Translate

woensdag 15 mei 2024

Hara hachi bun me

In Australië zijn eind vorige maand de opnames begonnen van de nieuwe jaargang van Masterchef Australia, een van de meest bekeken en gewaardeerde kookprogramma’s op tv. Zelf volg ik deze kookwedstrijd sinds het prille begin (2009). Een van de volgende jaargangen bekeek ik op Australische bodem. We verbleven destijds in het vakantiehuis van onze vriendinnen Claire & July in Sydney. 

Inmiddels zijn er veel veranderingen in dit programma doorgevoerd maar de essentie bleef dezelfde: zet een groep thuiskoks in een professionele kookstudio, leg ze het vuur na aan de schenen en kijk wie er zich het best door alle uitdagingen en stress heen slaat. De winnaar vergaart daarmee bijna eeuwige roem en een geldprijs. Vaak volgt daarop een nieuwe (inter)nationale carrière.

Een paar van de veranderingen voor seizoen 16 zet ik hier op een rijtje. Er is een bijna geheel vernieuwde, vierkoppige jury die de verrichtingen van de kandidaten gaat beoordelen. De enige ‘ouwe rot’ die overbleef van vorig jaar is Andy Allen. Deze oud-kandidaat en winnaar van 2013 maakt sinds 2020 deel uit van de Masterchef-jury.

Dit jaar wordt hij vergezeld door een andere ‘ouwe rot’: Poh Ling Yeow. Als kandidaat eindigde zij als tweede in het allereerste seizoen van het programma, in 2009. Zelf vond ik haar destijds de beste van de twee finalisten. (Julie Goodwin won.) Die tweede plek schaadde haar niet, integendeel. De twee andere nieuwe juryleden zijn culinair recensente Sofia Levin en de Franse chef-kok Jean-Christophe Novelli. Levin is journaliste en woonachtig in Melbourne. Zij studeerde af in de Journalistiek toen het eerste seizoen liep. In 2021 begon zij met de website (en nieuwsbrief) ‘The Seasoned Traveller‘. Daarin legt ze de nadruk op culturele en culinaire diversiteit en roept ze haar volgers op to #eatcuriously. (Die site staat bij Mijn Links, in de rechterkolom.)

Jean-Christophe Novelli is een van oorsprong Noord-Franse kok uit Arras die in 1983 verhuisde naar het Verenigd Koninkrijk. Nadat hij daar een aantal Michelin-sterren bij elkaar had gekookt, opende hij er in 1997 zijn eigen restaurant ‘Maison Novelli’. In de afgelopen 20 jaar had hij restaurants in Engeland (5), in Frankrijk (1 in Normandië) en Zuid-Afrika (1 in Kaapstad), schreef kookboeken en startte een kookschool. Zelf had ik nog nooit van hem gehoord maar dat zegt niets over de man. 

De ervaren Jamie Oliver zal in de eerste twee weken optreden als mentor; ook voor de nieuwe juryleden. Er stond een interview (met foto's) met hem op de website van Sofia Levin. Daarin noemt hij Jean-Christophe 'a beautiful, romantic man' en Poh 'a little gift of sunshine'. Dus de onderlinge sfeer is kennelijk goed. Hij vertelt in dat interview ook dat hij zich in Australië thuis voelt (geen toerist). Zo voelde elk bezoek Down Under voor mij ook! 

Een andere verandering in het programma is dat er nu 22 amateurs gaan meedoen; voorheen waren dat er 18. Er zal in deze jaargang wederom geen auditiefase worden getoond. We beginnen met de Top22 en daarna is het een wekelijkse afvalrace. Hopelijk wordt het weer een interessante mix van culinaire culturen. Wat ik heel leuk vind, is dat drie uitzendingen van het programma zich zullen afspelen in Hong Kong. Vanaf nu ga ik geen zoekopdrachten meer uitoveren op het web bang als ik ben om iets te lezen dat ik nog niet wil weten. Het moet wel spannend blijven!

Enige tijd geleden kreeg ik te maken met heel weinig eetlust. Ik werd al misselijk bij de gedachte aan eten. Bij de eerste hap zette de misselijkheid door en kon ik niet verder. Dat is niks voor mij. Ik ben altijd een lekkerbek geweest. De enige oorzaak die ik kon bedenken, was het organische supplement dat mijn liefje en ik enkele weken daarvoor begonnen te slikken. Het betreffende natuurproduct (ook wel Indiase ginseng genoemd) wordt al duizenden jaren toegepast in de Indiase kruidengeneeskunde.

In de nieuwsbrief ‘A Healthy Life’ van de Nederlandse voedingsdeskundige Juglen Zwaan (1982) die ik al tien jaar lees, werd het supplement aangeprezen. Het zou goed zijn voor het gehele gestel, je zou er onder andere beter van gaan slapen. Dat laatste trok mij met name aan. 

Nadenkend over mijn gebrek aan eetlust en de telkens opkomende misselijkheid, viel het kwartje op enig moment. Misselijkheid en eetlustverlies waren bekende bijwerkingen van die pil bij een minderheid van de slikkers. Kennelijk hoorde ik bij die groep. Dus ik stopte ermee en toen waren de klachten snel voorbij; wel was ik inmiddels 5 kilo lichter. 

Nu zijn mijn smaak en trek gelukkig terug en kook ik weer met plezier. De porties zijn sindsdien wel kleiner, de borden minder vol. Daar is niets mis mee. Minder opscheppen is minder eten. Dat kan geen kwaad.  

In Japan hanteert men het principe dat je moet stoppen met eten als je 80% vol bent. Dit wordt ‘hara hachi bun me’ genoemd en zou voor het eerst zijn opgedoken in geschriften over de drie pilaren van Zen (onderwijs, oefening, verlichting). Het begon in Okinawa en dit is -niet toevalligerwijs- al jarenlang de Japanse stad met het laagste percentage hart- en vaatziekten, kanker en beroertes van het land. 

Volgens de 2024-cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft gemiddeld 36% van de Nederlanders last van matig overgewicht en 17% zelfs van ernstig overgewicht (obesitas). Daar mag dus wel wat minder in... Maar hoe weet je nu of je op dat percentage zit? 

Het gevoel dat je vol zit, komt vanuit je maag. Hoe groter die maag is, hoe langer het bereiken van dat punt duurt. (Vandaar dat obese mensen vaak een maagverkleining wensen.) De oplossing zit in het goed kennen van het eigen lichaam en... in matiging. In Spanje kun je doorgaans zonder problemen halve porties bestellen of een gang met elkaar delen. Het gaat echter niet om het precieze percentage. Gezond en lekker eten blijft mogelijk met dit principe.

Na dit eetlustverlies bedacht ik mij dat dit het goede moment was om kleinere bakvormen te gaan gebruiken en kleinere porties te bereiden. Mijn liefje is al geen grote eter (dat komt door bepaalde medicatie die ze gebruikt). Thuis lunchen is in Huize Barefoot regelmatig de hoofdbreker van de dag. Daarom lunchen we liever buitenshuis dan dat we 's avonds uit eten gaan. 

In Nederland eet je tussen de middag boterhammen met een grote keuze aan broodbeleg. Hier ligt dat minder voor de hand ook al krijgen we vaak het gezondste zelfgebakken brood van onze Deense buurman Jan! We begonnen dus ook aan het zelf kweken van bio-tuinkers voor op de boterham. De zaadjes bestelden we online. Voorheen kochten we bij de Engelse supermarkt regelmatig een bakje tuinkers maar na Brexit was dat niet meer verkrijgbaar en in Spaanse winkels is dit product niet te vinden. De eerste batch smaakte goed. We verzorgen tevens twee verschillende tomatenplantjes die we ontvingen als kadootje van onze Noorse buren Bodil en Ásbjørn. De borelingen worden met liefde verzorgd door mevroi de tuinkabouter. We kijken de tomaten zowat uit de potjes... 

Mijn verwachting is dat NET5 deze jaargang van het Australische kookprogramma weer op de Nederlandse tv gaat uitzenden; hopelijk vanaf augustus 2024. Als ik na afloop van dit nieuwe Masterchef-seizoen 80% voldaan ben, is dat een grote bonus. Aan het einde van de vorige jaargang had ik er namelijk bijna mijn buik van vol.


zaterdag 11 mei 2024

Welkom in Europa

♫ Welkom in Europa, 'k blijf hier tot ik doodga, Europa-pa. Een vrolijk lied over de voordelen van leven op dit continent. In december 2023 kon ik niet bedenken dat ik een paar van de lyrics van het lied van Joost Klein zou gebruiken in de intro van een blog. Toen rekende ik zijn uitverkiezing om Nederland te gaan vertegenwoordigen tijdens het Eurovisie Songfestival in Malmö nog tot het slechte nieuws van dat jaar. 

Gabbermuziek en hardcore house hebben mij altijd tegengestaan. Het was muziek van de alto’s met hun kale koppen en matjes, onooglijke schoenen en trainingspakken. Destijds vond ik het nogal dom ogend, lelijk en eentonig. Inmiddels begrijp ik dat deze muziekstroming een reactie was op alle gladde discomuziek van de daaraan voorafgaande jaren ‘80. Dat snap ik. Zelf hield ik als dwarse jongeling van bepaalde punkmuziek in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Als protestactie.

Het is interessant zoals een brein kennelijk werkt: als ik begrijp waarom en hoe zo’n nummer of muzieksoort tot stand komt en wat creatievelingen drijft, ben ik geneigd er welwillender tegenover te staan. Maar mijn liefje niet. Die steekt telkens twee vingers in haar oren als ze de beginklanken van Kleins lied hoort. Ze kan het niet aanhoren noch aanzien. Als ik haar gebaar een tijdje niet heb gezien, zing ik de eerste twee regels van het couplet en HUP! daar gaan de vingers weer in de oren. Pavlov op zijn best. Kleins inzending werd anvankelijk een oorwurm van een lied genoemd, dus ja... Voor de goede orde: Klein zingt Europapa, ik zing Europa-pa. Een verschil dat niet onopgemerkt mag blijven. 

De 26-jarige zanger en andere artiesten -met soms melige namen- behoren tot een lichting jonge, Nederlandse kunstenaars tussen de 20 en 30 jaar die nu de barrières slechten tussen muziek, mode, video, fotografie, theater en beeldende kunst. Ze vormen met elkaar een creatieve tegenreactie op al het gladde van ‘de socials’ van nu, steken hun middelvinger op tegen het gepolijste gedoe op Instagram en andere social media. ‘L’histoire se répète’, zoals Karl Marx, Mark Twain, Louis Couperus, Friedrich Nietzsche en vele anderen ooit zeiden.   

Klein werd na zijn happy hardcore-optreden in de halve finale door een aantal buitenlandse media beschreven als ‘clown met schoudervullingen’. Dat is hij inderdaad maar niet uitsluitend, denk ik. Hij heeft ook wel iets te zeggen met zijn muziek. Hoe het ook zij, hij plaatste zich voor de finale. Voor hemzelf was daarmee de belangrijkste klus geklaard. Een beetje psycholoog van de kouwe grond ziet in het afgebrande gebouw aan het einde van zijn videoclip een nieuw begin voor hem als artiest. Na dit festival met 2 miljard toeschouwers wereldwijd. Zelf zal ik hem in de (nabije) toekomst niet tegenkomen op muziekfestivals. 

Van onze vrienden Leon & Richard, die een lieflijk kabouterhuisje (‘tomte’ genoemd) in de Zweedse bossen bezitten, ontvingen we foto’s van hun aanwezigheid in Malmö. Ze kwamen er toch langs, op weg naar hun vakantiehuis. Zij en hun lang geleden omarmde Omid (een jongeman die om zijn geaardheid vluchtte uit Iran) waren bij het optreden van Klein aanwezig en vonden het die avond een schitterd feest. Het dak ging eraf, volgens hen. Ik moest grinniken om hun meegebrachte -en gestreken!- nationale driekleur; zelf ben ik niet zo van het gewapper. 

Bovengemiddeld veel homo’s houden van het Eurovisie Songfestival. Ik las weleens verklaringen hiervoor. Het glitteraspect speelt mee en het is een maatschappelijk geaccepteerd feest voor de travestie. Er is nog een theorie: dat zij een goede smaak in slechte muziek hebben. Tja. De warme band tussen homo’s en het Songfestival is er ook omdat er breed wordt gespeeld met genderrollen. Denk aan winnaars als Dana International (transgender) in 1998, Marija Šerifovic (lesbisch) in 2007 en Conchita Wurst (travestiet) in 2014. Maar United by Music, daar gaat het vooral om bij het Eurosongfestival.

Dit frivole en kleurrijke zangfestijn is niet bedoeld als platform waarop politiek moet worden bedreven, wat mij betreft. Je moet daar als demonstrant dan ook niet gaan staan zwaaien met Palestijnse vlaggen of ageren tegen de aanwezigheid van een zangeres die Israël vertegenwoordigt. (De regenboogvlag wordt overigens wel toegestaan.) We weten niet eens wat Eden Golan (2003) van de situatie in haar land vindt?! Zij is al haar hele leven bezig met één ding: zingen. Ze won ettelijke zangwedstrijden, ook nationaal. Ik las dat haar moeder van Joods-Oekraïense afkomst is. Geef haar dat bonuspunten? Zij moet in deze tijdelijke hoofdstad van de Europese muziek worden beveiligd door 20 personen. Er staan scherpschutters op daken van belendende gebouwen. Dat kan toch niet waar zijn?! 

Geen douze points for the Netherlands. Klein zal dit jaar niet als nummer 1 eindigen, vermoed ik. Maar hij mag met dit loflied op Europa wel aan de linkerkant van het scorebord eindigen, wat mij betreft. Hij waardeert de vrijheid die jongeren in Europa hebben om over het continent te kunnen reizen, studeren en werken zonder visum. Joost is zelf weliswaar niet van de paëlla, fish & chips of escargots (wel van de frikandel) maar hij is kennelijk blij met verworvenheden van de Europese Unie. 

Degene die volgens de wedkantoren de meeste kans maakt om te winnen, is een oranje-roze geklede Engelse non-binaire persoon genaamd Nemo in een kort rokje op een snel roterende draaischijf, die voor Zwitserland uitkomt. Geen lidstaat van de Europese Unie. Nou jij weer! 

De feloranje enveloppen met onze stembiljetten voor de Europese verkiezingen op 6-9 juni zijn alweer op weg terug naar Den Haag. De Hofstad is het verwerkingscentrum van de stemmen van kiezers buiten Nederland. Mij hoef je niet de duimschroeven aan te draaien om hiervoor te gaan stemmen. Ik laat dat democratische recht niet aan mijn neus voorbijgaan. Tegenwoordig is stemmen vanuit het buitenland heel gemakkelijk al gaat er wel wat werk aan vooraf en verloopt het proces slechts gedeeltelijk langs electronische weg. Volledig digitaal stemmen zou mijn voorkeur hebben maar met de huidige geopolitieke verhoudingen en uitdagingen is dat te fraudegevoelig. De 2 portokosten per envelop nemen we op de koop toe. 

Deze verkiezingen spelen nog geen rol van belang onder Nederlandse kiezers. Dat is niet ongebruikelijk maar dit jaar houdt de kabinetsformatie met de PVV de gemiddelde kiezer meer bezig. Europarlementariërs vinden het dan ook best lastig de juiste toon aan te slaan. 

Ik heb zeker een visie op Europa! Samen staan we sterker. Er valt nog zeker het een en ander te verbeteren aan de bestaande Unie. Zo zou ik een verandering in de stemverhoudingen toejuichen in de Europese Raad. Nu kunnen notoire dwarsliggers, zoals het Hongarije van Viktor Orbán (vriend van Poetin), in hun eentje de besluitvorming tegenhouden. Zelf zou ik liever een systeem van meerderheidsstemmen hebben. Dus: de helft van de 27 landen, plus 1. 

Er moet gezamenlijk milieubeleid komen, grote vervuilers moeten gaan meebetalen aan het opruimen van de rotzooi en subsidie voor hen wordt uit den boze. Voorts is betere samenwerking in de aanpak van het asielvraagstuk hard nodig. Vluchtelingen zijn altijd welkom, arbeidsmigranten vaak (tenzij ze in slachterijen, distributiecentra of de kassen komen werken), 'kansarme' migranten nauwelijks of niet. Volgende week wordt het nieuwe Europese migratiepact ondertekend na tien jaar onderhandelen. Vanaf 2026 zal de opvang van migranten radicaal anders worden georganiseerd op dit continent. 

Andere nieuwe ideeën die circuleren, hoeven van mij niet te worden gerealiseerd. Zoals bijvoorbeeld een Europees leger. We hebben de NAVO al en het daar geldende principe dat ‘een aanval op 1 een aanval is op allen’ zet dat verbond hier in actie.  

Wij vulden de KiesKompas in en kwamen ongeveer op hetzelfde uit. Daarin worden 30 stellingen voorgelegd waarover je een mening moet formuleren in zes categorieën. Van ‘helemaal mee eens’ tot ‘helemaal mee oneens’ en ‘geen mening’. Die laatste categorie bleef ongebruikt in mijn geval. Ik zit duidelijk in de progressieve, pro-EU hoek. Wel om veel meer redenen dan Joost Klein noemt in zijn liedje! De verwachting is helaas dat het Europese Parlement na deze verkiezingen een ruk naar rechts zal maken.

Het maken van de keuze voor partij en kandidaat was voor mij niet ingewikkeld.  Zelf stemde ik niet op de partij waarmee ik de meeste raakvlakken blijk te hebben; wel op de runner-up, de partij op plek 2 van mijn uitkomstenlijst. Mijn liefje en ik stemmen telkens principieel op een vrouw dus daarvan moest nog een kleine studie worden gemaakt. Wie spreekt mij het meest aan qua achtergrond en portefeuille? Ook dat was in een kwartiertje duidelijk.

Haal de borrelplank met veganistische leverworst en blokjes kaas maar alvast tevoorschijn. Die mag vanavond niet ontbreken voor de buis. Soms is het leven zó simpel.

N.B. Dit was mijn eerste versie. 

Zo ongecompliceerd blijkt het echter niet te zijn. Klein trad niet live op tijdens het vakjury-optreden van gisteravond. Hij is voorlopig geschorst, de Nederlandse vlag is uit het deelnemersveld verwijderd. Niemand weet of hij meedoet aan de finale van dit festival vanavond. Er is een onderzoek naar hem gaande, de Zweedse politie is erbij betrokken. 

Er ligt inmiddels een aanklacht tegen de artiest. Er zou sprake zijn van een incident tussen de zanger en een cameravrouw van de Songfestival-organisatie. Iedereen hult zich verder in stilzwijgen. 

Het is zaterdagmiddag en Klein is gediskwalificeerd. Hij mag niet meedoen aan de finale. Een aantal Nederlandse partijen noemt dit 'buitenproportioneel'. Maar we weten nog steeds niet in detail wat er gebeurde...


dinsdag 7 mei 2024

High in the sky

Terwijl ik op de dag van Dodenherdenking vooral in mijn eigen gedachten leefde, leek het hier buitenshuis wel oorlog. Nou ja, min of meer. Er werd geoefend in de lucht voor de vliegshow die de dag erna zou plaatsvinden in de gemeente San Javier. 

Het San Javier Air Festival is een evenement dat onregelmatig plaatsvindt maar dat zijn oorsprong vindt in het feit dat die plaats aan de Mar Menor het opleidingsinstituut huisvest van de Spaanse luchtmacht. Koning Felipe VI volgde er zijn opleiding, zijn dochter en kroonprinses Leonor gaat dat op termijn ook doen als onderdeel van haar 3-jarige opleiding. Voor als ze staatshoofd wordt. Ik heb wel een beetje medelijden met haar... De Nederlandse kroonprinses Amalia is -ondanks al het gedoe om haar heen- vrijer in haar vervolgkeuze(s)! 

Op zaterdag was het een komen en gaan van individuele vliegtuigen en teams in de lucht. We liepen telkens even naar buiten of keken omhoog om te zien om wat voor formatie(s) het ging. Iedereen leek zijn oefenrondje te doen. Als amateurfotografe besloot ik mijn kruit droog te houden. De plaatjes zouden de volgende dag wel komen. In Spanje zou het zondag ook Moederdag zijn dus er werden nogal wat kijkers verwacht. Hier was het prachtig weer. Een dikke laag zonnebrandcrème was voor die dag vereist. 

Over iets wat op een vliegshow leek in Santiago de la Ribera (onderdeel van San Javier), blogde ik in 2010 voor het eerst. Toen streken we neer op het strand van la Ribera, tegenover de kazerne van de piloten. Het was destijds zeer spectaculair qua internationale teams en soorten toestellen. Daar zag ik onder andere F1 Mirages met een bloedgang ondersteboven vliegen. Door het voortdurende, oorverdovende lawaai (geluidsinstallatie en motorengebrul) was een goed gesprek onmogelijk.  

Dit jaar besloten we te gaan kijken vanaf het strand van Lo Pagan, dichter bij huis maar wel op afzienbare afstand van het verwachte epicentrum van de capriolen. We bonden twee klapstoelen achterop de fietsen en reden naar een van de Chiringuitos langs de Mar Menor. Daar maken ze likkebaardend lekkere kleine gefrituurde inkvisjes, 'chipirones' genoemd. Bij aankomst bleek de favoriet niet open te zijn; dat was een tegenvaller. We hadden geen etenswaar bij ons maar waren wel van plan tot het einde te blijven (15:00 uur). Dus we reden subiet naar de naastgelegen wandelboulevard om daar een goede zit- en kijkplek te kiezen waar ook een hapje en een drankje werd geserveerd. We hadden mazzel. Er was nog een tafeltje vrij bij een Spaans restaurant, first line en met twee parasols boven onze hoofden. 

De show zou om 10:30 uur beginnen maar de klok tikte voort zonder dat er iets aan het firmament was te bespeuren. Nou ja, op veel Andouin-meeuwen na. Wij zijn die vertragingen inmiddels gewend, onze Deense buurman -nog?- niet. Hij zat elders aan de boulevard en appte ons dat hij in afwachting was van het spektakel. Misschien wendt dat voor sommige Noord-Europeanen nooit. Heel veel Spanjaarden deden zich tegoed aan churros met chocoladesaus, een klassieke nationale ochtendsnack. Wij drinken als Nederlanders een kopje koffie met een koekje, zij doen dit.

Ruim na 11:00 uur zag ik parachutes met rookpluimen in de Spaanse kleuren aan de hemel verschijnen. Het waren mannen van Team Papea, de acrobatische parachutetak van de Spaanse luchtmacht. Ze cirkelden om elkaar heen, hielden een grote Spaanse vlag in hun midden vast en daalden vervolgens ieder afzonderlijk af aan een vliegend dekbed in de nationale kleuren. De kop was eraf! 

Het vliegevenement kwam erg langzaam op gang, dat moet worden gezegd. We hoorden van diverse buren dat zij voor 12:00 uur alweer thuis waren. Het was inderdaad saai na de aftrap maar wij wisten dat dit zou veranderen. 

De gele ambulancehelicopter van Murcia (een Bell 412) deed reddingsoperaties met kikvorsmannen in het water maar wij konden niet zien wat zich daar afspeelde. Er waren tevens helicopters van de lokale politie en de Civiele Garde aanwezig. Deze toestellen worden gebruikt voor maritieme patrouilles, zoek- en reddingsacties op open water en voor grenscontrole. Als wij het geluid van een helicopter in de verte horen, vermoeden we dat er weer een boot(je) met vluchtelingen over de Middellandse Zee in aantocht kan zijn. De helicopterpiloten lieten zien hoe laag over het water en hoe snel de toestellen kunnen vliegen, hoe ze vertikaal en horizontaal kunnen stijgen en dalen (met de cockpit naar beneden hangend) en achteruit en zijwaarts kunnen vliegen. Niet spektaculair maar wel goed. De autogyros die later in het programma optraden, zijn opvolgers van de eerste ontwerpen van de Spaanse civiel ingenieur Juan de la Cierva uit 1923. 

Op dit soort uitjes komen twee soorten bezoekers af: vliegtuigspotters en dagjesmensen. Er kwamen Cessna’s over van de Koninklijke Aeroclub van Sevilla en de Antonio Quintana Stichting; vernoemd naar een Spaanse luchtmachtpionier. Deze stichting zet zich in voor het behoud van de Spaanse luchtvaartgeschiedenis en -cultuur. Er vlogen toestellen van de Air Foundation van de Valenciaanse Gemeenschap (een club die zich inzet voor behoud en promotie van luchtvaarterfgoed). Voor de spotters was er onder andere de Super Saeta, een van de eerste jets die in de jaren ’50 van de vorige eeuw werden gebruikt in het opleidingsinstituut van San Javier. Een Spanjaard in het publiek meende dat roofvogels gemakkelijker waren te fotograferen! Ik moest erom grinniken. 

Bij het optreden van het Zwitserse team, ‘PC-7’ genoemd, begon het er op te lijken, wat mij betreft. Dit 9-koppige team, een topattractie in de internationale vliegenierswereld, is een toonbeeld van Zwitserse precisie. Zoals zij in formatie kunnen bewegen! Het is het enige pilotenteam ter wereld dat dit soort optredens erbij doet. Alle piloten vliegen normaliter als militairs in F18s.
Zij vliegen voor deze 'hobby' in een bepaald type turboprop (Pilatus), dat weleens het toekomstige toestel van Spanje’s Adelaarspatrouille zou kunnen worden. Deze foto vond ik wel een van de leukere foto’s van de dag (al zeg ik het zelluf). Van links het beeld binnenvliegend, met het zonnetje op de cockpits. Ik kon de piloten goed onderscheiden. Meer foto's van deze dag zijn te zien in mijn webalbum. 

Het 6-koppige Britse ‘Team RAAF’ (niet vernoemd naar de vogel!) liet zien hoe je een patrouillevlucht uitvoert. Het lijkt zo simpel om in formatie te vliegen maar ze gaan snel en er past geen stoel in de onderlinge ruimte tussen de vleugelpunten. Je moet stalen zenuwen hebben en vooral heel veel oefenen.   

Voorts aanschouwden we de doldwaze verrichtingen van individuele acrobatiekpiloten uit Frankrijk en Spanje. Een van hen spande de kroon, wat mij betreft. (Later meer over hem.) Recht omhoog, om de as draaiend, tollend, ondersteboven vliegend. Regelmatig in nevelen gehuld. Maar de capriolen waren goed te volgen met mijn telelens. 

En toen moest het klapstuk nog komen: de ‘Patrulla Águila’, de Adelaarspatrouille! Dat 7-koppige team, opgericht in 1985, is de plaatselijke favoriet. De commandant van deze groep is een 40-jarige vrouw die Rocio Torres heet. 

Het team deed de ‘cobra’, een riskante slangenbeweging in de lucht, de schroevendraaier (spiralerend omhoog en quasi-vallend naar beneden), ondersteboven vliegend, in ruitformatie, als team van drie recht op elkaar invliegend en op het laatste moment uiteen. De afsluiter was een vlucht waarbij ieder toestel rook uitstootte en zo de kleuren van de Spaanse vlag vormden. Volgend jaar viert deze patrouille zijn 40-jarig bestaan. Dat zal wel tot een feestje in deze contreien leiden. Het bestuur van San Javier wil van deze vliegshow een jaarlijks evenement maken. (Daarover heb ik wel gemengde gevoelens, ondanks ons enthousiasme.) 

De piloten vlogen regelmatig over onze hoofden in Lo Pagan, niet alleen over Santiago de la Ribera. Een aantal van hen woont er, ze vliegen dus voor eigen publiek en daarvoor kregen ze regelmatig applaus. Ik zie hen ook wel een beetje als 'onze jongens'... Wij keerden tevreden huiswaarts van een onderhoudend dagje aerobatiek. 

De volgende ochtend stond in de Murciaanse krant ‘La Verdad’ dat er 180.000 bezoekers op deze show waren afgekomen. Mijn liefje maakte mij er tevens op attent dat een van de aanwezige vliegeniers met zijn toestel was neergestort, later op de dag. Hij overleefde dat niet. Het gaat om de Spaans-Franse acrobatiekpiloot Olivier Masurel. Het ongeval vond plaats tijdens zijn terugreis later op zondag naar vliegveld Matilla de los Caños (Valladolid), zijn trainingsbasis. Een gier vloog de cabine van zijn vliegtuigje binnen. De vogel overleed ter plekke. Masurels toestel stortte neer nabij Alcázar de San Juan (Ciudad Real) waar het op de grond in brand vloog. Wat triest... Masurel werd 42 jaar oud. 

Ik bekeek mijn foto’s van de vorige dag nog eens goed en kwam tot de conclusie dat ik de meeste foto’s maakte van hem en zijn toestel. Hij was een van de eerste deelnemers die je met zijn capriolen op het puntje van je stoel bracht als toeschouwer. Recht omhoog, dood punt bereiken, loodrecht naar beneden, loopings, veel rook. 

Zijn glanzend oranje toestel (‘burned orange’ heet die kleur volgens mij; pun not intended) stak die dag goed af tegen de intens blauwe lucht. (De verschillen in kleur op de foto worden verklaard door de camerastand ten opzichte van het licht.) Masurel had een passie voor acrobatiek in de lucht vanaf jonge leeftijd en bereikte de top van de internationale aerobatiekwereld. 

Het vliegtuig dat hij bestuurde, was een zeer toepasselijk model voor zijn gedurfde stijl; zo las ik in de krant. Lichtgewicht, extra krachtige motor, uiterst wendbaar. Naast deelname aan dit soort vliegshows was hij ook een graag geziene gast bij anderssoortige internationale evenementen vanwege zijn vaardigheid en moed, aldus de Spaanse luchtvaartvereniging. Hij bleek sinds vorig jaar wereldkampioen te zijn in een bepaalde categorie luchtacrobatiek. De organisatie van het evenement van San Javier verklaarde zich ‘verwoest’ te voelen door het nieuws over dit noodlottige ongeval. Men sloot de mededeling af met ‘Vlieg hoog, lieve Olivier’. Mooi gezegd. 


zaterdag 4 mei 2024

Onvoltooide geschiedenis

Het is 4 mei, de dag van Nationale Doden herdenking. Dit wordt weer een echte longread. Er is ook zoveel gaande in de wereld! Medio vorige maand stond er een essay van Frans Timmermans in Vrij Nederland. Het was getiteld ‘Liefde is aangeboren, haat is aangeleerd’. Je hoeft geen fan te zijn van de man of zijn partij (GL-PvdA) om het als een mooie bijdrage aan het hedendaagse debat te bestempelen. Timmermans kent geen foutloze carrière (wie wel?!) maar de demon die Geert Wilders in hem ziet, is hij zeker niet.

Wilders is de man van haatzaaien en zondebokken zoeken en daarna beledigen; zijn favoriete modus-operandi. Hij en zijn extreemrechtse kompanen in Europa -een groeiend aantal, helaas- maken zich schuldig aan dezelfde beschuldiging als de nazi’s destijds: het ‘liberale monster’ moet worden verslagen en andersdenkende media de mond gesnoerd. Want vergis je niet: hun eerste slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog waren politieke tegenstanders; sociaal-democraten en communisten, onder wie veel Joden. Onder nazi’s bestond het idee dat het communisme een ‘joodse ideologie’ was die van buitenaf naar de regio werd gebracht. 

In zijn verhandeling stelt Timmermans dat geen minderheid veilig is in een land waar antisemitisme toeneemt. We moeten waakzaam zijn en strijdbaar blijven. Altijd. Daarvan ben ik mij bewust, als lid van een minderheid en bovendien migrant in een nieuw land. Het is een gevoel dat ik met hem deel en een oproep die ik al jarenlang doe aan de lezer van mijn blogs. 

Timmermans noemt antisemitisme de kanarie in de kolenmijn. Het is een graadmeter voor hoe het is gesteld met de tolerantie in een samenleving. De Oostenrijks-Joodse auteur Joseph Roth schreef in de jaren '20 van de vorige eeuw al over het kwaad dat hij zag naderen. Dat komt nooit zomaar uit de lucht vallen. Het broeit en groeit wanneer niemand erop let of het een strobreed in de weg legt. De grootste vijand is de onverschilligheid van de meerderheid. Het start met een (scheld)woord dat een mens ontmenselijkt omdat hij of zij Joods is, Sinti of Roma, moslim of homo. 

Recent las ik het nieuwe boek van de Britse historicus Dan Stone, getiteld ‘The Holocaust: An Unfinished History’. Dit soort boeken lees ik doorgaans in de aanloop naar Dodenherdenking. Niet dat ik dit soort non-fictie en fictie niet lees in andere maanden van het jaar. 

Tijdens de studie Algemene Literatuurwetenschap ontstond mijn interesse in Holocaust-studies en -literatuur. Mijn doctoraalscriptie ging erover en na afstuderen werd mij gevraagd of ik wilde promoveren op het onderwerp. Er was een plek voor mij bij een van de hoogleraren: professor Elrud Ibsch. Even twijfelde ik. Zij was intellectueel vlijmscherp maar aardig, een zeer inspirerende, erudiete en belezen hoogleraar. Toch deed ik het niet. Ben toch geen studeerkamergeleerde geworden (maar wel een beetje...)

Jaren later schreef Ibsch zelf boeken over de verwerking van de Tweede Wereldoorlog in literatuur. In 1997 ontving zij de prestigieuze Alexander von Humboldt-Forschungspreis voor een onderzoek dat zij deed en dat resulteerde in het boek ‘Die Shoah erzählt: Zeugnis und Experiment in der Literatur’ (2004). Elrud Ibsch overleed op 78-jarige leeftijd. Postuum verscheen haar boek ‘Overleven in verhalen: van ooggetuigen naar ‘jonge wilden’. Joodse schrijvers over de Shoah’ (2013). Sindsdien houdt de Shoah ook mij bezig.

Dan Stone (1971) is hoogleraar Moderne Geschiedenis en directeur van het Holocaust Research Institute Royal Holloway, onderdeel van de Universiteit van Londen. In zijn boek geeft hij zowel een overzicht van de historische gebeurtenissen als een grondige analyse van de Holocaust. Op een van de eerste bladzijden zegt hij dat de Holocaust ons niets heeft geleerd.

Je kunt je afvragen of we anno 2024 nog een overzicht van dit inktzwarte onderdeel van de oorlog nodig hebben maar zelf denk ik dat wel. Een volk dat zijn geschiedenis niet kent, tot in de pijnlijkste details, is niet in staat om te leren van het verleden. Bovendien neemt het extreemrechtse machtsvertoon verder toe, net als het aantal Holocaust-ontkenners wereldwijd. Stone’s nieuwe werk is met name belangrijk omdat hij aannames en gangbare opvattingen ter discussie stelt en platitudes uit de weg gaat. Hij toont zich een meester in ‘demystificatie’.

Hij betoogt dat we een vertekend beeld hebben van wat er werkelijk gebeurde tijdens die jaren. Willen we de Holocaust kunnen duiden, dan zullen we voor de oorzaken naar gebeurtenissen ver vóór 1933 moeten kijken. De fantasieën en wensdromen van een Jodenvrij Europa circuleerden al lang voordat de nazi’s de eerste stappen in de richting van de Holocaust zetten. Die wensdromen mondden uit in massamoord en genocide, gebaseerd op rassenideologie en antisemitisme. Voor wat betreft de gevolgen moeten we, volgens Stone, tot ver ná 1945 kijken. Die werken namelijk generatieslang door.

We faalden faliekant om de realiteit van de Holocaust onder ogen te zien. Zo betwist de auteur de preoccupatie met de ‘industriële genocide’. Het industriële aspect van het massavernietigingsproces werd centraal onderdeel van het narratief over de Holocaust. Maar bijna de helft van de zes miljoen Joodse slachtoffers van de Holocaust stierf door honger en andere ontberingen in de ghetto’s en tijdens moordpartijen (de zogenaamde ‘Holocaust by bullets’) in bezet Oost-Europa.  

Stone stelt ook dat de Holocaust weliswaar door de Duitsers werd geïnitieerd maar dat deze misdaad het gehele Europese continent bestreek. Nergens was de Joodse medemens er veilig, uiteindelijk konden ze geen kant op. Getto’s, concentratie- en vernietingskampen met hun satellietkampen bevonden zich niet op een andere planeet maar in de toenmalige anus mundi van continent Europa! 

In veel landen vond de bezetter (nazi’s) gewillige en enthousiaste medewerkers. In die context wordt ook de Nederlandse Nationaal-Socialistische Beweging genoemd. Groepen als de NSB werden gemotiveerd door ‘hebzucht, nationalistische aspiraties en ideologische affiniteit met het nazisme’. Stone is eveneens van mening dat mensen eraan deelnamen omdat ze dat bewust wilden. Het werk werd niet alleen gedaan door SS-fanatici. Gewone burgers en soldaten namen actief deel aan de Jodenvervolging, vaak met angstaanjagend enthousiasme.

Afgelopen week stonden er artikelen in kranten over nabestaanden van collaborateurs in Nederland die willen dat het collaboratie-archief in fasen wordt geopend. Dat archief omvat bijna 4km papier en 30 miljoen documenten over bijna een half miljoen Nederlanders die heulden met de vijand. Vanaf 1 januari 2025 moeten volgens de Archiefwet alle dossiers online beschikbaar zijn en door eenieder volledig kunnen worden ingezien. We gaan zien hoe met dit taboe, een van de laatste, wordt omgegaan.

Stone geeft verklaringen voor het grote aantal Joodse Nederlanders dat naar de vernietigingskampen werd gestuurd en daar werd vermoord. Het gaat om ongeveer 75% van de gehele Joodse populatie, ofwel circa 104.000 personen. Het hoogste aantal van West-Europa en veel hoger dan het aantal vermoorde Duitse Joden. Dit is wat hij benoemt: de grote concentratie Joodse inwoners in Amsterdam (weleens een getto zonder muren genoemd), het gebrek aan schuilplaatsen in een klein en plat land, de diepte waarop de SS in de Nederlandse maatschappij was doorgedrongen, de volgzaamheid van de Amsterdamse Joodse Raad en het ‘professionele’ functioneren van het Nederlandse ambtenarenapparaat. 

Nederlandse ambtenaren, ‘administratieve grootmeesters’ (net als de Duitse bezetter), deden hun werk uitstekend maar zonder zich de morele implicaties van hun volgzaamheid te realiseren. Stone stelt dat het voor de Duitse bezetter veel moeilijker zou zijn geweest om de Nederlandse Joden op te pakken en weg te voeren als ambtenaren niet zo gezagsgetrouw hadden meegewerkt. ‘They had merely done their duty’ was hun verweer na de oorlog. 

Nederland worstelde na de oorlog met de open wond die de Jodenvervolging was en is. Dat valt ook af te lezen aan de geschiedenis van de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, de plek van waar Joden naar de kampen werden gedeporteerd. De Nederlandse onderzoeker en auteur David Duindam noemt het gebouw ‘een theater van onmogelijke herinneringen’. In dat gebouw, gelegen tegenover het kortgeleden geopende Nationaal Holocaustmuseum, begon de ondergang van de Nederlandse Joden. Dat museum gaan mijn liefje en ik later dit jaar bezoeken. 

Langzaam maar zeker onstaat er in mijn Vaderland een gevoel van nationaal schuldbesef. In 2020 maakte premier Rutte namens de regering officieel excuses voor de rol van de Nederlandse overheid in de Jodenvervolging. Iets dat Stone  ‘Holocaust conscience’ noemt en uitvoerig beschrijft in het laatste hoofdstuk van zijn boek.

Stone stelt verder dat veel landen in Europa, vooral in het post-communistische Oost-Europa, na de Tweede Wereldoorlog traag waren met het erkennen van hun mate van medeplichtigheid aan de Holocaust. Dat zou een van de redenen kunnen zijn voor de heropleving van het fascisme in het Europa van nu. De Poolse politieke partij PiS stelde in 2018 een wet in werking die het strafbaar maakt om Polen te beschuldigen van medeplichtigheid aan de nazimoord op de Joden. Voor de goede orde: ruim twee miljoen Poolse Joden werden vermoord in de kampen Belzec, Sobibor, Treblinka, Chelmno, Majdanek en Auschwitz-Birkenau. 

565.000 Hongaarse Joden werden vermoord tijdens de Holocaust. De huidige premier van Hongarije, de omstreden Viktor Orbán (vriend van Wilders), sprak in 2018 een verhullende haatspeech uit over de Hongaars-Joodse zakenman, miljardair en filantroop George Soros. Daarin werden alle antisemitische clichés samengebald. Hij sprak over een vijand die anders is dan wij, die speculeert met geld, die listig is, geen thuisland heeft maar wel meent eigenaar te zijn van de hele wereld. (Dit voorbeeld van hedendaags antisemitisme komt uit het essay van Timmermans.) De pers werd daar monddood gemaakt. De nieuwe Slovaakse premier en die van Georgië staan te popelen om hetzelfde te doen als in Polen en Hongarije.  

In januari 1945 leidden de dodenmarsen uit de vernietigingskampen tot veel doden onder de overlevenden ervan. Deze marsen worden dan ook de laatste collectieve oorlogsmisdaad van de nazi’s genoemd. Waarschijnlijk eenderde van de meer dan 714.000 Joodse gevangenen die de kampen overleefden, gingen alsnog dood tijdens die marsen, net voor het einde van de oorlog. 

Stone stelt dat de bevrijding dan ook tussen aanhalingstekens moet worden geplaatst. Voor veel overlevenden was er geen sprake van bevrijding. Ze waren meer dood dan levend, verbijsterd dat ze nog steeds opgesloten moesten blijven. Nu in zogenaamde DP-kampen (Displaced Persons, ontheemden) die werden beheerd door de Geallieerden, in Duitsland en Oostenrijk. Soms in dezelfde kampen als waarin mensen waren opgesloten tijdens de Holocaust. 

De Holocaust stopte voor Joodse mensen dus niet in mei 1945. Wat men als ‘the afterlife’ bestempelt, wordt door sommige historici ‘the afterdeath’ genoemd voor hen die de naziterreur overleefden. Bij terugkeer naar hun woonplaats in West-Europa vonden ze geconfisceerde huizen, vijandigheid en onverschilligheid. Ook in Nederland, waar niet-Joodse bewoners de Hongerwinter van 1944-1945 hadden overleefd (er vielen 15.000 doden in het Westen). Men had destijds geen aandacht voor de verhalen over de verschrikkingen van de nazi-vernietigingskampen. Holocaust-overlevenden troffen bij terugkeer dus een oorverdovende stilte. De weinige Joodse Nederlanders die terugkeerden, waren diep getraumatiseerd en voelden zich eenzaam. Het nationaal devies was: doorgaan en niet klagen. Voor de meeste Joden uit Oost-Europese bestond enige vorm van ‘thuis’ helemaal niet meer. Wat nog wel bestond was antisemitisme...

“Een groter bewustzijn van de Holocaust leidde ertoe dat deze wordt gebanaliseerd en uitgebuit.” Plichtmatige herdenkingen met andere staatshoofden, getuigenissen van een handjevol overlevenden en gedichten van kinderen zijn niet genoeg om iets te veranderen aan de manier waarop fascisme is verweven met het langetermijngeheugen van de Westerse cultuur. 

Stone concludeert dat het fascisme vandaag de dag nog niet aan de macht is maar we slaapwandelen al wel in de richting van een nieuwe catastrofe. “Het [fascisme] klopt op de deur... We moeten niet meer tijd en energie besteden aan Holocaust-educatie, wat hem betreft. Tenzij dat zich richt op een samenleving die gelijkheid en tolerantie als vanzelfsprekend beschouwt. Frans en ik onderschrijven die uitspraak volledig. 

De Holocaust is geen gesloten boek. Er zal altijd wat te onderzoeken, te ontdekken en te vertellen blijven. Het verleden is nooit afgerond, het ontwikkelt zich voortdurend. Laten we vandaag in stilte herdenken, uit respect voor alle doden. Opdat zij niet worden vergeten. Elie Wiesel, misschien wel de bekendste Joodse overlevende van de Holocaust, zei ooit “To forget them would mean to kill  the victims a second time”.