Translate

dinsdag 28 mei 2019

26-M en de dagen erna

Dat was mij de week en het weekend wel. Vorige week hadden de mannetjes in Bali toetsweek op hun internationale lagere school. Volgens moeder Elsa waren ze er tamelijk ontspannen onder. In juni ontvangen ze hun rapport. Als het goed is, gaat Yuda over naar de hoogste klas en Damai naar de derde. Dat is altijd spannend voor de betrokkenen. Als de resultaten naar believen zijn, volgt de gebruikelijke kadootjesregen. Zij  rekenen erop.

Er is hier iemand die vandaag al haar diploma zal ontvangen. Mijn liefje volgde het tweede jaar van haar talencursus Spaans, op een plaatselijk instituut voor volwassenenonderwijs. Vorig jaar rond deze tijd ontving ze een diploma op ‘Nivel Cero’, vandaag zal ze trots binnenwandelen met ‘Nivel Uno’. Ze ging afgelopen jaar met sprongen vooruit. Het aantal klasgenoten dunde naar het einde toe flink uit, net als vorig jaar. Zij is een volhouder. De klas bestond uit een mix van gepensioneerden en jongeren, uit West- en Oost-Europa en uit Noord-Afrika. De oudjes doen het voor hun lol, bij de jonkies ligt er druk op. Mijn liefje meldde zich alweer aan voor het volgende studiejaar. Juf Lorena zegde toe het lesprogramma volgend jaar nóg interactiever te maken. Dat spreekt aan.

Dit schooljaar wordt afgesloten met een quiz, een hapje en een drankje. Mijn liefje stelde voor een quiz te maken. Met een beetje vertaalhulp van mijn kant maakte ze er een leuke uitdaging van. Zij zal vandaag de strenge quiz-meesteres uithangen. Het werden 25 trivia-vragen over Spanje (cijfers, cultuur, geografie, geschiedenis) en de Spaanse taal. Hoe heet de straat waarin onze school staat? Waar ligt de enige woestijn in Europa? Hoeveel inwoners heeft Pilar de la Horadada? Wat zijn de twee basisingrediënten van een tortilla? Waar staat de oudste universiteit van het land? Hoeveel mensen spreken Spaans op de wereld? Hoe heet de dag vóór zondag? Hoe noem je een pittige zwarte koffie zonder suiker? Niet te moeilijk, leuk en leerzaam.
Er zijn vandaag twee prijzen te winnen, voorwerpen die wij zelf wonnen tijdens een charity-middag met Britse (ex-)buren. We zijn voorstanders van recycling dus we geven ze met plezier door. Over eentje redetwistten we een kwartier lang. Zelf was ik van mening dat dit camp-geschenk passend zou zijn in de tuin van onze vrienden Frans & Roland. Zij vond het niks dus als meesteres besluit zij.

Afgelopen week ging men in het Vaderland naar de stembus voor het Europees Parlement. Onze enveloppen gingen tijdig op de bus naar de Nederlandse ambassade in Madrid. Wij zijn twee van de ruim 63.000 Nederlanders die in Europa leven. Dat zijn de Flying Dutchmen van nu. In Duitsland en België wonen overigens de meeste landgenoten. Voor volgende keer zou het beter zijn als we een berichtje krijgen dat onze stemmen in goede orde zijn ontvangen en zijn meegeteld.

Ik ben verheugd over de uitslag: de partij waarop wij stemden ter linkerzijde van het politieke spectrum, haalde een mooie winst en onze kandidate komt in het parlement!
Overigens is het onbekend hoe Nederlandse ex-pats buiten de landsgrenzen stemden voor het Europees Parlement. Dat vind ik jammer. Wat ik wel weet is dat wij bepaald niet de enigen waren die deze of een vergelijkbare keuze maakten: partijen met groene randen scoorden over het algemeen heel goed in deze verkiezing. Dit resulteerde in een groei van 50 naar 70 europarlementariërs van deze stroming.

In Europees verband is het gedaan met het tweepartijenstelsel en sterke partijen in het politieke midden. De geschiedenis van de landelijke politiek herhaalt zich hiermee. Er zullen voortaan bredere coalities moeten worden gevormd. Polderen wordt in Brussel en Straatsburg het nieuwe bestuursmodel. Al hoop ik vurig dat dit reizende circus van Europarlementariërs in de komende vijf jaar tot een einde komt.

Persoonlijk ben ik verheugd dat de resultaten van rechts-populistische partijen als PVV (0 zetels) en Forum voor Democratie (3 zetels) tegenvielen maar de groep in het Europees Parlement waartoe zij behoren en die zich verenigden onder de vlag ‘Europe of Nations and Freedom’ zal desalniettemin van 18 naar 58 zetels groeien door de grote verkiezingsoverwinningen in Frankrijk en Italië.

De uitslag in het Verenigd Koninkrijk verraste weliswaar niet maar ik zag het met lede ogen aan. De voor deze gelegenheid zes weken geleden opgerichte Brexit Party van Nigel Farage kreeg ruim 36% van de stemmen en zal 28 zetels in het Europarlement gaan bezetten. Een resultaat dat nooit eerder werd bereikt in de Britse politiek. Omgekerend kwam het voor de Tories neer op een schamele drie zetels. Het ‘pro Remain’-kamp, bij elkaar opgetelde kiezers die in de EU willen blijven, behaalde omgerekend 41.5% van de stemmen. (Dat zijn er meer!) Farage eiste na de uitslag direct een plek op aan de Brexit-onderhandelingstafel dus ik verwacht nog wel wat vuurwerk vóór 31 oktober, de -eerstvolgende- deadline voor de exit.

Op 26 mei jongstleden (26-M in de Spaanse media) werd in Spanje driemaal gestemd: voor het Europees Parlement, voor gemeenteraden en in autonome regio’s. Voor de regerende partij van premier Pedro Sánchez (PSOE) werd het over het algemeen een suksesverhaal. In het Europarlement gaan ze namens Spanje 20 van de 54 zetels bezetten. Spaanse rechts-populistische partijen Ciudadanos en VOX behaalden daar respectievelijk zeven en drie zetels. In tien van de twaalf autonome regio’s kreeg de PSOE de meeste stemmen (bijna 32%), gevolgd door de Partido Popular (bijna 24%). De sociaal-democraten zullen naar verwachting niet op alle plekken waar ze wonnen, kunnen gaan regeren vanwege coalities.

Voor de gemeenteraadsverkiezing in mijn eigen woonplaats waren wij zelf te laat met  aanmelden. De kans om te stemmen ging dus aan onze neuzen voorbij. De opkomst lag hier op circa 59%. Dat valt mij tegen als je bedenkt dat het om gemeentebelangen gaat maar steekt positief af als je de opkomst beziet in het licht van de Europese verkiezingen. We hadden hier tot dusver een burgemeester van de PSOE maar hij stelde zich niet verkiesbaar. De partij was tijdens de vorige verkiezingen niet de grootste maar leverde wel de burgemeester. Een vrouw genaamd Pilar kandideerde zich dit jaar voor deze baan, namens de sociaal-democraten.

Tijdens de landelijke verkiezingen van april bleek de Partido Popular in Pilar de meeste stemmen te verkrijgen (1.796). Hun aantal daalde spectaculair ten opzichte van 2016 maar ze waren de winnaar. VOX werd nummer twee; ze gingen van 15 stemmen naar 1.784 stemmen. Die feiten gingen destijds langs mij heen. De PSOE eindigde als derde partij, met bijna 300 stemmen meer dan in de voorgaande verkiezing. Bij nader inzien was ik dus niet erg hoopvol.

Dat bleek terecht. De PP, onder aanvoering van burgemeesterskandidaat José María Pérez, kreeg bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen namelijk de meeste stemmen: ruim 3.500. You get what you deserve”... Tja. Ik heb moeite met deze partij vanwege alle corruptieschandelen in het verleden, vanwege een gebrek aan rechtvaardigheidsdenken en laksheid in natuurbeheer en milieubehoud. Peréz is geboren en getogen in Pilar en is werkzaam in de tuinbouw. Ik betwijfel niet dat hij het goed voor heeft met zijn stad en zijn buren maar ik wantrouw zijn partijdenken.

Er komen vier personen van de PP extra in de raad en hijzelf zal de burgemeesterszetel opeisen. De PSOE eindigde op de tweede plaats en raakte drie (van de tien) zetels kwijt ten opzichte van de voorgaande verkiezing. Kasian. Tot mijn schrik stemde ruim 4% van de inwoners op partij VOX maar dat blijkt onvoldoende om een raadslid af te vaardigen.

We gaan zien wat deze uitslagen voor de inwoners van Pilar en die van Europa gaan betekenen. Wordt zeker vervolgd. Politiek zit immers in mijn bloggerbloed.


zaterdag 25 mei 2019

In het ravijn

We reden afgelopen week naar het regionale natuurpark Sierra Espuña in de provincie Murcia. Dat ligt ongeveer 100 kilometer landinwaarts. Het was twaalf jaar geleden dat we daar voor het laatst waren. De vorige keer gingen we met mijn beste vriendin Nelly en haar Diederik.

Het was mijn liefje die tijdens deze trip memoreerde dat het mijn vriendin was die mij overtuigde om het bij tijd en wijle steile parcours op de motor aan te rijden. Destijds reden we in een Jeep Grand Cherokee (automaat) maar de schakelbak had ook handmatige versnellingen die ik niet of nauwelijks gebruikte. Nelly, een goede en ervaren chauffeur, zei mij hoe ik dat het best kon doen en dat deed ik terstond. Mijn liefje herinnerde het zich waarschijnlijk omdat ze mij dat principe al minstens tien jaar tevergeefs probeerde bij te brengen. Tja. (Onze recente rondreis door Chili maakte mij een volleerd berg- en steile hellingenrijder.)

Wat we destijds ook deden, was met de auto over een traject rijden dat vooral begaanbaar was voor voetgangers. Nelly leed aan longkanker en kon niet heel ver lopen, al werd het een memorabele wandeling. Als goede vriendin lapte ik de regels dan ook deels aan mijn laars. We reden over paden die weliswaar voor auto’s toegankelijk waren maar vooral als wandelpaden waren bestemd.  

Net als tijdens de recente trip naar San Isidro, volgden we ook voor deze dagtrip een interessante route alhoewel een deel van het traject langs een lelijk industrieterrein voert. Deze keer kwamen we bij een andere ingang het nationale park binnen. We slingerden langs oude pijnbomen en velden vol amandelbomen. De bloesem is voorbij, de groene takken zijn echter al zwaar van beginnende noten. Het bood prachtig zicht op de Sierra, het gebergte dat deel uitmaakt van de Betische Cordilla.

We hadden goed zicht op het weerstation van de Sierra dat op het hoogste punt in het park staat. Er kan sneeuw vallen in dit gebied en op de toppen vind je dan ook sneeuwhutten. Het verre en lange kijken liet ik over aan mijn medepassagier. Op de hier en daar smalle route, vaak zonder vangrail, moest ik mijn koppie erbij houden. Bovendien deelden we de weg met wielrijders die zich soms met ware doodsverachting naar beneden stortten. Het zou mij niets verbazen als professionele teams daar aan het trainen zijn voor de ronde van Spanje of de ronde van Frankrijk. Vooral bij haarspeldbochten was het belangrijk uiterst rechts te blijven rijden. Dat is niet per se gemakkelijk voor een links type…

Dit natuurpark wordt de ‘Groene Long van Murcia’ genoemd en is bijna 18 hectares groot. In het bezoekerscentrum werden we vriendelijk en uitgebreid te woord gestaan door een Spaanse jongeman die prima Engels sprak. We hoefden niets te vragen, de wandelkaarten en andere brochures lagen in een mum van tijd voor ons klaar. Het bezoekerscentrum is opgedragen aan Ricardo Cordoníu y Stárico. Deze ingenieur werd in 1846 in Cartagena geboren en overleed in 1923 in de stad Murcia. Zijn bijnaam was de ‘apostel van de bomen’. Als kind was hij al een enthousiaste natuurwetenschapper. Hij is een ecoloog avant-la-lettre. Zijn belangrijkste daad -herbebossing van het gebied- vond eind 19de eeuw plaats. Daarmee startte hij in 1889 en zou er tot het einde van zijn leven mee doorgaan.

We reden via de bergdorpjes El Berro (op 600 meter hoogte) en Gebas naar Los Barrancos de Gebas, de ravijnen met dezelfde naam. Spanjaarden noemen dit gebied ook wel ‘Het Verborgen Meer’. Het stuwmeer van Algeciras ligt middenin een beschermde gebied dat deel uitmaakt van de Sierra Espuña. Het is bijna 1.9 hectare groot. Je waant je op de maan! Deze halfwoestijn is grillig en woest, de kleurnuances van de kloven en ravijnen zijn reuze interessant. Van zo’n landschap krijg je niet gauw genoeg.

De extreme regenval van ruim een maand geleden deed ogenschijnlijk veel goeds voor de plantengroei en de vele kleuren in het gebied. Ik zag wilde bloemen die ik niet eerder zag. (Er blijken 1.000 plantensoorten voor te komen dus er is nog veel te exploreren.) In dit gebied komt de vlinder ‘Aricia Morronensis’ voor, het Spaanse bruin blauwtje. Die spotte ik niet, wel een stuk of vijf andere soorten. Sommigen waren gewoonweg te snel en te nerveus voor de camera. Aan de zuidkant van de uitkijkpost (de Mirador, op 351 meter hoogte) loopt een kronkelend pad naar het stuwmeer. De vorige keer liepen we dus met Nelly een eindje in die richting, nu deden wij dat niet. Het was gewoonweg te heet (29 graden Celsius), al droegen we zonnecrème en een hoed.

We lunchten in het dorp Alhama de Murcia, bij restaurant ‘De Gouden Kan’. Weer eens iets anders dan een gouden leeuw. Als je ergens veel arbeiders of lokalo’s ziet zitten, weet je dat de keuken in orde is. We zegen neer op een snel vollopend terras en bestelden tweemaal het dagmenu. Het bleek te gaan om vijf gangen: goedgevulde sla,  voorgerecht (voor mij een bordje paëlla mixta, voor mijn liefje een  bonenschotel) en hoofdgerecht (varkensvlees van de bbq voor mijn liefje, een tongetje voor mij). De smaken waren bepaald niet gek. De rest sloegen we over: toetje (mijn liefje kreeg wel een hapje vanillepudding van de buurman) en koffie. In de prijs (€10 per persoon) zaten een karaf wijn naar keuze, een liter water en een biertje. Kom er eens om?! DizisSpeen!

We keren binnenkort terug naar Sierra Espuña, er is daar nog heel veel meer te zien en te beleven.


dinsdag 21 mei 2019

Twee tuinkabouters en een merel

In de lente komt de natuur tot leven. Ook hier. Ik houd van dit seizoen. Sinds enige tijd hebben we een broedende merel in onze grote Stoute Jongens-struik. We zagen een week of twee geleden twee merels boemsen in de boom voor het buurhuis. Vervolgens hoorden en zagen we een boel gekwetter en gefladder heel dichtbij. Merels zitten hier überhaupt in bomen en struiken en vliegen constant rond. Deze vogels leken echter naderbij. Ze zijn hier op zich niet zeldzaam of bijzonder maar vanwege de fraaie klanken vind ik ze zeer te waarderen gevederde vriendjes.

In Nederland is sinds dit jaar ook weer goed nieuws te melden over deze pikzwarte zangvogel met gele snavel. Vroeger was dit diertje ook in mijn Vaderland vaak gezien maar in 2016 dook de dodelijke Usutu-virus op (ongevaarlijk voor de mens) waardoor hun aantallen drastisch daalden. Uit eerdere tellingen dit voorjaar bleek dat de merel gelukkig aan een comeback in Nederlandse tuinen bezig is. Onze broedvogel zingt ons 's avonds op de achtermuur van het huis luid en langdurig toe, met veel gefluit en lange rollers. Dat is ongetwijfeld uit dankbaarheid voor de rustige huisvesting die wij zijn familie bieden. Het is win-win. Ook wij genieten ervan.

In een recente natuuruitzending van de BBC over seizoenen zag ik dat de boerenzwaluw in dit seizoen vanuit Nigeria naar Europa vliegt. Ik zie er hier heel veel. Die piepkleine vogeltjes overbruggen zomaar 5.000 kilometer. Ze komen op hun vliegroute over de Noord-Afrikaanse woestijn slechts éénmaal een meer tegen. Dat meer blijkt echter vijfmaal zouter dan de Noordzee. Als ze dat water drinken, sterven ze. Maar de natuur is wonderbaarlijk. Er zitten daar namelijk insecten op het wateroppervlakte die het water filteren en daarmee van zout tot zoet maken. De zwaluwen plukken die insecten uit het water en krijgen zo voldoende vocht binnen om de lange tocht naar Europa alsnog tot een goed einde te brengen. Hoe mooi is dat?!

Het nest van onze merel kun je goed tussen de takken zien zitten maar we blijven op gepaste afstand. Wat we tevens constateerden, is dat het dier rode bessen eet. Bijna dagelijks liggen rode kwakjes op onze terrassen langs het huis; op de baan voor landen en opstijgen van en naar het nest, zal ik maar zeggen. Eerder vonden we een lege eierdop op de grond. Het was klein, groenig van kleur met stippen. Geen idee of dit op een probleem duidde of dat er een jonkie volgens plan was uitgekomen. De merel kent meer dan één legsel en de broedduur ligt rond de twee weken. Er kan dus nog van alles gebeuren tijdens de Spaanse lente van 2019. We zijn blij met onze functie van kraamvrouwen! Oud gedaan is jong ge-… Nee, hier kom ik niet uit.

Mijn liefje is de Tuinkabouter van de Familie. Op verzoek verleen ik bij tijd en wijle hand- en spandiensten. Op een trap staan en snoeien zijn mijn straftaken, zij doet het fijne, laag-bij-de-grondse werk. Zij houdt de terrassen schoon, ik het huis. Vanwege de toename in vogelpoep werd het tijd voor een tuinslang op wielen. (We hebben al een vaste muurhaspel bij de voortuin.)

Bij een lokaal tuincentrum kochten we een grote doos met daarin een trolley met haspel en 30 meter slang. Daarmee kunnen we vanaf de achterpatio helemaal naar het trottoir voor het huis reiken. Dat is ook goed voor het afspuiten van Saharazand dat we ongetwijfeld binnenkort weer op de auto zien neerdalen. Eenmaal thuis, bleek het een bouwpakket te zijn. In eerste instantie vond ik geen handleiding dus ik zette het ding in elkaar aan de hand van de foto’s op de doos. Totdat ik een veer van circa 20 centimeter lengte tussen de hulpstukken aantrof. Waar moest die in hemelsnaam aan, in of op? Ik kan mij ergeren als ik iets niet zelf kan. Ik probeerde van alles maar niets lukte zonder kracht te zetten. Het gemopper was dan ook niet van de lucht.

Mijn liefje had er genoeg van en inspecteerde de doos nader. Op een flap aan de bovenkant, de kant die ik niet gebruikte om de onderdelen van de trolley, de  koppelingen en andere accessoires op tafel uit te spreiden, bleek zich een kleine beschrijving te bevinden. Die zag ik over het hoofd. Met de nieuwe aanwijzingen ging ik weer monter aan de slag. Ik kan technische tekeningen goed lezen, vooropgesteld dat ze helder zijn. Deze tekening gaf wel een beetje uitsluitsel over de stalen veer maar was niet afdoende. Ik wurmde en wurmde maar het ding paste nergens niet...

Zij stelde daarop voor onze handige Deense buurman Jan te vragen. Hij is inderdaad technisch aangelegd. Zelfs zodanig dat hij al jarenlang een patent op zijn naam heeft staan vanwege het uitvinden van een bijzondere machine. Met al het vruchtgebruik vandien. Als ik ergens een hekel aan heb, is het hulp vragen bij iets dat op zichzelf simpel is. En dan ook nog aan een man?! Tja. Als er echter geen alternatief is, ben ik bereid over mijn eigen schaduw heen te springen. Ik riep Jan dan ook en zei hem dat ik zijn hulp nodig heb. Mijn liefje ging met haar noodkreet een stapje verder: Jan, we need a man!” Als het niet had gerijmd, had ik er tegen gemopperd.

Jan kwam terstond aangelopen en boog zich met mij over de veer en de beschrijving. Hij stelde een paar dingen voor die niet volgens de beschrijving waren of niet bleken te werken. De veer moest vanuit de koppeling ín de slang worden gestoken zodat die niet kon knikken. Dat klonk logisch. Zo deden we het, al zag het er niet per se solide uit. Daarna was het een kwestie van alle aandraaien en aanklikken. Eerder die ochtend haalde ik mijn kaplaarzen uit de schuur dus de tuinkabouter kon aan de slag. De slang werd aan de kraan gekoppeld en de kraan werd opengedraaid. Tussen de wielen begon het als een tierelier te lekken…

Onze tuin groeit en bloeit dat het een aard heeft. De citroenboom maakte een geweldige doorstart. Zo moeizaam als die aardde en aanvankelijk langzaam groeide, zo fantastisch slaat de boom nu aan. We staan er dagelijks bij stil en kijken onze ogen uit. De Gin & Tonics kunnen met eigen oogst worden bereid en er zijn ruim voldoende citroenen voor een tagliatelle met limon van Yotam Ottolenghi (kookboek Simple).

Wat thans ook een bron van plezier is, is het uitkomen van wel drie knoppen aan planten die we al ruim twee jaar in de tuin en in potten op het terras hebben maar die tot dusver niets deden. We erfden ze van de vorige huiseigenaren en vroegen ons af wat het was. De bladeren werden regelmatig geel maar verder gebeurde er niets. Enkele weken geleden stak uit eentje ineens een stevige stam met een bolletje erbovenop. Die werd hoger en hoger en steeks nu zelfs boven de tuinmuur uit.

Het blijkt te gaan om een sierui (allium). Het lijkt erop dat de grote bloem wit is maar dat is even afwachten. We verheugen ons op mooie ronde, hangende trossen met stervormige of klokvormige bloemen. De nieuwe haspel is inmiddels gerepareerd. Een kwestie van nóg beter aandraaien.  


donderdag 16 mei 2019

Dag van de biografen

Dat is het vandaag. Af en toe volg ik een kalender met opmerkelijke en soms bizarre feestdagen. De meeste laat ik langs mij heen gaan, soms sta ik erbij stil als het mij interesseert. Dit is wel zo’n thema. De regelmatige lezer weet dat ik een boekenwurm en literaire veelvraat ben. Ik heb altijd interesse in biografieën gehad, ze maken vast onderdeel van mijn bibliotheek uit. De (auto)biografie is een klassieke kunstvorm die ondanks het grote aantal dat jaarlijks verschijnt, in mijn ogen nog steeds onvoldoende aandacht krijgt.
De eerste werken van dit genre zouden vanuit historisch perspectief zijn geschreven. De eerste biografie zou in het jaar 44 voor Christus zijn geschreven door Cornelius Nepos. Hij schreef over beroemde Romeinse en Griekse generaals. Het genre deed er lang over om tot literatuur te worden verheven.

Maar de ene biografie is de andere niet. Dat geldt eveneens voor de biograaf. Over de biografieën van Marcel Haenen en Bart van Es blogde ik vorig jaar waarderend. Nederlandse biografieën over Gijp en Kieft kunnen mij niet bekoren omdat de hoofdpersonen om wie de werken draaien, mij niet interesseren. Wel heb ik respect voor hun biograaf. Michel van Egmond won al driemaal de publieksprijs.

Daarentegen genoot ik van alle biografieën die Annejet van der Zijl schreef. Tevens sleepte ik de biografie van Marguerite Duras (Laure Adler) en de autobiografie van Simone Signoret ‘Adieu, Volodia’ vele jaren mee van hot naar her. De biografie van Virginia Wolf van Hermione Lee maakte diepe indruk op mij rond mijn twintigste. Die van Andrew Morton over zangeres Madonna ietsje later. De autobiografie van Elula Perrin (1929), een Franse-Vietnamese lesbienne die met haar vriendin de eerste nachtclub voor vrouwen in Parijs opende, getiteld ‘Women prefer women’, las ik met rode konen omdat ik er met mijn toenmalige Parijse vriendin soms uitging. Als feministe las ik alle autobiografieën van de Française Simone de Beauvoir. De eerste schreef ze in mijn geboortejaar.

‘De lange weg naar de vrijheid’ van Nelson Mandela las ik weer later. Dat werk blijft onvergetelijk, net als de man zelf. Dat geldt evenzeer voor de autobiografische werken over de Holocaust van Elie Wiesel en Primo Levi. Onder andere aan de hand van hun werk studeerde ik aan de VU af als literatuurwetenschapper. De biografie van Steve Jobs (Walter Isaacson) en de autobiografieën van Richard Branson waren ook de moeite waard, al heb ik niet veel op met adviesboeken van succesvolle ondernemers. In de loop van de jaren las ik ontelbaar veel (auto)biografisch werk maar dit zijn de werken en biografen die mij direct te binnen schoten. Eind vorig jaar las ik het boek van Michelle Obama ‘Becoming’ met veel plezier. Dat zou weleens de bestgelezen autobiografie aller tijden kunnen worden.

Foto: RV
Gisteravond las ik weer eens een biografie uit maar dit was er een van een ietwat andere orde. Het boek is getiteld ‘Op zoek naar de vijand – Het verhaal van een terrorist die een vriend wilde zijn’, geschreven door de Nederlandse journaliste Bette Dam (39). Mijn leesvriend Ben bracht het mee. Dam, van oorsprong politicologe, woonde van 2008 tot 2014 in Afghanistan en verstaat Pasjtoen. Aanvankelijk was ze correspondent van NRC Handelsblad, later freelance-journaliste. Daar ging ze op zoek naar het verhaal over de mysterieuze talibanleider mullah Omar. Vijf jaar werkte ze aan dit boek. Ze sprak met circa 100 personen, 80 noemt ze bij naam en toenaam. Buren, familieleden, medestrijders, huidige Talibanleiders, oud-president van Afghanistan Hamid Karzai en andere buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, de zoon van Osama bin Laden en de baas van de Afghaanse geheime dienst.
In eerste instantie was ze een zogenaamde embeddedjournalist in Afghanistan, onder de hoede van legereenheden ter plekke. Daar hoorde ze, haars inziens, een te eenzijdig verhaal. Dat wilde ze dan ook checken bij ‘de tegenpartij’. In haar boek schetst ze een ander, genuanceerder beeld van deze vijand dan tot dusver bekend was. 

De auteur schetst mullah Omar niet als een terrorist maar als een laag opgeleide, ongeletterde voorganger van een kleine moskee in een onbeduidend dorp, aanhanger van het soefisme. Hij wilde niet op de voorgrond treden, werd tegen zijn will gekozen tot aanvoerder van de Taliban. (‘Talib’ betekent Koranstudent in Pasjtoen, een van de Afghaanse talen.) Zelfs toen de Taliban in 1996 Kabul veroverde, bleef hij leiding geven vanuit een soort bezemhok onder de trap in het gouverneursgebouw van Kandahar. Geen wreedheid in Afghanistan laat Dam onbesproken. Jongetjes als seksslaven gebruiken, barbarie tegen vrouwen: het boek stelt het allemaal aan de orde.

Mullah Omar wilde de orde herstellen in Afghanistan, na jaren van bloedige gevechten tegen een vreemde mogendheid (de Sovjetunie) en tijdens de burgeroorlog van rivaliserende krijgsheren die daarop volgde. Het was complete chaos. Deze gelovige mullah kende maar één leidraad: de zuivere islam. Tribale praktijken werden door hem per decreet verboden, roven en stelen van cultureel erfgoed kwam tot een einde. Zijn islamitische staat beperkte zich tot Afghanistan, zijn regime wilde goede relaties onderhouden met andere landen.

Lang wachtte de Taliban op internationale erkenning. Die kwam niet, mede door schendingen van mensenrechten en de onderdrukking van vrouwen. Mullah Omar was inderdaad niet tegen het opleggen van harde lijstraffen zoals stokslagen, amputatie of zelfs steniging. Zijn ergernis over het optreden van de religieuze politie betrof vooral het gebrek aan bewijs en de willekeur waarmee straffen werden uitgedeeld. Als iemands schuld na een zorgvuldige rechtsgang vaststond, kon de sharia wat hem betreft haar beloop krijgen.

Dam vertelt hoe de Taliban, die zich nooit schuldig maakte aan enige vorm van terrorisme buiten de landsgrenzen, door de Verenigde Staten en de Verenigde Naties langzaam maar zeker in een steeds kwader daglicht wordt gesteld. (De Amerikanen en de Taliban werden bondgenoten toen de Russen het land binnenvielen.) Dam bestrijdt echter al jaren dat er een innige band bestond tussen de Taliban en Al Qaida en tussen Osama bin Laden en mullah Omar. Een standpunt dat haar door velen niet in dank wordt afgenomen. Zij onderzocht het minutieus: de Taliban was Bin Laden niet goed gezind. De Talibantop zag deze onwelkome gast steeds meer als een bot in je keel dat je niet door kunt slikken maar ook niet kunt uitspugen. (Bin Laden werd niet aan Amerika uitgeleverd.)

Dit boek vond ik zeer interessant. Ze laat een ander geluid horen en dat is bewonderenswaardig. Het is een aanrader voor personen die beter willen weten hoe het zat en zit in Afghanistan. Dam pakte dit project zeer grondig en degelijk aan: er zijn ongeveer 30 pagina’s voetnoten. Er zitten wel flink wat typefouten en inconsequente schrijfwijzen in het boek maar die doen niets af aan de degelijkheid van deze biografie. Haar laatste boodschap is: maak de Taliban niet te groot, praat met hen.

De Verenigde Staten vielen Afghanistan binnen na de aanslagen van Al Qaida op de Twin Towers in New York in 2001. Mullah Omar schijnt niet op de hoogte te zijn geweest van deze terroristische daad. Hij verdween van het toneel, dook onder in Afghanistan en werd nooit gevonden. Hij overleed in april 2013 aan tbc. De War on Terror met de Taliban duurt al 18 jaar. De huidige vredesbesprekingen tussen Amerika en Afghanistan verlopen moeizaam.

Vandaag vindt in een stad in het zuiden van Nederland een reünie plaats waarbij de (auto)biograaf schittert door afwezigheid. Enkele weken geleden kreeg ik via een van mijn zussen in Nederland een verzoek tot contact van een klasgenootje van de lagere school. Haar naam is Ada. Zij vertelde dat zij sinds een jaar regelmatig met drie andere meiden uit die tijd samenkomt om herinneringen op te halen en bij te kletsen. Ze hadden het idee om ook mij erbij te vragen maar hadden geen gegevens. Daarom sprak ze mijn zus aan in mijn geboortedorp. Ada gaf haar telefoonnummer mee. Ook haar vader en mijn pa waren vrienden; ze speelden bridge met elkaar.

Ik appte uitgebreid terug dat ik het Vaderland recent had bezocht en voorlopig geen plannen had om ernaar terug te keren. Contact was echter welkom. Deze tekst voorzag ik van foto’s van mij (en mijn liefje) nu. Het was een goed moment om ook weer in de Oude Doos te duiken. Daar trof ik bijgevoegde foto aan. 
Ada zou op korte termijn op bezoek gaan bij Marja. Die was mijn beste vriendin op de lagere school, al lagen we ook weleens met elkaar in de heg. Ik was erbij toen zij pootje werd gelicht door een vervelend joch uit de buurt op een lokaal bevroren slootje waar we schaatsten. Ik zie nog steeds voor mij dat een van haar voortanden uit haar mond sloeg.

Marja’s vader was werkzaam op een SRV-wagen, zijn klanten bevonden zich in enkele Haagse woonwijken. Menigmaal gingen we op woensdagmiddag met hem mee. Zij woonde op vijf minuten van mijn ouderlijk huis. Ik herinner mij veel gezamenlijk gefreubel op hun grote zolder. Iets dat mij nog helder voor ogen staat, is het nabouwen van de Noordpool met iglo’s, eskimo’s, ijsschotsen en dieren. Met heel veel piepschuim. Marja had stoere broers en soms troffen we een seksboekje onder een bed aan. Zij en ik speelden dan scenes na. Hilarisch! Ik hield er niets aan over…

Marja en ik gingen naar dezelfde middelbare school in Den Haag maar belandden in verschillende klassen. De nieuwe schoolleiding werd vast door het hoofd van onze lagere school geïnformeerd dat ze een clubje recalcitrantjes binnen de poorten kregen. Volgens mij verhuisde Marja kort daarna van Den Haag naar de plaats waar ze nog steeds blijkt te wonen. Ik ontving een foto van haar en Ada nu. Ik zou dit vroegere maatje van de lagere school niet hebben herkend op straat.

We zaten op een heel goede lagere school. Vanzelfsprekend onderwees deze school-op-Rooms-Katholieke-grondslag het landelijk verplichgte curriculum maar daarnaast waren er projecten en op vrijdagmiddag keuzevakken. Zo herinner ik mij dat ik destijds al Engels volgde. En in de leesclub van toen, was er wekelijks een competitie: wie de meeste zinnen zonder fouten of haperingen hardop kon voorlezen, kreeg geld van de hoofdmeester. Ik ging er regelmatig met geld vandoor. Dat besteedde ik bij voorkeur aan kauwgom in de winkel van de ouders van Frenk, ook een klasgenoot. Stiekem was ik verliefd op zijn oogverblindende moeder. Ik was het enige meisje dat jaar na jaar op zijn verjaardagsfeestje werd uitgenodigd.

Vanwege de uitstekende reputatie van de school hoefden wij, leerlingen van de zesde klas, na de cito-toest geen toelatingsexamen te doen voor de middelbare school in Den Haag. Onze cijferlijsten voldeden. Mijn moeder bewaarde al mijn diploma’s van de lagere school. Die zitten in hetzelfde album als waar deze foto uit voortkomt. Ik heb goede herinneringen aan die school al vond ik de handwerkjuf een afschuwelijk mens. Als ik mijn ogen sluit, zie ik haar gezicht weer voor mij. Die vrouw dwong mij, linkshandige, met rechts te haken, breien en punniken. Ik verdomde dat. Mijn moeder, coupeuse van enige naam en faam, deed zonder morren al het huiswerk voor mij. De kwestie escaleerde maar mijn ouders bleven op hun strepen staan: iemand dwingen van hand te wisselen was onzin. Het leidde ertoe dat ik voortaan mocht meedoen aan handenarbeid met de jongens, in plaats van handwerken met de meisjes. Ook daaraan hield ik niets over.

Ada staat overigens niet op deze foto. Een andere klasgenoot die vandaag ook van de partij zal zijn wel: Joyce. Ze heeft een mooie achternaam, de familie is (volgens mij) van Indonesische afkomst. Zij woonde twee straten verderop. Ik herinner mij de geuren die uit hun keuken kwamen nog goed. Zó anders dan die in de onze! Die kleine opdonder was een boefje en beresterk bovendien. Zij en ik zaten op judo en ik heb zegge en schrijve eenmaal van haar kunnen winnen tijdens alle toernooien waaraan we deelnamen. Ik was de eeuwige tweede. Joyce ging naar een andere school dan ik. Ik zag dat ze nog steeds -of weer- in mijn geboortedorp woont en dat ze nog steeds een stoere meid is. Ze zit op een zware motor op haar Facebook-pagina.

Op deze foto staat ook mijn buurmeisje Jeanette. Zij zat niet in mijn klas, was ouder dan ik. Een grote lieverd, letterlijk en figuurlijk. Ze woonde twee huizen verderop in mijn straat. Zij was geen hartsvriendin al wilde zij dat graag zijn… Kasian. Haar moeder overleed aan kanker tijdens mijn jeugdjaren. Ik had erg met haar te doen. Ik wens de meisjes vandaag een gezellige lunch toe. 


zondag 12 mei 2019

Die Oriolanen, toch!

We maakten weer eens een uitstapje naar de stad Orihuela, de hoofdstad van de Vega Baja del Segura. Deze stad ligt aan de oever van de rivier Segura en aan de voet van de Sierra Orihuela. Vroeger woonden mijn liefje en ik in Orihuela Costa, het conglomeraat van 57 urbanisaties direct aan de kust. Als bewoners van dit kustgebied voelden we ons in de loop van de tijd steeds meer achtergesteld. De kuststreek heeft de meeste inwoners maar het grootste deel van het budget ging (en gaat) naar de stad. Je zag en ziet die ongelijkheid duidelijk als je rondrijdt in Orihuela Costa: overal achterstallig onderhoud. De koers van het bestuur van Orihuela deugt al jaren niet, in mijn ogen. Het was voor ons één van de redenen om te verhuizen. De burgemeester, Emilio Bascuñana (lid van de Partido Popular), is niet onomstreden.

Orihuela maakte zichzelf onlangs onbedoeld belachelijk met nieuwe bewegwijzering langs de A-7. De gemeente plaatste borden waarop wordt gesuggereerd dat de stad op de UNESCO-lijst van werelderfgoed staat. Ze willen het al jaren maar de status van  Patrimonio de la Humanidad bereikte de stad nog niet, ondanks dat het zeker historisch interessant is. De verantwoordelijke bestuurder legde de schuld direct en volledig bij het creatieve bureau dat de opdracht kreeg. De borden werden subiet verwijderd. Gênant...

We planden geen bezoek aan het stadscentrum van Orihuela. We keerden terug naar de noordelijke buitenwijk San Isidro. Hier vind je het eerste en enige openluchtmuseum in de regio, opgedragen aan de Oriolaanse dichter Miguel Hernández. Deze wijk beslaat ongeveer 12 km2 en heeft bijna 2.000 bewoners. Relatief veel zigeuners, een handjevol Marokkanen en een grote groep alternatieve Spanjaarden. Het is een aparte plek: je waant je in een andere wereld zodra je begint te wandelen. Er heerst een vrijgevochten sfeer die je in alle straten ervaart. Overal in de wijk zie je revolutionaire teksten, vrouwentekens, symbolen die verwijzen naar anarchie, Hernández-gedichten en bijna 200 bijzondere muurschilderingen. Oproepen om op Podemos te stemmen completeren het beeld. Kortom: flinks links!

In een lokale krant las ik onlangs dat er sinds 28 maart van dit jaar 30 nieuwe muurschilderingen werden aangebracht als eerbetoon aan de bekendste inwoner van San Isidro. Voor het eerst is er ook een website over de muurschilderingen en kun je ter plekke met behulp van QR-codes via het web aanvullende info over elke kunstwerk tot je nemen. Dat was een bezoek waard.

Miguel Hernández was een militante Republikein. In 1939, na de Spaanse Burgeroorlog, vluchtte hij naar Portugal maar werd aan de grens aangehouden en aan de Guardia Civil overgedragen. Hij kwam in de gevangenis terecht waar hij op 28 maart 1942 op 31-jarige leeftijd overleed aan tuberculose. Zijn laatste woorden waren “Adiós, hermanos, camaradas, amigos, despedidme del sol y de los trigos” (Tot ziens, broeders, kameraden, vrienden, zeg maar dag tegen de zon en de tarwe). Zijn gedichten hebben titels als de zon, de roos, de uienkinderen, de dochter van de ossenwagenmenner. Die thema’s vind je terug op de muren. De eerste schilderingen die aan hem werden opgedragen, werden in 1976 aangebracht.

De route die we deze keer naar San Isidro volgden, is werkelijk prachtig. We zoefden over een licht glooiende, bochtige weg door en langs pijnboombossen. Waar je ook kijkt, zie je citrusvelden en olijfboomgaarden; jonge aanplant en stokoude exemplaren. Wat opviel, is dat de citroenen dit jaar niet worden gepluk want die brengen thans te weinig op. Dat geldt bepaald niet voor de sinasappels. Op deze route, langs de CV-95 en CV-925, kwamen we ook langs het grote stuwmeer ‘La Pedrera’ met zijn bijzondere waterkleur.  

Net voor we de stad Orihuela binnenreden, zag ik enorme buizen voor mij opdoemen. Daarin blijkt rivierwater van de Taag te worden vervoerd. Het wordt opgevangen in de rivier Segura, in midden-Spanje. De buizen hebben een doorsnee van bijna 2.5 meter en liggen op 200 pilaren van zes meter hoogte. Deze installatie ligt op de grens van de provincies Murcia en Alicante.

Het Taag-Segura-project is onderdeel van misschien wel het grootste staaltje hydraulische engineering van Spanje. Ingenieur Manuel Lorenzo Pardo stelde in 1932 een plan op voor het nationaal beheer van water. Het plan kwam destijds niet van de grond. In 1966, ten tijde van Franco, kwam het weer uit een diepe la en werd er begonnen met de bouw. Dat stoort sommige mensen nog steeds... Het traject van Taag naar Segura heeft een lengte van 292 kilometer. Dit deel van het nationale waterbeheersysteem werd in 1976 in gebruik genomen. In 1979 ontving de Segura het eerste Taag-water uit Guadalajara. Deze watertransfer stelde de regio in staat een van de belangrijkste groenten- en fruitschuren van Spanje te worden. Ik vind wel dat er meer onderhoud moet worden gepleegd. Sommige buizen lekken namelijk heel erg en dat is doodzonde. Ook de pilaren blijken een goede ondergrond voor graffiti en straatkunst.

We wandelden met 31 graden en een strakblauwe lucht door de straten van San Isidro. Hier en daar maakten we een praatje. Voor een tapa en een drankje liepen we rond lunchtijd bij ‘Casa Diego’ binnen. Hij en zijn partner Monse koken in een piepkleine keuken al minstens 25 jaar de sterretjes van de hemel. Het gevulde eitje, de Russische salade maar vooral de versbereide artisjokkenharten waren om te zoenen. De grote kaart is pas later op de dag beschikbaar. Daarop staan gerechten waarbij het water mij nog steeds in de mond loopt. Een heel goede reden om terug te gaan.


donderdag 9 mei 2019

Europadag 2019

Het is vandaag Europadag. Dit wordt weer een longread. De twee vorige gingen over klimaatverandering en opwarming van de aarde en zijn momenteel mijn bestgelezen blogs. Kennelijk zijn anderen het met mij eens: een dag niets geleerd, is een dag niet geleefd. Ik dook weer in nieuwe materie.

Europa was de prachtige dochter van een Fenicische koning. Zeus, de vader van de Goden, werd over zijn oren verliefd op haar. Ook ik ben groot fan van dit continent. Ik ben blij dat mijn wieg hier stond. Onze lange en rijke geschiedenis, de enorme diversiteit: er is zo veel om te koesteren. Dat twee wereldoorlogen hier ontstonden, is echter een inktzwarte bladzijde in onze geschiedenis. Inmiddels hebben we hier al 74 jaar vrede. Dat moeten we koesteren.

Europadag is weliswaar een regionale feestdag maar overal in de Europese Unie wordt vandaag gewerkt. Het is een gewone, alhoewel bijzondere woensdag. Deze dag wordt sinds 1985 gevierd, altijd op 9 mei. Op die datum in 1950 deed de Franse minister Robert Schuman een oproep tot verdergaande samenwerking en gemeenschappelijk beheer van de Franse en Duitse kolen- en staalproductie. Ook de Benelux deed vanaf het begin daaraan mee. In 1957 werd de EEG formeel opgericht. De rest is geschiedenis.

In Nederland zijn we thans niet per se in feeststeming. De Ode to Joy (het Europese volkslied) is even ver te zoeken... Afgelopen weekend kwam namelijk naar buiten dat de Nederlandse Europarlementariër Sophie in ’t Veld (D66) al jarenlang een vergoeding van 320 per dag ontvangt voor iedere dag dat zij zich meldt in Brussel en Straatsburg, hoofdzetels van het Europees Parlement. Deze vergoeding is bedoeld voor hotelverblijf, maaltijden en overige kosten. De kwestie ontstond omdat In ’t Veld al vele jaren in Brussel woont. Ze heeft daar dus een onderkomen en een keuken. Andere Europarlementariërs die eveneens in Brussel wonen, ontvangen de vergoeding eveneens. Ze is dus niet de enige maar dat vind ik geen argument. Haar morele kompas raakte flink van slag...

Uit dezelfde publicatie bleek dat ze een aantal hotelovernachtingen in Nederland declareerde als kantoorkosten en dat mag niet. Europarlementariërs ontvangen maandelijks een standaardvergoeding van 4.500 voor gemaakte kantoorkosten. Deze vergoeding is controversieel: men hoeft niet te verantwoorden hoe dat geld wordt besteed. Het wordt rechtstreeks overgemaakt naar de bankrekening van een parlementslid. Een verzoek van journalisten om inzicht te krijgen in de financiële administratie van alle Europarlementariërs werd in 2018 door het Europese Hof van Justitie afgewezen.

Het moet gezegd dat D66 jaren geleden uit eigen beweging een accountant aanstelde om declaraties van alle kantoorkosten van D66-Europarlementariërs te controleren. Alles wat foutief is gedeclareerd of teveel is uitgekeerd, wordt aan het einde van het jaar terugbetaald aan het EP. In ‘t Veld stortte het onterecht gedeclareerde geld dit jaar eerder terug: vóór publicatie van het geplande artikel.

Het merendeel van mijn loopbaan bracht ik als adviseur door dus ik weet het een en ander van kostendeclaraties en bonnetjes. In mijn beginjaren als internationaal consultant was er veel gedoe om declaraties vanuit het buitenland op tijd en zonder problemen naar het hoofdkantoor te zenden. Het ging destijds met een slome modemverbinding en met software die niet bepaald gebruikersvriendelijk was. Ik ben weleens door een Amsterdamse partner op het matje geroepen omdat ik niet op tijd was maar nooit voor onrechtmatig declareren. Dat was mijn eer te na. Ik wilde mijnklanten (aan wie mijn onkosten werden doorberekend) te allen tijde recht in de ogen kunnen kijken.

Bovenstaande kwestie is een smet op het blazoen van In ’t Veld, wat mij betreft. Maar je hoeft geen medelijden te hebben met haar en haar collega’s. Ieder van hen (het zijn er 750) ontvangt een vast bruto-maandsalaris van €8.757, ongeacht ervaring. Europarlementariërs kunnen gebruik maken van een auto met chauffeur, vliegen in de businessclass, hebben een flink budget om aan assistenten te besteden en gaan met pensioen als ze 63 jaar zijn, om maar enkele emolumenten te noemen.

Verhalen over vermeende “geldverslinders”, “technocraten”, “bureaucraten” en “zakkenvullers” van “Brussel” gingen een eigen leven leiden en tastten de reputatie van de Europese Unie aan. Sommige verhalen zijn echt Broodjes Aap; daarop kom ik terug. Desalniettemin is zo’n kwestie koren op de molen van Eurosceptici, in binnen- en buitenland.

Brexit is het resultaat van Euroscepsis in het kwadraat. De belangrijkste argumenten voor het Britse vertrek uit de EU waren (en zijn): de Euro is een ramp want met de invoering daarvan werd alles veel duurder, de bemoeizucht van de Unie bedreigt de Britse souvereiniteit, de vele regels verlammen de Britse slagvaardigheid, de broodnodige radicale hervormingen in de Unie komen niet van de grond, er steken teveel (arbeids)migranten de grens over, geld dat wordt afgedragen aan de Unie kan beter binnen de eigen landsgrenzen worden besteed.

Niet al die kritiek is terecht en zeker niet alles is de schuld van de EU. Zo herinner ik mij onder andere dat wij, na onze verhuizing naar Engeland -wat juist vanwege de Europese Unie een fluitje van een cent was- kort na de invoering van de euro een weekendje naar Den Haag terugkeerden. Mijn favoriete bodega had de prijs van alle gerechten op de menukaart omgezet van guldens naar euros. ‘Gewoon het valutateken veranderd?! Dat gebeurde op vele plekken. Daarna bleven de prijzen in de Nederlandse horeca hoog.

Het is belangrijk in te zien dat we baat hebben bij een sterke en verbonden Europese Unie. We hebben elkaar hard nodig. Met ruim 500 miljoen burgers maken we ongeveer 8% van de wereldbevolking uit maar dat aandeel slinkt. In 2050 zal dat zijn gedaald naar 5%. Europa vergrijst en krijgt steeds meer te maken met tekorten op de arbeidsmarkt. De verwachting is ook dat in 2050 geen enkel land van de Europese Unie nog zal behoren tot de top7 van geïndustrialiseerde naties. De huidige koersen van Trump’s Verenigde Staten, Poetin’s Rusland en Xi Jinping’s China, grote machtsblokken, vragen om een sterk en verenigd Europa.

Op 23 mei vinden in Nederland Europese Parlementsverkiezingen plaats. Alle stemgerechtigde burgers van de Unie mogen vanaf dat moment rechtstreeks een Europarlementariër kiezen. Mijn liefje en ik werden het snel eens over de keuze. We zochten in de eerste plaats naar een partij die een sterker Europa voorstaat. Het is zoals de verkozen partij op de eigen website stelt “banken, vervuilde rivieren en vluchtelingen laten zich niet tegenhouden door landsgrenzen. Een goed klimaat- en energiebeleid lukt alleen samen met andere EU-lidstaten.Voorts kozen we voor een jonge, intelligente vrouw op de kieslijst, iemand met internationale ervaring. We vulden braaf onze stembiljetten in en stuurden ze tijdig naar de Nederlandse ambassade in Madrid. Uit de partij die de meeste stemmen krijgt, wordt de nieuwe President van de Europese Commissie gekozen. Naar goed democratisch gebruik.

In de aanloop naar deze verkiezing besloot ik mij meer te verdiepen in de Europese Unie. Ik maakt hierbij onder andere gebruik van de EU-website en een document getiteld 60 good reasons for the EU. Hierbij de grote lijnen.

De Europese Unie (EU)
De Europese Unie is een economische en politieke unie, gevormd door 28 landen (27 na Brexit). Het gebied beslaat een oppervlakte van 4.475.757 km2 en omvat circa 513 miljoen burgers. In deze Unie worden 24 verschillende talen gesproken. Sinds 2000  hanteert de Unie het motto “Unity in Diversity”. De Europese vlag is het symbool daarvan: de cirkel van twaalf gouden sterren symboliseert solidariteit en harmonie tussen Europeanen. Het nummer 12 vertegenwoordigt perfectie en eenheid (denk aan de 12 maanden van een jaar of de 12 uren van een klok). In 2012 ontving de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede voor het verspreiden van vrede, verzoening, democratie en mensenrechten.

De EU stelt een meerjarenbudget en een jaarlijks budget op maar het zijn de regeringsleiders van alle lidstaten die het bepalen; niet Brussel. Het meerjarenbudget 2014-2020 werd gesteld op 908 miljard euro. (Dat klinkt als veel maar het is minder dan 1% van nationale begrotingen.) Voor het eerst in de geschiedenis van de Unie ging het budget omlaag. Het jaarbudget voor 2019 is ruim 168 miljard euro. Omgerekend, spendeert de gemiddelde Europese burger €0,65 per dag aan de EU. 94% van de Europese begroting vloeit terug naar de lidstaten, in de vorm van projecten en subsidies. Nederland draagt meer af dan het ontvangt… maar we zijn dan ook een van de rijkste landen ter wereld! Van de Europese begroting gaat 94% naar projecten, 6% naar interne administratie. Van die zes procent worden alle onkosten, gebouwen, salarissen en pensioenen betaald.

Enkele resultaten van EU-wet- en regelgeving op een rijtje.
De EU:
  • versterkt economieën en zorgt voor welvaart in de Eurozone (met regionale en structurele fondsen)
  • treedt op tegen cartels maar stimuleert competitie
  • beschermt consumenten, zowel spaarders als online-kopers
  • verlaagt de kosten van levensonderhoud (medicijnen, transport, dataroaming, bancaire diensten)
  • biedt grenzenloos reizen
  • beschermt de binnengrenzen van het gebied
  • sponsort programma’s voor jonge werklozen
  • zorgt voor veilige voeding, schone lucht, schoon drink- en badwater
  • zorgt dat Europeanen -zonder gedoe- in andere landen van de Unie kunnen werken en wonen
  • stimuleert (en financiert) grensoverschrijdende educatie, onderzoek en cultuur
  • coördineert grensoverschrijdende acties tegen mensenhandel, georganiseerde misdaad en terrorisme
  • doneert aan ontwikkelingslanden (in samenwerking met de Verenigde Naties) en biedt wereldwijde humanitaire hulp
  • zorgt voor recycling van electrisch en electronisch afval
  • biedt veiligheid en gezondheidszorg voor vakantiegangers en zakelijke reizigers
  • biedt onderdak aan mensen die hun land ontvluchten wegens oorlog en geweld

Programma’s en instanties die hiervoor in het leven werden geroepen, zijn: Schengen, IBAN en BIC, European Regional Development Fund (ERDF), European Banking Union, Eurojust, European Consumer Center, European Erasmus-programme, Rapid Alarm System, European Maritime Security Agency, European Social Fund (ESF), European Health Insurance Card (EHIC), European Border and Coast Guard, 112, European Solidarity Corpse, European Science Cloud, EU Youth Guarantee, European Horizon 2020 Programme, Cohesion Fund, European Union Youth Orchestra, European Capital of Culture, European Counter-Terrorism Center (onderdeel van Europol), Children of Peace-initiative, Frontex, European Migrant Smuggling Center. Deze opsomming is niet in volgorde en niet volledig.

Een survey die in april 2018 werd uitgevoerd in opdracht van het Europees Parlement toonde aan dat het waarderingscijfer voor de EU het hoogst was sinds de meting van 1983. Dat bleek te gelden voor 26 van de 28 EU-lidstaten. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk waren de uitzonderingen. Daar liep de waardering juist met 2% terug, ten opzichte van de voorgaande meting. 

Wet- en regelgeving voor de gehele Unie wordt bepaald door de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Wat is de rol van elk van die instituten en hoe werkt de besluitvorming?

Europese Commissie (EC)
De Europese Commissie is het dagelijks bestuur van de Europese Unie. Deze  Commissie bestaat uit 28 leden: één commissaris uit elke EU-lidstaat. Eurocommissarissen worden niet rechtstreeks gekozen, ieder land draagt de eigen kandidaat voor. Het Europees Parlement moet de kandidatuur wel bevestigen (maar kan die ook afwijzen). Bij de EC werken 32.000 ambtenaren in vaste dienst, onder wie honderden tolken en vertalers. Dat komt neer op 1 EU-ambtenaar per 10.000 Europese burgers.

Jean-Claude Juncker is President van de EC, de Nederlander Frans Timmermans (PvdA) is eerste Vice-President. Juncker is niet beschikbaar voor herverkiezing dus dit jaar wordt zijn opvolger gekozen. Timmermans stelde zich, met anderen, kandidaat. De president heeft een bruto-maandsalaris van €27.436 per maand, Vice-Presidenten krijgen maandelijks €24.852 in hun salariszakje, een Eurocommissaris verdient €22.367 per maand. 

De Europese Commissie is de enige instantie die wet- en regelgeving voor de EU kan voorstellen. Elk najaar bepaalt de EC haar beleidsprioriteiten voor het komende jaar en legt deze vast in een werkprogramma. Elk van hun wetsvoorstellen wordt ingediend bij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. De nationale parlementen van de EU-lidstaten ontvangen alle wetsvoorstellen van de Commissie op hetzelfde moment als het parlement en de raad. Sinds 2014 trok de EC onder Juncker echter circa 100 concept-wetsvoorstellen terug en diende 80% minder initiatieven in dan in de voorgaande vijf jaar.

Europees Parlement (EP)
Het Europees Parlement -ook wel kortweg Europarlement genoemd- bestaat uit 750 leden en een voorzitter. De huidige voorzitter is een Italiaan, Antonio Tajani (63). Zelf had ik nog nooit van deze man genoemd. Om de 2.5 jaar wordt een nieuwe voorzitter gekozen, bij geheime stemming. Het parlement wordt voor vijf jaar gekozen, via directe verkiezingen. Het aantal zetels per land wordt bepaald door het aantal inwoners. Zo krijgt Nederland 26 zetels en Spanje 54. De drie landen met de meeste zetels zijn: Duitsland (96), Frankrijk (74) en Italië (73).

Het Europarlement kan wetten goedkeuren, afkeuren en veranderen. Het heeft 20 vaste parlementaire commissies met ieder hun eigen thema: internationale handel, begroting, milieubeheer, mensenrechten, visserij, werkgelegenheid en sociale zaken, industrie, regionale ontwikkeling, burgerlijke vrijheden, vrouwenrechten en meer. Elke commissie komt tweemaal per maand bijeen om zich over relevante wetsvoorstellen te buigen.

Het Europees Parlement vergadert iedere maand vier dagen plenair in Straatsburg. Tijdens deze vergadering wordt gestemd over wetsvoorstellen, besluiten en resoluties van de Europese Commissie. Het Europarlement kan wijzigingsvoorstellen doen. Als het EP en de Raad van de Europese Unie (komt hierna aan de orde) het niet eens worden, volgt een nieuwe behandelingsronde. Dat kan drie keer gebeuren. Als beide instellingen accoord zijn of een compromis hebben bereikt, wordt een voorstel goedgekeurd.

De manier van stemmen in het parlement is afhankelijk van het onderwerp. Doorgaans gebeurt dit met handopsteking; afhankelijk van het belang gebeurt het  elektronisch of hoofdelijk. Het parlement houdt ook formele vergaderingen in Brussel. Het Europarlement kiest de President van de Europese Commissie. Alle overige leden van die commissie moeten evenens door het parlement worden goedgekeurd.

Raad van de Europese Unie
Samen met het Europees Parlement vormt de Raad van de EU, ook wel de Raad van Ministers genoemd, de wetgevende macht van de Europese Unie. Bij een zogenaamde gewone wetgevingsprocedurehebben het Europees Parlement en de Raad van de Ministers evenveel zeggenschap. In het geval van een bijzondere wetgevingsprocedure is alleen de Raad wetgevend.

Elke regering van elke EU-lidstaat vaardigt één minister naar deze raad af. Dit gremium heeft geen vaste leden. Er wordt in tien verschillende formaties vergaderd, afhankelijk van het behandelde beleidsterrein. Als het over een financieel besluit gaat, worden de ministers van Financiën afgevaardigd, enzovoort. Elk EU-land neemt bij toerbeurt, voor een periode van zes maanden, het voorzitterschap waar. Voor de goedkeuring van een besluit is een meerderheid van 55% van alle landen nodig. Met de huidige 28 lidstaten betekent dit 16 landen. Om een raadsbesluit tegen te houden, zijn de stemmen van tenminste vier landen nodig.

Wet- en regelgeving die op deze wijze in de Europese Unie wordt besloten en geaccordeerd, wordt vervolgens omgezet in nationale wetgeving.

En dan nog enkele kanttekeningen.
63 journalisten van 35 media uit alle 28 lidstaten van de Europese Unie plus Zwitserland en Noorwegen, aangesloten bij het onderzoeksplatform Follow the Money’, publiceerden eergisteren een artikel waarin wordt aangetoond dat de EU-lidstaten met elkaar elk jaar 50 miljard euro mislopen door btw-fraude. Er wordt onder meer gesjoemeld met groencertificaten en andere energieproducten, digitale diensten als apps, games en videodiensten. Om de handel tussen EU-landen onderling te bevorderen, werd besloten om op handel tussen bedrijven uit EU-lidstaten geen btw te heffen. Met dit zogenaamde nultarief kopen fraudeurs goederen in een ander land zonder btw in en verkopen ze in eigen land mèt btw. Die btw houden ze zelf maar de koper vraagt zijn betaalde btw vervolgens wel bij de Belastingdienst terug. Daardoor loopt de schatkist heel veel geld mis. De Europese Commissie komt nu met een wetsvoorstel om die fraude tegen te gaan maar deskundigen twijfelen aan de werkbaarheid.

Met veel interesse las ik onlangs een kort maar krachtig Volkskrant-artikel. Daarin werd de strekking van de eerste internationale lezing van de Nederlandse Minister van Financiën, Wopke Hoekstra (ex-partner van McKinsey; lid van het CDA), over de EU aangekondigd. Interessant gedachtengoed.

Ook Hoekstra houdt van Europa maar de Unie heeft in zijn huidige vorm en aanpak volgens hem een fundamenteel probleem. 1) Rijke lidstaten als Denemarken en Zweden willen niet tot de eurozone toetreden, Zwitserland en Noorwegen niet tot de EU en het Verenigd Koninkrijk gaat de Unie verlaten. 2) De EU kan zich militair niet zelf verdedigen. 3) Veel EU-landen kampen nog steeds met te hoge schulden en te weinig hervormingen waardoor de Unie niet crisisbestendig is. 

Hoekstra is van mening dat als een EU-lidstaat niet hervormt, Europees geld onverstandig besteedt of het Stabiliteits- en Groeipact niet respecteert, geen aanspraak meer kan maken op Europees geld. Eenzelfde scherpe opstelling acht hij gerechtvaardigd tegenover lidstaten die de rechtsstaat ondermijnen. Hij noemt geen namen maar het is duidelijk dat hij hiermee verwijst naar landen als Polen, Hongarije en Roemenië. Ook zij moeten hun aanspraak op EU-geld verliezen. Grenscontroles zouden in zo’n situatie door omringende landen moeten worden heringevoerd. Ook landen die weigeren een eerlijk deel van migranten op te nemen, worden uit de paspoortvrije Schengenzone gezet. Duidelijke taal, heldere standpunten.

Afsluitend haal ik een recent artikel aan in The Guardian’. Daarin las ik dat 17 miljoen Europeanen in de Europese Unie buiten de grenzen van hun geboorteland leven. Toevallig is dat net zoveel als het aantal inwoners van Nederland. Als deze groep een land zou vormen, zou het recht hebben op 26 zetels in het Europarlement! In de laatste tien jaar verdubbelde dit aantal. De auteur, een Italiaanse professor die in Bilbao (Noord-Spanje) woont en in Parijs werkt, noemt het een onopgemerkte Europeanisatie.


Met elkaar zijn ze goed voor 4% van de beroepsbevolking in de Europese Unie. Ze komen uit alle 28 EU-lidstaten. Het gaat niet alleen om personen die theoretisch (hoog) zijn opgeleid. Het gaat ook om migranten met een praktische opleiding: zij maken ruim 21% van de totale EU-beroepsbevolking uit. Gemiddeld is het voor beide groepen gemakkelijker in de Europese Unie een baan te vinden dan in hun geboorteland. Dat geldt bovendien voor vrouwen. Zijn punt is dat deze mobiele Europeanen beter moeten worden vertegenwoordigd in de Europese Unie en gemakkelijker zouden moeten kunnen stemmen.  

Bij de vorige Europese Parlementsverkiezingen (2014) schitterden mijn liefje en ik  door afwezigheid, net als bijna 95% van de mobiele Europeanen in de Europese Unie. Dit jaar laten we de kans om onze stem uit te brengen, niet voorbij gaan. This Time I’m Voting.


maandag 6 mei 2019

Lastpost & Last Post

Terwijl de wijzers van de klok dichter naar de twee minuten stilte van Dodenherdenking in het Vaderland bewogen, begon naast ons iemand luidruchtig te klussen. Wij zouden zoiets in de ochtend of middag  doen. Niet 's avonds. We hebben andere schema’s en andere ritmes, dat was bekend. 
Bij het recente noodweer aan de Costa Blanca liepen onze nieuwe Spaanse buren meer schade op dan wij. Onze eetkamer ligt aanzienlijk hoger dan de patio aan de achterzijde van ons huis. Als er veel regen valt, blijft onze vloer dan ook kurkdroog. Dat was bij hen niet het geval. Wat we gemeen hebben, is dat de wateroverlast van boven kwam. Het bleef beperkt tot een nat plafond in één ruimte. De verzekeringsman van de buren kwam enkele dagen eerder dan de onze. Ik verwachtte dat hij ook bij ons zou aanbellen om de schade te bekijken maar dat gebeurde niet. Op dat bezoek volgde geen uitwisseling.

Onze verzekeringsmaatschappij stuurde afgelopen week iemand die de situatie kwam inspecteren. Hij reed op de Dag van de Arbeid uit Alicante hier naartoe. Dat is een vrije feestdag voor velen maar niet voor deze man uit Zuid-Amerika. Er werd gefotografeerd, gemeten en geschreven. Hij wist mij te vertellen dat er van de 100 claims die hij recent onderzocht, slechts drie werden gehonoreerd. Geen idee wat hij precies bedoelde met zijn opmerking... Dat was weliswaar a-typisch maar ik liet het daarbij. Wel lichtte hij ongevraagd toe dat, als de oorzaak van schade bij een andere partij ligt, die aansprakelijk moet worden gesteld. De verzekeraar accordeert een claim van de verzekerde in zo’n geval niet. Wat ik ook weet, is dat een Spaanse verzekeraar niets uitkeert maar herstelwerkzaamheden kostenloos uitvoert voor de verzekerde.

Vanwege het mooie weer in de afgelopen weken droogde het plafond goed maar de randen van de grote vochtplek blijven zichtbaar. We toonden hem foto’s van eerdere bellen aan het plafond. Onze designlamp aan het plafond (Flos Celestia), de grote parachute die werd ontworpen door de Italiaan Tobia Scarpa, durfden we nog niet te ontsteken. Het regenwater lekte namelijk door de armatuur heen.

Wat ik niet weet, is hoe je in 10 minuten een oorzaak kunt aanwijzen. Hij sprak zijn vermoeden uit dat de wateroverlast van het buurhuis kwam en naar ons uitbreidde. Van onze klusjesman weet ik dat het pand werd gebouwd als één huis waarna alle beneden- en bovenruimten werden gescheiden (door een eensteenswand). Onze verzekeringsman wilde dak en balkon van de buren bekijken en dat leek mij logisch. Hij belde aan. Dat bleek niet in goede aarde te vallen: de buuf stapte chagrijnig naar buiten en opende de poort met ogenschijnlijke tegenzin. Ik schrok van haar blik en trok mij terug. Huh?! Hebben wij een boze buuf?! 

Moeders is een lastpost...
Ik heb geen idee wat het officiële resultaat zal zijn. Later deze week worden we gebeld. Als de verzekeraar onze schadeclaim niet honoreert, gaan we de verfklus zelf betalen. Hopelijk laat het volgende noodweer weer 70 jaar op zich wachten. Wat de buren gaan doen, is ons thans niet bekend. Op een goed gekozen moment gaan we hierover met hen van gedachten wisselen.

Hoe leg je daarna aan Spaanse buren uit dat zij twee minuten moeten meewerken aan onze behoefte aan stilzijn? Spanje bleef onder generaal Franco neutraal tijdens de Tweede Wereldoorlog en kent uit die tijd dus geen jodenvervolging en geen bevrijding. Begrijp mij niet verkeerd: dit volk maakte genoeg ellende mee tijdens de bloedige burgeroorlog en de decennialange militaire dictatuur van El Caudillo.
Bovendien hebben ze moeite met stilte. Spanjaarden worden namelijk het luidruchtigste volk van Europa genoemd. Ergens las ik dat jaarlijks duizenden mensen in Spanje aan de gevolgen van geluidsoverlast overlijden. (Ik vond het betreffende artikel niet terug op het web.)

Het is daarom deste opmerkelijk dat de buren onlangs uit eigen beweging de scheidingswand tussen hun huis en het onze isoleerden. Er zit nu vijf à zes centimeters meer ruimte tussen hen en ons in. Deden ze dat om ons geluid te dempen of verschafte het hen gelegenheid te doen wat zij willen? Wij zijn niet luidruchtig, integendeel. Rekening houden met anderen zit diep in ons verankerd. In huis dragen we schoenen met zachte zolen, hebben dempers onder stoelen en tafels, slaan niet met de deuren en zetten radio en tv eerder te zacht dan te hard. Daaraan ligt het niet. Net als wij, weten zij dat Spaanse casas gehorig zijn. Wij waarderen hun initiatief.

Gelukkig liep hun geboor en geklop op de avond van 4 mei ruim voor 20:00 uur af. Wij zaten allebei met natte ogen voor de buis. De trompettist die de beladen tonen op zijn klaroen blies, de oorverdovende stilte op de overvolle Dam, de genodigden op de eerste rijen… dat alles verdient compassie en mededogen. Het is niet verwonderlijk dat zo’n moment veel losmaakt bij ons, gevoelige tiepjes. Voor mijn liefje gaat 4 mei vooral over het herdenken van de (Nederlandse) slachtoffers van het nazi-regime, met name joodse mensen. Zelf trek ik het ietsje breder. Ik sta ook stil bij de slachtoffers die vielen in Azië door toedoen van de Japanners. Dat komt waarschijnlijk door de dienstplicht van mijn vader aldaar en onze extended family in Bali.

Ik vond het mooi om te lezen (en zien) dat ook Nederlandse jongeren waarde hechten aan de kranslegging, de stilte en samen het volkslied zingen. Dat bleek uit het rapport Volgende Generaties waartoe het Nationaal Comité 4 en 5 mei opdracht gaf. Men liet 990 mensen vanaf 13 jaar ondervragen over dat onderwerp. Jongeren vinden dat het herdenken van (Nederlandse) slachtoffers die vielen tijdens oorlogen na de Tweede Wereldoorlog, minstens zo belangrijk is. Iedereen herdenkt op eigen wijze. Belangrijk is dát we het doen. Opdat we nooit vergeten.

Gisteren was het Bevrijdingsdag in vaderland nummer 1 en Moederdag in Spanje, mijn tweede vaderland. Het was uitzonderlijk rustig in onze straat. De buuf ging bij haar moeder op bezoek. Inmiddels groet zij weer.