Translate

vrijdag 29 april 2011

Excellent

Onze gasten Saskia en Kirk zijn afgereisd. Ze vertrokken naar Ubud om daar een aantal dagen van het spirituele centrum van Bali te genieten. Een andere ervaring die hopelijk net zo positief zal uitpakken als hun verblijf in het Noorden. We snorkelden in Menjangan, bezochten de boeddhistische tempel en de warmwaterbronnen in het dorp, dronken een cocktail op het strand van Lovina, genoten van de faciliteiten op het eigen Domein.

We besloten tevens de watervallen van Munduk te bezoeken. De route ernaartoe vertoont het mooiste groen van Bali: wijdse panorama’s van eindeloze, appelgroene sawa’s. Het pad naar de waterval was glad en brokkelde hier en daar af. Vooral de bovenbenen van mijn liefje kregen het zwaar te verduren. Sinds de chemo boetten zij aan kracht in. Voor hen die de boodschap nog niet kregen: de bloedtests toonden goede waarden dus ze is weer voor (minstens) 3 maanden medisch goedgekeurd. Joehoe!

Voor de terugweg besloten we een alternatieve wandelroute te volgen. Daarop troffen we een tweede waterval en een ecocafé aan. De Balinese eigenaar van het café vertelde ons trots dat zijn café het eerste en enige gecertificeerde ecocafé van Bali is! De groene stroom wordt opgewekt met behulp van een waterrad dat hogerop in de waterval staat, de koffieplantage levert onbespoten koffie. Ketut bleek civiel ingenieur te zijn die zijn koffieplantage in de directe omgeving op ecologische wijze bestuurt. Op zijn kaart staat tevens Luwakkoffie. Ik schreef er eerder over maar toen wist ik nog niet welk dier hierbij is betrokken. Dat is nu oopgehelderd.

Deze koffiebonen worden gevonden in de uitwerpselen van de civet (Paradoxurus), een katachtig dier dat in Zuidoost-Azië leeft. Deze kat die luwak wordt genoemd, leeft op Bali en wordt onder andere ingezet op de koffieplantages in en om Munduk. De civet eet koffiebessen en de speciale spijsvertering van het dier zorgt ervoor dat de bonen van hun bittere nasmaak worden ontdaan. Deze exclusieve, uitgepoepte koffieboon brengt honderden euro’s per kilo op. In de Verenigde Staten kost een pond Luwakkoffie tenminste $300 en op sommige plaatsen in Engeland kost een kopje Luwak bijna ₤100. De Luwakkoffie die aan de voet van de koraalwaterval van Munduk werd geschonken, kostte vele malen minder. Pak Ketut legde uit dat hij op zijn plantage speciale maatregelen neemt om de civet te ontzien. Er wordt regelmatig gerouleerd. Toen ik de 'productiewijze' van luwak aan Saskia en Kirk toelichtte, zagen de beide koffieminnaars af van hun kopje koffie. Kasian!

Op de bonte avond -de avond voor hun vertrek- dineerden wij bij restaurant Le Jaenzan (Lovina); dat betekent 'excellent food' in Balinees. Een aantal weken eerder bezochten wij chef Ketut Tangkas in zijn nieuw geopende restaurant om te kijken hoe het eruitzag en te horen wat zijn ideeën en plannen zijn. Op dat moment was het restaurant net geopend maar er was nog geen drankvergunning. Dat was op de avond van ons bezoek (gelukkig) wèl het geval! Eenmaal gezeten, werd er voor onze gasten een kado van de chef op tafel gezet: een fraai bewerkte watermeloen met hun namen erin. De chef vertelde mij eerder dat hij weleens prijzen won met die creativiteit.

De uitgebreide kaart heeft Indonesische, Balinese en Westerse gerechten. Zelf koos ik voor gegrilde snapper filet met een heerlijke vinaigrette als voorgerecht en sambalgarnalen als hoofdgerecht. Ook de toetjes waren niet te versmaden. Gezamenlijk genoten we van pisang goreng en pannekoektaart. Het restaurant serveert (wodka- en rum)cocktails alsmede bier en wijn. Check it out!

Ik vind het altijd weer bijzonder te ervaren hoe vreemden in korte tijd tot vriend kunnen worden. Met Saskia en Kirk ging het bijna als vanzelf: beiden zijn oprecht, warm en vermakelijk. Het werd dan ook een goed samenzijn. Eerder maakten wij iets vergelijkbaars mee met vriendin Bernadette die wij ruim 5 jaar geleden aan het andere eind van de wereld ontmoetten en het overkwam ons met de Australische vriendinnen Julie en Claire. Ook deze dames kennen we inmiddels vele jaren. Later dit jaar zullen we hen in Sydney weer gaan bezoeken. Goede vrienden zijn lastig te vinden, moeilijk te verlaten en onmogelijk te vergeten. Ik weet zeker dat we onze nieuwe vrienden Saskia en Kirk zullen weerzien, waar ook ter wereld.



maandag 25 april 2011

Hatten wives

We hebben momenteel bezoek: Saskia en Kirk zijn vrienden van de vader en moeder van Snolliebollie. Zij is van Hollandse afkomst maar groeide op in Zuid-Afrika, hij is geboren en getogen Amerikaan van de westkust. Ze ontmoetten elkaar in Spanje. Dat schept een band. Het zijn aardige, leuke en onderhoudende mensen en het klikt dan ook tussen ons. We houden allen van een goed gesprek, van reizen, van onze partners en we genieten met volle teugen van een glas wijn. Kurk heeft de naam maar Saskia is er net zo creatief mee als ik! De wijn vloeit deze dagen rijkelijk.

Wat ook mooi is, is dat we enkele flessen Zuid-Afrikaanse rode wijn van hen kado kregen. Ze komen van het een na oudste wijnhuis van Zuid-Afrika in Stellenbosch: Muratie, opgericht in 1685. De naam komt van 'murasie': ’n plek wat ten gronde verval het, aldus de Afrikaanse tekst... maar dat proef je helemaal niet in de elegante wijn. Een fles Muratie Cabernet Sauvignon uit 2007 maakten wij reeds met elkaar soldaat. De fles Muratie Shiraz 2007 houden we nog even dicht; ons is zuinig op so 'n mooie wyn. Heerlik!

De week begon voor de meesten van ons goed... alleen Saskia werd onder de douche besprongen door een (mannetjes)gekko. Ze kan het navertellen. Maandagochtend ving aan met een rondgang door eigen dorp. Er is een club Hollandse dames die hier elke week vanaf een ander terras aan een lokale wandeling begint. Deze wandelclub was al een tijdje niet actief maar mijn liefje opperde op het recente feestje voor Peer’s 50ste verjaardag dat het hoog tijd werd dit evenement nieuw leven in te blazen. Aldus geschiedde. De wandeling zou starten op ons terras en acht personen zouden eraan deelnemen. Kirk mocht niet mee want het is een damesuitje. Dat kwam goed uit: hij had geen zin. Eén andere persoon versliep zich en ook mijn liefje bleef bij nader inzien thuis “want iemand moet toch de koude handdoekjes uitdelen als jullie terugkomen.” Een slechte smoes maar ala.

We liepen langs brede lanen met grote huizen, over smalle zandpaden met kleine huizen. Elke straat leek een andere sfeer uit te ademen. Ik zag een bruiloft in voorbereiding met honderden versierde stoelen en een holy man die oefende met de microfoon. Overal op de route lagen tempels en ik passeerde vele dorpelingen die nieuwsgierig vroegen waar we heen gingen en waar we vandaan kwamen. Kami jalan-jalan, we zijn aan de wandel. Balinezen kunnen zich hierbij niets voorstellen, ze houden niet van wandelen.
We liepen heuvel op richting boeddhistische tempel die ook wel de kleine Borobudur wordt genoemd. Voor enkele dames was de stijging in de weg soms teveel van het goede; het valt ook niet mee te lopen, te praten en het zweet van lijf en leden te houden. Ik had Saskia die ochtend rijstvelden beloofd maar die belofte kon ik helaas niet houden. In plaats daarvan passeerden en doorkruisten we druivenvelden. Tidak apa-apa, no worries. Een beetje Hatten wife geniet daarvan!
Zij betoonde zich overigens een ware Reebok: lichtvoetig liep ze voor de troepen uit; ze had nog uren verder kunnen wandelen. Na anderhalf uur werd echter door de akela besloten dat het welletjes was. We keerden om en liepen bergafwaarts via de lokale markt naar huis. Ik vond de wandeling boeiend. Ik woon in een rijk dorp.

Op enig moment passeerden wij een ruime werkplaats met hoge stapels hout op het terrein. Nieuwsgierig stapten wij er binnen. De plek barstte van de creativiteit. Balinese vrouwen waren bezig met het vervaardigen van houten meubels: van drijfhout en gekapte druivenranken, in alle soorten en maten. Ik zag verbluffend ingenieuze meubelen: stoelen die waren vervaardigd van gerecyclede oliedrums met houten rugleuning en zitting, ronde bijzettafels van diverse soorten en maten hout die ineenpasten, rechthoekige terrastafels met vierkante patronen van stompjes hout, schommelstoelen uit een stuk. Ik keek mijn ogen uit. Ter plekke bedacht ik het aanstaande kado voor de verjaardag van mijn liefje: een houten, ronde kaarttafel met een rand van Bintang-doppen.

Mijn liefje, Kirk en Elsa verwelkomden ons met ijskoude verfrissingsdoekjes, gezonde smoothies voor iedereen en daarna Nespresso-koffie met speculaas of muffin (dus ze hield woord). Als tegenprestatie bracht ik een stek voor haar mee van een soort acalypha wilkesiana die ik langs de weg aantrof en die nog niet in onze tuin staat. Zij is dan wel geen Hatten wife maar ik ben dol op haar. En de Balinese dokter is dat ook: ze is weer voor 3 maanden medisch goedgekeurd!

vrijdag 22 april 2011

De roep van de gekko

Het is Earth Day vandaag. Het wordt in meer dan 175 landen gevierd en ook in Bali. Het is een dag waarop naar schatting 1 miljard mensen wereldwijd extra aandacht aan de natuur besteden. Dat is in mijn geval niet nodig omdat ik daarvoor altijd al veel aandacht heb.

Vanmorgen zag ik een vlucht grote ibissen overgaan. Het waren er 14 en ze vlogen in V-formatie. De zon scheen door hun brede, spierwitte vleugels. Een mooi gezicht. Vooral omdat die vlucht mij vertelt dat het droge seizoen definitief is aangebroken! De lucht is prachtig; van een bepaald blauw dat moeilijk is te beschrijven maar typerend is voor dit seizoen. Ook de zee schittert helder blauw. De terrasmatten kunnen nu permanent naar beneden blijven; het gevaar voor rukwinden en storm is voorbij. In plaats daarvan voel ik een warm windje onder de matten doorblazen al blijft het de koelste plek van het huis. Sproeien van de tuin is weer dagelijks nodig evenals het bijvullen van het zwembad; dat water verdampt. Elke ochtend zie ik weer vele, met toeristen afgeladen vissersboten aan de einder, speurend naar dolfijnen die zich kennelijk voor onze villa ophouden. Onlangs zag ik een dolfijn uit het water opspringen, zonder verrekijker en niet ver van het terras verwijderd. Gisteren zag ik twee Balinese snorkelaars. Nieuwe tijden breken aan, nieuwe ervaringen staan mij ongetwijfeld te wachten.

Onlangs las ik het autobiografische boek 'De Opstand' van Jacob Vredenbregt. In 1946 wordt hij als 18-jarige soldaat naar Indië gezonden om er te vechten. Nederland noemt het Indonesische verzet tegen kolonisatie eufemistisch een opstand. Soldaat Vredenbregt ervaart het steeds meer als een oneigenlijke oorlog tegen Indonesiërs die alle recht hebben vrij te zijn. Vredenbregt wordt door Indische nationalistische strijders neegeschoten en verblijft ruim anderhalf jaar in krijgsgevangenschap op Java. In het boek beschrijft hij openhartig zijn seksuele relaties met mannen en vrouwen, zijn steeds duidelijker wordende politieke standpunt en zijn toenemende aversie tegen Nederlandse bevelhebbers ter plaatse.

En hij schrijft over tropische vlinders. Vredenbregt, verwoed lepidopterist, begint zijn boek met de beschrijving van een bijzondere vlinder die hij voor het eerst in levende lijve ziet: de weerschijnvlinder. Ik had nog nooit van deze vlinder gehoord en zocht naar een foto op internet. Een prachtig diertje, inderdaad. Zwart-grijs met een witte baan en stippelrand als je er recht op kijkt maar onder een bepaalde hoek worden de vleugeluiteinden indigoblauw.

Geloof het of niet maar slechts enkele dagen later vloog er in huis eentje min of meer tegen mij aan. In eerste instantie had ik niet door van welke soort de vlinder was maar toen ik het diertje onder een aantal hoeken bekeek, doemde het prachtige blauw van de vleugeleinden op. Ook ik zag een weerschijnvlinder met eigen ogen... Ik was er stil van. Het diertje bleek ook een oogje op mij te hebben want het hechtte zich aan mijn shirt en kroop langzaam over mijn arm naar mijn hand. Zó langzaam dat ik ook Elsa en mijn liefje er deelgenoot van kon maken. Toeval bestaat!

Het betreffende boek bleek meer verrassingen voor mij in petto te hebben: ik las tevens dat je een wens mag doen als de gekko precies 7 keer roept. Nu hebben wij op Onze Domeinen een aantal huisgekko’s dus sinds ik dit weet, tel ik mij suf. Alsof je luistert naar een koekoeksklok in de tropen. Het herinnerde mij aan de tijd dat ik op de Oude Delft woonde en de klokketoren van De Lange Jan dagelijks zijn slagen ten gehore bracht. Tot nu toe hoorde ik de gekko slechts éénmaal 7 keer roepen. Mijn liefje en ik zaten aan het avondmaal, keken elkaar glimlachend aan en deden ieder onze wens. Alhoewel we niet over onze eigen wensen praten, weet ik zeker dat we allebei op dat moment hetzelfde wenste...

Ik zei een paar weken geleden tevreden tegen mijn liefje: “we zien elke week wel iets bijzonders in de tuin. Ik hoop dat we dit ambitieuze schema kunnen volhouden!” Jacob Vredenbregt is vanaf 1970 hoogleraar antropologie aan de Universiteit van Jakarta. Hij verloor zijn hart aan Indonesië. Ik aan Bali, op dagen als deze...

maandag 18 april 2011

Tuinkabouter Nr. 4

We hebben een nieuwe tuinman annex chauffeur, genaamd Ketut Santi en hij is inmiddels een week bij ons in dienst. Tijdens alle afgelopen dagen was hij onderwerp van gesprek. Hij werd ons aanbevolen door de kepala desa, de burgemeester van ons dorp. Het dorpshoofd bepaalt in eerste instantie wie aan een villa wordt voorgesteld als kandidaat-personeelslid. Het 'naselectiegesprek' dat erop volgde, werd gedaan door een Balinese medewerker van de plaatselijke helpdesk.

Ketut Santi kwam, zag en… Tja, wat zal ik erover zeggen?! Er stapte een volwassen kerel binnen die onwennig om zich heen blikte. Wij stelden hem voor aan onze manager Elsa die hij een hand gaf en met wie hij enkele woorden wisselde. Wij stelden hem vragen over zijn ideeën, zijn werkervaring, zijn gezinssituatie en Elsa tolkte. Ketut spreekt een beetje Engels maar te weinig voor een heus sollicitatiegesprek. Hij vertelde dat hij nerveus was maar dat hij zijn best zou gaan doen. Op de vraag van mijn liefje of hij enige affiniteit heeft met tuinwerk, meldde hij dat wij zijn familie voeden. Dat was weliswaar geen antwoord op de vraag maar het maakte de situatie wel heel duidelijk. Zo ligt het immers. Affiniteit of niet.

Ketut Santi is 44 jaar en komt uit het dorp. Voorheen werkte hij als ojek: chauffeur die mensen tegen beperkte kosten achterop de brommer van A naar B transporteert. Bepaald geen vetpot voor een vader van een gezin met twee jong volwassen meiden. Zelf moest ik even wennen aan deze seniore man, na de jongensachtige Putu. Na zijn vertrek vroeg ik Elsa naar haar eerste indruk. Na enig aandringen van mijn kant, biechtte ze op dat hij zich bij die eerste ontmoeting onbetamelijk en respectloos tegenover haar had gedragen. We waren onthutst, vonden het net als zij een valse start. Ik belde uit voorzorg met de Balinese helpdeskmedewerker om hem te zeggen dat we Ketut hadden ontmoet en dat we een proeftijd zullen hanteren. Onderling respect is onontbeerlijk. Bij aanhoudende twijfel gaan we niet met hem in zee. We zullen te allen tijde voor Elsa kiezen met wie wij al zo lang goed samenwerken!

Ketut’s eerste werkdag vond op zaterdag 9 april plaats. Hij kwam enigszins stuurs binnen, groette minimaal en maakte weinig oogcontact. Wellicht naar aanleiding van mijn telefoontje? We zullen het nooit weten. Wij vroegen een tuinman van een buur paraat te zijn voor de eerste uitleg over zwembad- en tuinonderhoud, alsmede over machinekamerbeheer. Hij blijkt iemand te zijn die snel iets zelf wil proberen. Dat is goed zolang het uit leergierigheid voortkomt. Voor machogedrag is geen plaats in dit vrouwenhuis.

Op zijn eerste werkdag gingen we tevens een stukje rijden. Ketut had nog nooit in een automaat gereden dus dat deed ik voor op de weg achter de villa. Ik verbood hem ten strengste met 2 voeten te rijden: alleen zijn rechterkaki mocht aan de slag. Dat had hij snel door. Vervolgens legde ik hem in mijn beste bahasa Indonesia uit wat P, R en D betekent op de versnellingsbak. En dat de rem eraf moet voordat hij gas geeft. Hij betoonde zich een snelle leerling.

Hij blijkt chauffeur te zijn geweest op groot transport waarmee hij regelmatig naar Jakarta reed. Dat is te zien en te merken. Waar Ketut 1 (man van Elsa, thans op de boot) langzaam en behoedzaam rijdt, stuurt Ketut 2 de auto behendig en snel over de overvolle wegen. Soms gaat hij iets te snel naar mijn zin maar op mijn verzoek tot tempering reageert hij positief. Het is wennen aan twee kanten. Hij draagt een snor, is groot en sterk maar niet dik, heeft handen als kolenschoppen.

Op de dag dat hij ons naar het Zuiden zou rijden, stond hij stipt op tijd en keurig gekleed voor de poort. Nóg een punt in zijn voordeel. Hij stelde voor eerst nog de motor de controleren. Baik-baik, wat mij betreft. Ik vertelde hem waar de knop zit voor het openen van de motorkop en voor ik het wist, trok hij de gehele kabel uit het dashbord. Kasian! Zoals gezegd, hij is beresterk. Gelukkig sprong de motorkap open. Ik zag dat hij het erg vond maar besteedde er geen aandacht aan. Gezichtsverlies moet worden vermeden. Ketut chauffeert geconcentreerd. Er is geen oogcontact en nauwelijks communicatie als hij rijdt. Mijn liefje en ik vinden dat geen probleem.

Tijdens onze afwezigheid werkte hij een dag zelfstandig in de tuin. We zagen dat hij kanten had bijgeknipt en enkele borders had schoongemaakt. Weliswaar niet volgens de normen van mijn liefje (Hoofd Tuinkabouters) maar dat is een kwestie van tijd.
De dag na onze terugkeer uit Legian trad Ketut wederom in fraaie kleding aan: een keurige, lichte lange broek met shirt. Alsof hij uitging. Het zou echter een tuindag worden... De ochtendgroet was inmiddels opgewekter, deze keer lachte hij en maakte een beetje oogcontact.

Hij begon zijn eerste tuindag in ons bijzijn met gras en tuingoten vegen. Mijn liefje drentelde nerveus op het terras rond. “Ayo, dat wordt een moeilijk gesprek…” Een tuinman snoeit, harkt en plukt namelijk. En zweet en wordt vuil, in haar optiek. Wat mij persoonlijk voor hem innam, was dat hij na de lunch terugkeerde in een witte bermuda met grote, rode bloemen erop. Hoezo macho?! De dag erna droeg hij een perzikkleurige short met licht t-shirt. Ik stelde tevreden vast dat het de goede kant opgaat.
Hij wil niet dat wij serieus werk verrichten en sjouwen in de tuin. Hij steekt zijn hand dan omhoog en zegt: “ik”. Dat is kennelijk mannenwerk.
We respecteren zijn manier van doen, geven hem de ruimte. Zijn tempo ligt weliswaar lager dan dat van de vorige tuinman maar het resultaat mag er zijn. Deze ietwat parmantige tuinman gaan we elke dag een beetje meer waarderen. Zijn faux pas is echter nog niet vergeten en vergeven… Ik ben benieuwd wat week 2 van nummer 4 voor ons in petto heeft.

donderdag 14 april 2011

Tien jaar jonger

Vannacht sliep ik als een baby. Het verblijf in Tanaya Bed & Breakfast werd een goede ervaring die zeker voor herhaling vatbaar is maar er gaat kennelijk niets boven het eigen bed. Het Zuiden is altijd druk, vol en luid. Het Noorden oogt en voelt daarna als uitzonderlijk sereen.

De dagen in Legian vlogen voorbij. Ze waren zonnig en mijn verjaardag spande de kroon. Letterlijk en figuurlijk: dank voor de aardige SMSen, mails en ecards. Er bleek zelfs een pakket met verrassingen aan de poort te zijn afgegeven door tante Pos, zo meldde Elsa ons aan de telefoon.
Het uitgebreide ontbijt nuttigden wij temidden van jonge Aziaten op het dakterras van Tanaya en daarna liepen we op ons gemak richting Kuta Beach. Het is een prachtig wit strand dat met hulp van Coca Cola en Quicksilver wordt schoongemaakt en onderhouden. Bij de Schilpaddenreddingsbrigade las ik dat er in de afgelopen maanden 305 eieren op dit strand waren gevonden die in een beschermd nest worden beheerd totdat ze uitkomen. Uit eerdere ervaringen weet ik dat slechts 1 op de 1.000 zeeschilpadden overleeft dus het is een belangrijke missie. De golven waren schitterend en er werd gesurft. Ik voelde spijt geen zwemkleding te hebben meegebracht!

De lunch werd genuttigd op een scheepsdek (Boardwalk) langs het strand. Onder de grote parapluboom was het goed toeven. Ik krijg nooit genoeg van over de zee uitkijken. Ik ben dol op de zee en haar bewoners. Dead or alive. Ik kan eindeloos genieten van de oneindigheid, van constant wisselende kleuren, het gebulder van de golven en het ruisen van de branding.

's Middags besloot ik tot een bezoek aan een salon, niet voor mijn nagels of voor een full body massage maar voor een knipbeurt. De vaste lezer weet dat het in Noord-Bali niet meevalt een goede kapper te vinden. Daar probeerde ik in de afgelopen jaren Kapper Penny en Salon Princess uit maar ik was nooit helemaal tevreden. Ik stapte hier een professioneel ogende salon binnen en werd voorgesteld aan Awal uit Jakarta. Zijn kniptechniek was ouderwets vertrouwd, hij werkte zeer toegewijd, ik hoefde niet te prietpraten. Een kapper naar mijn hart! Niet in de laatste plaats omdat hij, toen hij klaar, tevreden opmerkte dat ik er 10 jaar jonger en flitsender uitzag... Dat werd door mijn liefje beaamd. Zij voegde er -zoals altijd- nog iets aan toe: “goh, wat ben je weer blond - hij knipte alle grijze haren eruit”. De schat. (Awal, welteverstaan.) Ik voel mij in ieder geval kilo’s lichter.

's Avonds zou het hoogtepunt van de dag komen: mijn eerste bezoek aan restaurant Warisan. De avond ervoor was de udang bakar (gegrilde grote garnalen) heerlijk maar Warisan is van een ander culinair kaliber. Ik koos een van de specialiteiten van de chef als entree: met gegratineerde geitenkaas gevulde portobello op een bedje van mesclun met appeljulienne, walnoot en subtiele dressing. Mijn hoofdgerecht was puur genot: verse ravioli gevuld met eendelever in een zwarte truffelroomsaus. Mijn liefje koos omwille van haar cholesterolverlangend dieet voor Wagyu-biefstuk... Een glas Franse rode wijn en haar lieve gezelschap maakten het tot een mooie avond.

Die dag voerde ik trouwens voor de eerste keer een gesprek met een Balinees in Bahasa Indonesia, zonder gebruikmaking van de Engelse taal. Wel op redelijk elementair niveau maar ik vond het toch memorabel.

De dag erna stond in het teken van de medische controle van mijn liefje. Het wachten is nu op de uitslag. En we deden boodschappen die we direct meekregen. Bij Carrefour en Bali Deli troffen we alle producten van onze boodschappenlijst aan. De vriezer is nu gevuld met John Dory, zalm, garnalen, worstjes en wagyu-biefstuk die in koelboxen met ijs rap door nieuwe chauffeur Ketut Santi naar huis werden getransporteerd. (Meer over hem in een van mijn volgende blogs.) Het is leuk om te zien dat er steeds meer biologische producten op de schappen verschijnen. Zo kocht ik deze keer onder andere onbespoten aardbeien van Indonesische bodem. Aan de binnenkant van de deksel las ik vanmorgen dat ze onder beheer en toezicht van een Hollands bedrijf zijn gekweekt. Ik at ze met mijn bio-müesli als ontbijt.

Wat ik ook niet zal vergeten was de thuiskomst. Elsa en Eba wachtten ons op in een zeer schoon, met ballonnen versierd huis. Hun twee ondeugende koppies vielen mij vervolgens op. In de keuken trof ik een schattig verjaardagstaartje met opschrift aan. Brandende kaarsjes in de vorm van een 5 en een 4 completeerde het geheel… Van je personeel moet je het hebben. De tien jaren die Awal mij de dag ervoor kado deed, zaten er in één klap weer bij!

dinsdag 12 april 2011

Pèsta*

Deze dagen vertoef ik in het zuiden van Bali. Ketut Santi, de nieuwe chauffeur annex tuinman transporteerde ons er naartoe. Normaliter verblijven wij in Poppies maar deze keer besloot ik een Deluxe Ensuite-kamer te boeken bij boutique hotel Tanaya Bed & Breakfast in het hart van uitgaansgebied Legian. Mijn oog was eerder op deze accommodatie gevallen omdat het er modern, héél schoon en ook nog goedkoop (€ 31,= per nacht) blijkt te zijn, met zeer vriendelijk personeel.

We zijn in het zuiden om de internationale kliniek BIMC te bezoeken. Mijn liefje moet weer op voor haar driemaandelijkse medische controle. Als het recht-toe-recht-aan bloedonderzoek naar tumormarkers betreft, kunnen we dat op vele plekken in de wereld doen. Dus ook in Denpasar. We krijgen de uitslag waarschijnlijk na een of twee weken. We gaan uit van goed nieuws. Vorig jaar legde ik contact met een capabele vrouwelijke arts die mijn liefje ook deze keer bloed zal afnemen. De uitgebreidere onderzoeken waaraan geavanceerde apparatuur te pas komt, laten we in ons eigen gespecialiseerde ziekenhuis in Spanje uitvoeren.

Ik las onlangs een artikel op de site van ScienceDaily waarin stond dat 'overlevenden' van borstkanker die uit de overgang zijn, meer kans hebben op vallen en botbreuken dan 65-plussers zonder die ziektegeschiedenis. Een Amerikaans onderzoek onder 59 deelneemsters stelde het volgende vast:

“Investigators found that 58% of breast cancer survivors had experienced a fall in the previous year and almost half (47%) fell within 6 months after joining the study, a rate nearly double the 25% to 30% annual fall rate reported for community-dwelling older adults over 65 years of age.”

Chemotherapie zou aantoonbaar negatieve invloed hebben op hun evenwichtssysteem maar meer onderzoek is nodig. De trouwe lezer herinnert zich waarschijnlijk dat mijn liefje een flinke schuiver maakte over een gladde Zuid-Balinese putdeksel (p=k) en gehavend op dokter Valensia’s onderzoekstafel terechtkwam in september 2010. Gelukkig brak ze niets. Chemo tast ook botten aan. Een recent onderzoek in Spanje toonde echter aan dat ze voor haar leeftijd sterke botten heeft. Dat is ongetwijfeld te danken aan het feit dat zij als kind Melkbrigadier was!

We verenigen thans het nuttige met het aangename: we vieren ook mijn verjaardag. De schaakvriendin die ik dit jaar als verjaardagskado wenste, viel mij niet te beurt. Wel word ik vanavond gefêteerd in een stemmig restaurant met likkebaardend lekkere gerechten op de kaart. Ik mocht kiezen tussen The Living Room Bali en Warisan Restaurant. Dat was moeilijk. Zeker toen ik op de website van de Living Room alsnog de ideale schaakvriendin onder ogen kreeg!

Ik vermoed dat zij een van Bali’s verbluffende lady boys is... Ik koos voor 100% culinair vertier. We gaan dineren bij Warisan Restaurant. De menukaart doorlezend, liep het water mij al in de mond. Ik zal later verslag uitbrengen en foto’s maken.

Mijn liefje krijgt nieuwe flip-flops voor mijn verjaardag en we gaan boodschappen doen bij Bali Deli. We krijgen later deze maand namelijk logés: heel goede vrienden van heel goede vrienden van ons. Zij kozen Bali als startpunt in Azië voor een wereldreis die 2 jaar zal gaan duren. Onze vrienden kennen namelijk 2 personen die een gastenverblijf in Noord-Bali hebben en van het een kwam het ander. Wij mailden onze ideeën voor sightseeing en dergelijke, zij hun reisschema. Ze zullen een korte periode onze gasten zijn.
Onlangs nam ik het boek 'De Zahir' van de Braziliaanse schrijver Paulo Coelho uit de bieb mee naar huis. Het beschrijft de zoektocht naar ware liefde dat tot nadenken stemt. Wat is het? Waarin ligt het? Hoe kun je het vinden? Hoe kun je het kwijtraken? Ik kom erop omdat Coelho daarin de Bank van Wederdienst opvoert. Het is geen financiële instelling maar een netwerk van mensen die elkaar dienst en wederdienst bewijzen. Leuke vrienden van onze eigen leuke vrienden zijn altijd welkom.


*Pèsta betekent 'feest' in bahasa Indonesia.



vrijdag 8 april 2011

Gezichtsverlies

We moeten weer op zoek naar een nieuwe tuinman annex chauffeur. Dat is op zich geen ramp maar wat daaraan voorafging, was heel vervelend.

Aan het einde van elk kwartaal doet mijn liefje de financiële administratie. We ontvingen een overzicht van grote transacties die de helpdesk tijdens onze afwezigheid (jan-feb) namens ons deed en we maakten de balans op met manager Elsa die het kasboek dagelijks beheert. Twee geldsommen ontbraken...

Bij ons afscheid in januari hadden we chauffeur Putu op het vliegveld geld gegeven voor onvoorziene autotechnische problemen. Dat bedrag was niet in het kasboek terug te vinden. Toen hij ernaar werd gevraagd, zei hij zonder te verblikken of te verblozen dat hij het geld aan zijn kinderen had besteed. “O, dus dat is dan een lening?” vroeg mijn liefje fijntjes. “Ehh ja…” Dat bedrag werd met instemming ingehouden op zijn salaris.

De tweede (grotere) som geld die enkele dagen later in de boeken bleek te ontbreken, was moeilijker te achterhalen. Putu zat toen al enkele dagen ziek thuis. Mijn analyse: hij zag de bui hangen en wachtte de volgende confrontatie niet af. Om een lang en onverkwikkelijk verhaal kort te maken: hij had namens ons autobelasting moeten betalen terwijl Elsa op bevallingsverlof was. Hij ontving voldoende geld, de belasting werd betaald, het bewijsstuk -tevens nota- werd afgeleverd. Hij kon echter niet uitleggen waar restbedrag x was gebleven. Sterker: hij had Elsa, die hem in de afgelopen week ernaar had gevraagd, verteld dat hij ons het verschil reeds persoonlijk had teruggegeven. Dat was niet waar... Het onderwerp was niet aangesneden, hij had ons niks terugbetaald.

In de afgelopen dagen was er veel SMS- en telefooncontact tussen tuinman Putu en Elsa. Als wij belden, nam hij niet op. Van haar hoorden wij dat hij verklaring op verklaring stapelde voor het ontbrekende geld maar niets was steekhoudend. Elke verklaring bleek onwaar. Als wij hem op de leugen zouden wijzen, zou het alleen maar erger worden. Zoals te doen gebruikelijk, schakelden we een Balinese man in om de zaak nader te onderzoeken. Wij, Westerse vrouwen, doen dat niet zelf – rekening houdend met hun cultuur. Ook via die tussenpersoon kregen we geen antwoord op de vraag waar het geld was gebleven en waarom hij had gelogen. Putu’s laatste verklaring was dat er geen cent ontbrak...

Het aller-allerergste dat een Balinese man kan overkomen, is gezichtsverlies. Dat gevoel zit diep in de cultuur. Ik ken het verschijnsel van zeer dichtbij. Om gezichtsverlies te voorkomen, geeft men de voorkeur aan liegen. Eerlijkheid staat heel hoog in mijn vaandel maar is een relatief begrip in Azië. Er kwam dus een aap uit de mouw: hij moet véél te hard werken bij ons en daarom nam hij met terugwerkende kracht (per 1 april) ontslag... Weg was zijn lage bloeddruk. Die van ons schoot stante pede omhoog!

Wij, neokoloniale slavendrijvers, zijn hevig teleurgesteld. Na de frustratie kwam het verdriet om deze afloop. De ontstane situatie liet ons echter geen andere keuze. Wat moet je doen met een personeelslid dat geld verduistert en liegt tegen zijn Balinese collega-manager en ons..?!

Waren wij permanent aanwezig geweest, dan was Putu wellicht niet in de verleiding gekomen. Hij bezweek kennelijk onder het gewicht van veel geld op zak. Andermans geld, welteverstaan. Ik vind deze situatie jammerlijk maar mij verwondert het niet. In een land waar zeer grote verschillen bestaan tussen have & have not lijken dit soort escalaties over geld bijna onvermijdelijk. Ik praat Putu’s gedrag niet goed. Desalniettemin: mijn liefje en ik waren heel senang met hem als persoon, met zijn werk en werkhouding, zijn deskundigheid en veelzijdigheid. Zelf denk ik dat we hier nooit meer zo’n goede tuinman annex chauffeur zullen vinden.

Elsa blijft onder alle omstandigheden de rots in de branding. Als Balinese vrouw blijkt zij telkens weer steviger dan haar mannelijke collega’s. En rechter-door-zee. Tevens geeft zij er blijk van begrip te hebben voor onze Westerse normen en waarden.
Ik heb veel respect voor haar, voor hoe zij als jonge, vrouwelijke manager met zo’n lastige situatie omgaat. Ze blijft te allen tijde onverstoorbaar. Tenminste, ogenschijnlijk. Ze vertelde ons dat ze op de dag van de afwikkeling ons dorp voorbij reed en dat twee dorpen verderop pas in de gaten kreeg...

Ik typ dit met vuile tuinhanden. De tuin wordt momenteel door 4 vrouwen onderhouden. Het wachten is nu op de nieuwe kandidaat-tuinman/chauffeur wiens komst reeds werd aangekondigd. Vriend Hugo schreef: vier maal is scheepsrecht. En dat moet het zijn!



dinsdag 5 april 2011

Dame gezocht!

Schaken is heel populair op Bali. In de hoofdstad Denpasar zag ik ooit een levensgroot schaakspel in een parkje waarmee kinderen aan het spelen waren. Ze waren kleiner dan de schaakstukken. Sinds ik vrijwilliger ben in de openbare bibliotheek van Lovina (Noord-Bali), zit ik regelmatig met mijn neus bovenop het schaakspel. Ik was aangenaam verrast. Niet alleen vanwege het grote aantal Balinese jongens en een enkel meisje dat schaakt maar ook over de kwaliteit van hun spel. Ik was in de afgelopen periode vaak toeschouwer bij een spannende partij die lang duurde. Ook de chauffeur van de sjofele bemo die de dorpskinderen (twee)wekelijks uit de bergen naar en van de bieb rijdt, blijkt een schaker van formaat.

Er is een aantal schaakborden in de bibliotheek aanwezig maar ze zijn altijd in gebruik. Kleine jongetjes -ik schat ze 5 à 6 jaar- leren het in de bibliotheek van hun grote broer van 9 of 10. Soms wordt er diep nagedacht, soms is er kennelijk geen denktijd nodig. Er zijn hele kiene spelers bij. Bij de allerkleinsten constateer ik regelmatig onjuiste of ongelukkige zetten. Ik moet mij dan inhouden om aanwijzingen te geven. Het is echter veel beter dat ze het spelenderwijs van elkaar leren. Naarmate ze ouder zijn, zie ik ze minder denkfouten maken. Regelmatig moest ik gniffelen: vooral de regel 'aanraken is zetten' wordt met voeten getreden. De 'en passant'-regel blijkt sowieso niet op Bali te worden gehanteerd. Het is fijn om te constateren dat de koningin ook hier de machtigste van het spel is, al heeft de koning de naam. 'Sekak' betekent schaak dus ook op dat punt bestaat geen taalbarrière. Winnen is belangrijker dan meedoen; dat hoef ik geen Balinees toe te lichten. De verliezer krijgt van mij een bemoedigend klopje op de schouder. De volgende keer beter! Hij of zij is nooit lang sip. Hun leventje is mooi(er) in Cobabaca.

Ooit kreeg ik een uiteengevallen eerste druk van de 'Volledige handleiding voor het schaakspel' kado, geschreven door Dr Max Euwe. Daaruit leerde ik de theorie. Ik heb geen idee waar het vod is gebleven; het overleefde waarschijnlijk een van mijn vele verhuizingen niet. Als puber speelde ik schaak met mijn vader. Als jong volwassene schaakte ik met Klaas-Jan, een enigszins wereldvreemde medestudent. Hij had lang haar dat in krullen over zijn voorhoofd en ogen hing. Als hij lachtte, drukte hij zijn tong tegen de achterkant van zijn voortanden. Een mens onthoudt de gekste dingen. Opgeslagen in het Register van Zinloze Feiten. Ik herinner mij ook dat ik vaak van hem verloor maar dat mocht de pret niet drukken.

Jarenlang taalde ik niet naar het schaakspel maar sinds enige tijd denk ik er regelmatig aan de draad weer op te pakken. Daar ik volgende week jarig hoop te zijn, sprak ik onlangs in huis de volgende wens uit: “ik zou graag een schaakvriendin willen”... Ik verwachtte dat mijn liefje daarop ruimhartig zou reageren met: “maar dan werp ik mij toch op?!” Ik deed weleens een minder gemakkelijk uit te voeren wens. Doorgaans worden ze ingewilligd. Bovendien leerde zij lang geleden de regels van het schaken. Twee vliegen in een klap. Het pakte anders uit. Wat ze wèl zei, was: “dan ga ik haar toch voor jou zoeken?!” Ik weet niet of ik dit jaar blij zal zijn met mijn kado...

Ze wil echt niet schaken, begrijp ik na enig aandringen. Het ligt niet aan mij (zucht). Ze zegt daarvoor geen rust te hebben. Dat is opmerkelijk voor een persoon met kilo’s van dat spul. Ik wierp tegen dat een partijtje schaak met mij helemaal niet lang hoeft te duren (!) maar daarmee trok ik haar niet over de streep. Zij vindt het spel eenvoudigweg niet leuk genoeg. Ik respecteer dat.

Mijn eigen reisschaakspel schonk ik aan de bibliotheek. Er zijn nooit borden te veel; er kunnen daar zoveel kinderen van het spel genieten. Ik kan dus niet meer met muzelluf spelen. Ik weet dat je tegen een computer kunt schaken, dat je online tegen iemand anders kunt spelen en dat er een aantal goede schaakprogramma’s bestaat dat je kunt downloaden maar ik strijd liever op een echt bord, tegen een ademend wezen. Moet ik dan voortaan met jongetjes in de bieb gaan spelen om aan mijn trekken te komen? Ik betwijfel dat ten zeerste. Kasian me! Had ik beter toch de iPad 2 als verjaardagskado kunnen vragen...
Maar no hard feelings. Deze dame is al vele jaren de koningin van mijn hart. Schaakmat sinds de dag dat ze mij aankeek.

vrijdag 1 april 2011

Geen grap

Vanmorgen las ik op internet dat PVV-kamerlid Dion Graus een motie in de Tweede Kamer indiende om personen met dieronvriendelijke kleding voortaan uit het openbaar vervoer te weren. “Met de lente voor de deur is het een uitvoerbaar initiatief”, aldus de woordvoerder van de Partij. De motie komt voor uit overtuiging: “Dion is zijn hele leven al weg van beesten. Niets maakt hem bozer dan mishandeling of verwaarlozing van dieren”. Hij stemde weliswaar niet tegen de bio-industrie maar Neêrlands dierenambassadeur is wèl geestelijk vader van het eerdere plan om 250 Animal Cops in het Vaderland in te zetten. Dat voorstel werd overgenomen in het regeerakkoord van Bruin I. De landelijke dierenpolitie, zoals Wilders wil dat het corps gaat heten, gaat in voltijd optreden tegen dierenleed. Graus hoopt ook met zijn nieuwe motie op brede steun. Die motie stelt voor dat diezelfde dierenpolitie additionele bevoegdheden krijgt voor het uit bus, metro en trein zetten van dierenmishandelaars. Over de hoogte van de kopgeldpremie die de politie-agenten voor deze taak zullen ontvangen, wordt thans in de coalitie onderhandeld. “Met deze nieuwe motie gaat de Partij een stap verder in de keiharde strijd voor dierenwelzijn”. Aldus de krant.

Sis tranquillus est locum... ofwel: 1 Apriiiiil!

Het is een absurde grap die ik uit eigen duim zoog maar die tegen de realiteit aanschuurt. De werkelijkheid is echter nóg bizarderder. Herinner je je nog? Bij monde van Louis Bontes verkondigde PVV Noord-Holland tijdens de verkiezingscampagne voor de Provinciale Staten dat één van hun speerpunten is om vrouwen met een hoofddoek -lees: moslima’s- uit provinciale bussen te weren. Ze zouden uit de bus mogen worden gesleept door plaatselijke politie-agenten. Bontes, voormalig politie-agent, was een jaar lang PVV-Europarlementariër. Daar was hij lid van de Commissie Burgerlijke Vrijheden. Dacht ik toch even dat die commissie tot doel heeft om burgervrijheden te beschermen in plaats van te beknotten?! Naïef! Nieuwkomer PVV won 6 zetels in die provincie. Ze werden er de grootste partij; daarvoor zorgden ruim 200.000 stemmers.

Ik vind het een uitermate zorgelijke ontwikkeling. De PVV en het Nederlandse kabinet, die op een aantal vlakken maling lijken te hebben aan internationale verdragen, worden goed in de gaten gehouden door Europese instanties (EC) die over mensenrechten waken. Ik verwacht dat Rutte binnenkort op de vingers wordt getikt...

Onlangs las ik het boek ‘Vogelvrij’ van Sytze van der Zee. Hij was correspondent van NRC, hoofdredacteur van Het Parool en zoon van een vader die tijdens de Tweede Wereldoorlog NSB’er was. Vooral dat persoonlijke feit verklaart zijn sterke drijfveer om uit te zoeken wie de verraders, verklikkers en jodenjagers van Nederland waren en wat hen ertoe dreef joodse onderduikers opzettelijk de dood in te jagen. Ik las dat bij het Nationaal Archief in Den Haag circa 450.000 dossiers liggen van personen tegen wie een onderzoek werd ingesteld vanwege hun gedrag tijdens de Duitse bezetting. Vrouwen en mannen, intelligent en dom, burgers en ambtenaren, oud en jong, zelfs joods. Van der Zee onderscheidt in zijn boek 3 categorieën verraders: overtuigde antisemieten, mensen voor wie het om geldelijk gewin ging, personen die het uit lijfbehoud deden - hun eigen lijf of dat van dierbaren. Zijn aangrijpende boek geeft collaborateurs een gezicht. Beter gezegd: een boeventronie.

Ik sprak hierover met Theo (die overigens vandaag met vrouw en kind naar Zuid-Bali verhuist). Over hoe een mens een verrader kan worden. Over morele dilemma’s. Over de vraag of hij of ik zelf zoiets zou kunnen doen. Ik moest het antwoord schuldig blijven... Hij vertelde over een experiment dat in de jaren 70 van de vorige eeuw plaatsvond op een Amerikaanse middelbare school. Een leraar begon aan het experiment na een vraag van een leerling hoe het kon dat Duitsers vol overgave achter Hitler en zijn ideeën aanliepen. De leraar moest het antwoord schuldig blijven. Hij begon daarom aan het project The Wave dat als primaire doel had discipline en gemeenschapszin te bevorderen.

Het project werd een succes: al snel raakte de hele school beinvloed. De beweging had een mysterieuze leider die onbekend was bij de aanhang. Na enkele weken werd de sfeer grimmiger. Tegenstanders van de beweging werden geïntimideerd, bedreigd en gemolesteerd. Kluisjes van tegenstanders werden met ‘vijand’ beklad. De leraar raakte de controle over de groep kwijt en besloot dat er een einde aan het project moest komen. Hij riep de leden bijeen. Die droegen ondertussen allemaal een uniform met een The Wave-logo. Ook waren er inmiddels jongens die de beveiliging op zich hadden genomen. Op die bijeenkomst werd voor het eerst een film van de leider getoond... Die onthulling leidde tot heftige emotie. Als je de afloop wilt weten, kun je hieronder de Engelstalige film op kleinbeeld zien.



Begrijp mij niet verkeerd: ik praat niet recht wat krom is, ik zeg niet dat iets onvermijdelijk is. Ik pleit ervoor te allen tijde waakzaam te blijven. Ook de politieke beweging van Geert Wilders en een deel van zijn aanhang vertonen gevaarlijke trekken. Daar is niets grappigs aan.


P.S. De tekst op dit t-shirt trok direct mijn aandacht. Ik nam de foto in 2008 op een terrasje in Apollo Bay (Australië), met toestemming en medewerking van de vriendelijke drager.