hadden wij bezoek van vriend Diederik. Zijn bezoek stond eerder in het jaar gepland maar toen overleed mijn zus Ineke in Nederland plotseling en reisden wijzelf met het vliegtuig dat hem naar ons zou brengen, in tegenovergestelde richting. 

Diederik is de weduwenaar van mijn vriendin Nelly. Zij overleed in 2009 aan de gevolgen van uitgezaaide longkanker. De dag na die onverwachte, desastreuse diagnose (november 2005, een paar dagen nadat we op wereldreis gingen) gaf hij zijn baan op en werd haar toegewijde mantelzorger. Ik ken niemand die zoveel voor zijn zieke geliefde deed; in alle opzichten maar zeker ook op medisch vlak. Hij zocht haar ziektebeeld tot op de bodem uit totdat hij een halve medicus was (hij studeerde ooit medicijnen), ging op zoek naar experimentele behandelingen in binnen- en buitenland, naar alternatieve behandelingen, naar voedings- en andere experts in uiteenlopende richtingen. Door al die inspanningen en inzichten leefde ze langer dan statistisch mogelijk leek. (Dat klinkt kil maar zo bedoel ik dat zeker niet.) Zelf vindt hij dat hij uiteindelijk faalde -want ze overleed- maar dat is een volkomen onterechte zelfkastijding, wat mij betreft. We hoopten destijds allemaal dat deze vorm van kanker een chronische ziekte zou worden in haar tijd. Het mocht niet zo zijn. De strijd tegen longkanker blijft tot op de dag van vandaag een gevecht tegen de bierkaai. 

Het was deze Held van de Zorg die ik opwachtte op luchthaven Alicante. Van uitstel kwam gelukkig geen afstel. We waren blij elkaar weer in levende lijve te zien. We vierden het persoonlijke weerzien maar ook Nelly’s geboortedag afgelopen week. Hij logeerde niet bij ons maar huurde een apartement op loopafstand. 's Morgens ontbeet hij  hier en 's avonds liep hij naar zijn eigen onderkomen terug. Zijn rugzak puilde uit van de kadootjes: boerenkaas, Indonesische massagebalsem en boeken. Diederik weet waarmee hij ons kan verrassen. Zo toverde hij een mooi gebonden exemplaar in roze uitgevoerd van de ‘Zeer Fijne Boy’ uit de zak van Sinterklaas. (Gelukkig hoefden we niet op schoot te zitten en liedjes te zingen.) Hij en ik delen niet alleen de liefde voor Nelly, ook die voor auteur Gerard Reve, alias de Grote Volksschrijver. 

Er kwam eveneens een opblaaskado uit de zak. Het is een soort boei die achter een zwemmer aan dobbert en in geval van stress bij de kladden kan worden gegrepen. Diederik noemde dit levensreddende verrassingsgeschenk een Search & Rescue Do It Yourself Kit. Zo noem ik die dan ook voortaan. Onlangs blogde ik nog over zo’n hulpmiddel toen het ging over snorkelen in de wateren van Cabo de Palos. Daar ga ik vaak in mijn eentje ver de zee in, op zoek naar onderwaterwonders. Mijn liefje zou graag zien dat ik voor die momenten zo’n ding aanschaf maar ik voelde er niet veel voor. Diederik besloot anders voor mij. Ik beloofde hem de opblaasvriend te gaan gebruiken bij solozwempartijen. 

De dagen vulden zich met bijpraten en lekker eten. We haalden herinneringen op, vertelden anecdotes en herbeleefden memorabele gezamenlijke uitjes. (Daar waren er veel van.) Nelly wordt nog elke dag gemist. Haar knalblauwe ogen, liefde, vriendschap, aanstekelijke levensvreugde, ondeugd, humor. Tja. 

We aten Spaanse tapas en ik maakte onder andere paëlla met kip. Op de meeste dagen scheen de zon, op de enige dag van regen en onweer kaartten we. We introduceerde onze vriend in het spel SkipBo en dat legde hem geen windeieren. Op de laatste dag dat we kaartten, won hij de spelronde. We overtuigden hem tevens van het leuke van taalapp Duolingo voor het leren van de Spaanse taal. Nelly en hij waren fervente Spanjegangers. 

Op de avond van Nelly´s geboortedag reden we naar restaurant La Tropical in Los Alcázares, gelegen aan de Mar Menor. Dat plaatsje had tijdens de recente hoosbuien schade opgelopen maar niet zoveel als in voorgaande jaren. In het crisisjaar 2019 stond daar in alle huizen langs de boulevard tenminste een halve meter modderig regenwater. Daarna nam het bestuur maatregelen en die lijken nu vruchten af te werpen. Het meeste regenwater mondde deze keer uit in zee en kleurde de Mar Menor chocobruin. 

We wandelden die avond langs een zonnige boulevard en keken uit over de gemaltraiteerde binnenzee; de grootste van Europa. Sinds 21 september is dat bijzondere natuurgebied-in-nood een rechtspersoon. De Spaanse regering keurde een wetsvoorstel goed en verschafte deze lagune rechten als eerste in Europa, net als mensen en bedrijven. De wet bepaalt dat deze lagune voortaan recht heeft op bescherming, bewaring, onderhoud en herstel. De voogdij over Mar Menor komt in handen van drie organen, zij zijn de wettelijke voogden die de belangen van de binnenzee officieel gaan behartigen. Het werd tijd! Volgens kenners heeft Mar Menor 20 jaar nodig om te herstellen. Geen idee of de plas nog is te redden... Over een paar jaren zullen we zien wat deze juridische actie heeft opgeleverd. 

We zegen neer in het restaurant waar het die avond gezellig druk werd. Alle tafels binnen en op het terras werden bezet door een bont gezelschap van Spanjaarden en buitenlanders. Een jonge Spanjaard vierde daar zijn 25ste verjaardag met zijn vriendin. Dat weet ik omdat er twee brandende cijferkaarsen op twee overheerlijke croquetas stonden. Daar proosten we wederom op Nelly.

Toen we uren later naar buiten liepen, bleek het te hebben geregend maar er leek niet veel aan de hand. Mijn liefje was die avond de chauffeur en reed ons verantwoord naar huis. Daar wachtte ons een volgende verrassing. Toen we langs de provinciegrens wilden rijden, bleek de weg afgezet door dranghekken. Aangezien er een vrachtwagen voor ons reed, besloten wij ook langs de hekken onze weg te vervolgen. Een brede, bruine golf snel stromend water kwam halverwege, ter hoogte van de lokale bodega, van de velden gestroomd en vulde de straat tot ver voorbij het hoger gelegen trottoir. We reden door de watermassa heen, het kwam tot de wielkassen. We hadden mazzel want even verderop reed ons een politiewagen tegemoet. Als die ons had opgewacht aan het einde van de afgesloten weg, hadden we een boete ontvangen. Thuis gaf de regenmeter in de tuin 12mm neerslag aan; volgens buurman Jan was het kortstondig apocalyptisch. De volgende ochtend liepen we naar de boulevard en zagen dat de modderstroom inmiddels flink was uitgewaaierd over de Middellandse Zee. De ogen moesten ver zoeken naar een streepje azuur. Dat was geen zwemdag. 

Inmiddels keerde Diederik naar Nederland terug, zij het met vertraging vanwege een technisch mankement aan het vliegtuig. De vlieger waarmee Diederik uiteindelijk vertrok, bracht onze vrienden Emmy & Hugo juist naar hun vakantieadres onder de Spaanse zon.


zaterdag 24 september 2022

Woelige baren

Recent verdronk een Nederlands echtpaar voor de kust van La Mata, een van de stranden van Torrevieja. De man (56) ging als eerste te water en kon niet naar het strand terugkeren, zijn iets jongere echtgenote ging hem achterna om hem te redden en verdronk eveneens tijdens die poging. Hij keerde dood op het droge terug, zij werd nog gerenameerd maar dat mocht niet baten. Er was geen strandwacht meer aanwezig, er wapperde geen vlag meer om strandgangers te informeren over de staat van de zee. In de krant stond dat dit echtpaar die dag niet de enige zwemmers waren. Heel triest.

Wij stonden die dag op en hoorden de zee bulderen door het badkamerraam; luider dan ooit. Dan weten wij genoeg; er wordt die dag niet gezwommen. Of er nu een strandwacht is of er een vlag wappert of niet. Nu begrijp ik best dat niet iedere badgast kenner is van zee, golven en stroming. Maar als je luistert en goed kijkt, weet je dat de Middellandse Zee in zo’n toestand niet geschikt is voor mensen met minder ervaring in het natte paradijs. 

De recente aanschaf van een opblaaskajak leidde tot groot enthousiasme in de lokale vriendenkring. Simone & Han-Dik wilden graag een keertje meevaren en onze vrienden Frans & Roland, het duo dat beter bekend is als Paco y Rolando, eveneens. De eerste twee houden hun uitje tegoed, met de jongens gingen we onlangs het water op. In de aanloop ernaartoe vervolmaakte ik de fietsconstructie voor de boot. Het tweede zitje werd opgepompt, de tweede peddel in elkaar gezet. Roland probeerde de fietsconstructie uit in de straat en bewees dat de wendbaarheid goed was. We konden gaan. Twee in de auto, twee op de fiets. 

Ik was nog niet de hoek van de straat om of de draagconstructie onder de kajak klapte in. Ik hoorde een schurend geluid achter mij maar verder gebeurde er niets. De twee spinnen, rekbare banden in de kleuren van de Spaanse vlag, die de kajak op de plek boven de wielen moet houden, bleken niet genoeg uit elkaar te zitten. Dat was snel opgelost. Daarna ging het van een leien dakje, zij het langzaam. Voor iemand die de tijd aan zichzelf heeft, is dat echter geen probleem. 

We kwamen zonder verdere onderbreking bij het strand aan, gelijktijdig met de inzittenden van de bezemwagen. Ook aan ons strand begon men met het verwijderen van de loopplanken en was er geen strandwacht meer te bekennen. We ontkoppelden de constructie en droegen de boot naar de waterlijn. De landrotten zegen neer op de ‘Patio de los Ancionos’... Dat is mijn uitdrukking voor de overdekte plek die op het strand staat voor gehandicapten en oudjes. (Ook die is inmiddels afgebroken.) 

De branding was woest en donker van kleur door het, bij de voorgaande storm losgeraakte vele Posidonia Oceanica-zeegras. Paco besloot deze vaarbeurt aan zich voorbij te laten gaan. Hij zag de ontstuimige branding en de bruine zee niet zitten. Het watje. Roland wel, hij werd mijn scheepsmaatje. Achteraf bezien, zijn we waarschijnlijk in het ruwste stukje zee te water gegaan. Het was een suggestie van Roland maar Frans verklaarde later het gedrag van zijn wederhelft. “Als hij eenmaal iets in zijn hoofd heeft, is hij daar niet meer vanaf te brengen”. De tewaterlating leidde tot veel bekijks en hilariteit op het strand. De ene hoge golf volgde op de volgende. Roland liep voorop en trok de kajak achter zich aan, met zijn rug naar de golven (onverstandig) dus regelmatig meldde ik hem vanuit de achterhoede dat we weer een wilde golf voor de kiezen kregen. Hij liep steeds dieper het water in. Totdat ik hem meldde dat ik, anderhalve kop kleiner dan hij, met de toenemende diepte niet meer gemakkelijk zou kunnen instappen. 

Uiteindelijk rolde ik mijzelf op de woelige baren de kajak in, met twee peddels in de hand en vanwege twee zitjes heel weinig ruimte om mij te wenden. Je kunt je de worsteling voorstellen... Ondertussen dreef er al ruim zeesop -vermengd met zeegras- in de kuip van de boot. Eenmaal zittend, begon ik te peddelen zodat  Roland zich in de boot kon gooien. Toen peddelden er twee en kwamen we sneller door die weerbarstige branding heen. Mijn zwempak (en de daaraan vastgeknoopte onderwatercamera) had op dat moment al een extra zeegraslaag. Recht zo die gaat, schipper! 

We peddelden een tijdje recht vooruit de wijde zee op en sloegen daarna af in de richting van de binnenhaven van Torre de la Horadada. Af en toe botsten onze peddels want goed samenwerken in een kajak gaat niet vanzelf. Roland stelde voor dat hij alleen rechts zou peddelen en ik dat links zou doen maar deze peddels zijn zeer geschikt voor peddelen aan beide zijden dus dat bleef ik gewoon doen. Dan maar een botsing af en toe. We kwamen behoorlijk goed vooruit, dat viel niet tegen. Op het strand lag een brede laag Posidoniagras, losgeweekt door het stormachtige water. Ik legde aan Roland uit wat onze gemeente met deze natuurlijke buffer doet. Voor de zomer wordt het gras opgeraapt en ergens opgeslagen, in het najaar (in ieder geval voor de winter) wordt het gedroogde gras weer naar de stranden teruggebracht als natuurlijke bescherming tegen kusterosie. Dat doen ze al jarenlang met sukses op de Canarische Eilanden en de Balearen. 

Het was tijd om naar onze liefjes aan de wal terug te keren. We naderden de plek weer waar we te water gingen en daar waren de golven nog steeds hoog en onstuimig. Roland vroeg mij of ik wist hoe je het best zo’n boot op de kant krijgt. Hij wachtte mijn antwoord niet af. Hard peddelen en je laten aanspoelen als een ‘beached whale’. Tja. Typisch een jongensaanpak! Op enig moment werden we op een hoge golf met een bloedvaart meegevoerd naar de branding. Mijn liefje en Roland´s liefje keuvelden rustig voorts vanuit hun bejaardenhoek. Zelf had ik geen tijd om foto’s te maken. Te druk met peddelen!

Zij aan de wallekant misten onze spectaculaire landing compleet. Begrijp jij dat nou?! Andere kijkers op het strand niet en wij evenmin. Ik had de beelden graag vastgelegd voor het nageslacht. Roland peddelde als een dolle, ik zat klaar om uit de kajak te springen en de boot bij de lurven te pakken en naar de kant te laveren. Ik had het idee dat ik meters boven de branding uitstak... Een rijke fantasie is een constante bron van plezier. Onze levensgevaarlijke landing liep goed af.

Mijn zwempak waste ik even later zwemmend uit in zee. Kilo’s Posidonia spoelden van mij af. Daarna voegden de matrozen zich bij de landrotten. Ik reed de kajak weer achter mijn fiets aan naar huis; zonder hapering deze keer. Elke dag gaat het soepeler. Daar spoelden we de boot en alle onderdelen af. 

Later die middag lunchten we gezellig bij Chiringuito Ramón. Paëlla met schaal- en schelpdieren voor de mannen en mij, een tongetje voor mijn liefje. Een smakelijke afsluiter van een mooie dag op en rond het water.


 

maandag 19 september 2022

De magische lamp

Mijn liefje ontving onlangs van een goede vriend een wonderlijk verjaardagskado. Zij en hij zijn beiden actief op Duolingo om de Spaanse taal te leren. Hun Spaanse taalbeheersing ging in de loop van de tijd flink vooruit. Zelf ben ik ook enthousiast over deze gratis app al blogde ik eerder over het wel en wee ervan: is het een 100% taalmiddel of is het een spel? Er zitten namelijk steeds meer gaming-elementen in. Zelf ben ik niet gevoelig voor dat soort verleidingen. Mij gaat het uitsluitend om het leren van de taal van mijn tweede Vaderland. Dat geldt ook voor mijn liefje maar zij was het die mij vertelde over de ochtend- en avondkluis. Als je op bepaalde uren enkele oefeningen doet, opent die kluis zich en krijg je extra goudstaven. Die zijn dan weer goed om vaker of langer te oefenen maar zo ben je wel de hele dag met Duolingo bezig. Dat vind ik zelf niet wenselijk.   

Het betreffende kadootje bleek een educatief spel voor jongeren tussen 6 en 10 jaar. Qua Spaans zit het daarmee op ons niveau; dat was goed gekozen. Het is een soort Dokter Bibber maar dan anders. Het is een legpuzzel (met grote stukken) die uit twee delen bestaat. Aan de linkerkant zie je langzaamaan een jongen verschijnen, aan de linkerkant een meisje. Dit educatieve spel bestaat voorts uit een magische lamp en een stapel kaartjes, genummerd van 1 tot 20. Het leggen van de puzzel was een peuleschil voor ervaren types als wij. De verrassing ontstond toen we het lampje (met blauw licht) lieten gaan over de puzzel. Wijzend op de jongen zagen we zachte organen van het lichaam opdoemen, wijzend op het meisjes werden we het skelet en de botten gewaar. Mijn feministische brein registreerde dat haar doodskop oplichtte terwijl zijn hersenen zichtbaar werden...

We deden een paar rondjes ‘Guess What? ’ met de meegeleverde kaartjes. Waar zit de hemisferio derecho? Waar zit de tobillo? De exófago? Waar de costillas flotantes? En waar de mandíbula en de manubrio? Een mens is nooit te oud om te leren. De magische lamp hielp bij het vinden van het correcte antwoord. Daarmee kijk je dwars door het plaatje, als een röntgenstraal. Leerzaam is het wel! Inmiddels ruimde ik de doos op en zette die in de kast in mijn kantoortje, wachtend op de kleinzoon van onze Spaanse overburen in Madrid, Marco. Hij is nu drie jaar en superslim maar komt volgend jaar weer met zijn moeder en grootouders naar hun vakantiehuis aan zee. Dan zullen we zien of hij aankomend arts is...  

Momenteel volg ik op de Nederlandse tv een boeiende serie over de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo (1907-1954). De serie wordt verzorgd door de bekende Nederlander en Amsterdamse kunstenaar Jeroen Krabbé. Hij schijnt mooi licht op haar. Dit programma is sinds 30 augustus elke dinsdagavond te zien om 20:30 uur op NPO2. Hij neemt de kijker mee op een zoektocht naar het verhaal achter deze rebelse kunstenares. Haar jeugd, liefdesleven en werk komen uitgebreid aan de orde. Mis het niet! 

Krabbé zoekt Kahlo en wekelijks ga ik enthousiast mee in die zoektocht want ik ben een liefhebber van het surrealistische werk en van de maakster zelf.  Met haar karakteristieke doorlopende wenkbrauwen en haar snorretje. Strijdvaardig, krachtig en kleurrijk. Haar leven is bepaald niet ontdaan van persoonlijk drama. Kahlo wordt op 6-jarige leeftijd gekweld door polio aan haar rechterbeen, krijgt een zeer ernstig busongeluk als ze 18 jaar oud is waarna vele operaties aan ruggegraat en bekken volgen. 

Ook lijdt ze onder de ondergeschikte positie van de vrouw in de samenleving en in de Schone Kunsten. In 1929 trouwt ze met Diego Rivera, de beroemde Mexicaanse muralist die 20 jaar ouder is dan zij. Haar roerige en intense liefdesleven komt in deze serie tevens ruimschoots aan bod. Kahlo had liefdesaffaires met revolutionaire marxist Leon Trotsky, zwarte variëtéartieste Josephine Baker en collega-schilder Georgia O'Keefe

Door onze reizen naar Mexico, Centraal en Zuid-Amerika ging het verhaal van deze vrouw steeds meer leven voor mij. Muurschilderingen, werk in musea, allerhande prularia... we zagen het daar altijd en overal langskomen. Maar Kahlo is niet alleen in die contreien een icoon, dat blijkt! Presentator Krabbé citeert regelmatig uit het dagboek van Frida Kahlo, van de hand van de gelauwerde Mexicaanse auteur Carlos Fuentes. Een boek dat ik jaren geleden gebiologeerd las en dat ik voor deze gelegenheid weer uit de kast haalde.

Dit dagboek bestrijkt ongeveer tien jaar van haar leven (1944-1954). Op 36-jarige leeftijd begon ze eraan in haar eigen handschrift. Het werd een intiem zelfportret. Je treft er van alles in aan: kalligrafie, zelfportretten, tekeningen, artistieke vlekken, pre-Spaanse, Mexicaanse en oosterse symbolen. 

Daarin staat onder andere een pentekening van Kahlo's sneue linkerheup, met een duif op de plek waar haar hoofd zou moeten zitten en de ondertitel ‘Se equivocó la paloma’ (de duif vergiste zich). Een van mijn favoriete Spaanse zangeressen Ana Belén zong een lied met deze titel. In plaats van naar het noorden te vliegen, ging de vogel zuidwaarts. Waar het dier de lucht waande, vond het zee. De nacht bleek dag te zijn, warmte bleek koud. De duif had het helemaal mis! Julio Iglesias schreef het lied voor haar met een collega. Oorspronkelijk is het een (nogal politiek) gedicht van de Spaanse  dichter Merello. Het werd voor het eerst op muziek gezet in 1941 door een Argentijnse musicus. 

In haar schilderijen combineert Kahlo een leven vol ziekte en pijn met symbolen uit het rijke Mexicaanse leven. Hoe vond ze de kracht om uit deze helse pijnen  iets moois te creëren? Hoe ging ze om met de vele tegenslagen in haar leven? Krabbé raakte steeds meer van haar onder de indruk. Hij zegt over de schilderes dat ze heel goed keek met haar ogen maar schilderde met haar ziel. Ze is een van de opmerkelijkste kunstenaars van de 20ste eeuw en dat ben ik geheel met hem eens. 

Aan de tekening van die heup en die duif moest ik denken toen ik onlangs zelf mijn eerste fysiotherapiesessie onderging. Een regelmatig bezoek aan die afdeling maakt je nóg bewuster van je eigen sterfelijkheid... Je ziet er jonge mensen en ouderen die zich weer trachten te verheffen uit het diepe dal dat ontstaat na een hersenbloeding. Deze afdeling staat al jarenlang goed aangeschreven voor patiënten met dit ziektebeeld. Met mededogen en ontzag kijk ik naar de verrichtingen van die patiënten en hun fysiotherapeuten. Daar kwam ik voor het eerst terecht in 2017, in aanloop naar mijn heupoperatie. Nu wachten mij eenvoudiger behandelingen. Ik tel mijn zegeningen...   

Door embolie na een operatie moest Kahlo's linkeronderbeen worden geamputeerd. In een rolstoel, verslaafd aan pijnstillers en drank nam haar vitaliteit snel af. Ze was niet meer in staat om te schilderen als voorheen en dat deprimeerde haar. Dat is te zien aan haar laatste zelfportret (‘Self-portrait inside a Sunflower’). Magdalena Carmen Frieda Kahlo y Calderón overleed op 47-jarige leeftijd in haar huis in Mexico. Het blauwe huis waar ze opgroeide en dat nu het Frida Kahlo Museum is. Hoe deze unieke vrouw precies stierf, blijft een mysterie.


woensdag 14 september 2022

One Sea Explorer

Onlangs liet ik mij verleiden tot de aanschaf van een opblaaskajak. Het bedrijf dat de boot bedacht, produceerde en in de markt zette, is van Nederlandse bodem. Tegenwoordig worden hun producten vervaardigd in China. Intex begon ooit met een simpele opblaasbal en is nu marktleider in opblaaszwembaden en andere producten voor vertier op en in het water. 

Bij Amazon bestelde ik de K2 Explorer en die werd geheel volgens afspraak thuis afgeleverd. De kajak werd geleverd met twee zitjes, twee paddles, een superpomp en een draagtas. Buurman Pat kwam met zijn electrische pomp om de boot vliegensvlug op te blazen maar bij nader inzien doet de meegeleverde pomp het minstens zo goed. 

Daarnaast bestelde ik een drager met twee grote wielen omdat ik de kajak achter mijn fiets wilde gaan vervoeren; dan kan de auto blijven staan. (Zo ver is het water niet verwijderd.) Met onze vroegere Fendt-caravan waren we ruim 11 meter lang en rijden met zo´n lange staart lukte wonderwel op rotondes en in nauwe Mediterrane straatjes. Met dit karretje van Spaans ontwerp zouden we ongeveer de halve lengte bestrijken. De levering van de wieltjes had helaas veel meer voeten in de aarde. Het pakket zou op woensdag of donderdag worden bezorgd, uiterlijk om 20:00 uur. Dat gebeurde niet. Transporteur TNT meldde dat men om 19:59 uur had aangebeld maar dat niemand thuis was. Eén ding weet ik heel zeker: dat waren we wel. Men loog dus. 

Om 20:01 uur ontving mijn liefje een bericht van diezelfde transporteur dat er iets fout was gegaan met de aflevering en dat het karretje in de komende vijf dagen opnieuw zou worden aangeboden. Huh?! Dat zou toch de volgende dag al  kunnen plaatsvinden? Hier klopte iets niet. Bovendien werd gemeld dat we ons geld niet zouden terugkrijgen als we niet met deze gang van zaken accoord zouden gaan. ¡Que vergüenza! Ik formuleerde een ferme klacht in mijn beste Spaans. Dit was geen manier van doen. Konden ze ons laten weten wanneer ze kwamen? Cristina van de leverancier reageerde hierop. Ook zij ging reclameren bij de vervoerder. 

Dat gedoe nam wel wat van de lol weg van het kajakavontuur maar zeker niet alles. We kochten banden om de opblaasboot op het dak van de auto vast te maken en zo naar het strand te rijden. Tom Poes verzint altijd wel een list. Met wat tips van buurman Jan lukte dat in minder dan 5 minuten. Buurman Jan vond overigens ook dat ik een zwemvest moet dragen en een paar meter touw in de kajak moet meenemen. Als ik overboord ga, kan ik mij zo aan de boot vasthouden. Nu ben ik een behoorlijk goede zwemmer (al zeg ik het zelluf) dus een zwemvest is een brug te ver. Een klosje touw kocht ik wel. Dat bind ik steevast aan de punt van de boot als ik te water ga. 

Ik wacht niet meer op de wielen maar het had weinig gescheeld... We reden op de fiets weg uit de straat om te gaan zwemmen toen we Engelse buurvrouw Sue tegenkwamen. Vanzelfsprekend ging het praatje over de dood van Queen Elizabeth. Op enig moment reed er een grote FedEx-vrachtwagen de straat in (geen TNT). Ik had maar één gedachte: die komt voor ons, al had niemand ons verwittigd; niet van het tijdstip en niet van de verandering van transporteur. Ik keerde om en holde achter de wagen aan, opgezweept door mijn liefje. (Ze blijft een slavendrijver.) De wagen stopte niet voor ons huis maar verderop in de straat. “Voor wie komt u?” vroeg ik de chauffeur. Hij noemde ons huisnummer. Joehoe! Deze wieltjes hebben we dus te danken aan Good Ol' Lizzie. Thank you, Your Majesty! (Vijf jaar lang was zij ook onze koningin.) 

En zo zwaaide mijn liefje mij uit vanaf het strand, op weg naar Ibiza, volgens haar... Als een heuse Vengagirl. Ze kan dat wensen maar zolang de stroming niet aflandig is, zal dat mij niet snel overkomen. (Bovendien ging ik al eens op vakantie naar dit Balearische eiland.) Met een opblaaskajak als deze is het belangrijk naar de golven te kijken. Je wilt ze niet pal op de zijkant van de boot hebben.

Het is heerlijk om op deinende golven te varen. Met prachtige kleuren water, vogels en andere watersporters om je heen. Ketut, de vader van onze Balinese jongens, vaart nog steeds op een cruiseschip van zijn Amerikaanse werkgever in deze contreien rond. Mijn liefje stuurde een filmpje van mij in de opblaasboot. Hij was het die de woordgrap maakte over de boot. Hij werkte ooit aan boord van de Seven Seas Explorer! 

In de beginjaren '90 van de vorige eeuw kochten we de eerste opblaaskajak toen we naar Noord-Spanje op vakantie gingen met Nelly & Diederik. Dat was een boel fun. De laatste keer dat ik in een kajak zat, was tijdens onze cruise langs de Galapagos-eilanden (2015). Dat was destijds geen opblaasgeval maar eentje met een harde buitenkant. Die zijn daardoor gemakkelijker voort te stuwen, ze glijden door het water. Maar als je eenmaal kunt peddelen, verleer je dat niet snel; al is elke dag op zee anders. Het aardige is dat ik al veel vogels op zee van dichtbij heb gadegeslagen. Als je zachtjes aankomt, laten ze je dichtbij komen.

Afgelopen weekend las ik een artikel in de Volkskrant over memorabele schipbreuken. Ik vond het opvallend dat zo’n artikel wordt geschreven; het is immers bepaald geen komkommertijd meer in het Vaderland! De illustratie is van Willum Morsch met wat gefreubel van mijn hand. Een van de recentste voorvallen in dit verband was een visser uit Brazilië die met een houten boot uit werken ging op de Atlantische oceaan en daar schipbreuk leed. Hij kon niet zwemmen en dobberde elf dagen lang zonder water en eten op volle zee in een diepvrrieskist. Hij werd voortdurend omringd door haaien. Voor de kust van Suriname werd hij door passagiers van een plezierjacht uit het water gevist. Tot nu toe had ik zelf een aantal close encounters met onschuldige watervogels. 

Het plan is om binnenkort met mijn liefje in de kajak naar Chiringuito Ramón te peddelen voor een gezellige lunch aan het strand van Torre de la Horadada, ongeveer zes boeien verderop. Zij peddelt zelf liever niet vanwege haar gewrichten maar ik doe dat met gemak en plezier. Na enkele dagen kajakken had ik geen grijntje last van spierpijn in mijn bovenarmen. 

We leren dagelijks. De eerste dag liet mijn liefje het bestuurdersraam van de auto openstaan toen we de kajak na peddelen op het dak tilden. Het zeesop klotste door het open raam. De tweede dag lukte het aanvankelijk niet de vin uit de bodem van de kajak te verwijderen. De schacht van de vin was met fijn zeezand bezet en daardoor haperde het. Uiteindelijk lukte het met een beetje geestelijke bijstand van de Waterfietsenman van het strand. Hij bood zijn dienst aan, dat had toen ook de baas van de Soccoristas al gedaan. Nu moet er nog een slimme constructie worden bedacht voor het karretje achter de fiets maar daar heb ik buurman Jan voor. Er biedt zich altijd wel een beetje hulp aan, gevraagd en ongevraagd.

 

maandag 12 september 2022

Leef lang en voortvarend

Vandaag is de verjaardag van mijn liefje. Joehoe! Ze bereikte een respectabele leeftijd maar die gaan we hier niet noemen. We houden het leuk. Dit jaar geen feestje op het eigen terras. Ze had er geen zin in dus dan doen we het niet. Het grootste kado dat ze ontving, is dat de temperatuur hier begon te dalen tot aangename temperaturen en we geen gebruik van de airco meer hoeven te maken.

Bovendien mag ze vandaag de hele dag haar favoriete muziek hard ten gehore brengen. Dat doe je voor je mujer! De Madrileense Rocío Dúrcal (1944-2006) is momenteel de favoriet. Zij is zangeres van het Spaanstalige levenslied die niet alleen in dit land een grootheid werd maar ook in Mexico. Haar bekendste lied heet ‘Como tu mujer’ en is hier te zien. Het fragment is 78 miljoen keer bekeken. 

De jarige is van mening dat ze van sentimentele vrouwen houdt. Tja. Dúrcal werd ‘Reina de las Rancheras’ genoemd, de koningin van (een soort van) het Mexicaanse levenslied. In 2001 kreeg deze zangeres de diagnose baarmoederhalskanker gesteld; ze overleed in 2006 in Madrid op 61-jarige leeftijd, aan de gevolgen van uitgezaaide kanker. Het stadsbestuur vernoemde een rotonde naar haar (!) in het centrum. Wij eren haar op een andere manier. Dúrcal deed mij terugdenken aan een wilde Oudjaarsavond in Acapulco, Mexico (2005). We waren die avond de enige Westerlingen in het gezelschap. Ik danste de blaren op mijn voeten met lokale mannen. De sombreros vlogen door de lucht.   

Vanavond proosten we mijn liefje toe in klein gezelschap (de jongens uit Nederland) in haar favoriete restaurant aan de kust, in buurprovincie Murcia 

 

Bloei maar 

Bedenk je op tijd dat je nooit te groot zult worden
voor klein geluk, vier het kind dat in je woont.
Eet biscuitjes als je daar zin in hebt, denk je
niet te dik, denk geen pasmaat voor de wereld. 

Waan je eerder een boomstam, wat mossig in het
begin, maar dan op een dag die je later zult herinneren
als prachtig, zul je uitbotten en bloeien. Wat je daar
voor moet doen: het mos uit je geheugen wissen.

Er zijn verhalen waarin klein geluk niet opvalt,
herschrijf ze! Markeer alles wat je vrolijk maakt,
zet een streep door oorlog, door woestenij, door
haat en vuilsprekerij. Leef lang en voortvarend. 

Zing zo nu en dan een liedje, liedjes helpen vooral tegen
het pikkedonker, als je bang bent en onbeholpen. Waan je
dan weer een boomstam, bloeiend en stevig. Zing:
soms ben ik klein, soms ben ik groot, maar nooit val ik om. 

Marieke Lucas Rijneveld


dinsdag 6 september 2022

Net als Phileas Fogg

De Middellandse Zee kookt! De temperatuur is hier vijf of zes graden boven de normale waarde; onze thermometer toonde nog 28 graden Celsius. Dat heeft niet alleen impact nu (hitte) maar hoogstwaarschijnlijk ook in de komende weken en maanden. Het is als een borrelende energieopslag, de hoeveelheid opgehoopte warmte is enorm. We kregen geen Atlantische verstoringen die koud water brachten en het klimaat een beetje konden afgekoeld, wat een significante anomalie veroorzaakte. Er ontstond wel storm op zee. Een boot met -naar verluidt- 16 vluchtelingen uit Noord-Afrika sloeg vorige week op die woelige baren om. Er dreven drenkelingen in de wateren  rondom onze woonplaats, voor de kust van Cabo Roig en van Cabo de Palos. Er zijn er al minstens acht aangespoeld of uit het water gehaald. 

Vandaag begint in Londen de driedaagse Challenger 150 Conference. Die wordt georganiseerd door het Natural History Museum en het Imperial College in de Britse hoofdstad. Honderden wetenschappers in het Verenigd Koninkrijk komen samen om te debatteren over de crises waarmee de oceanen worden geconfronteerd. En ze brengen hulde aan de expeditie met dezelfde naam die voor het eerst wetenschappelijk oceanografisch onderzoek ging doen. Het is een mooi verhaal dat ik aantrof in de Britse krant The Guardian. Delen uit dit artikel neem ik bijna integraal in vertaling over; hier en daar aangevuld met wetenswaardige feiten uit andere bronnen. 

Op 21 december 1872 vertrok HMS Challenger vanuit Portsmouth op haar bijzondere reis die vier jaar zou gaan duren. Het is dezelfde dag waarop het fictieve schip van Jules Verne in ‘80 dagen rond de wereld’ naar Engeland terugkeerde. De bemanning aan boord van de Challenger bestond uit 250 crew (matrozen, ingenieurs en mariniers) en zes wetenschappers. Het schip was een korvet (klein oorlogsschip) van de Britse marine dat was omgebouwd tot het eerste gespecialiseerde oceanografische schip met eigen laboratoria, microscopen en andere wetenschappelijke apparatuur. De expeditie stond onder leiding van de Schotse natuuronderzoeker Charles Wyville Thompson en de Canadees-Britse naturalist John Murray. 

Het schip voer vanuit Zuid-Engeland naar de Zuid-Atlantische Oceaan en vervolgens rondde het Kaap de Goede Hoop, het zuidelijkste puntje van Afrika. Vervolgens bevoer het de brede, ruwe zeeën van de zuidelijke Indische Oceaan, stak het de Antarctische Cirkel over en zette het koers naar Australië en Nieuw-Zeeland. Daarna ging de Challenger noordwaarts naar de eilanden van Hawaï en vervolgens naar Kaap Hoorn, het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika, waar de Stille en de Atlantische Oceaan elkaar ontmoeten. Na aanvullende verkenningen in de Atlantische Oceaan keerde de expeditie in mei 1876 naar Engeland terug. 

In die vier jaar legde het schip, dat was uitgerust met een stoommachine voor het baggeren en dreggen, 68.890 zeemijlen af. Tijdens de 713 dagen dat het schip op zee was, stopte het op 362 officiële stations. De leden van deze expeditie namen 133 scheppen oceaanbodem, voerden 492 diepzeepeilingen uit en maakten 263 seriële watertemperatuurwaarnemingen langs de route. Naast het meten van zeediepten, temperaturen en stromingen, verzamelde het team zeeleven uit elk deel van elke oceaan. Zo werden meer dan 100.000 soorten verzameld, bewaard en teruggebracht naar het hoofdkwartier in Edinburgh. Het duurde nog eens 20 jaar om alle exemplaren te bestuderen, waaronder meer dan 4.700 nieuwe soorten planten en zeeleven.  

In wezen was de Challenger-expeditie het eerste multidisciplinaire internationale wetenschappelijke project. Tot die tijd werd deze vorm van wetenschap vooral bedreven door individuen in kleine laboratoria. Murray wordt beschouwd als de vader van de moderne oceanografie. Hij zou zich in zijn graf omdraaien als hij zou weten dat het Britse volk nu poep uit het riool rechtstreeks loost in het Kanaal. Dat zwaar vervuilde rioolwater kan visplekken, biodiversiteit en zwemwater in heel West-Europa bedreigen. Tja. 

Het onderzoek door de Challenger-expeditie onthulde het bestaan ​​van talloze levensvormen op elke diepte en toonde aan dat de oceaanbodem geen karakterloze vlakte is, zoals toen werd gedacht, maar bezaaid lag met bergketens en diepe geulen. Het verslag van deze expeditie bestaat uit 50 dikke boeken. Hierdoor weten we nu dat zeeën en oceanen een fundamentele rol spelen bij het aansturen van de chemische, fysische en biologische processen van de aarde. Dat inzicht begon met de Challenger en het is dan ook zeer gepast de 150ste verjaardag van de expeditie te vieren. 

Destijds dachten de meeste wetenschappers dat de diepe oceaanbodem volkomen uniform was: een enorme, vlakke vlakte, gevuld met zachte modder. Challenger liet zien dat dit absoluut niet het geval was. De missie kwam terug met verbazingwekkende kaarten die bergketens, valleien en uitgestrekte loopgraven diep onder de golven lieten zien. De diepste hiervan staat nu bekend als de Challenger Deep, ook wel bekend als de Marianentrog. Het ligt 10.900 meter onder het oppervlak in de westelijke Stille Oceaan en is het diepst bekende punt op het aardoppervlak. Er werd ook gedacht dat de diepe oceaan het leven niet kon ondersteunen omdat het te donker en te koud was en de druk er veel te groot zou zijn. Challenger veranderde die mening ook. 

De vele soorten die werden ontdekt, varieerden van kleine schaaldieren tot vreemde vissen zoals de sterrenkijkende zeeduivel (stargazing seadevil) Ceratias uranoscopus. De ontdekking van de Challenger die echter in de toekomst de grootste impact zou hebben, zag er destijds niet zo dramatisch uit. Tijdens het uitbaggeren van de zeebodem in de Stille Oceaan bracht de expeditie kleine klompjes donker materiaal naar boven, bedekt met vage inkepingen. Dit bleken polymetallische bollen, ook wel mangaanknollen genoemd, die met miljarden op de zeebodem lagen. Nu weten we dat deze vondsten rijk zijn aan mangaan, nikkel, kobalt en koper; materialen die worden gebruikt voor het maken van elektrische auto's, windturbines en zonnepanelen. 

Mijnbouwbedrijven stellen al jaren dat de winning hiervan een internationale prioriteit moet krijgen. Door deze knollen uit de diepte op te baggeren, zouden we kunnen helpen het verwoesten van onze planeet een halt toe te roepen maar veel mariene wetenschappers zijn het daarmee oneens. Zeebodemmijnbouw zou tot verwoesting van soorten en ecosystemen in de diepzee kunnen leiden. Sir David Attenborough, de bekendste naturalist ter wereld, is het daarmee eens. Hij riep dan ook op tot een wereldwijd mortuarium op al die plannen. Met overbevissing en klimaatverandering zal dit onderwerp hoog op de agenda van de Challenger-conferentie staan. 

Het is ontegenzeggelijk dat de zeebodem de mensheid veel heeft te bieden. Alhoewel het een relatief nieuwe wetenschap is, heeft onderzoek naar mariene organismen al tientallen effectieve medicijnen voortgebracht. Er wordt gebruik gemaakt van wat men ‘patroongebaseerde genoommijnbouw’ noemt. Daarvan maakt men gebruikt om sedimentkernen te bestuderen die zijn gewonnen uit de oceaanbodem op 4.000 meter diepte voor de kust van Antarctica. Werk als dit heeft al het bestaan ​​onthuld van twee nieuwe soorten mariene bacteriën, Pseudonocardia abyssalis en Pseudonocardia oceani. Zij maken antimicrobiële verbindingen aan en kunnen op termijn worden gebruikt om nieuwe vormen van antibiotica te maken. De zeeschede Ecteinascidia turbinata, die zich hecht aan mangrovewortels, bleek kankerbestrijdende eigenschappen te hebben. Dit leidde tot de ontwikkeling van Yondelis, een krachtig middel tegen eierstokkanker. Evenzo wordt een extract van de zeeslak, Conus magus, in synthetische vorm gebruikt om Prialt te maken, een medicijn tegen chronische pijn. 

In 2019 verscheen een boek over deze expeditie van de Canadese geowetenschapper Doug Macdougall, getiteld ‘Endless Novelties of Extraordinary Interest’, ondertitel The Voyage of H.M.S. Challenger and the Birth of Modern Oceanography. Daarin begon ik inmiddels. De schrijver verhaalt over meer dan alleen de expeditie, hij trakteert de lezer op veel wetenswaardigheden. Erg boeiend! Een aanrader voor iedereen met interesse in oceanen, hun bewoners en de oceanografie als wetenschap.  

Heb je in de afgelopen dagen gelezen dat een groep Chileense onderzoekers een nieuwe vogelsoort ontdekte? Het gaat om de subantarctische kleine streep, rayadito subantarctico (Aphrastura subantarctica). Het is een kleine vogel van 16 gram met zwarte en gele strepen en een grote snavel. Het diertje leeft in het mariene park van de Diego Ramírez-eilanden, een onherbergzame plek op ongeveer 100 kilometer ten zuiden van Kaap Hoorn. Daar staan geen bomen. Dit bosvogeltje leeft, tot ieders verbazing, letterlijk middenin de oceaan. Dit soort wonderen is de wereld nog niet uit gelukkig!


vrijdag 2 september 2022

Boer Murk minister-president!

Illustratie: Jos Collignon
(voor de Volkskrant)
Laatst stak er een Engelstalig liedje als een storm in mijn hoofd op. Dat had ik jarenlang niet gehoord. Het stamt uit de tijd waarin ik een piepklein meisje was. Het was van Unit Gloria, een band uit Utrecht die in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw suksesvol was. De titel luidt ‘The Last Seven Days’ en het gaat over de slechtheid op aarde. Het zinnetje dat in mijn hoofd opkwam, was “He saw his world and cried”... 

Dat klonk bijbels. Omdat ik niet bepaald bijbelvast ben, moest ik de tekst opzoeken. Het blijkt te gaan om een passage uit Genesis 6:6. ‘Then the Lord saw that the wickedness of man was great upon the earth and that every inclination of the thoughts of his heart was altogether evel all the time. And the Lord regretted that He had made man on the earth, and He was grieved in His Heart’. 

Precies die associatie kreeg ik na de uitspraak van Wopke Hoekstra, Minister van Buitenlandse Zaken in kabinet Rutte IV. Hij sprak in zijn rol als CDA-partijleider. Hij zwichtte voor de acties van intimiderende relboeren, met hun ronkende trekkers en stinkende mestvaalten op de openbare weg. Met hun omgekeerde vlaggen. Het hele land staat op zijn kop. De nationale driekleur is niet alleen van boeren, die is van alle Nederlanders! Wel, die man is een slappeling. Een man die zijn politieke collega´s een dolk in de rug stak. Een Judas. Een man die partijbelang boven landsbelang stelt. Een opportunist. Die man wordt nooit baas van het land, als het aan mij ligt. All the wickedness of man is in hem verenigd...  

Wapke staat achter het akkoord van de huidige regering én achter het interview dat hij zelf aan een krant gaf. Daarin sprak hij zich uit tegen het regeerakkoord terwijl coalitiepartners worden geacht met één mond te spreken. Hij is dus tegelijkertijd voor en tegen. Hoe dan?! Tja. Hij kwam ermee weg. Teun van de Keuken, columnist van de Volkskrant, verklaarde eerder deze week dat premier Rutte dat monster creëerde. De politiek is rot en het imago kapot. Als Hoekstra en de zijnen hun zin krijgen (wat de Lord verhoede), gaat de natuur in Nederland geheid naar de knoppen. 

Het verbeteren van de biodiversiteit is één van de speciale verantwoordelijkheden van de Nederlandse overheid. De grutto, de nationale vogel, verdwijnt als broedvogel in rap tempo uit het land. Waren er in 1970 nog 120.000 broedparen van deze weidevogel, nu resteren er nog slechts 25.000 en die achteruitgang gaat onverminderd door. 2020 was het slechtste jaar ooit voor deze vogelsoort.

Critici en milieusceptici zullen zich afvragen of we  al die moeite moeten doen voor een eenvoudige grutto maar je zou kunnen zeggen dat de treurige staat van onze nationale vogel de kanarie in de kolenmijn is. Het staat voor veel grotere problemen, op wereldschaal. De wereld moet wel leefbaar blijven! 

Vanmorgen ging het hoofdartikel in de NOS-app over het feit dat een deel van de Nederlandse beschermde natuur nóg meer last heeft van stikstof dan tot nu toe werd aangenomen. Dat blijkt uit een rapport van internationale wetenschappers dat later deze maand verschijnt. Zelfs als het kabinet zich aan de eigen afspraken houdt, moet een deel van de stikstofnormen in het land verder worden aangescherpt. Partijen moeten zeker samenwerken maar men moet niet zwichten voor druk. Polderen moet nu eenmaal in een land als Nederland. 

Maar natuurherstel moet ook en uitstel is geen optie. Wie dat gedachtengoed zeker omarmt, is boer Murk Nijdam (62) uit Friesland. Ik zag hem laatst in een Nederlands natuurprogramma op tv. Een innemende, integere boer. Kom er eens om! 

Nijdam is gruttoboer (boerenlandvogelboer) en daarvoor zou hij moeten worden geridderd (hij wel). De familie van Nijdam woont al sinds 1914 in een traditionele stolpboerderij in het Friese Wommels. Opa Kees begon daar met boeren, zoon Tjeerd volgde in diens voetsporen. Destijds huurden zij landerijen en boerderij van het pensioenfonds van de Heidemij. Daar wordt al ruim een eeuw traditioneel en kleinschalig op het land gewerkt. 

De liefde voor vogels en het bloemrijke landschap kreeg Murk mee van huis uit. Zijn vader nam hem in het voorjaar altijd mee het veld in om kievitseieren te zoeken. In de jaren '90 kocht Murk het ouderlijk huis en de landbouwgrond. Zijn melkveebedrijf is niet biologisch maar wel extensief. 

Hij wierp zich op als beschermer van de weidevogels op zijn land. Murks inspanningen leveren een rijk weiland op. Op zijn landerijen houdt hij 1 hectare grond aan met 1 juni als uitgestelde maaidatum en 27 hectare met een uitgestelde maaidatum van minimaal 15 juni. Een lange rusttijd voor de vogels combineert hij met kruidenrijk grasland. Er staan twee vogelkijkhutten met kijkgaten, op diverse hoogten. Van daaruit heb je goed zicht op een aantal plasdrasgebieden, waar de weidevogels zich met tientallen tegelijk ophouden. Murk bouwde de kijkhutten zelf en legde ook de plasdrassen aan. De bekende vogelaar, ecoloog en ambassadeur van de Nederlandse Vogelbescherming Camilla Dreef keek haar ogen uit naar de vele grutto´s, kluten, tureluurs, visdieven, een kleine plevier, een groep kemphanen (geen broedvogels) en knobbelganzen. 

Voor die inspanningen ontving hij in 2016 de Gouden Grutto van Vogelbescherming Nederland. De grutto is de nationale vogel en het icoon van de weidevogel-gemeenschap. Het prijzengeld dat boer Murk ontving, besteedde hij aan een reuzengrutto op zijn erf. 

In 2018 bevonden zich op zijn landerijen wel 90 gruttonesten met ongeveer 70 broedparen met kuikens. Daarnaast leven ruim 100 verschillende vogelsoorten op en rond het bedrijf. Ze broeden en foerageren vooral bij de twee plasdrassen, maar ook de omliggende percelen horen bij het weidevogelgebied. 2020 ging de geschiedenisboeken in als een slecht jaar voor weidevogels. Door droogte en predatie werd een laagterecord van vliegvlugge kuikens bereikt. Boer Murk bracht zijn kuikens echter wel groot. “Als boer moet je soms dingen laten, zelfs als dat niet goed is voor het bedrijf. Dat is een keuze. Ik ben veel in het veld om te volgen hoe het gaat en probeer zoveel mogelijk verstoring tegen te gaan.” Zo las ik in een regionale krant. 

Eerder dit jaar nam Stichting Agrarisch Natuurfonds Fryslân (ANF) alle grond (38 hectare) van deze gruttoboer over. Daarmee stelde de stichting het vogelbeheer op dit stuk agrarische grond veilig voor de toekomst en kan de boer aan zijn pensioen beginnen. Ook elders in Friesland wil men dit gaan doen. Boer Murk onderhoudt zelf voorlopig nog 30 koeien in een traditionele Friese grupstal. De mest komt de weidevogels ten goede. 

Er is een groot aantal bekende Friezen die Murk en het ANF steunt in hun inspanningen voor het behoud van weidevogels in dat deel van Nederland. Zij zijn zogenaamde pommeranten (ambassadeurs). Het gaat onder andere om Syb van der Ploeg (zanger van De Kast), Henk Angenent (marathonschaatser en winnaar van de Elfstedentocht in 1997), Joop Atsma (CDA-man en lid van de Eerste Kamer), Jochem Myjer (komiek), Foppe de Haan (gelauwerd voetbaltrainer), Lutz Jacobi (voormalig PvdA-politica en nu directeur van de Waddenvereniging). Allen brengen ze hulde aan boer Murk en zijn Gruttoland. Mensen als zij brengen licht in donkere tijden. 

Waarin een klein en door crises geteisterd land groot kan zijn!