Translate

vrijdag 31 juli 2020

Rijbewijs voor het leven

Deze week las ik in een artikel in de Volkskrant over de 20-jarige vrouw uit Idlib (Syrië), Malak Boubaki, die in 2005 als vluchtelinge met haar moeder te voet haar vaderland verliet. Haar vader en zus bleven achter. Uiteindelijk komen ze in Duitsland terecht. Afgelopen weekend ontving Malak daar haar vwo-diploma. De middelbare school rolde de rode loper voor deze slimste van de klas uit, er klonk Arabische popmuziek toen ze haar diploma in ontvangst nam. Daarmee logenstrafte ze de pessimisten in het land die vreesden dat Duitse scholen zouden kapseizen onder druk van deze nieuwe leerlingen. Door analfabetisme en cultuurverschillen zouden deze leerlingen het gewenste niveau nooit halen en voorbestemd zijn voor een uitkering. Als de toelatingstest in augustus goed uitpakt, gaat Malak medische technologie studeren in Erlangen. Het minstens net zo trotse schoolhoofd noemde haar middelbareschooldiploma een rijbewijs voor het leven.

En zo is het! Aan een afgestudeerd letterenstudent met onderwijsbevoedheid hoeft dat niet nader te worden toegelicht. Zelf stond ik echter alleen voor de klas tijdens stages en als huiswerkbegeleider op een middelbare school in de Haagse Schilderswijk. Na mijn studie (jaren ’80 van de vorige eeuw) kon ik aanvankelijk geen werk vinden. Daarna volgde een omscholingstraject in IT waarna ik een ander beroep koos. Mijn liefje was een tijdje parttime docent aan een HBO-opleiding voor volwassenen (tweedekansonderwijs). Educatie ligt ons dus na aan het hart. We zijn blij dat we nog steeds een steentje kunnen bijdragen; inmiddels helpen we op afstand bij de scholing van twee knulletjes in een ontwikkelingsland. Maar daarover later meer.

In de Economist van ruim een week geleden las ik een artikel met de titel ‘Learn today, earn tomorrow’. Het ging over de effecten van schoolsluitingen in arme landen vanwege covid-19. Door deze crisis worden wereldwijd 1.6 miljard kinderen gedupeerd, 700 miljoen van hen leven in ontwikkelingslanden. Hoofd Educatie van Unicef vreest dat misschien wel tien miljoen kinderen in 40 landen nooit meer naar school zullen terugkeren. De Wereldbank berekende dat een schoolsluiting die vijf maanden duurt per leerling uiteindelijk USD16.000 aan gederfd inkomen betekent. Dat zal neerkomen op een verwachte financiële schade van USD tien biljoen (een 10 met twaalf nullen) voor de generatie(s) studenten die het betreft.

Vooral de gevolgen voor schoolgaande meisjes zijn nu al merkbaar. In Vietnam, Ivoorkust en India gingen scholen weer open maar meisjes schitteren daar door afwezigheid. Ze werden onder andere aan het werk gezet om de familie in tijden van crisis te ondersteunen. Een andere reden voor hun afwezigheid in school is uithuwelijking; die praktijk leidt ertoe dat een mond minder hoeft te worden gevoed. Ook kinderzwangerschappen zijn sinds de quarantaine aan de orde. Meisjes werden door familieleden of buren verkracht tijdens het huisarrest. Vanwege het afgebroken contact met leraren en leraressen staan ze er vaak alleen voor.

Een ouder in Kenia werd door het schoolhoofd verzocht voor zijn kinderen een thuiscomputer aan te schaffen maar die kost gemiddeld meer dan driemaal zijn spaargeld. Als iemand zich al zoiets kan veroorloven, laat de internetverbinding ter plaatse vaak te wensen over. In Jakarta, hoofdstad van Indonesië, heeft 87% van de schoolgaande kinderen toegang tot enige vorm van digitaal onderwijs maar in een provincie als Papoea-Nieuw Guinea ligt dat percentage rond 30%. 74% van de Braziliaanse schoolgaande kinderen maakt gebruik van leren via Whatsapp maar in het armste gedeelte van het Amazonegebied (noorden) ligt dat op 52%. Sierra Leone lijkt de uitzondering op de regel. Die had de faciliteiten voor leren via radioprogramma’s razendsnel in de lucht vanwege de ervaring die het land opdeed na de Ebola-uitbraak in 2014. Tja.

Het heropenen van scholen blijkt in veel landen lastiger dan gedacht. In juni jongstleden bleek hiervoor slechts de helft van de ontwikkelingslanden ter wereld een plan van aanpak te hebben, volgens een survey van de Verenigde Naties in combinatie met de Wereldbank. In sub-Sahara Afrika beschikt slechts 30% van de scholen over handwasfaciliteiten. Social distancing is onmogelijk met 50 à 60 leerlingen in één klaslokaal. Sinds Zuid-Afrika de scholen op 8 juni gedeeltelijk heropende, vonden op 800 scholen in het gehele land weer virusbesmettingen plaats. Rwanda hoopt kinderen weer naar school te ‘lokken’ met het verstrekken van gratis maaltijden, Mozambique geeft terugkerende meisjes gratis sanitaire producten.

De schoolgaande jongens in Bali zitten ook nog steeds thuis al is hun vakantie al enkele weken ten einde. De Indonesische overheid denkt de lagere en middelbare scholen weer te openen tegen het einde van 2020 of aan het begin van 2021. Een recente enquête waarover ik las in de Jakarta Post meldde dat 80% van de ondervraagden de scholen graag per direct ziet opengaan.

‘Onze’ oudste, Yuda, begon deze maand aan de eerste klas van de middelbare school. Hij is nog jaren verwijderd van zijn rijbewijs voor het leven. Op de openingsdag van het nieuwe jaar werd hij in het auditorium van de school ontvangen en toegesproken door het bestuur. Het bleef beperkt tot die ene dag fysieke aanwezigheid. Daarna ging hij klassikaal online via Zoom. Dat doet hij met een oude laptop van ons of de telefoon van zijn vader die hij voortaan voor zijn lessen mag gebruiken. Hij vertelde ons dat hij nog geen nieuwe vrienden maakte maar wel veel huiswerk heeft. Ik heb met hem en zijn lotgenoten te doen. De oude iPad die we begin juni via tante Pos naar hen opstuurden, kwam nog niet aan. Ik vrees dat die onderweg is ingepikt…

Het begin van het nieuwe schooljaar was voor jongere broer Damai, die naar de vierde van de lagere school ging, minder enerverend. Al zijn vriendjes gingen met hem over. Ook hij maakt voorlopig gebruik van het digitale leerplatform dat zijn school in razend tempo en professioneel bouwde. Met gebruikmaking van dezelfde digitale middelen als zijn broer. De telefoon blijkt regelmatig over onvoldoende beltegoed te beschikken. Kasian. Dat beetje moeten ze zelf bekostigen en dat blijkt moeilijk genoeg. Pa Ketut brengt momenteel voedselpakketten rond aan de allerarmsten in Noord-Bali. Al hebben ze het zelf bepaald niet breed, tot die groep behoren ze niet.


dinsdag 28 juli 2020

Zij wel, wij niet

Wij zaten eind vorige week op een terrasje aan de kust van een tapa en een glaasje te genieten, toen er twee zwarte bussen voor onze neus stopten. De mannen in zwarte uniformen die uitstapten oogden stoer, ondanks hun zwarte mondkapjes. Ze groetten ons uiterst vriendelijk en liepen vervolgens een kantoor in de kleine jachthaven binnen. Ze bleken van de ‘Unidad Central de Fronteras’ te zijn. Dat is een onderdeel van de nationale politie dat verantwoordelijk is voor het toezicht op de binnenkomst van Spanjaarden en buitenlanders in het land.

Afgelopen weekend en gisteren vloog er regelmatig een helicopter van de Guardia Civil boven onze woonwijk en over zee. Dat kon twee dingen betekenen: men bestudeerde vanuit de lucht hoeveel badgasten op het lokale strand vertoefden of ze speurden naar bootjes met illegalen op zee. In landelijke kranten was te lezen dat het om optie 2 ging. Het zou gaan om een golf (‘ola’) van kleine boten (‘pateras’) die zouden zijn aangekomen op Cabo de Palos, een ver in de Middellandse Zee uitstekende rotspartij in de provincie Murcia.

Zo zetten afgelopen dagen tenminste 480 illegale migranten voet op Spaanse bodem, niet ver van ons huis. Sommige bootjes lieten zich lijdzaam naar de kust brengen, passagiers van andere bootjes zetten het op een rennen, eenmaal aan land. Bij aankomst werden alle personen gecontroleerd op het coronavirus en een handvol personen bleek positief te testen. Vorige maand kwamen boten met migranten aan op de Andalusische kust waarbij vier van de tien passagiers een coronabesmetting onder de leden bleken te hebben. Tja.

Bij het aantal besmettingen van de recentste bootvluchtelingen zal het hoogstwaarschijnlijk niet blijven... De zieken werden naar een ziekenhuis gebracht, de overige passagiers van dezelfde boot (of boten) werden naar een opvangcentrum in de stad Cartagena gebracht waar ze in quarantaine moesten. Voor de goede orde: deze mensen worden door de Murciaanse autoriteiten niet in een detentiecentrum opgesloten want ze begingen volgens de wet geen misdrijf, al kwamen ze illegaal aan wal.

Illustratie: El Espanol

In de Spaanse media sprak men over ‘argelinos’ en dat woord moest ik opzoeken. Het blijkt te gaan om Algerijnen, veel volwassen mannen (‘varones’), een enkele  vrouw en één baby. Spanje kan momenteel wel wat extra arbeidskrachten gebruiken om groente en fruit van het land te halen. Mijn liefje, bepaald niet van de complottheorie, opperde dat de grote stroom Algerijnen wellicht op gang kwam doordat lokale Spaanse bedrijven hen hadden uitgenodigd? Ik vond het geen gekke gedachte... 
Als dat zo zou zijn, moeten die werkgevers flink door de overheid worden beboet. Inmiddels heeft het regionale bestuur van de buurprovincie om hulp van de nationale regering van Pedro Sánchez gevraagd voor het managen van deze situatie. Die dreigt namelijk rap uit de hand te lopen.

Volgens ons oorspronkelijke plan zouden we gisteren met het vliegtuig naar Nederland zijn afgereisd voor een maandje op vaderlandse bodem. We besloten onlangs niet te gaan. We vliegen op dit moment liever niet als het niet per se nodig is. Toen wij maanden geleden onze vliegreis boekten, verheugde ik mij zeer op logeren in Den Haag, vrienden en familie weerzien, Sail Amsterdam 2020, verse haring van Robbie’s Haringkar, een broodje runderbil bij Dokter Vogel, Ketut ophalen bij zijn afgemeerde Amerikaanse cruiseschip in IJmuiden-haven, een reünie met klasgenoten van de lagere school en meer van dit soort sociale happenings. Die gemiste uitjes zijn jammer maar de beslissing die eraan voorafging, voelt nog steeds als de juiste. Onze tijd komt wel weer (hoop ik).

Volgens een recent plan zouden we vandaag voor de eerste keer van dit seizoen  gaan snorkelen in de wateren rondom Cabo de Palos, dezelfde kaap waar bovengenoemde bootjes in de afgelopen dagen aankwamen. Het zou een warme dag worden met een matige wind dus uitstekend weer voor een uitje op en onder water. Toen we gisteren in zee dobberden, zei mijn liefje dat ze, als ze heel eerlijk was, liever niet ging. Ik kon die eerlijkheid waarderen. Het moet leuk zijn voor twee. Alhoewel ik heel erg van snorkelen houdt op die plek, verklaarde ik mijzelf terstond solidair. We gaan vandaag dus niet, blijven in onze eigen biotoop. Misschien trek ik hier voor de gelegenheid mijn masker en flippers aan.

Wel hebben we met onze vrienden Frans & Roland afgesproken om vanavond weer samen naar een restaurant te gaan. Deze keer staat The Fishbowl op het programma, een oude-vertrouwde favoriet. 

Met hen gingen we afgelopen zaterdag naar een nieuwe horeca-hotspot in onze buurt: Chiringuito Pirata, op het terrein van de zeilclub van Torre de la Horadada. Het restaurant opende ruim twee weken geleden de deuren. Men legde een klein loungegedeelte met muziekhoek en een groot overdekt buitenterras aan, met zicht op de jachthaven.

De culinaire ervaring was goed: we bestelden wilde ‘dorada’ (goudbrasem) als hoofdgerecht voor iedereen die op spectaculaire wijze op open vuur werd bereid. Je kunt deze vis herkennen aan de gouden rand net boven de ogen. Naast dorade stond ook wilde zeewolf (‘lubina’) op de kaart. Waar vind je dat nog?! Je kunt er ook Spaanse zeespecialiteiten als percebes, quisquillas en veel meer bestellen; ze staan niet op de kaart maar het is wel voorradig. De prijzen zijn aan de hoge kant voor Spaanse begrippen maar als je een hele vis deelt met vier, komt de prijs in de buurt van een Nederlandse visgerecht. De vis werd vakkundig aan tafel gefileerd, zelfs de wangetjes werden ons voorgezet. Ook de bereide aardappelen en groenten bij dit gerecht bevielen goed. Het restaurant heeft ook mooie wijnen op de kaart staan, onder andere rode Muga van een goed jaar en witte Mar de Frades.

De organisatie eromheen moet wel wat verbeteren. Zo werd ik op de dag van de reservering, ongeveer twee uur voor de afgesproken tijd, gebeld met de boodschap dat het restaurant de deuren een uur later dan gemeld zou openzwaaien. Goed dat men belde maar was dat niet eerder bekend? Op een aantal restaurantlocaties biedt men geen menukaarten meer aan, vanwege corona. Met een QR-code op je telefoon kun je dan op zo’n plek een digitale menukaart lezen. Deze Piraat heeft dat (nog?) niet. Ons werd gevraagd een foto van de opgehangen kaart en het neergezette bord te maken. Erg professioneel klonk dat niet. De kaart is dermate uitgebreid dat het lastig is te kiezen (dat zou je het tweede luxeprobleem kunnen noemen).

Het terras is ruim opgezet en van modern meubilair voorzien. Het viel ons op dat er relatief veel personeel loopt (de Spaanse eigenaar was eveneens aanwezig); allen met mondkapje op. Onze man in de bediening was aardig maar ietwat opdringerig. We wisten dat het restaurant nog maar kort open is dus wellicht zijn nog niet alle klantenservicelessen afgerond. Het kan ook zijn dat in korte tijd een maandenlange periode van gederfde inkomsten moet worden goedgemaakt. Gisteren bleek dat het bedrag van de gehele maaltijd tweemaal van de bankrekening werd afgeschreven. Ik ga zien hoe dit uitpakt.

Vanwege het feit dat we niet gaan snorkelen, eet ik deze dagen expres vis, schaal- en schelpdieren. 

De lekkerste gamba’s van mijn leven at ik onlangs in de Vissenkom. Het leek een eenvoudig pannetje boterzachte olijfolie met veel knoflook en verse kruiden maar het bleek een complex gerecht. Zes goudgele garnalen keken mij verleidelijk aan. Schijven oud brood worden erbij geserveerd om te dopen. Ik deed er minstens één uur over om het geheel te verorberen; een goed teken. 
Toen ik Peter Fisher, eigenaar en hoofdchef zei hoe überlekker het was, lachte hij voldaan. Andere gasten bleken de voorgaande avond naar het recept te hebben gevraagd. Nou, zover ging ik niet! Ik kom graag terug voor deze kleine-maar-fijne schotel. Als je bedenkt dat ik in de tientallen landen die ik in de afgelopen jaren op bijna alle continenten ter wereld bezocht, altijd wel ergens wekelijks garnalen bestelde, is het extra bijzonder dat het lekkerste garnalenhapje zich op een kwartiertje rijden van hier bevindt. 

Voor de grap zocht ik op ‘gambas’ in mijn collectie digitale foto-albums die ik al jarenlang op Google Photos vastleg. Dat leverde spectaculaire beelden op, met teveel kleurrijke borden om op te nemen. Grote en kleine, witte, rose en rode garnalen, bereid op de grill, de bbq en in de pan, in olijfolie en boter. Ze werden gevangen in bijna alle wereldzeeën en oceanen maar dát kon ik niet proeven. Hoe het ook was: yummm! Ik ben er dol op. Het is overigens jammer dat in deze eetbare selectie ook een zeepaardje uit Tasmanië opdook. Adu.

Mijn lekkerste gambas staan linksonder in de collage (omcirkeld). Als mijn liefje naar deze foto’s kijkt, krijgt ze accute uitslag, gevolgd door ademnood. Zij is namelijk zeer allergisch voor deze schaaldieren. Ik kus haar daarom niet nadat ik ze heb gegeten. (Het lijkt corona wel!) Zij dus niet, ik wel. De culinaire tempel die zich in deze eer mag verheugen, gaan we vanavond wederom bezoeken. Ik weet in ieder geval welk hoofdgerecht ik ga kiezen.


donderdag 23 juli 2020

Beslagen zonnebril

Illustratie: Freepik
Toen het bericht op zaterdag jongstleden laat binnenkwam, was ik op zijn zachtst gezegd ‘not amused’. Ook in deze autonome regio van Spanje moeten we voortaan overal en te allen tijde mondkapjes dragen in het openbaar. Had ik daarvoor drie maanden in strict huisarrest gezeten?! Grr!@#$%^&*€äñ¿¡ Ik voelde mij, braverik, wederom beroofd van een beetje vrijheid. Daarom had ik geen goed woord over voor alle personen die de coronamaatregelen aan hun laars lappen. En dat blijken er nogal wat… Hier, in Nederland en in veel andere delen van de wereld. ¡Qué cabrónes!

We gingen zondagochtend op de fiets, met mondkapjes voor en zonnebril op, naar het strand voor onze dagelijkse zwempartij. (De combinatie is niet prettig, kan ik je verzekeren.) Mijn liefje en ik stapten niet per se vrolijk op onze stalen ros. We betreuren het dat we hierin voorlopen op de rest van Europa... Op de route naar de fietsenstalling zag ik veel andere fietsers zonder M. Een Scandinaviër op twee wielen maar zonder mondbedekking passeerde mij. Dat vond ik een goed moment om hem te vragen of hij wist dat hij en zijn fietsmaatje in overtreding waren. Je kunt een boete van €100 per persoon krijgen als de lokale politie je niet goedgezind is. Hij wist niets van de nieuwe regel. Tja.

Op dat korte stuk naar zee zag en hoorde ik vervolgens een groepje Belgen op huurfietsen, een Nederlands sprekend paar op Stella-fietsen en een grote familie zonder mondkapjes uit een huurauto stappen. Een Spaans gezin van drie personen werd even later aangehouden, net voordat zij het strand wilde betreden, omdat ze geen mondkapjes droegen. Papá moest terug naar de geparkeerde auto om ze te halen. Ik nam mij op dat moment voor niemand meer op de noodzaak te wijzen. Iedereen moet inmiddels beter weten.

In Nederland wordt er veel gepraat over het nut van deze mond- en neusbedekking. Voor mij is dat een gepasseerd station. Ik denk zeker dat het besmetting zal vertragen maar 100% zekerheid krijg je er niet mee. Afstand houden blijft allerbelangrijkst. Ik merk overigens wel dat het mondkapje psychologisch lijkt bij te dragen aan het bewustzijn rondom de 1.5 meter afstand. Hou het ook zij, het ding zal hier voorlopig niet weggaan, voor de lage landen verwacht ik dat het dragen van eentje binnenkort zal worden geadviseerd. Wen er maar aan! 

Zeker niet alle terugval in het land is uitsluitend te wijten aan arbeidsmigranten en toeristen. De Spaanse leefwijze is tevens debet aan nieuwe covid-uitbraken in het land. Ook in onze straat zien en horen we de weekendfeestjes met luid zingende bezoekers (uit Murcia en Madrid), de avondjes uit op het eigen terras met vrienden en/of familieleden. Zonder mondkapjes. Zelfs onze übervoorzichtige buurman Jesus, die zelfs niet buiten de poort kwam toen het eenmaal mocht, ontving afgelopen week zijn twee jonge dochters (uit een vorig huwelijk) en zijn schoonfamilie van nu met open armen. Wel bijna allemaal met mondkapje op maar ze zaten vaak binnen, in de woonkamer met airco. Niet per se goed om besmetting te voorkomen.

Twee Spaanse zussen waarvan er eentje verderop in de straat woont, kusten elkaar hartstochtelijk bij hun weerzien. Hoe ik dat weet? Ze deden het pal voor onze voordeur. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is begrijpelijk als je bedenkt dat men elkaar maandenlang niet mocht zien, maar tegelijkertijd vind ik het oliedom en schadelijk. In de afgelopen twee weken ontstonden circa 200 nieuwe covidbrandhaarden in mijn tweede vaderland. De besmettingsgraad loopt ook in Nederland weer op, daar ligt de R thans op 1.3. Afstand bewaren is hier bijna onmogelijk maar lijkt ook in de Lage Landen een lastige opgave. Zon, zee en zuipen door jongeren blijkt in delen van Europa vooral een giftige cocktail. Ook zij onspringen de coronadans niet.

Tien van de 15 autonome regio’s van Spanje gingen over tot het verplicht stellen van mondkapjes-te-allen-tijde in de openbare ruimte: op straat, lopend en op de fiets. Alleen als het mondkapje niet is te verenigen met een zekere activiteit, mag het af. Zwemmen mag daarom tot op heden nog nèt zonder…

Men ging hier deze week nóg een stap verder: het mondkapje moet nu voortdurend op elk buitenterras worden dragen, ook op de momenten waarop je even niet drinkt en eet. Grr!@#$%^&*€äñ¿¡ Dat voelde als een nieuwe schep roet in het eten. We ontdekten namelijk een nieuw restaurant met ruim terras in de openlucht in de jachthaven van Torre de la Horadada. Het opende twee weken geleden, is eigendom van de lokale nautische club en wordt beheerd door de eigenaar van strandtentketen Pirata. We bezochten het gisteren en kregen van de kok een rondleiding door de keuken. Er staan diverse soorten wilde vis (‘salvaje’) op het menu en daar is hij trots op. Terecht.

We boekten een tafeltje voor vier voor dit weekend; we kozen het zorgvuldig uit. Ik zette mij over de weerzin van het dragen van een mondkapje op een buitenterras heen, al zal het wennen zijn. Als we eventueel eventjes in overtreding zijn, zullen we geen boete ontvangen -aldus de laatste verordering- maar we willen evenmin dat de horeca-eigenaar (die we kennen) wordt beboet. Eens een brave borst, altijd een brave borst.

Onze vrienden Frans & Roland keerden onlangs voor de tweede keer deze maand naar Spanje terug voor een kort maar welverdiend verblijf in hun vakantiehuis. Ons eerste gezamenlijke avondje brachten we door op hun terras. In de afgelopen dagen raasde weer een kleine DANA over het noorden en noordwesten van Spanje. Het gaat om een depressie in de hogere luchtlagen die hier voor veel wind en een rode vlag aan zee zorgde. We hebben daarom al een aantal dagen niet gezwommen. Het fietsende mondkapje is daarom tijdelijk niet aan de orde.


zondag 19 juli 2020

Zoute zeevertellingen

The continuing story of Chiringuito Ramón! Onze favoriete lokale strandtent komt deze zomer terug maar niet op de plek en in de vorm die we van hem en zijn team gewend zijn. Het ding werd honderden meters naar het noorden verplaatst, om precies te zijn naar ‘Playa del Puerto’ aan de voet van Torre de la Horadada. Geen idee waarom. Misschien had hij geen keuze, was het daar of nergens?! Dat strand kreeg dit seizoen eveneens een blauwe vlag maar het ligt op een iets mindere locatie, is beperkter van uitstraling maar heeft wel zicht op een 14de eeuwse toren en een kleine jachthaven. De tent ligt uit de route voor het grote publiek en voor ons maar dat hoeft geen nadeel te zijn. De liefhebbers zullen blijven komen. Mijn liefje en ik fietsten er afgelopen dagen langs om te zien hoe het erbij staat en of we iemand van het personeel herkenden. (Niet.) Er staan nog geen pijlers voor een overdekt terras maar parasols en ligbedden zijn klaar voor gebruik.

Vorig weekend werden de stranden van Las Higuericas voor de eerste keer door de daarvoor aangestelde instanties (Proteccion civil & Platges segures) gesloten omdat er teveel bezoekers op te weinig afstand van elkaar zaten. Voor de goede orde: het werd niet ontruimd, er mochten alleen geen badgasten meer bij. Wij gingen vroeg zwemmen en zagen het toen al vollopen. Dat zal niet de laatste keer van dit seizoen zijn.

Mar Menor in buurprovincie Murcia, net over de provinciegrens, blijkt sinds dit jaar onaantrekkelijk voor strandbezoekers. Naar verluidt, blijven bewoners en bezoekers weg van strand en zee. We zagen een foto van een uitgestorven stand. In een lokale krant las ik dat mensen nu naar onze stranden komen om te zwemmen en zonnebaden. Dat draagt zeker bij aan de extra drukte.

Het dichtstbijzijnde strand aan de Mar Menor, Europa’s grootste binnenzee, heet Lo Pagán. In die plaats zit onze fietsenmaker, de chiringuito met de lekkerste chipirones (licht gefrituurde baby-pijlinktvis) en ons favoriete visrestaurant Venezuela, ook wel bekend als ‘De Tonnetjes’. De badplaats is bekend van de mooi gerestaureerde traditionele Spaanse watermolen, de kilometerslange wandelboulevard die de zoutmeren scheidt van de Mar Menor en de wilde flamingo’s. Je vindt er de modderbaden en de modderdokter: Pablo Fernández Bartolomé. Hij is de enige man die daar met zijn blote rechterhand ongestraft de blote borsten van menige Spaanse met heilzame modder mag insmeren. In het voor- en naseizoen kun je er genieten van de kite surfers die spectaculaire toeren uithalen. Iets verderop aan dezelfde binnenzee ligt Santiago de la Ribera, de plek waar de Spaanse adel in vroegere eeuwen hun vakantievilla’s hadden, de thuishaven van de beroemde Adelaarsbrigade van de Spaanse luchtmacht. Daar vind je ook de futuristisch ogende zeilclub. We komen er graag maar niet om te zwemmen. 

Ondanks al dat fraais begrijp ik waarom men niet meer wenst te vertoeven aan de oevers van de binnenzee. Mar Menor wordt al deccenialang vervuild, met name door lozing van mest en bestrijdingsmiddelen uit de tuinbouw. Bedrijven in de Campo de Cartagena zijn de hoofdschuldigen. Het slib door overstromingen van eind vorig jaar en begin dit jaar deden daar een funeste schep bovenop. Er kwam zoveel viezigheid in die stroom mee dat deze kleine zee veranderde in een grote ramp. Er vormde zich een dikke drab op het wateroppervlak, de zuurstof verdween uit het water, de vissterfte was ongekend hevig. Tonnen dode vissen, schaal- en schelpdieren leverden  schokkende beelden op in kranten en tijdschriften. Ze gingen de hele wereld over.

Afgelopen week kocht ik de krant ‘La Verdad’ weer eens. Er was veel te lezen. Gelukkig was niet alles corona wat de klok sloeg al werd Murcia onlangs een van de nieuwe besmettingshaarden van de regio; voor het eerst in maanden. Daar moet men nu (bijna overal) mondkapjes dragen. De gehele voorpagina en enkele grote artikelen elders in de krant waren gewijd aan de ecologische crisis die zich afspeelt in en rond Mar Menor, deze kleine, ultrazoute plas.

Politieke partijen Partido Popular (PP), PSOE en Ciudadanos kwamen onlangs met een gezamenlijk actieplan. Men werkte de details uit van een voorstel dat onderdeel is van de Wet op de bescherming en het herstel van Mar Menor. Daarover zal op 22 juli worden gestemd in de ‘Asemblea Regional’, de regionale raad van Murcia.

Het komt erop neer dat er cordons om de binnenzee zijn gedefinieerd, elk met specifieke bepalingen en regels. Zo stelt men voor dat vanaf 0 tot 500 meter van de oever in de toekomst niets meer mag worden verbouwd en gebouwd. Daar mag voortaan alleen nog worden gewoond zoals het nu gebeurt. Braakliggend land blijft zoals het is. Er is geen plaats meer voor nieuwbouwprojecten en daarmee is het Spaanse Verbond van Architecten het roerend eens.

Van 500 tot 1.500 meter van de oever van de Mar Menor mag in de toekomst alleen nog ecologische tuinbouw worden bedreven. In dit gebied, dat een oppervlakte van 1.190 hectaren beslaat, mag voortaan geen enkele vorm van  bemesting meer worden gebruikt. Het zou nu gaan om 967 tuinbouwbedrijven in de open lucht, 20 kassenbedrijven (hier gebruikt men plastic) en 203 citrustelers.  Bestaande kassen mogen niet uitbreiden, er komt een limiet op het aantal oogsten per jaar, onofficiële waterreservoirs zijn daar voortaan verboden en zullen worden afgebroken. Alleen installaties van de CHS (Confederación Hidrográfica del Segura) zijn nog toegestaan.

De belangrijkste maatregel is echter dat er een grens wordt gesteld aan het aantal kilo’s nitraat per hectare/per jaar. Ieder boerenbedrijf in deze zone zal in de toekomst een officieel verzoekschrift voor mestgebruik bij de verantwoordelijke instantie(s) moeten indienen. Pas na controle door een competente expert zal er eventueel toestemming volgen. Streng maar terecht. Bovendien met tenminste 20% van elk parceel binnen die 1.500 meter zone ook worden gebruikt voor de aanleg van groenvoorziening, bij voorkeur bebossing. Sedimentatie tijdens extreme regenbuien (gotas frias) in de zoute lagune zal zo op termijn ook tot het verleden moeten gaan behoren.

Het verbaast niemand dat de Spaanse boeren in het gebied vierkant ‘teugen’ het plan zijn. Het zou de land- en tuinbouw de nek omdraaien, de politiek begrijpt er niets van. Zelf vond ik het echter opmerkelijk dat genoemde partijen ter linker en rechterzijde van het politieke spectrum -met doorgaans tegengestelde belangen-  de schouders onder dit gezamenlijke doel zetten. De vervuilers hebben hun beurt voorbij laten gaan, wat mij en vele anderen betreft. Tientallen jaren speelden zich in dit gebied illegale land- en tuinbouwactiviteiten en lozingen af.

In het artikel was ook te lezen dat de boeren aan de kant van Murcia boos zijn over het feit dat hun concurrenten aan Valenciaanse zijde geen restricties krijgen opgelegd. Een flauw verweer. De landerijen aan onze kant van de provinciegrens staan namelijk niet in directe verbinding met de Mar Menor. (Wel met de Middellandse Zee; afvoer naar die grote plas is evenmin toe te juichen…)

Spanje moet zich, net als andere landen in de Europese Unie, aan de Europese Nitraatrichtlijn (1991) houden. Die is erop gericht de waterkwaliteit in heel Europa te beschermen door te voorkomen dat nitraten uit agrarische bronnen het grond- en oppervlaktewater verontreinigen. Die richtlijn moet goede landbouwpraktijken stimuleren. Land- en tuinbouwers in dit deel van de Costa Blanca lijken de regels echter volledig aan hun laars te lappen. De waterverontreiniging en eutrofiëring in de Mar Menor overschreed inmiddels een kritische grens.

Nu wil ik hier niet per se een lans breken voor Nederlandse boeren, en zeker niet voor de Farmers Defence Force, maar je ziet op dit punt wel een groot verschil tussen boeren daar en hier. In Nederland zijn boeren al jarenlang verplicht een mestadministratie bij te houden, in dit deel van Spanje is zoiets tot op heden onbestaanbaar. Het is niet zo dat er geen middelen beschikbaar waren om tot  nitraatbeheersing te komen. De zorgelijke toestand van de Mar Menor ligt al jaren onder het vergrootglas van de EU. In de periode 2014-2020 was niet alleen ruim 70 miljoen beschikbaar uit het European Regional Development Fund, er werd ook nog eens 20 miljoen euro extra beschikbaar gesteld specifiek voor het verbeteren van de status van de binnenzee.

De nieuwe regels zullen hier, zodra ze zijn geaccordeerd, ongetwijfeld tot meer bureaucratie leiden maar de Murciaanse regionale overheid staat met de rug tegen de muur. Er moet iets gebeuren om het bijzondere gebied weer leefbaar te maken, voor mens en dier. Wanneer het nieuwe plan ingaat, is nog niet bekend. Ook over de precieze naleving en het toekomstige toezicht is nog weinig bekend, naar mijn weten. Regels die in het verleden werden gesteld aan land- en tuinbouwbedrijven in deze regio, werden op grote schaal genegeerd zonder dat dit consequenties had voor de overtreders. Strict toezicht op naleving is dan ook essentieel voor het slagen van het plan. Er is dus enigszins goed nieuws te melden maar we zijn bepaald niet klaar met dit onderwerp.

De drie politieke partijen waren niet de enigen die een aanpak bedachten voor bescherming en herstel van de Mar Menor. Ook het Spaanse Oceanografisch Instituut (IEO) deed met 28 andere instanties recent een studie naar de situatie van de Murciaanse binnenzee en de mogelijke oplossingen voor de problemen van nu. Dat gebeurde in opdracht van het Ministerie van Ecologische Transitie dat deze PSOE/Podemos-regering instelde. Ook in hun plan valt te lezen dat de belangrijkste maatregel bestaat uit het terugdringen van de nitraatlozingen, door het aan banden leggen van de omringende tuinbouw.

Het instituut stelt een waaier van aanvullende maatregelen voor. Zo wil men groene filtersystemen aanbrengen voor de afvoer (daarover lees en hoor ik al jaren), populaties natuurlijke filteraars uitzetten in het zeewater (bijvoorbeeld tweekleppigen, een schelpensoort), stoppen met baggeractiviteiten tussen de Middellandse Zee en de Mar Menor, stoppen met acties van lokale vissers om zuurstof aan het water toe te voegen en veel meer. Alle beetjes helpen al zullen grote maatregelen nodig zijn om het bijzondere gebied te redden. Dit verbond van organisaties zweert boven alles bij rust al zou dat weleens te laat kunnen zijn... Mar Menor moet misschien wel decennialang met rust worden gelaten om het gebied weer tot leven te brengen. Te beginnen met dit zomerseizoen.


donderdag 16 juli 2020

Braggadocio*

De dag na de Amerikaanse presidentiële verkiezing van 2016 beschrijft Mary L. Trump als volgt “it felt as though 62.979.636 voters had chosen to turn this country into a macro version of my malignantly dysfunctional family.” Ik las dit boek over haar oom Donald en de disfunctionerende en ontwrichtende familie Trump, in slechts twee dagen uit. Het werd geschreven door de nicht die promoveerde en klinisch psychologe werd. Dat is dan ook vooral haar insteek. De hoofdrolspelers worden vakkundig geanalyseerd.

Ik vond het ontluisterend. Op grond van die conclusie besloot mijn liefje het niet te gaan lezen en dat begrijp ik. Toen ik de laatste bladzijde omsloeg, werd ik overvallen door een diep gevoel van leegte. Je zou het een zwart gat kunnen noemen.

Je zult maar een Trump zijn! Auteur Mary is de dochter van Freddy Trump, de oudste zoon van Mary Anne en Fred Trump Senior (de ouders van Donald). Deze Fred & Mary komen er in dit boek, getiteld ‘Too Much and Never Enough. How My Family created the Most Dangerous Man’, als ouders en grootouders zeer bekaaid vanaf. Zwakte wordt door hen niet getolereerd, anders denken en terugpraten worden afgestraft, emoties zijn voor sukkels. Langzaam maar zeker werkt tweede zoon Donald-met-zijn-bravoure* zich op de voorgrond, op zoek naar aandacht en erkenning van pa. Opa Fred zou volgens nicht Mary de tekortkomingen van zijn tweede zoon wel zien maar raakt meer en meer onder invloed van diens gedrag. Uiteindelijk gelooft pa heilig in zijn “zelf gecreeërde monster.

Het begin van het boek is tekenend. De uitgebreide Trump-familie wordt begin 2017 uitgenodigd voor het vieren van een chique verjaardagsfeestje in het Witte Huis. Dat feestje is bedoeld voor de jarige zussen Maryanne en Elizabeth, de oudere en jongere zussen van broer Donald. Bij aankomst vergeet hij de vrouwen te feliciteren maar vraagt aandacht voor zijn nieuwe kantoor: the Oval Office. Een foto van zijn pa Fred staat op een dressoir achter zijn bureau. Hoe vindt iedereen die foto?! Zijn oudste zus Maryanne suggereert dat een foto van ma daar ook niet zou misstaan… Had hij nog niet bedacht. Welcome to Trump World.

Nicht Mary noemt die man op de foto, haar grootvader, een sociopaat: gebrekkig empathisch, onberekenbaar, onvriendelijk en uiterst autoritair. Haar grootmoeder is de grote afwezige in de opvoeding vanwege ziektes en een slap karakter.

Mary’s vader Freddy is als oudste zoon in het gezin de beoogde opvolger van vaders, eigenaar van een kapitaal bouwimperium in New York. Het pakt anders uit. Hij is geenszins de killer die pa wenst voor zijn bedrijf, zoonlief voldoet niet aan de hoge verwachtingen. Freddy gaat in militaire dienst en wordt een van de eerste piloten van Trans World Airlines, een van de eerste Amerikaanse burgerluchtvaartmaatschappijen. In een normaal functionerend gezin zouden die persoonlijke keuzen lof oogsten maar niet in deze familie. Er wordt op hem neergekeken. De intelligente en sociale Freddy wordt jarenlang gepest, dwarsgezeten, afgeknepen, achtergesteld en onder druk gezet; zowel door zijn vader als jongere broer Donald. Hierdoor raakt hij op termijn aan de drank, scheidt van zijn vrouw (die niet goed ligt in de familie Trump), ontwikkelt hartproblemen en overlijdt op 42-jarige leeftijd moederziel alleen aan een hartaanval. Ouders en broers vonden het niet de moeite van een ziekenhuisbezoek waard. Freddy en zijn beide kinderen blijken dan al te zijn onterfd.

De portretten die Mary L. Trump voorts schetst van haar familie, met name van haar opa en oom Donald, zijn ronduit naar en bizar. De enige dingen die voor deze mannen gelden, zijn geld en macht. Beiden zijn racist, seksist, corrupt, frauduleus en grootschalig belastingontduikend. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan...

In het boek las ik ook dat Donald’s overgrootvader Friedrich, de voorouder die vanuit Duitsland naar Amerika emigreerde en de eerste steen aan hun rijkdom legde, aan de Spaanse griep overleed. Zoon Fred is dan 12 jaar oud. Je zou denken dat Trump als president hierdoor een andere koers zou gaan varen tijdens de covid-19 pandemie. Een weldenkend mens waarschijnlijk wel.

Oom Donald wordt neergezet als een egoïst, pathologische leugenaar, wreedaard, bedrieger, opschepper, bully, hielenlikker en intrigant. Iemand met een grote mond maar zonder moreel kompas. Ze noemt hem tevens een oppervlakkige en incompetente persoon, zelfs een leeghoofd met wellicht een cognitief gebrek (leerstoornis), iemand die qua psychologie acteert op het niveau van een driejarige. Bovendien legt zij nadruk op het feit dat hij als volwassene een mislukt zakenman is, met alle faillissementen en dirty tricks die hij met dubieuze adviseurs uithaalt jegens banken. Daarvoor moet je vooral het laatste boek van de Amerikaanse journalist David Enrich lezen, getiteld ‘De duistere bank’, over de relatie van Trump en Deutsche Bank. Fnuikend.

Je zou zeggen: niets nieuws onder zon. En toch… het bleek nóg erger te kunnen!

Donald probeert op een later moment ook zijn beide zussen en jongste broer uit het testament van zijn, inmiddels dementerende vader Fred, te schrappen. Dat lukt op een haar na niet.

The man speaking is still, in essential ways, the same little boy who is desperately worried that he, like his older brother, is inadequate and that he, too, will be destroyed for his inadequacy. At a very deep level, his bragging and false bravado are not directed at the audience in front of him but at his audience of one: his long-dead father.” 

What Donald can do in order to offset the powerlessness and rage he feels, is punish the rest of us.

Donald requires division. It is the only way he knows how to survive – my grandfather ensured that decades ago when het turned his children against each other.

Vooral een alinea aan het einde van het boek vond ik heel schokkend: “I can only imagine the envy with which Donald watched Derek Chauvin’s casual cruelty and monstrous indifference as het murdered George Floyd; hands in his pockets, his insouciant gaze aimed at the camera. I can only imagine that Donald wishes it had been his knee on Floyd’s neck.” 

In de afgelopen periode werd in Amerika, Nederland en de wijde wereld, in het kader van het racismedebat na de dood van Floyd, veel gesproken over de noodzaak van “recht in de bek van het beest kijken”. Ik had het idee dat ik dat voortdurend deed tijdens het lezen van dit boek.

Mijn eigen moeder zou hierover hebben gezegd: “elk huisje draagt zijn kruisje. Zij had altijd wel een tegeltjeswijsheid paraat. In elk gezin is inderdaad wel iets, daar heeft ze gelijk in. Maar niet elk kruis is van hetzelfde gewicht. Dit boek zorgde ervoor dat ik sterk aan mijn familie dacht. Ook in het gezin waarin ik werd geboren, was bij tijd en wijle sprake van een vorm van disfunctioneren maar dan zonder de Trump-miljoenen. (Kasian.)

Ik had een oudste zus -inmiddels overleden- die als eerste kind over het paard werd getild. Haar gedrag drukte een flinke stempel op het gezin. Dat werd door beide ouders door de vingers gezien en nooit gecorrigeerd. Zij veranderde in een dominante en manipulatieve persoon. De invloed van die zus op het gezin bleek funest. Mijn twee oudere zussen, tweelingen en een jaar jonger dan de oudste, hadden er als kinderen en jonge meisjes veel last van. De oudste mocht alles, zij mochten niets. (Het was goed dat ze elkaar hadden…) Als tien jaar jonger nakomertje leed ik er persoonlijk aanvankelijk niet onder. Zeker niet al mijn herinneringen aan mijn oudste zus zijn slecht. Jarenlang was ik haar favoriete pop, met alles dat daarbij hoorde. Totdat ik zelf ging nadenken.

Mijn vader zei mij uit zichzelf, toen ik jong volwassene was, dat hij een fout maakte bij de opvoeding van zijn oudste kind. Hij had haar meer moeten corrigeren en meer oog voor de verhoudingen in het gezin moeten houden. Daarvoor was het nu te laat. Ik vond het opmerkelijk dat hij die opvattingen met mij deelde. Desalniettemin was het een verdrietig stemmende analyse die zijn weerslag had en jarenlang behield. Helaas viel mijn vader veel te vroeg weg uit ons gezin. Wij, drie overblijvende zussen waren en zijn het erover eens: als hij was blijven leven, was de situatie in het gezin niet verder geëscaleerd.

Mijn moeder daarentegen, heeft er nooit enig onrecht in kunnen of willen inzien. Zij was niet de meest empatische ouder van de twee. Haar karakter was bovendien niet sterk genoeg in mijn ogen om de ontstane situatie en de voortdurende manipulaties te doorbreken. Na het overlijden van mijn vader liet zij zich verder meeslepen in de foute richting: ze koos partij voor haar oudste kind, de rest van het gezin leek er niet meer toe te doen.

Voor dat moment begon ik mijn oudste zus al op afstand te houden; zo leuk en aardig was ze niet. Haar grappen waren vaak ten nadele van anderen en ik vond haar persoonlijk te dwingend. Haar haan moest en zou koning kraaien. Ze rekende niet op weerstand van mij, het jongste kippetje. Zij accepteerde en tolereerde mijn gedrag dan ook niet. Mijn kritische houding resulteerde in zware kritiek op mij, van haar èn mijn moeder. Uit zelfbehoud verbrak ik het contact nagenoeg. Mijn liefje steunde mij daarin. Je kunt veel van mij zeggen maar een angsthaas en een wegkijker ben ik niet. Nooit geweest. De relatie met mijn andere zussen was niet getroubleerd al werden we nooit heel close.

Toen mijn liefje en ik daarna naar het buitenland vertrokken, werd het gemakkelijker om mij verder van deze kwalijke invloed te distantiëren. Dat bracht rust. Na jaren, we woonden toen al geruime tijd in Spanje, probeerde ik nieuw leven in de relatie te blazen met het organiseren van een Zussendag in Nederland. Ik organiseerde een locatie met feestelijke lunch, liet t-shirts maken met al onze foto’s erop en haalde mijn zussen met de auto op. Tenminste, dat was het plan. Dat liep echter volledig uit de hand door het gedrag van mijn oudste zus en mijn reactie daarop, waarna de breuk definitief werd. Ik heb haar daarna nooit meer gezien. De tweeling en ik waren niet welkom op de begrafenis van onze zus in 2012. Zij overleed enkele dagen voor haar 62ste verjaardag. Mijn oude moeder zag en sprak ik daarna af en toe weer. Zij overleed in het najaar van 2015, op hoge leeftijd. Ik verbleef destijds in Bali en vloog niet terug voor haar begrafenis.

Illustratie: Bas van der Schot
Zo zie je maar: in elke familie kan een Donald, Mary of Fred opstaan die de boel doet ontwrichten. En je bent pas goed in de aap gelogeerd als je ze alledrie in de familie hebt! 
Is dit boek een aanrader? Tja. Twee dagen na beeïndiging van de lectuur ben ik er nog steeds een beetje beduusd van... Mary L. Trump zette haar woede over het vele onrecht in haar familie om in iets creatiefs en dat geeft hoop. Mijn boosheid over de eigen familiegeschiedenis steekt op een moment als dit de kop op. Het raakt mij en het drukt mij ook neer maar deert niet meer.

Welke invloed dit boek zal hebben in de aanlop naar de aanstaande Amerikaanse presidentsverkiezing zal niet kunnen worden achterhaald, vermoed ik. Wel ben ik positief gestemd en hoopvol over gerechtigheid. Vier jaren met de gevaarlijkste man aan het roer is lang. Veel te lang.


zaterdag 11 juli 2020

Jawsome!

Afgelopen week was er een en al opwinding te bespeuren in Huize Barefoot. We dachten zeker te weten dat we dit zomerseizoen geen gebruik konden maken van de diensten van onze favoriete strandtent, Chiringuito Ramón. Dat deelden de strandwachten ter plaatse ons eerder mee. Mijn liefje kwam deze week ’s avonds terug van een wandeling, met beter nieuws: Ramón zou volgend weekend wel degelijk opengaan. Joehoe!

De eerste strandtent van de Pirata werd op dat moment opgebouwd voor dit weekend en hun con-collega zou het daaropvolgende weekend van start gaan. Wij meldden dit heugelijke feit aan onze Britse buren die net zulke fans zijn van de R-side als wij. Zij wisten ons echter weer volledig te ontnuchteren. Jawel, er komt binnenkort inderdaad een volgende strandtent op het strand maar die zou niet door Ramón en zijn team worden bestierd. Zij menen dat alles nu onder beheer van de eigenaar van de piraat staat. Adu. Dat zou slecht nieuws zijn want er wordt veel beter gekookt door de dames in de kleine keuken van onze vriend, het personeel is aardiger en de sfeer is er gezelliger. De houten keet, netjes opgeverfd, staat er inmiddels; net als het belendende toiletgebouw. We gaan de vorderingen dagelijks op de voet volgen en zodra ik iemand bij het gebouwtje ontwaar, stap ik op hem of haar af voor meer info. Wordt vervolgd!

Bijna dagelijks zag ik in de afgelopen dagen nieuws over oceanen en de bewoners  voorbijkomen. Het is de immers de opmaat naar Shark Week. Een interessant artikel over haaien verscheen in The Guardian, werkelijk prachtig geïllustreerd door een collectief dat zich Good Wives and Warriors noemt. De vrouwen die het in 2007 oprichtten, ontvingen hun opleiding aan de School of Art in Glasgow.

llustratie: Good Wives and Warriors (voor The Guardian)
Dat artikel verscheen in de reeks ‘Guardian Seascape’ van deze prettige Britse krant. Het is een mooie reeks over de staat van onze oceanen. Het begin vervoerde mij meteen. Het bracht mij naar Rajah Ampat, een idyllisch snorkel- en duikoord in Papoea-Nieuw Guinea, een provincie van Indonesië. Die locatie staat al jarenlang torenhoog op mijn reiswensenlijst. Het zijn 1.500 eilanden met slechts 50.000 bewoners. De oorspronkelijke bewoners waren Melanesiërs en tot vandaag de dag spreken ze er tien talen. Er komen 15.000 vissoorten en 500 koraalsoorten voor. Dat lijkt mij voldoende reden er een keer naar af te reizen.

De auteur schetst in de eerste zinnen een beeld dat mijn aandacht greep en wist vast te houden. Tot de knieën in glashelder water van een heerlijke temperatuur, kijkt iemand naar een haaiensoort die zich met vier vinnen lopend over de zeebodem beweegt. Alhoewel ik nu niet aan vliegen en reizen denk, raakte ik enthousiast over de plek en het schouwspel. Ik droomde weer even ouderwets weg naar verre, exotische oorden. Men trof daar (maar ook elders) in de afgelopen jaren negen nieuwe soorten wandelende haaien aan. Ze bewegen hun ruggegraat als salamanders. Boven water kunnen ze een uur zonder zuurstof overleven. Lopen doen ze net zo gemakkelijk boven, als onder water. Als soorten zijn ze ‘slechts’ tussen negen miljoen jaren en twee miljoen jaren oud. Deze soorten passen zich constant aan de omstandigheden aan. Daar kunnen wij, landrotten-zonder-kieuwen, nog veel van leren… Wereldwijd zijn er circa 500 haaiensoorten bekend.

In tegenstelling tot de spectaculaire boeken en films die over deze diersoort verschenen, zijn ze niet die aquatische monsters die velen ons doen geloven. Helen Scales heeft groot gelijk als zij in haar artikel stelt dat “sharks matter to humanity. Ze zorgen voor evenwicht in het natte gedeelte van ons ecosysteem. Ze worden echter in ontelbare aantallen –namelijk miljoenen- overbevist in de oceanen en wereldzeeën. Alhoewel haaien nog geen dodo’s zijn, worden ze met uitsterven bedreigt. Scales is verwoed duiker en voelde nooit een sprankje angst voor haaien. Totdat de vele vragen die ze daarover van familie, vrienden en kennissen kreeg haar op de zenuwen gingen werken. Waarom zou je bang zijn? Haaien hebben immers meer van ons te vrezen dan andersom.

Dat neemt niet weg dat mij iets aparts overkwam toen ik voor de eerste keer met zwembril een eind in open water ging zwemmen. Ik was lekker bezig toen ik op enig moment een schim in mijn linkerooghoek zag verschijnen. Ik deed nog enkele slagen totdat ik besloot even lucht te happen. Wat ik meende te hebben gezien, was niet donker maar het leek wel met mij mee te zwemmen. Ik keek onder water om mij heen maar zag niets. Daarop besloot ik verder te crawlen. Ik lag nog niet op mijn buik of ik zag het weer?! Na enkele seconden bedacht ik mij dat het mijn ongebruikelijk lange pony was dat als licht zeegras voor mijn ogen wuift... Inmiddels wende dat zwemmen met vermeende blonde haaienzusters.

Deze week las ik ook dat, als je denkt in Spanje zwaardvis te bestellen bij de visbank, het goed zou kunnen dat je haai eet. Meer dan de helft van de haaien- en rogsoorten in de Middellandse Zee wordt met uitsterving bedreigt, aldus de IUCN. Dat gegeven was jaren geleden de reden waarom ik geen ‘emperador’ meer kocht. Het is mooi vlees maar ik draag liever niet bij aan de uitroeiing van deze diersoort. Als consument weet je echter niet altijd wat je eet. Haaienvlees wordt hier ook gebruikt in schotels gefrituurde vis en in vissoepen.

In het betreffende artikel wordt vermeld dat de haaienpopulatie hier met 80% verminderde. Vervuiling en klimaatverandering dragen aan die terugloop bij maar de grootste schuldige is de visserij. Vroeger werden ze als bijvangst teruggegooid, nu worden ze aan land gebracht en hun vlees verkocht. Eeuwenlang zwommen haaien in groten getale rond; nu niet meer. De oudste afbeeldingen van deze diersoort stammen uit de Romeinse tijd.

Spanje werd jaren geleden al door de Europese Commissie op de vingers getikt voor het niet goed behandelen van bijvangst in de visserij. Spaanse vissers zijn verantwoordelijk voor de onnodige dood van dolfijnen die in hun netten terechtkomen. Recent werd door de EC wederom, om dezelfde reden, een tik uitgedeeld. De meeste walvisachtigen die worden bijgevangen, moeten het met de dood bekopen. Die reprimande werd ook gegeven aan de Franse en Zweedse visserij. Als er op korte termijn geen verbetering in die situatie komt, stapt de Commissie naar het Internationaal Strafhof.

Eind vorige maand las ik een ander artikel, eveneens in de reeks Guardian Seascape. Dat ging over de laatste grens van Moeder Aarde: de oceaanbodem. In 2017 werd in Verenigde Naties-verband een ambitieus project gestart om de bodem van de hele onderwaterwereld in kaart te brengen. Op dat moment was slechts 6% gedetailleerd in kaart gebracht. Als je denkt dat die bodem een platte pannenkoek is, heb je het mis. Op die kaart zullen uiteindelijk bergen, vulkanen, canyons, kanalen, aardspleten, hoog- en laagvlaktes te zien zijn. Eigenlijk net als boven water. 

Dit is niet alleen letterlijk een wereldomvattend project. Er werken vier regionale wetenschappelijke centra aan mee. Zo neemt een Duits instituut de zuidelijke oceaan voor haar rekening, een samenwerkingsverband van een Zweedse en Amerikaanse universiteit onderzoekt het noordelijke gedeelte van de Stille oceaan plus de Arctische oceaan. Team drie zit in Nieuw-Zeeland en buigt zich over de zuidelijke en westelijke delen van de Stille oceaan. Het grootste wateroppervlak, de Atlantische en de Indische oceaan wordt onderzocht door een team van de Amerikaanse Columbia-universiteit. Een vijfde team dat in het Verenigd Koninkrijk is gestationeerd, zal de map uiteindelijk samenstellen. De map wordt regelmatig bijgewerkt en is openbaar voor het publiek. Je vindt de map  onder de noemer GEBCO Grid (General Bathymetric Chart of the Oceans).

We weten inmiddels meer van de maan, sterren en andere planeten dan van de oceaanbodem. De laser-hoogtemeters die worden gebruikt om het heelal af te speuren en in kaart te brengen, werken niet in zeeën en oceanen. Onder water reist geluid verder dan licht en daarom worden daar zogenaamde multi-beam echosoundersgebruikt; die meerstralige sondes werken echter langzaam. Sinds de start van het project ontdekte men al menig interessant nieuwsfeit. Zo werd midden in de Atlantische oceaan een groot, nieuw koraalveld ontdekt voor de kust van Florida. Het bodemproject moet in het jaar 2030 worden afgerond. Vorige maand werd de stand van zaken van dat moment gepubliceerd: eenvijfde ligt nu vast.

Een van de interessantste filmpjes die ik recent zag langskomen, was er een waarin de Amerikaanse Olympische zwemwinnaar Michael Phelps (1985) het opneemt tegen een grote witte haai. De twee zouden over 100 meter gaan uitvechten wie de snelste is. Nu weet waarschijnlijk iedereen dat je zo snel mogelijk uit het water moet als de apex predator en gevaarlijkste haai voor de mens zich in jouw richting begeeft. 

De stunt blijkt uit 2017, destijds bij de vooraankondiging van Shark Week. De robothaai a la Jaws won met 2 slechts seconden van Phelps. Ook binnenkort gaat die week weer van start. Op 9 augustus is weer van alles te ontdekken op Discovery Channel. National Geographic Channel gaat dit jaar ook aan de haal met de haai en dat feest begint op 19 juli en duurt maar liefs vijf weken. Documentaires over de grootste tijgerhaaien in Frans-Polynesië, de bloedige strijd tussen haaien en dolfijnachtigen (onder andere gefilmd in Australië) en tussen haaien en walvisachtigen, een docu van een wereldberoemde wetenschapper over de intrigerende aantrekkingskracht tussen haaien en vulkanen, eentje met de spraakmakende titel ’50 shades of sharks’ en heel veel meer. Ik heb de programmagids alvast gebookmarkt.


maandag 6 juli 2020

De grote jongens

Zij waren het die het land als laatste vrienden verlieten voordat de deur op slot ging vanwege covid-19 en zij zijn het die ons onlangs als eersten weer bezochten. Het betreft onze goede vrienden Roland & Frans. Ze zaten aan boord van het eerste vliegtuig dat vanuit Nederland weer met toeristen naar Alicante vloog. In een bomvol toestel, als ik hen mag geloven. Ze zaten ruim twee uur met een mondkapje op en dat is  geen sinecure.

De meeste vrienden stellen hun vliegreis nog even uit. We kennen er velen die staan te popelen om weer van hun vakantiehuis onder de Spaanse zon te komen genieten maar toch kijken ze de kat uit de boom als het om vliegen gaat. De luchtverversing en de filters van een vlieger zullen in orde zijn maar hoe gedisciplineerd zijn passagiers? De reisbranche zal er alles aan doen om besmetting aan boord te voorkomen maar 100% garantie bestaat niet. Het RIVM stelt dat de kans klein is dat veel mensen in een vliegtuig worden besmet maar je zult maar net bij dat kleine groepje behoren dat wel ziek wordt.

Sommigen oefenen thuis met het langdurig dragen van een mondkapje, anderen zijn druk met het plannen van een autorit met de veiligste stops. Is dat reizen van internationaal hotel naar internationaal hotel? Of kun je beter van kleine B&B naar B&B reizen? Vanwege nieuwe besmettingshaarden in Noord-Spanje (Gallicië en Catalonië) moet er wel wel worden gezigzagd. Daar werden getroffen gebieden weer compleet van de buitenwereld afgesloten. Enkelen zeggen voorlopig geen reisplannen te hebben; zelf horen wij ook tot die groep. Weggaan wordt echter aantrekkelijker nu het herfstachtig is in Nederland; het regende en stormde er afgelopen weekend. Ik heb te doen met al die landgenoten die voor het eerst gingen kamperen in eigen land. Tja. Aan elk scenario kleven voor- en nadelen. 

Ik was nerveus voor en opgewonden over de terugkeer van vrienden. Niet vanwege de mogelijke besmetting die zij in dat vliegende sardineblik zouden kunnen oplopen en konden verspreiden. Deze vrienden zou ik graag willen omarmen maar dat gingen we niet doen, besefte ik met natte ogen… Eens een watje, altijd een watje.

Dat eerste contact verliep echter gemakkelijker dan verwacht. We zwaaiden de poort open, zij stapten binnen, we deelden een voetveeg, gebruikten de fles met handgel en zo was de kop eraf. Ik kan je met de hand op het hart verklaren dat Spanjaarden die elkaars aanwezigheid lange tijd moesten missen, dat anders doen. Héél anders. Mijn liefje en ik waren al enkele malen deelgenoot van zo’n ontmoeting. Zij vallen in elkaars armen en kussen ongebreideld, ondanks de nieuwe omgangsregels. Dat is een van de grote verschillen tussen Noord- en Zuid-Europeanen.

Het samenzijn met onze vrienden was er niet minder plezierig om. De mannen vlogen binnen zodra Spanje’s landsgrens voor toeristen openging. Hun vakantiehuis met zwembad moest namelijk verhuurgereed worden gemaakt. De eerste gasten (Belgen) zouden zich dat weekend melden en in huis en op het terras moest nog het een en ander gebeuren om dat goed te doen verlopen. Ze laten veel over aan hun sleutelhouder en beheerder maar niet alles. De gasten trokken inmiddels in het vakantiehuis, de mannen vertrokken naar een sporthotel op een golfbaan. Iedereen blij, wij niet in de laatste plaats.

We begonnen met een drankje en hapje aan de bar en verplaatsten ons daarna naar een koeler gedeelte van het terras; daar waar de oostenwind af en toe voor een prettige bries zorgde. We zaten er tot laat in de avond en het was ouderwets gezellig. De tijd vliegt in goed gezelschap.

De grootste jongen in de Aardbeistraat
Die ochtend deed ik alle boodschappen voor een driegangenmaaltijd. Het voorgerecht was een beproefd recept uit kookmagazine Delicious (bimi en groene asperges met tonnatosaus), het hoofdgerecht was een Indiase groentencurry met tika masala kip, het dessert bestond uit een zomerse syllabub van Yvette van Boven. We reizen weliswaar niet in de lucht maar wel op het bord. Voor het toetje waren zomerkoninkjes het hoofdbestanddeel. And guess what? Bij supermarkt 1, 2 en 3 was geen aardbei te vinden. Nul, nada, noppes!

Een tekort aan plukkers, denk ik. Dit soort werk wordt in Spanje door arbeidsmigranten gedaan. Het zouden vooral Oost-Europeanen zijn die de aardbeien van het land halen. Mochten zij, net als de buitenlandse toeristen, het land nog niet in? Dit fruit komt uit de omgeving van Huelva (Andalusië), de fruit- en ook groenteschuur van het land. De producenten van rood fruit werden extra hard geraakt door het stricte huisarrest en de daarmee samenhangende reisrestricties. Slechts 40% van de beschikbare oogst werd -naar verluidt- geplukt. Tijdens die drie maanden greep ik echter nooit mis; nu dus wel. 

Wat we thans ook zien gebeuren, is dat terugkerende arbeidsmigranten uit Zuid-Amerika covid-19 met zich meebrengen en in dit land nieuwe besmettingshaarden veroorzaken. Het was verbijsterend te lezen dat men passagiers uit die landen niet test op de internationale luchthaven Barajas (Madrid). Dat noem ik penny wise or pound foulish... of gewoonweg: oliedom. 

Een alternatief toetje met ander fruit was snel bedacht. Ook voor kokosmelk, een onmisbaar ingrediënt voor Indiase curry, moest ik een extra ronde doen. In Spaanse supermarktketen Consum bracht men recent veranderingen aan. Een groot gedeelte van de groenten staat inmiddels in glazen vitrines, de kopzijdes van gangpaden werden gemoderniseerd. Een personeelslid lichtte toe dat sommige producten daarom tijdelijk niet voorradig zijn. Het volledige assortiment keert terug maar niemand weet precies wanneer. (Ook bij Lidl bleek het product onvindbaar.) De aanhouder won echter.

Ondanks de haperende start lukte het de kok om iets voedzaams en lekkers voor de neus van de grote jongens te zetten, al zou je dat na hun eerste reacties niet geloven. Frans was snel na het voorgerecht al vergeten dat we zojuist een voorafje aten en Roland deed mijn langzaam bereide groentencurry in de pruttelende pan af als groentesoep. Van je vrienden moet je het hebben. Maar wie had als eerste zijn bord leeg nadat het hoofdgerecht werd geserveerd? Juist: Roland. Op de voet gevolgd door Frans die nog nèt tijd had om te zeggen hoe lekker hij het vond. Om vervolgens voor een tweede keer op te scheppen.

De blogtitel suggereert dat er ook kleine jongens in onze vriendenkring zitten. Dat klopt als een bus! Afgelopen weekend videoappten we eveneens met de kleine jongens van Bali. Nu Yuda & Damai formeel aan hun schoolvakantie begonnen, bedachten wij een project dat we aan hen voorlegden. Vonden ze het leuk om wekelijks een Engelstalige presentatie van 5 minuten te houden over een onderwerp naar keuze? Hun antwoord was eensluidend bevestigend. Yuda, de oudste van de twee, sprak over zijn nieuwe middelbare school. Damai somde op waar de nieuwe fiets in de familie zoal uit bestaat. Kleur, lengte, hoogte, wieldoorsnee, overgenomen van de technische brochure die met het  transportmiddel van zijn grote broer werd meegeleverd. Wel alles in het Engels, dat wel. Zijn tweede keer ging over het maken van saté. De liefde gaat kennelijk ook door een kleine mannenmaag!

Yuda gaat volgend schooljaar naar de eerste klas van de middelbare. Vanwege het virus zal het nog even duren voordat de deuren openzwaaien voor de nieuwe lichting maar hij werd inmiddels officieel aangemeld en ingeschreven. Hij gaat wederom naar een tweetalige school (Engels en bahasa Indonesia). We hopen het ooit te gaan merken. Deze vervolgopleiding staat onder auspiciën van de lokale universiteit. Het motto van de school is ‘leren voor een betere toekomst’. De nadruk wordt gelegd op het bevorderen van intelligentie, integriteit en aanpassingsvermogen van de leerlingen. De beide dochters van de eigenaren van het resort in Noord-Bali waar wij de afgelopen jaren verbleven, waren ook leerlingen op deze school en die kwamen goed terecht! We maakten in de loop van de tijd feestjes mee met hen en hun schoolvrienden en waren aangenaam verrast door hun gedrag, omgang en uitstraling. Dat wekt vertrouwen voor Yuda’s toekomst. 

Tijdens zijn eerste presentatie wist deze puber met overslaande stem te melden dat alle klaslokalen van airco zijn voorzien, evenals de bieb, en dat er overal op het terrein gratis wifi is. Zijn tweede voordracht ging over Saraswati Day, de dag waarop Hindoes leren en educatie in het algemeen vieren. We snappen zijn enthousiasme. Kleintjes worden groot!


woensdag 1 juli 2020

Niet de enige vrouw aan tafel

De eerste helft van dit bizarre kalenderjaar zit erop! Vorige week deden mijn liefje en ik weer mee aan een maandelijkse buurtlunch. We deden dat voor het laatst in februari en daarna gooide corona roet in het eten. De regelmatige lezer weet dat we onderdeel zijn van een grotendeels Britse vrienden- en kennissenkring in de woonwijk. De personen die we recent troffen op het schaduwrijke terras van een kasteel in de buurt, kregen allemaal huisarrest in hun Spaanse casa. Daar kon niemand iets oplopen, geen van ons raakte immers besmet.

In de aanloop naar dit uitje vroeg ik mij af of de anderhalvemeter zou worden gerespecteerd. Nee, dus. Er was een lange tafel waaraan we op gewoonlijke afstand zaten, zonder mondkapje - dat eet namelijk nogal lastig. Aanvankelijk vond ik dat onprettig maar het wende snel. Deze lunch wordt voorlopig niet herhaald nu ook andere Britten, met hun mogelijke besmettingen, Spanje weer mogen bezoeken. Ik denk dat de Spaanse regering door Johnson en de zijnen onder druk werd gezet om ook hen toe te laten. Spanjaarden zijn banger voor nieuwe uitbraken en een tweede golf dan mensen in andere Europese landen. (Volgens nationaal onderzoek.) Recent doken hier en op veel andere plekken in de wereld weer besmettingshaarden op die bijna allemaal voortkwamen uit reizigers uit het buitenland. Los Angeles is nu de grootste brandhaard ter wereld. In de pandemie belanden, deden we in een oogopslag, eruitkomen is een ware strijd. Lang en pijnlijk. 

Deze groep bestaat uit een groot aantal dames op leeftijd; de meeste zijn gehuwd, enkele zijn gescheiden of weduwe. Wijzelf behoren tot de jongste deelnemers en zijn het enige vrouwenstel. Ik heb een paar favorieten: onze aardige, voormalige buurvrouw Barbara, de hartelijke Anne, de stoere Sandra, de interessante Conny. 80-plusser Judy vind ik echter de allerleukste. Zij was het die mij tijdens de eerste ontmoeting meldde dat ze een hekel aan mij had. Wij hadden net het huis van haar beste vrienden gekocht waardoor die naar hun vaderland terugkeerden. Weg van haar. Ik kon dit staaltje Britse ironie -want dat bleek het te zijn- wel waarderen. Vooral met haar hielden we, via whatsapp-berichten, grappen, grollen en foto’s contact tijdens het huisarrest. In dit gezelschap houdt men doorgaans een mannen- en een vrouwenkant van de tafel aan. Mijn liefje en ik zitten vaak, onopzettelijk, in het midden.

Afgelopen weekend deed zich nóg iets voor waarover ik lang nadacht. Ik ging voor de gebruikelijke boodschappen naar een buurtsuper toen het gebeurde. Terwijl ik de grepen van mijn winkelwagentje aan het desinfecteren was en daarna naar de fles met handgel reikte, gleed er een schaduw over mij heen. Ik draaide mij om en op 10 centimeter afstand stond een grote, dikke man van middelbare leeftijd met een sullige zonnehoed op (te klein voor zijn hoofd) en badslippers aan zijn blote voeten. Zijn mondkapje zat niet over zijn grote neus maar eronder. Dat alles zag ik in een oogopslag.

Ik vroeg in gepast Spaans of hij afstand wilde houden, zei er alstublieft achteraan. Dat kon niet op zijn goedkeuring of medewerking rekenen. Hij keek mij aan en noemde mij ‘koe’ in het Spaans. Hoorde ik dat goed?! Jawel. Hij deed het namelijk niet éénmaal maar drie keer. De vrouw die op afstand achter hem stond te wachten trok, net als ik, haar wenkbrauwen hoog op. Koe?! Terwijl ik toch geen gele oorbellen draag of Bertha heet... Wat een vent! Geen idee wat hem die ochtend overkwam of welke emotie ik in hem opriep. Was mijn mondigheid hem teveel? Mijn buitenlandse uiterlijk? Misschien is hij wel de grootste mysogin van zijn dorp! Ik zal het nooit weten. Wel was ik mij direct bewust van het seksisme in zijn uitlating.

Afgelopen weekend las ik een boeiend interview in De Volkskrant met de 82-jarige Madeleine Albright, voormalig Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. Een mooi mens. Ze ziet met lede ogen aan hoe de Verenigde Staten hun internationale positie verbroddelen. De huidige buitenlandse politiek van haar –tweede- vaderland noemt ze een grap. Wat haar betreft is het hoog tijd voor een machtswisseling. (Ze denkt dat Joe Biden gaat winnen.)

Zelf wordt ze nog bijna dagelijks gebeld door journalisten uit binnen- en buitenland om haar mening te geven over de actualiteit onder president Trump. Als ex-minister oefende ze invloed uit op de politieke situatie op de Balkan en in het Midden-Oosten, als oud-diplomaat kent ze het belang van bondgenootschappen. Ze werd bekend als hardliner die geweld niet schuwde maar verdedigt haar keuzen tot op de dag van vandaag als noodzakelijk om erger te voorkomen. Albright ontdekte op haar 60ste haar joodse roots; die hadden haar Tsjechoslowaakse ouders bewust voor haar verzwegen. Een groot deel van haar familie kwam om tijdens de Holocaust.

Dit jaar bracht ze een nieuw boek uit dat gaat over haar leven na 2001, getiteld ‘Hell and Other Destinations. A 21st Century Memoir’ dat op mijn leesplank klaar ligt om ter hand te worden genomen. In het krantenartikel las ik dat ze in het boek persoonlijke herinneringen en anecdotes deelt, met humor en zelfspot. Ze was uitgeput na jaren van internationale onderhandelingen maar wilde het daarna niet rustiger aan gaan doen. Ze bleef dezelfde doelen nastreven als toen ze in de regering zat: het bevorderen van democratie in de wereld en het mondig maken van vrouwen. Voor die doelen zette ze met anderen een nieuwe groep op, The Albright Group (TAG).

Het boek schijnt ook te gaan over de moeilijkheden die ze als vrouw ervoer. Albright zegt daarover in het interview Het heeft lang geduurd voordat ik mijn stem vond maar nu zal ik niet meer zwijgen.” Pas na haar scheiding (op haar 45ste) leerde ze onafhankelijk te zijn en te denken in termen van ik, in plaats van wij. Het is voor haar altijd belangrijk geweest niet de enige vrouw aan tafel te zijn  in haar werk. Daarom zette ze menig vrouwenclubje op. Dat leidde onder andere tot de aanstelling van twee vrouwelijke rechters aan het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. Ik kijk uit naar lezing van haar boek.

Albright wekte niet alleen mijn aandacht door haar werk en gedachtengoed, ze maakte zich onsterfelijk met een uitspraak. Ze zei namelijk ooit er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die elkaar niet helpen.

Vrouwen oordelen vaak streng over elkaar (en dat herken ik). Zij vindt dat we elkaar meer moeten steunen. Zoiets resoneert bij mij. In mijn werkzame leven werkte ik graag en veelvuldig samen met vrouwen. Ik ben geen heilige maar nooit in mijn professionele leven haalde ik vrouwelijke collega’s onderuit of dwarsboomde hen. Dat verschijnsel wordt het krabbenmandeffect genoemd. Een allenige krab komt er wel uit maar als er meer exemplaren in de mand zitten, trekken de soortgenoten die ene escapiste naar beneden. Uit een onderzoek van 2019 van de universiteit van Californië bleek dat vrouwen die nauwe banden onderhouden met tenminste drie andere vrouwen, hogere en beter betaalde functies hebben dan vrouwelijke leeftijdsgenoten die geen warme banden onderhouden met andere vrouwelijke professionals.

Momenteel zit ik in het laatste deel van de roman ‘Rodham’, van Curtis Sittenfeld (1975). Deze Amerikaanse deed dit jaar een hernieuwde poging het leven van de inmiddels 72-jarige Hillary Diane Rodham te beschrijven. In deze roman trouwt Hillary niet met Bill Clinton. Vroeg in hun relatie ontdekt ze dat Bill een onverbeterlijke rokkenjager en een seksueel roofdier is. Ze kan daar niet mee leven en verlaat hem, alhoewel hij de liefde van haar leven is. (En de seks is goed, de scenes zijn uiterst beeldend…) Rodham gaat alleen verder en blijft single. Wat je noemt een alternatieve biografie.

Hillary’s politieke ambities en haar steun aan de vrouwenzaak blijven in het boek echter intact. In dit fictieve werk wordt ze senator en gaat ze de strijd aan om, namens de Democraten, de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten te worden. Dat verloopt niet goed maar ze geeft niet op. Het boek bevat zowel grappige als kwalijke passages (uit het ware leven gegrepen). Zo wordt er bijvoorbeeld gerefereerd aan ‘Razorgate’. Hillary ging in het echt naar een verkiezingsralley zonder haar benen te hebben geschoren. Het leidde tot veel mannenkritiek en het vermoeden dat ze lesbisch zou zijn. Tja. Ik noem dat intussen een koetje-boeh.

In het boek van Sittenfeld gaat Bill Clinton na een verloren verkiezing in Silicon Valley aan de slag. Als CEO van een startup wordt hij er miljardair. Seksuele uitspattingen blijven hem en de Amerikaanse media bezighouden. Hij trouwt met vrouwen die in niets op Hillary lijken; hij scheidt van elk van hen. Tientallen jaren later, tijdens de campagne van 2016, komt Hillary Bill weer tegen als politieke tegenstander. Ze strijden dan om de nominatie van hun partij, die zij wint. Dan verschijnt ook Donald Trump op de bühne. Sittenfeld geeft zijn persona in het boek wel een heel aparte rol. (Dat is de understatement van dit blog!) Verrassend en vermakelijk. Of Rodham de presidentiële verkiezing wint in deze roman met dezelfde titel, weet ik op het moment van publiceren nog niet. Ik heb nog 20 pagina’s te gaan en heb wel een vermoeden…

De auteur nam flink wat hooi op haar vork want er werd al veel geschreven over Hillary Clinton; niet in de laatste plaats door het onderwerp zelf. Veel was mij dan ook bekend over haar, haar leven en ervaringen. Het begin van het boek vind ik daarom zwakker dan het gedeelte waarin de Sittenfeld haar rijke fantasie laat vieren. Ik zat weer dagenlang met Hillary aan tafel. Fictief of niet: ze blijft een boeiende vrouw.