Translate

dinsdag 31 augustus 2021

Noisy

Het is niet alleen hommeles in grote delen van de wereld, het rommelt ook nogal in de aardkloot. Dat is niks nieuws. Maar afgelopen zaterdag, net na het middaguur, vond een relatief sterke zeebeving plaats -met een kracht van 5.1- in de Alboránzee, het water dat Marokko van Zuid-Spanje scheidt. Op de magnitudeschaal van bevingen is dat gemiddeld, maar voor deze regionen was dat best heftig. De beving vond plaats in de buurt van het breukvlak tussen de Afrikaanse en de Iberische (Euro-Aziatische) plaat. De zeebeving ontstond op tien kilometer diepte.

Het was op 300 kilometer afstand van onze woonplaats en de app die we gebruiken om op de hoogte te blijven, vroeg of we die voelden. Nee, we merkten niets want we dobberden op dat moment middenin de Middellandse Zee. Nou ja, niet per se middenin maar wel een eind uit de kust. We zwemmen altijd tot waar we al lang niet meer kunnen staan. Ook aan de golven zagen we het niet af; die zijn er doorgaans. We kwamen er pas achter toen we weer thuis waren en een berichtje van de app ontvingen. Zaterdag, zondag en maandag volgden talloze schokken in datzelfde gebied; allemaal rond 2.5 op de magnitudeschaal. Zelfs vanmorgen was het tweemaal raak. En inmiddels spuwt Etna, de enige levende vulkaan in Europa, ook. 

Ook in Indonesië, gelegen aan de Ring van Vuur, was het afgelopen weekend  erg onrustig. Er waren stevige aardbevingen in Sulawesi, ten zuiden van Soembawa,  Soemba en Papoe-Nieuw Guinea. Daar hebben mensen al zoveel te stellen met armoede en de bestrijding van covid-19... Miljoenen inwoners van de archipel Indonesië worden hun hele leven al door de kat èn door de hond gebeten. Kasian. 

Laatst las ik het interessante boek van Philip Dröge, getiteld De schaduw van Tambora. Het verhaalt over de stratovulkaan op het eiland Indonesische eiland Soembawa die in april 1815 uitbarstte. Het werd de grootste uitbarsting sinds mensenheugenis. Het horen en zien verging eenieder. De energie die erbij vrijkwam, staat gelijk aan 34.000 megaton TNT. Dat is de kracht van het tegerlijkertijd ontploffen van duizenden atoombommen van het Hirosjima-type! Deze verbijsterde niet alleen de plaatselijke bevolking. De enorme aswolk die na de eruptie over de wereld dreef, zorgde voor hagel op Sri Lanka en sneeuw in het zuiden van de VS. Twee natuurverschijnselen die daarvoor én daarna nooit meer zijn waargenomen. 

Het boek volgt de wolk die na de uitbarsting over de hele wereld heen trekt. De fijne, zwavelhoudende vulkanische as laat de stralen van de zon niet door en drijft met een snelheid van meer dan 200km per dag richting Europa. De voorgaande tijd heeft mij bedrogen, de tegenwoordige tijd kwelt mij, de toekomende tijd beschouw ik met schrik. Dat waren teksten die in 1816 op blinde muren in Vlaamse steden verschenen. Apocalyptische tijden. Met het mislukken van de oogsten komt in de hele wereld de honger en daarmee de ziektes. Getuigen zien in 1818 op Bali nog uitgemergelde lijken van mensen en dieren langs de weg. Het boek verhaalt over de eerste klimaatvluchtelingen in de geschiedenis van de mens. Goed geschreven en errug interessant! 

Op zee werd mijn aandacht getrokken door een gemotoriseerde surfplank. Mijn eerste gedachte was “weer zo´n rumoerig ding”. Voor vissen en andere zeedieren was coronatijd een zegen maar dit zomerseizoen liep het hier weer de spui(t)gaten uit! Nog nooit zag ik het zó druk op het water maar zeker niet alles was gemotoriseerd. Ik begrijp niets van dombo´s op hun jetskis. Daarin ben ik beslist niet de enige. Soms, als ik in de keuken sta te koken (oostzijde van ons huis), hoor ik hun motoren ronken. Is dat nou lol?!  

Vorig jaar zag ik in het naseizoen ver op zee iemand razendsnel van links naar rechts schieten op een relatief kleine plank, ruim een halve meter boven het water. Het ging om een efoil board, een plank die zichzelf boven het wateroppervlak kan verheffen met behulp van een draagvleugel aan de achterzijde. Je kunt zo door de lucht zweven als Aladina op haar tapijt! Als voormalig wind- en golfsurfer en als bodysurfer kreeg ik zeker fantasieën bij dit beeld. De vrijheid, ver op de Middellandse Zee surfen, met springende dolfijnen om je heen, een eindje meereizend met een migrerende walvis. Dat soort fantasieën… Daarvoor moet je eerst wel evenwichtskunstenaar worden. De surfplanksoort kost ruim €12.000.

Aan het lokale strand zag ik deze zomer voor het eerst een relatief grote surfplank gaan op eigen kracht. De tewaterlating van deze plank verliep echter tergend langzaam. De eerste persoon die erop kroop, bleef het hele ritje op zijn knieën op de plank zitten. De tweede persoon lag er constant op zijn buik op. Het waren duidelijk onervaren sufers. Het is de bedoeling dat de surfer de voeten onder de banden op de plank zet en zichzelf vervolgens laat voortstuwen. De gashendel houd je in de hand. Het waren Spanjaarden (30-plussers) die de plank nog maar net in bezit hadden. Het bleek te gaan om een e-board (electrische surfplank), zonder draagvleugel. Deze jetboard, van het merk Onean, heeft twee uitlaten, kan maximaal 35 km/per uur gaan en als je met maximale snelheid surft, kun je ruim een half uur op het water blijven. Verder rijkt de accu nog niet. Het zou tenminste twee uur duren om die weer op te laden maar er werden op het web ook langere tijden genoemd. Dit speeltje kost tussen €3.500 en €10.000, afhankelijk van het model. Kostbare hobby´s!

Ik houd van bijna alle watersporten. In augustus 2013 probeerde ik een flyboard uit bij een Spaanse watersportschool in Alicante maar het bleef bij die ene keer. Teveel geluid, te weinig natuurlijk, al was de ervaring leuk. Zwemmen en snorkelen zijn nog steeds de favorieten omdat ze zonder mechanische of electrische hulpmiddelen en in alle rust kunnen worden bedreven, zonder overlast aan anderen.

Dat gezegde hebbende, onlangs waren we weer in Cabo de Palos voor een plons en een nieuw onderwateravontuur. We arriveerden vroeg, konden dichtbij de baai parkeren en nestelden ons op het nog bijna lege strand. Zelf kom ik daar niet om aan de kant te blijven zitten dus hup, flippers, masker, action camera aan en gaan! Ik heb zo mijn eigen manier van te water gaan in een branding met stenen van ongelijke grootte. Kun je je mijn blogheader van vorige week herinneren? De dode krab met de scharen hulpeloos in de lucht? Nou zo, dus. Ik zie eruit alsof ik zojuist door een jetski ben overvaren! 

Je zou het niet zeggen maar het is een slimme manier want ik draai direct op mijn rug zodra alles zit en aanstaat, strek mij uit (d.w.z. maak mij zo plat mogelijk) en flipper behoedzaam richting dieper water, zonder dat ik ook maar in botsing kom met iets. Je kunt nu eenmaal niet lopen in dit soort water met flippers aan de voeten. Maar oefening baart kunst. Zo doe ik dat al jarenlang in gebieden met (scherp) koraal; zonder schade aan muzelluf en de omgeving. Een beproefde methode.

Langzaam maar zeker werd het drukker, zowel in het water als op het strand. Meer oranje snorkelpijpjes op het water, meer felgekleurde vinnen onder water. Meer puberende jochies die van de rotsen in het water sprongen, meer dreinende kinderen die hun zin niet kregen of naar huis wilden. Zelfs snorkelaars die, staand op de rotsen in de baai, maar niet konden stoppen met kletsen. Het was als vanouds: zet een handjevol Spanjaarden bij elkaar en het klinkt alsof er een overvolle ferry langsvaart. Weg vissen, weg rust. Tja.

Het mocht de pret niet drukken.Als je je hoofd maar in het water houdt.  Naarmate de waterstand lager en lager werd, waren ontdekkingen gemakkelijker te doen. Soms snorkelde ik net boven de dieren zodat ik ze goed kon bekijken.  Wederom zag ik een grote inktvis (pulpo) die bij het zien van mijn persoontje van kleur verschoot maar deze keer ontdekte ik ook een gewone slijmvis en een grote zeenaald, familie van het zeepaardje. Hoe leuk is dat?! De interessantste onderwaterfoto´s gaan altijd naar de jongens in Bali; zij snorkelen altijd en overal met mij mee.

 

zondag 29 augustus 2021

Over de kook

Vanwege aanhoudende hitte hielden we het dit zomerseizoen relatief simpel in de keuken van Huize Barefoot. Saté en groentenspiezen van de grill, lamsburgers met bietensla, aardappelsalade van Ferràn Adría, gebakken aardappelen met een visje (ja, we eten toch weer vis), salmorejo, salade van Raftomaten, quiches, bonenschotel, empanadas (met kaas, kip of tonijn), vitello tonato, steak tartare, rösti, champignonragout. En heel veel salades met seizoensfruit. Zomers fris en gemakkelijk.

We vervielen niet voortdurend in herhaling, er werd ook volop geëxperimenteerd. Vooral gerechten uit de Volkskeuken bleken een bron van inspiratie: kip met verse pruimensaus, cepavcici met ajvar (kruidige worstjes met paprika- en auberginepuree), wraps met avocado, salade van meloen met geschaafde venkel en blauwe kaas, eitje-preitje op andere wijze, gratin van courgette, pastasalade met groene groenten en ansjovisdressing en meer, veel meer. Vaak van chef en kookboekenschrijver Yvette van Boven. Stuk voor stuk eenvoudig te maken en heerlijk! 

Ook buitenshuis bezochten we oude favorieten. In goed gezelschap aten we paëlla met zeevruchten bij ‘Chiringuito Ramón’, met de voetjes in het zand. Het is onze favoriete lokale Spaanse strandtent, die van Playa de las Higuericas verhuisde naar een strand iets verderop gelegen (tegenover de haven van Torre). Dat vonden we jammer want voorheen zegen we daar bijna dagelijks neer voor een drankje en een tapa, na het zwemmen. Nu nemen we de fiets om er te komen. Het is nog steeds de onderneming waard. De goedgevulde paëlla smaakte als vanouds; dezelfde dames als voorheen staan er in de keuken.

The Fish Bowl (Dehesa de Campoamor), een andere favoriet, onderging een dramatische wijziging. Het restaurant van eigenaar-chef Peter Fisher kwam in andere handen. Peter keert terug naar Ierland, waar zijn vrouw en dochtertje Olivia reeds verblijven. Door corona en de geboorte van zijn kind besloot hij zijn carrière en zijn verblijf in Spanje te beeïndigen en terug te keren naar zijn roots, op zoek naar ander werk. Hij zei klaar te zijn met het hectische restaurantleven. De laatste keer dat we deze vissenkom bezochten, was de teruggang in smaken en presentatie al goed te merken. Wij schrokken van de snelheid van de verandering (die was te voorzien) en zijn sindsdien niet geweest. We gaan het waarschijnlijk nog wel een keer uitproberen maar ik houd mijn hart vast…

We ontdekten nieuwe plekken voor lunch of diner. Nieuw voor ons zijn onder andere ‘Beachclub Kinita, Restaurante La Tartanaen Massies. Ze hebben allemaal hun eigen sfeer en kwaliteit. Restaurant Kinita ligt aan de Mar Menor (Los Alcázares, provincie Murcia). De locatie is interessant: aan de voorzijde zee, aan de zijkant de camping van Mar Menor en aan de achterkant de militaire luchthaven. Het is er trendy qua aankleding en je zit er goed. Met een boeiende kaart, prachtige wijnen en aardig personeel. Men serveert er fusion food: typische Spaanse gerechten, vermengd met andere invloeden. Op het menu staan gerechten met tonijn, octopus en garnalen maar ook vleesgerechten. Mijn liefje at er likkebaardend lekkere bitterballen van ossenstaart (rabo de torro) en een kleurrijke, verrassende salade!

La Tartana is een stemmig Spaans restaurant in het hart van Cartagena-stad (eveneens Murcia). We kwamen er terecht na een bezoek aan museum ARQVA. We kennen de horeca in het stadscentrum maar een aantal favoriete restaurants overleefde de coronacrisis niet. Toen we hier voor de lunch neerzegen was het nog tamelijk stil maar de ruimte vulde zich snel. Een goede plek voor smulpapen! Typisch Spaanse voorgerechten als huisgemaakte kroketjes en marinera gourmet de la casa waren voortreffelijk. Mijn liefje bestelde daarna een gedurfd hoofdgerecht: steak tartare. Van dit rauwe vleesgerecht maakte zij tot nu toe de lekkerste aller tijden. Tartana´s variant was goed maar minder smakelijk dan de hare. Mooie wijnkaart, professionele bediening. We komen er graag terug, met of zonder vrienden.

En what about Massies? Dit is een eenvoudig restaurant in onze woonwijk. We gaan er te voet heen. Geen bijzonder uitzicht, al waait doorgaans een frisse oostenwind langs het buitenterras. We eten daar tijdens deze zomerweken wekelijks -op vrijdag- de lekkerste fish & chips van de omgeving. Dat is sowieso een grote favoriet van mijn liefje maar ook ik kan hun versie waarderen. Eigenaar Simon rijdt elke vrijdagochtend voor het ochtendgloren naar de visafslag van Alicante om er zijn hoofdgerecht van de dag te halen. Hij is een vriendelijke gastheer die zijn klanten in alles tegemoet wenst te komen. Zijn capabele vrouw staat in de keuken. De vis (kabeljauw) is übervers, met een dun maar zeer smakelijk korstje. Simon vertelde mij dat verse vis krult als je het zo bereidt. Nou, dat doet´ie! Hij leerde het vak van zijn opa die een fishshop had aan de zuidkust van Engeland en van zijn pa die er een had in West End. Hij en zijn echtgenote schaafden verder aan het recept tot wat het nu is: heerlijk.

Aanvankelijk serveerden ze geen wijn die ons kon bekoren; we vertelden waar wij van houden. Simon gaf ruiterlijk toe dat hij minder verstand heeft van wijn dan van bier. Wij zeiden dat te betreuren. Een visje moet immers zwemmen… Tot er de volgende keer een droge, fruitige, jonge Spaanse rosé op tafel verscheen; om te proberen. Schot in de roos! Het is extra reden om voor de F&C te blijven komen. 

Ik ben opgewonden want morgenavond begint op Net5 (19:30 uur) van maandag t/m donderdag de 13de jaargang van Masterchef Australia. Joehoe! Aan dit seizoen doen weer 24 onbekende kandidaten mee. Mijn favoriete kookprogramma op tv keert daarmee terug naar het oude concept van een talentenjacht. Jock Zonfrillo, Melissa Leong en oud-winnaar Andy Allen gaan net als in het vorige seizoen weer aan de slag als jury. Voor hen is dit de tweede keer. 

In de loop van het 12de seizoen kreeg het programma te maken met de beperkingen door corona hetgeen niet altijd positief uitpakte voor het concept. Alhoewel bijna alles om koken draait, zijn ook de onderlinge verhoudingen en het optreden van beroemde chefkoks een belangrijk onderdeel. Voor dit nieuwe seizoen koos men daarom een andere aanpak. Dat heeft onder andere als consequentie dat een groot deel van de gastjuryleden voortaan niet meer in persoon naar de Masterchef-keuken komt maar via een scherm acte de présence geeft. Jammer maar helaas... Als het bij deze beperking blijft, kijk ik de komende maanden weer graag. Wordt zeker vervolgd.


donderdag 26 augustus 2021

Zomervakantie loopt ten einde

We keken zaterdagmiddag omhoog naar waar het bromgeluid vandaan kwam. Het was deze keer niet de kustwacht. De renners van La Vuelta, deelnemers aan de Ronde van Spanje, raceten langs en deze helicopter kondigde ze aan. We vonden het niet interessant genoeg om langs de route te gaan staan; bovendien was het op het heetst van de dag. Wel keken we naar een reportage op de Nederlandse televisie.

Er kwamen veel bekende beelden langs, vooral van het Murciaanse traject van de etappe: het peloton op de AP-7 bij de afslag naar San Javier, fietsers op de rotonde van Los Alcázares, velden met citrusbomen, uitgestrekte roze zoutmeren, de binnenhaven van Cartagena inclusief een close-up van museum ARQVA (zie een vorige blog), de mijnstreek inclusief het rode meer (idem dito), de baai van Pórtman (sterk vervuild maar dat zie je niet vanuit de lucht), natuurgebied Calblanque, de vele golfbanen en de landtong van La Manga. Een feest van herkenning! Overigens las ik dat men denkt dat de strip van La Manga niet meer zal bestaan over 60 jaar. Die zal als Atlantis zijn verdwenen in de golven…

Op de maandag erna trof ik deze foto aan, op de sportpagina van de Volkskrant. Je ziet een deeltje van de wielerkaravaan en aardig wat toeschouwers langs het parcours, met een blik op het strand en de zee van buurgemeente Lo Pagán. 

Ook daar komen we regelmatig. In die kustplaats zit namelijk een van onze favoriete restaurants (Venezuela, door ons ‘De Tonnetjes’ genoemd), onze fietsenmaker, de Chiringuito waar een lokale zigeunermamá de lekkerste gefrituurde inktvisjes van de omgeving bereidt (krokante chipirones), de modderbaden naast de zoutmeren en de wandelboulevard die mijlenver de Middellandse Zee in steekt (links bovenin).

Wat op deze foto niet is te zien, is dat zich een van de grootste ecologische rampen afspeelt in die regio. Afgelopen week was het weer raak aan de oevers van Mar Menor, de grootste binnenzee van Europa. Op tv hoorde ik de NOS-sportverslaggever deze waterplas een ‘omsloten meer’ noemen. Volgens mij zijn meren altijd omsloten, door land? Nou ja, gelukkig had hij meer verstand van wielrennen!

Vrijwilligers en gemeenteambtenare haalden een record aan dode vissen uit de Mar Menor, geschat op 4.500 à 5.000 kilo. Dat zou 1.500 kilo meer zijn dan het trieste record van 2019. Ecologisten menen dat de lokale overheid het genoemde cijfer expres laag hield. Het zou gaan om 28 ton dode vissen en schaal- en schelpdieren, oftewel 28.000 kilo. De bulk bestond uit kleine vissen maar voor mij doet dat er niet toe; hoe klein ook, ze gingen dood in hun eigen habitat. Ze zouden zijn omgekomen door zuurstofgebrek in het zeewater. Volgens dezelfde ecologisten wordt dat veroorzaakt door de aanhoudende lozing van giftige land- en tuinbouwafvalstoffen (nitraten en fosfaten) in zee. Ik blog daarover al jaren en inmiddels haalde de trieste gevolgen zelfs het Nederlandse nieuws. Het regionale ministerie van Milieu wees de aanhoudende hittegolf aan als grote schuldige.

De schoonmaakacties aan de getroffen stranden werden ongetwijfeld ingegeven door het wielerevenement. Als bestuur van Murcia wil je immers niet dat er foto´s worden gemaakt, die over de wereld zullen gaan, van stranden met ontelbare dode vissen in de branding. Afgelopen zondag werd aan de meeste stranden van Mar Menor de rode vlag gehesen voor badgasten. Niet vanwege kwallen, stroming of hoge golven maar vanwege deze dode zeedieren.

De president van de autonome regio Murcia vroeg de regering van Pedro Sánchez inmiddels de zone formeel en met spoed uit te roepen tot nationaal rampgebied. De catastrofe van de vervuilde Mar Menor ettert maar door, tot groot verdriet van velen. De lokale overheden doen al jarenlang niets om de situatie te veranderen en verbeteren. De maat is vol. Burgers met vakantiehuizen zetten hun huizen te koop, geen hond zwemt daar meer in zee. Een onhoudbare situatie. 

Teresa Ribera, de minister van Ecologische Transitie en goed mens, bezocht het gebied de dag na het verzoek. Dat gaf de urgentie aan. Zij besloot ter plekke dat in zone 1, direct gelegen aan de oevers van de binnenzee, land- of tuinbouwers voortaan geen meststoffen meer op hun land mogen gebruiken. Overtreders zullen hard worden aangepakt. Illegale lozingen zullen zwaar worden beboet. Bedrijven in dat gebied die zich aan de afspraken houden, krijgen een bonus. Een goed start maar ik heb het eerder gelezen. Ik weet niet of Mar Menor überhaupt nog is te redden...

Wij gaan al jarenlang op zomervakantie in eigen land (maar we zwemmen al jaren niet meer in Mar Menor). Daarmee bedoel ik dat we al minstens 15 jaar permanent in zonnige oorden wonen. Als we Spanje in deze tijd van het jaar zouden verlaten, zouden we de warmte, zonneschijn en de dagelijkse zwempartij in de Middellandse Zee zeer missen. We doen het dan ook niet. Mijn liefje en ik geven de voorkeur aan overwinteren buiten de landsgrenzen. Als we in zomertijd zouden verkassen, is het om vrienden en familie in Nederland te bezoeken. Dat kwam er in de afgelopen twee jaar niet van vanwege corona maar we namen ons voor daarin volgend jaar verandering te brengen. We zijn wel weer toe aan een rondje Holland. Overwinteren zal helaas nóg langer op zich laten wachten. 

 De zomervakantie loopt hier ten einde en daar zijn wij niet rouwig om. Augustus was dit jaar veel warmer en klammer dan dezelfde maand in voorgaande jaren. We kregen te maken met meer bewolking, veel meer wind en minder strakblauwe dagen. Nu ben ik daar als semi-professionele wolkenstaarder niet verdrietig om maar de airco moest overdag vaker dan gewoonlijk verlichting bieden. Augustus was en is dé maand waarin Spanjaarden op vakantie gaan; de afgelopen twee jaren dus vooral in eigen land. Het was druk maar niet overmatig druk in de wijk al waren er weekenddagen waarop je aan het strand over de koppen kon lopen. Wij vermeden die drukte bij voorkeur. De klamme hitte was de belangrijkste reden voor gematigde drukte in eigen straat, al waren er uitschieters. De grote (drukste) Spaanse families, doorgaans drie generaties op één terras, zaten vaker binnen dan buiten. Elluk nadeel hep se voordeel!

Afgelopen week kwamen alle kleuren van de zwemvlag langs op het eigen strand (groen, geel en rood). Dat had gelukkig niets te maken met een ecologische ramp. Er stond een harde wind en een sterke onderstroom waardoor de golven toenamen. Bij een golfhoogte van 0.5 à 1.25m wordt de vlag geel, vanaf 1.25m wordt die rood. De app Infomedusa die ik voor kwallen gebruik, verschaft deze informatie. Op de rodevlagdag werden golven van 1.4m gemeten. Dan is badderen eenvoudigweg niet toegestaan. Zwemmen in zee deden we nog wel bij een gele vlag. De strandwachten hielden alle badgasten in de gaten. Af en toe klonk een fluitje dat aandacht vroeg. We moesten dan meer in hun zicht zwemmen, niet te ver in zee. Na een half uurtje vechten met de golven, vonden we het welletjes.

De mannen en vrouwen van de Spaanse strandwacht deden hun werk goed dit seizoen; niemand verdronk aan de lokale stranden, al hoorden en zagen we regelmatig een ambulance voorbijkomen. Dat was in vorige jaren weleens anders. Vorig jaar verdronken in heel Spanje 338 personen; een flinke daling ten opzichte van 2019 (440).

Nog even en de wijk en het strand zijn weer van ons, permanente bewoners. We kijken ernaar uit!


maandag 23 augustus 2021

Schrijnend

Mijn liefje verdedigde onlangs haar keuze om zich in de resterende jaren van haar leven niet meer bezig te houden met kwesties en types die negatieve energie met zich meebrengen. Jazeker, dat heeft veel te maken met leeftijd en karakter. De jaren die haar resteren, wil ze in relatieve vrede doorbrengen. Als zij zo´n besluit neemt, is dat niet voor even maar voor altijd. Daarna zal ze nooit meer achterom kijken maar alleen vooruitzien. Dat ken ik maar al te goed van haar. 

Voor haar is onze bubbel van twee van het grootste belang, daarna volgt een kleine maar fijne kring van dierbare vrienden die we koesteren. Plus onze mannetjes in Bali; ook zij zijn heel belangrijk voor haar (ons). Personen die dat niet aanvoelen of begrijpen vallen ook uit de boot, wat haar betreft. Daarin is ze nogal uitgesproken. Dat is wellicht niet voor iedereen navolgbaar maar ik ben solidair met haar.

Dingen liggen ietsje anders voor mij. Ik wil mij (nog?) niet afsluiten voor de wereld om mij heen. Jazeker, dat heeft veel te maken met het feit dat ik blogger ben maar ook met karakter. Ik ben nieuwsgierig -in de letterlijke zin van het woord- en realiseer mij bovendien dat de wereld om ons schraler wordt met het stijgen der jaren. Slecht nieuws is vaak een bron van ergernis maar die ergernis is in mijn geval ook een bron van inspiratie. Desondanks doe ik er alles aan om geen boze toetsenbordridder te worden.

In lijn met het bovenstaande dringt mijn liefje het nieuws over het oprukken van de Taliban in Afghanistan naar de achtergrond. Ze slaat beschouwende artikelen en andere publicaties over dit onderwerp over. Mij lukt dat niet. We delen de zorgen om de toekomst van Afghaanse vrouwen en meisjes. Eigenlijk van iedereen die zich niet wenst te onderwerpen aan de ultrastricte shariawetgeving. Middeleeuwse toestanden passen toch niet in de 21ste eeuw?! Mij verontrust dat, zij laat dergelijke gevoelens niet toe.

Illustratie: Chris Riddell (voor The Guardian)
Op haar beurt raakte zij min of meer geobsedeerd door de zorgelijke ontwikkeling van het deltavirus, hoe vreemd dat na het voorgaande mag klinken. Daarover leest ze mij dagelijks uit andermans werk voor, of ik dat nu wil horen of niet. 

Corona raakt onze bubbel immers direct. Het gaat niet alleen om de toestand in Spanje, Nederland en Indonesië maar ook in landen als Australië en Nieuw-Zeeland. Mij baart dat tevens zorgen maar niet in dezelfde mate als haar. Het is voor eenieder die het wil inzien overduidelijk: de wereld is nog lang niet vrij van covid. Zij denkt dat er nog een covid-22 aankomt... In de geïsoleerde eilandnaties Down Under waande men zich veilig voor verspreiding van de deltavariant zolang de deuren voor buitenlanders gesloten bleven. Dat beleid bleek een illusie. Er was slechts één rondtrekkende besmette Australiër nodig voor een nieuwe lockdown! Yuda vertelde ons onlangs dat lokale bestuurders overwegen om zijn middelbare school pas vanaf januari volgend jaar weer open te stellen. Kasian.

Nog niet zo lang geleden blogde ik over het gevoel van trots. Ik vroeg mij in alle ernst af of ik trots ben op mijn Vaderland. De vraag is überhaupt of je trots kunt zijn op iets of iemand waarop je zelf geen invloed uitoefende of waaraan je geen bijdrage leverde. Mijn antwoord was toen al ontkennend en dat wil ik hier nogmaals bekrachtigen. Zelfs mijn vaderlandsliefde laat momenteel te wensen over...

Zo voelde dat tenminste toen ik de beelden en verhalen over de haperende evacuatie van Nederlanders en Afghanen uit Kabul zag en las. Dat was een déjà-vu. Het deed mij terugdenken aan de val van de enclave Srebrenica (1995), een zwarte bladzijde in de moderne Nederlandse geschiedenis. Ik las het boek van Hasan Nuhanovic, getiteld De tolk van Srebrenica’ in 2020. Deze intelligente jongeman leerde zichzelf in drie maanden tijd Engels spreken. Hij ging aan de slag als tolk voor VN-bataljon Dutchbat. Meer dan 8.000 Bosnische moslimjongens en -mannen werden onder het toezicht van de Nederlanders weggevoerd van de compound en vermoord. Nuhanovic is de enige van zijn familie die overleefde, de andere personen van het gezin -vader, moeder, broer- stonden niet op de lijst die de Nederlanders opstelden. Nederlandse militairen verklaarden daarna dat ze niets wisten van de slachting door Servische militairen maar dat geloofde de tolk niet. Hij startte een rechtzaak tegen de Nederlandse staat en jaren later werd hij in het gelijk gesteld. (Zijn boek gaat overigens niet over dat juridische gevecht en slechts summier over de daadwerkelijke val van Srebrenica.)

L´histoire se répète?

In de Volkskrant van afgelopen weekend stond een uiterst kritisch artikel over de halfslachtige wijze waarop de Nederlandse overheid Afghaanse tolken en ander personeel uit de hoofdstad evacueert. Nederland is van oudsher niet sterk in een dappere of barmhartige afwikkeling van conflicten; aldus de schrijver van het artikel. Denk aan Srebrenica maar ook aan de kille ontvangst van Joden die na de Tweede Wereldoorlog uit de concentratiekampen terugkeerden, de gruweldaden in Indonesië (1945-1949) die door de Nederlandse overheid eufemistisch politionele acties werden genoemd en de loze beloften die daarna aan de Molukkers werden gedaan. Ik verdiepte mij in elk van die situaties, las veel boeken over die onderwerpen.

Dat falen en dralen zou te maken hebben met ons zelfbeeld. Het beeld van een land met hoge morele standaarden en een betrouwbare overheid klopt niet meer. We wijzen graag met het opgeheven vingertje naar het buitenland, met verontwaardiging of goede adviezen. Want wij weten en doen het beter. We zijn echter niet (meer?) zo goed als we denken te zijn... 

Het is een feit dat Nederland in Afghanistan veel later begon met evacueren dan Europese buren, als het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Vooralsnog is ook het toelatingsbeleid veel minder ruimhartig dan in andere landen, zoals Duitsland en de Verenigde Staten. Dieptepunt was de situatie waarin het Afghaanse ambassadepersoneel zondag naar het werk terugkeerde en ontdekte dat alle Nederlandse collega´s weg waren. Die zaten veilig in een vliegtuig op weg naar hun vaderland. Dat betekende onder andere dat Afghaanse tolken dagenlang niet bij hun paspoorten konden omdat die in de afgesloten ambassade lagen.

Het enige dat de verantwoordelijke ministers van het demissionaire kabinet in Nederland deden, was zich zorgen maken over een mogelijk aanzuigende werkingomdat er mogelijk teveel Afghanen naar Nederland zouden komen. Bovendien waren er zorgen over de uitvoerbaarheid van de evacuatieplannen. Een links kamerlid vroeg de demissionaire minister van Defensie tijdens een spoeddebat over deze onverkwikkelijke kwestie of ze zich schaamde, wijzend op de raakvlakken met Srebrenica. (Schaamte is het tegenovergestelde van trots.)

Mijn liefje verwijt mij dat ik, soft at heart, iedere Afghaan die wil vluchten asiel zou verlenen; dat is bezijden de waarheid maar dat laat ik zo… voor de lieve vrede. Er is namelijk al teveel oorlog in de wereld. Wat zou jij doen in zo´n situatie? 

Leren we dan nooit van onze geschiedenis? Ik realiseer mij terdege dat op ieder land wel wat (veel) is aan te merken. Mag ik mij dan, als Hollandse in het buitenland, tenminste schamen voor de benepen houding en handelswijze van mijn vaderland? Mijn liefje wilde er één ding over kwijt: ze zou er alles aan doen om onze bubbel te redden.  


zaterdag 21 augustus 2021

Kaboem!

We besloten naar havenstad Cartagena te gaan voor een bezoek aan ARQVA, het nationaal museum van onderwaterarcheologie. Daar komen twee thema´s samen die mij heel erg interesseren: de onderwaterwereld en (historische) opgravingen. Dit is het eerste museum van Spanje dat deze twee werelden onder één dak samenbrengt. Het gebouw ligt aan de binnenhaven, op loopafstand van het stadscentrum. Cartagena is sowieso een van de interessantste Spaanse steden in onze omgeving. Eigenlijk zou je deze stad Nieuw Cartagena moeten noemen, zoals men al deed in de Romeinse tijd. Toen heette de plaats namelijk Carthago Nova, naar de oude stad aan de kust van het huidige Tunesië, destijds het epicentrum van het Rijk der Feniciërs.

Met vriendin Eliza ging ik na het behalen van onze middelbareschooldiploma´s  op vakantie naar Tunesië; we spreken over de jaren '70 van de vorige eeuw. Ik weet niet meer waarom we juist daarheen gingen. Wel dat we verbleven in Club Med van Hammamet, aan de Middellandse Zee. Vooral het zwembad van Olympische afmetingen in het hart van het resort bleef mij bij. Daar deed ik met meiden uit andere landen mee aan de finale van de 4x100 meter estafette freestyle, die we wonnen. We brachten destijds ook een bezoek aan de plaats Cartago (ten noorden van Hammamet), de geboorteplaats van de beroemde generaal Hannibal. Daar gingen we de archeologische opgravingen bekijken. Ik herinner mij dat het een zeer uitgestrekt gebied was, dat zich daar de overblijfselen van meer culturen op één plek bevinden en dat het er bloedheet was. Een of twee jaar later werd datzelfde Cartago toegevoegd aan de lijst van UNESCO Werelderfgoed.

Het Cartago van Noord-Afrika werd door de Feniciërs gesticht in de 9de eeuw voor onze jaartelling. Eeuwen later werd het overlopen door de Romeinen die het oorspronkelijke Cartago verwoestten en op de ruïnes hun eigen nieuwe Cartago bouwden. De Spaanse stad Cartagena (227 BC) is dus eigenlijk het nieuwste-nieuwe Cartago. Er bestaat ook een plaats in het noorden van Colombia die in de 16de eeuw door de Spanjaarden tot Cartagena de Indias’ werd gedoopt. Het was een van de belangrijkste havens ten tijde van het Spaanse Rijk (1492-1898). Dat is dus eigenlijk de jongste versie van Cartagena. Een mens is nooit te oud voor een lesje geschiedenis!

Museum ARQVA is deze zomer voor iedereen gratis toegankelijk (tot 30 september). Eeen mondkapje en social distancing is overal verplicht in het gebouw, reserveren is niet nodig. De huidige expositie bestaat uit twee delen: Underwater Cultural Heritage” waar de nadruk ligt op de methodologie die wordt toegepast voor onderzoek en opgravingen onderwater, en “Mare Hibiricum” dat gaat over de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland vanaf de 7de eeuw voor Christus tot nu.

Een aantal museumopstellingen voor onderzoek zijn helaas niet in functie. Computers, microscopen en andere laboratoriumapparatuur staan er wel maar werken niet en sommige aanraakschermen staan op zwart. Daardoor is het eerste deel van de expositie iets minder interessant dan het tweede, wat mij betreft. Je mag de wel functionerende informatieschermen niet aanraken (vanwege covid) maar daarop wordt niet toegezien, al zijn er suppoosten in de zalen aanwezig.

Je vindt er onder andere ivoren olifantenslachttanden inclusief zeepokken achter glas, begroeide amforen, kruiken en manden, gedolven mineralen, beeldjes met bijzondere betekenis. Eeuwenoude resten van een Fenicisch schip dat voor de kust van Mazarrón (playa de La Isla) verging en op de bodem van de Middellandse Zee werd aangetroffen, lijkt het pronkstuk. (Er werden er zelfs twee gevonden.) Dat werd tussen 2007 en 2008 door een team van duikers geborgen. Op de website van het museum zijn filmpjes van het zorgvuldig boven water halen van het gevaarte te zien. 

Het tweede deel van de expositie is een rijkere ervaring voor de museumbezoeker. Daar vind je maritieme kaarten en informatie over alle zeezeilende volkeren die de Middellandse Zee als hun achtertuin en handelsterrein zagen; niet alleen de Feniciërs maar ook de Puniciërs, Etrusken, Romeinen, Grieken (Bizantijnen), Vandalen en Berbers. Je ziet er onder andere hoe schepen werden gebouwd en beladen, hoe lokaal handel werd gedreven met welke producten en welke bijgeloven de zeevaarders hadden. Je vindt er veel vondsten uit de tijden waarin zijn over de golven heersten. Heel interessant!

Een van de bijzonderste verhalen is dat van het fregat Nuestra Señora de las Mercedes. (Voor de goede orde: ze is niet de Vrouwe van de Mercedessen, maar onze Vrouwe van Genade.) Dit schip maakte deel uit van de Spaanse Armada en werd in 1786 gebouwd op een werf in Havanna, hoofdstad van Cuba. Het schip-met-de-36-kanonnen verdween in de golven in 1804, aan de zuidkust van Portugal, na één kanonskogel van de Britse marine. Destijds waren Spanje en het Verenigd Koninkrijk niet in oorlog met elkaar. Daarom noemt de Spaanse overheid het tot zinken brengen van dit fregat nog altijd een onbegrijpelijke daad van agressie.

Het fregat was onderdeel van een marineflottielje die vertrok vanuit Montevideo (Uruguay) en op weg was naar de Spaanse havenplaats Cadiz om daar zilver, goud, quinoa, kaneel en vicuña (wol van een Zuid-Amerikaans lama-achtig dier) te lossen. Het werd door de Britse marine gesommeerd de route te verleggen en naar Engeland te varen voor inspectie. De Spaanse kapitein weigerde dat verzoek aangezien er vrede heerste tussen beide naties. Daarop losten de Britten één schot op het minutiemagazijn waarna het fregat ontplofte en zonk. 263 Spaanse zeevarenden kwamen daarbij om het leven, 51 opvarenden werden door de Britten gevangengenomen. De daad van de Nederlandse zeeheld Jan van Speijk was er niets bij! 

In 2007 meldde het Amerikaanse bergingsbedrijf (wrakkenjager?) Odessey dat ze aan de zuidkust van Portugal een zeer rijke vondst onderwater aantroffen die ze de codenaam Black Swangaven. De bemanning haalde 594.000 zilveren en gouden munten uit het wrak en transporteerde die naar de Verenigde Staten. Het zou gaan om een hedendaagse waarde van circa €300.000.000. Niet lang daarna ontdekte de Spaanse marine dat het ging om het fregat Nuestra Señora de las Mercedes. Het verwijderen van de kostbare vracht door de Amerikanen stond daarom gelijk aan illegale plundering; aldus het Spaanse oordeel. Dat was niet alleen het begin van een jarenlang project voor ARQVA en de Spaanse overheid, het was tevens het startschot van een langlopend juridische proces.

Saillante details zijn dat Peru zich ook als belanghebbende mengde in deze rechtzaak. De regering van het Zuid-Amerikaanse land stelde dat het zilver en goud hun eigendom was dat destijds door Spanje was gestolen. De rechter stelde vast dat Peru destijds formeel een Spaanse kolonie was en tot het Spaanse Rijk behoorde;  waarmee die aanspraak ongegrond werd verklaard. De nabestaanden van 25 omgekomen passagiers aan boord van Onze Vrouwe van Genade mengden zich eveneens in de zaak. Ook zij waren van mening dat zij recht hadden op de vracht omdat die privébezit zou zijn van hun adelijke voorouders die met het schip vergingen.

In 2012 werd de Spaanse overheid door het Amerikaanse Federale Hof in het gelijk gesteld als rechtmatige eigenaar en in 2013 werd de waardevolle vracht aan het land teruggegeven. Je treft kluiten verkleurde munten in de vitrines van het museum aan en kunt op een video zien hoe ze werden schoongemaakt.

Een Spaanse expeditie naar het scheepswrak in 2015 toonde aan dat personeel van de Odessey bij de berging van al dat zilver en goud veel schade aan het fregat toebracht. In de daaropvolgende jaren werden meer Spaanse expedities uitgevoerd naar het wrak dat op ruim 1.100 meter diepte ligt. Het was het eerste project ter wereld waarbij op zo´n diepte werd gewerkt om de resten van een vergaan schip te bergen. Zo kwamen onder andere vier 16de eeuwse bronzen kanonnen en kleinere voorwerpen van historische waarde (bestek, glazen, kandelaars, wapens) in dit museum van Cartagena terecht.

Het verhaal van onze Vrouwe van Genade werd tweemaal spannend. Er verschenen tot nu toe boeken en rapporten over dit fameuze fregat maar in september van dit jaar zal de spannende verfilming La Fortuna’ (tv-miniserie in zes delen) verschijnen, van de bekende Spaans-Chileense filmproducent Alejandro Amenábar. Dat zal zijn gebaseerd op de spraakmakende onderwaterroof. 

De zee neemt en de zee geeft. Die grote plas waarin mijn liefje en ik dagelijks dobberen, is een onmetelijke schatkamer aan vondsten van grote historische en artistieke waarde. En ik, nietige amfibie, zie om in verwondering...


woensdag 18 augustus 2021

Een kwal in Cornwall

In de Britse krant The Guardian tref je wekelijks een natuurfotocollectie aan van opmerkelijkste dingen in de voorgaande dagen. Deze foto viel op en wist mij zelfs tot poëzie, zij het van de eenvoudige soort, aan te zetten. Het werd een limerick.

Er was een kompaskwal in Cornwall

Die lag daar morsdood aan de wal

Maar in zijn tentakel

Ja,´t was een spektakel

                                                        zat een wijting verstild in de val


De foto werd ingezonden door de Cornwall Wildlife Trust, een goededoelenorganisatie uit 1962 die plaatselijke natuur sindsdien beschermt en beheert. De tentakels van een kwal kunnen beschutting bieden aan kleine vissen en andere dieren in zeeën en oceanen maar soms gaat dat dus gruwelijk mis!

Cornwall is een graafschap aan de zuidwestkant van Engeland, Land´s End is de westelijkste punt van de regio. We hebben goede herinneringen aan bezoeken aan dit deel van het Verenigd Koninkrijk. We waren ooit binnenlandse toeristen die het nieuwe vaderland wilden leren kennen. Penzance, St. Ives, Truro, Newquay, Tintagel, Bodmin, Padstow… mooie namen en interessante plaatsen bomvol Cornische cultuur en zand, zee en surfvertier. Het schijnt er thans overvol te zijn vanwege de staycation van hordes Britten van elders. Lokale mensen worden daar nu uit hun huurhuizen gezet omdat eigenaren ze als Airbnb willen verhuren aan beter betalende toeristen of willen verkopen aan de hoogste bieders. 

Elke dag als wij in zee zwemmen, zeilt er een grote parachute, voortgetrokken door een speedboot en met kinderen en volwassenen eraan bungelend, bij ons voorbij. Vauit het water zwaaien we weleens terug naar die luchtreizigers. De laatste truc die men bedacht, is dat de speedboot dusdanig veel vaart mindert waardoor de vliegeniers met hun voeten in de zee zakken. De boot geeft daarna een dot gas en de ballon stijgt naar ongekende hoogte; ik denk zelfs wel tot meer dan 100 meter. Dat moet een mooi gezicht zijn. Ik vraag mij af of men dolfijnen of walvissen kan zien vanaf die hoogte? 
Wij vroegen ons eerder al eens af of het ooit misging… Welnu, afgelopen maandagmiddag vond hier boven de jachthaven van Torre de la Horadada een ongeval plaats met twee Franse toeristen die onder zo´n parachute bungelden, losschoten en in volle vaart op afgemeerde boten in de haven afstevenden. Het voorval zou zijn veroorzaakt door een harde rukwind waardoor de parachute met passagiers losschoot. Ook dit had gruwelijk mis kunnen gaan! Beide passagiers overleefden het en kwamen met de schrik vrij. Ze konden op eigen gelegenheid de plaats des onheils verlaten.

Mijn liefje en ik gingen onlangs weer snorkelen in de wateren rondom Cabo de Palos. Dat is de oostelijkst gelegen punt van de provincie Murcia, met baaien en rotspartijen die ver uitsteken in de Middellandse Zee. Een Spaans soort Land´s End. Elke zomer ga ik daar met veel plezier naartoe om te genieten van de onderwaterwereld. We bezoeken die plek bij voorkeur tijdens weekdagen; de weekenden zijn er te druk en te vol. Het is geen Belize of Fiji qua leur en koraal  maar er is genoeg te zien om een (geoefende) zwemmer een dagdeel lekker bezig te houden. 

Voor haar namen we deze keer een strandstoel, parasol en sudokoboekje mee. Gisteren las ik in de krant dat de bedenker van de sudoku, de Japanner Maki Kaji op 69-jarige leeftijd aan kanker overleed. Nou ja, hij was niet precies de bedenker maar zorgde er wel voor dat deze nummerpuzzle wereldwijd favoriet werd van liefhebbers. Hij werd net zo oud als mijn liefje nu is maar zij gaat gelukkig door. Haar boekje is nog lang niet uit! Voor mij zijn flippers en het Easybreath-masker voldoende voor een perfect dagje uit aan zee. Doorgaans zit ik zelf niet aan de wal maar snorkel ik de gehele tijd in meer dan één baai en op meer dan één plek. Voor haar is één verfrissende duik voldoende. We streken neer aan het eerste strandje vanaf de grote parkeerplaats, aan de voet van de vuurtoren. Op dat moment was er nog volop plek voor onze spullen. Het strand vulde echter in rap tempo op.

Er was weer veel te beleven op en onder water. Een kleine octopus (‘pulpo’) van de soort octopus vulgaris, probeerde zich te verstoppen voor een groepje vissen dat op de loer lag. Ik keek minutenlang met belangstelling toe, af en toe een plaatje schietend met mijn ouwe-trouwe onderwatercamera. Deze inktvissoort met acht tentakels en drie harten verschoot af en toe van kleur en dat maakte het gemakkelijker om in te zoomen. Je ziet overigens steeds meer snorkelaars met camera´s, action cams en Easybreath-maskers in het water.

Meestal begin ik aan de linkerzijde van de baai en zwem dan langs de rotsen tot aan het zogenaamde meditatiehoekje (Rincón de la Meditación). Dat is precies de plek voor mij, zelf ontspan ik vooral in het water! Dan steek ik over naar de rotspartijen aan de rechterkant en snorkel dan terug naar het strand. Dat noem ik mijn natte ommetje. Een vriendelijke Spanjaard met wie ik daarvoor een praatje maakte, maakte mij attent op een inktvis in een spelonk van die baai. Wilde ik daarvan een foto maken? Hij wist immers niet wat ik al had vastgelegd. Ik zwom achter hem aan en keek toe hoe ook dit dier door vissen werd belaagd en zich steeds verder terugtrok. Pulpos zijn heel slimme dieren die over korte- en langetermijngeheugen beschikken.

Toen ik uiteindelijk richting het strand zwom, merkte ik een parelkwal op aan het wateroppervlak. Het dier trok de aandacht vanwege de kleur: felroze maar je moet op afstand blijven. Deze kwallensoort, de bekendste in de Middellandse Zee, is namelijk giftig. Al te innig contact tussen mens en een van de tentakels van deze kwal kan leiden tot veel pijn. Het gif is niet dodelijk; wel kun je een zeer sterk allergische reactie krijgen.

Aan elk tentakel zitten giftige cellen die het dier helpen bij het vangen van prooi en als beschermingsmechanisme. Elke cel bestaat uit een capsule met daarin een piepklein pijltje, voorzien van een giftig proteïnemengsel. Bij aanraking schiet dat in het lichaam van een mogelijke prooi; dus ook bij een zwemmer. Dat gebeurt in minder dan een miljoenste van een seconde en met een kracht die vergelijkbaar is met een afgeschoten kogel, las ik op internet. De plek op het mensenlichaam raakt onmiddelijk ontstoken. (Daar kan het coronavirus nog iets van leren!)

Nu heb ik door mijn snorkelkleding minder blote huid dan de gemiddelde zwemmer maar toch ga ik zo´n dier graag uit de weg. Daarom maakte ik mij direct uit de voeten na de foto. Enkele zwemslagen verder zag ik nummer 2, een kleinere variant van dezelfde kwal. Minder roze maar met een pulserende hoed, een kleiner lichaam en kortere, fijnere tentakels. Ook zo eentje moet je als zwemmer te allen tijde vermijden. Ik klikte nogmaals, voor het fotoarchief. 

Daarna kroop ik uit het water en zeeg neer naast mijn liefje die net een van haar haar lastigste puzzels (niveau 14-15) oploste. We bespraken onze belevenissen, aten samen een plakje ontbijtkoek en daarna ging ik op weg naar de tweede baai, Cala del Muerte, aan de andere kant van de rotspunt. Daarvoor moet je met een lastige stenen trap (ongelijke treden) afdalen naar een uiterst smal en klein strand, alvorens te water te kunnen gaan. De temperatuur van het zeewater voelde er koeler aan. Aan deze kant tref je grotere scholen vis aan en wuift het vele Neptunuszeegras (Posidonia oceanica) je uitnodigend tegemoet. Onder mij ontwaarde ik duikers; een volwassen man en een kind hingen net boven de bodem, met zeer roestige zuurstofflessen op hun rug. Het is te hopen dat die roest niet ook in de flessen zit. Ik bleef snorkelen totdat ik de kou in mijn lichaam voelde kruipen.

Aan het strand van mijn liefje was intussen reuring ontstaan. Niemand was op dat moment in het water. Een aantal zwemmers werd gestoken bij aanvaring met een parelkwal. Het aantal kwallen nam daar flink toe sinds mijn eerste duik. Ze verschijnen dichter bij het strand bij oostenwind en bepaalde zeestroming. Een Spaanse vrouw ging rond met een grote tube pijnverzachtende crème, die ze voorzichtig aanbracht op de schouders en ruggen van gestoken zwemmers. Het overkwam een jonge knul naast ons. Ik vroeg hem hoe pijnlijk het was. “Mucho dolor”, antwoordde hij met een van pijn vertrokken gezicht. De grote plek op zijn rechterbovenarm zag eruit als een brandwond.

Wij besloten daarop niet meer te gaan zwemmen. We keerden vroeger huiswaarts dan gepland. Op de terugweg zagen we dat het parkeerterrein van het regionale park Calblanque, een ander fraai strand- en baaiengebied, overvol was. Ook de overgrote meerderheid van de Spanjaarden gaat dit jaar op zomervakantie in eigen land. Eenmaal thuis, downloadde ik de app ‘Infomedusa’ op de telefoon. Met deze applicatie kun je checken wat zich rond een te bezoeken strand afspeelt qua windsterkte en -richting, golfhoogte en -vorm, kleur van de zwemvlag en de aanwezigheid van kwallen (die heten in het Spaans ‘medusas’). Erg handig in deze tijd van het jaar! 


zondag 15 augustus 2021

Zo ver gaat de liefde

Vorig weekend vond de Olympische finale plaats van de voetbalwedstrijd tussen de mannen van Spanje en Brazilië. Het lijkt alweer lichtjaren geleden. We zochten uit of de jongens in Bali de wedstrijd live online zouden kunnen zien. Vooral Yuda is groot voetbalfan, met name van Spaanse voetballers en enkele Zuid-Amerikanen in de Spaanse Liga. Hij kent de namen van alle spelers uit zijn hoofd. We vonden geen gratis oplossing dus we verzonnen een list.

Mijn liefje zou met de camera van haar telefoon de belangrijkste momenten van de wedstrijd vastleggen en naar hem doorsturen via Whatsapp. We vroegen toestemming aan moeder Elsa; het plan kon doorgaan. De beelden werden vergezeld van ons amateuristische commentaar en veel ‘Ahhs’ en ‘Oehhs’ bij spannende momenten. Het lijkt eenvoudig maar een goede voetbalcommentator word je niet zomaar. Dat weet Suse van Kleef als geen ander! De jongens, die al in bed lagen, vonden het fantastisch. Ze zitten daar nog steeds in huisarrest vanwege covid-19 dus afleiding en plezier van buiten is zeer welkom. Dat weten wij dan weer als geen ander.

Op een bepaald moment kreeg zij een lamme hand dus ik nam het opnameapparaat tijdelijk over. Maar naast voetbalcommentator ben ik evenmin filmer, de beelden lieten te wensen over. De mannetjes ontvingen meer dan de highlights van deze voetbalmatch, die Spanje -helaas voor de jongens- verloor. Wij vonden het een terecht verlies. Het team, waarin heel veel voetbalsterren ontbraken, speelde veel flegmatischer dan de Zuid-Amerikaanse tegenstander. Daarentegen gedroeg menig Braziliaan zich als een grote aansteller op het veld. Bij het eerste het beste contact en zelfs bij het ontbreken ervan, zegen de kerels op de groene mat neer. Wat een vervelende speelstijl was dat!

Yuda zou afgelopen week naar het plaatselijke ziekenhuis moeten voor zijn tweede vaccinatie maar het bestuur van de middelbare school vond het beter dat hij daar niet naartoe zou gaan. Het ziekenhuis ligt thans, naar verluidt, overvol met besmette coronapatiënten. Het aantal mensen in zelfisolatie (klachten) en in quarantaine (besmet maar niet ziek) is in Buleleng nogal hoog. De puber heeft nu de afspraak dat ze hem de tweede prik binnenkort op school zullen geven. Dat klinkt ons beter in de oren. Afgelopen weekend voelde hij zich lusteloos en koortsig. Hij oogde bleek. We vroegen ons af of het covid was… De wekelijkse quiz sloegen we daarom over; in plaats daarvan babbelden we wat met elkaar.

Het ging onder andere over het vertrek van de 34-jarige Lionel Messi bij FC Barcelona. Yuda zei verdrietig te zijn en dat begrijp ik. Wij wezen hem echter op de positieve kanten van dat vertrek. Meer kansen voor jonge voetballers in dat team, de hereniging van twee vrienden in Parijs. Bovendien verdwijnt hij geenszins van het toneel. Voetbalfans kunnen zijn verrichtingen dus blijven bewonderen! Zijn verdriet werd er niet minder door maar hij knikte instemmend bij alle opbeurende prietpraat.

Ik kan zo´n aardig joch, groot fan van deze voetballer, toch niet vertellen dat wij de krokodillentranen van Lionel maar onzin vinden? De Argentijn zou tijdens zijn loopbaan bij Barça ruim 400 miljoen Amerikaanse dollars bijeen hebben gevoetbald. Het precieze bedrag is onbekend maar als het ook maar ietsje minder is, zijn tranen nog steeds buitensporig. Zijn laatste contract bij de Catalaanse club zou hem een nettosalaris hebben opgeleverd van €565.000 per week… 

In 2015 stonden wij in Rosario voor het geboortehuis van diezelfde Lionel. We namen destijds al dit soort foto´s voor Yuda. Vorige maand werd daar een grote muurschildering van de stervoetballer geopenbaard in de wijk La Bajada (te vinden aan ‘calle Buenos Aires altura 4800’), tegenover de lagere school die hij er bezocht. Je ziet hem tenminste tien keer groter dan hij in werkelijkheid is, met twee voetbalschoenen om zijn nek: de ene is zwart (het begin van zijn carrière), de andere goudkleurig. 

Tijdens de persconferentie over zijn aanstaande vertrek zei Messi snotterend dat hij er alles aan had gedaan om te blijven; zelfs een salariskorting van 50% had hij willen accepteren. (Acherm.) Ook zijn drie bloedjes van kinderen wilden niet naar elders. Dan zeg ik op mijn beurt: als je dat werkelijk meent, had dan gezegd dat je blijft voor een symbolisch bedrag of voor een salaris dat de club zich wèl kan veroorloven?! Het lijkt er veel op dat Barça niet verder wilde met deze grootverdiener. Bij PSG zal hij in twee jaar tijd €71.000.000 opstrijken, dat is net geen drie miljoen euro per maand. Dat gigasalaris wordt betaald door een olieprins uit Qatar, eigenaar van de club. Ook geen frisse types... Dit hele relaas hield ik begrijpelijkerwijze voor mij.  

Yuda knapte gelukkig snel op, vooral na het drinken van moeders jamu, een huisgemaakt geneeskrachtig drankje. Balinezen geloven heilig in de kracht ervan. Er wordt zelfs beweerd dat dit brouwsel reuma, kanker en corona kan genezen.

Zijn vader Ketut, die op een cruiseschip van zijn Amerikaanse werkgever vertoeft aan de kade van een haven aan de Middellandse Zee, meldde ons dat hij deze week zou worden gevaccineerd door de Italiaanse havenautoriteiten. Hij wordt geprikt met het Janssen-vaccin en is daar blij mee. We weten inmiddels dat je met Janssen niet direct kunt gaan dansen. Na die ene injectie is het raadzaam daarna vier weken in acht te nemen en afstand te houden voordat men zich veilig mag wanen. Aanvankelijk was het plan van het bedrijf om voor vaccinatie naar de oostkust van Amerika te varen maar dit lijkt een beter en minder vervuilend alternatief. Qua timing is zijn prikactie precies goed want de eerste cruise vertrekt op 11 september a.s.; een uiterst gedenkwaardige datum... Het schip stoomt dan vanuit Zuid-Engeland met betalende passagiers op naar de Middellandse Zee voor de eerste rondvaart aldaar.

Vandaag vieren we de verjaardag van onze grootste kleine vriend op Bali. Yuda wordt 14, we kennen hem 13 jaar van zijn leven. Voor hem zat er deze keer geen verjaardagsdoos in de pijplijn; zijn kado´s ontving hij eerder en op een minder persoonlijke manier (geldtransfer) maar dat vond hij geen enkel probleem. Sterker, als amateurvoetballer staat hij wagenwijd open voor een transfer! Hij is verguld met zijn eigen mobieltje en de nieuwe voetbalschoenen.

Later deze ochtend hebben we weer een videosessie met de jarige en zijn broer Damai. Om hem toch nog iets van een verrassing te doen toekomen, freubelde ik een fotootje in elkaar, met hem in goed gezelschap. Hij mag dan de minste centen hebben, hij heeft de mooiste tanden van het trio. We gaan hem voortaan Sharky noemen. 

Selamat hari ulang tahun, Yuda sayang!

 

vrijdag 13 augustus 2021

Naar de reddingsboot! (deel 2)

Dit is het vervolg op de vorige blog naar aanleiding van een interessant artikel dat ik niet lang geleden las. Het is wederom een longread. Dit gaat over de levensvatbaarheid van de menselijke beschaving, in het bijzonder over de weerbaarheid van landen in tijden van crisis. Populair gezegd: waar kun je het best heen als de hel losbreekt op aarde? Dit past in de grote stroom van apocalyptische verhalen die in de afgelopen periode verschenen in kranten en tijdschriften.

Kort samengevat komt het hierop neer: Nieuw-Zeeland zou het best zijn voorbereid op het instorten van de wereldwijde samenleving. Mocht het tot zo´n instorting komen door een financiële crisis, de verwoesting van natuur door klimaatverandering of een pandemie die ernstiger is dan corona (of alles tegelijk), dan zitten de Kiwi´s aan de andere kant van de aardbol er het best bij van ons allemaal!

De 'knooppunten van aanhoudende complexiteit' waarover dit rapport gaat, zijn geografische locaties die minder effecten ondervinden van een mogelijke instorting van de menselijke beschaving. Dat zou zijn vanwege hun gunstige startomstandigheden die het mogelijk maken een zekere mate van maatschappelijke complexiteit te behouden. Het concept van de 'reddingsboot' werd in eerdere onderzoeken gepresenteerd als fenomeen bij ineenstorting. Daarmee beschrijft men geografische locaties die de capaciteit hebben, op grond van natuurlijke kenmerken en/of het potentieel van menselijk handelen, zich onder druk van de ernstigste gevolgen van klimaatverandering en andere desastreuze mondiale gebeurtenissen staande te houden.

De methodologie om te beoordelen welke landen dat potentieel hebben, gebruikte de resultaten van de 'Notre Dame-Global Adaptation Index' (ND-GAIN) als startpunt. Deze index geeft de kwetsbaarheid van een land weer in verband met klimaatverandering en andere wereldwijde uitdagingen; dit in combinatie met de bereidheid om de eigen veerkracht te verbeteren. Het gaat om kwetsbaarheid met betrekking tot ecosystem services (kwetsbaarheid van het natuurlijk kapitaal van een land), leefomgeving, gezondheidszorg, infrastructuur en watervoorziening. Voor wat betreft die readiness onderscheidt men een economische, bestuurlijke (B) en sociale (S) component. Politieke stabiliteit, corruptie en regelgeving zijn voorbeelden van B, maatschappelijke gelijkheid, ICT-infrastructuur en innovatie van S.

Deze index is bedoeld om overheden, maar ook bedrijven en gemeenschappen, te helpen bepalen welke investeringen het belangrijkst zijn voor een efficiënte reactie op wereldwijde bedreigingen. Volgens bijgewerkte cijfers van juli 2021 staat Noorwegen in de landenindex op 1, Nieuw-Zeeland op 2, Finland op 3, Zwitserland op 4 en Zweden op 5. Nederland staat op de 18de, Spanje op de 26ste en Indonesië op de 100ste plaats. 

N.B. Noorwegen blijkt tevens koploper als alleen naar kwetsbaarheid wordt gekeken; dat land is dus het minst kwetsbaar, gevolgd door Zwitserland. Puur en alleen kijkend naar de bovengenoemde bereidheid van een land staat Singapore op 1 en Nieuw-Zeeland op 2. 

De landen die in de afgelopen vijf jaar de grootste sprongen vooruit maakten op beide punten, zijn: Ivoorkust, Laos, Georgië en Filipijnen. Rusland klom omhoog in de landenindex maar helaas ook op de Fragile States Index (FSI), door binnenlandse politieke strubbelingen. IJsland en Cuba tonen eveneens een gemengd beeld: ze daalden in de landenindex maar verbeterden hun FSI-score. De landen die op beide punten achteruit gingen, zijn: Yemen, Syrië en Libië.

Op basis van de landenindex werd voor het Britse onderzoek aanvullend gescreend op semi-kwantitatieve criteria die specifiek verband hielden met het concept 'knooppunten van aanhoudende complexiteit'. Alle landen werden kwalitatief beoordeeld op hun individuele kenmerken op lokale schaal. Men hanteerde drie categorieën. Kan een land voldoende voedsel voor de eigen bevolking verbouwen (uitgedrukt in bouwland per hoofd van de bevolking)? Is er verbinding met en nabijheid van grote externe populaties? De onderzoekers gaan ervan uit dat massale populatieverplaatsingen een negatief effect hebben op de draagkracht van een ontvangend land. En wat is de flexibiliteit van de eigen energievoorziening en de productiecapaciteit van een land? Zo kwam de volgende shortlist tot stand:

1) Nieuw-Zeeland (plaats 2 op de Landenindex)

2) Tasmanië, Australië (12)

3) Ierland (21)

4) IJsland (8)

5) Verenigd Koninkrijk (11)

Canada en de Verenigde Staten eindigden ex aequo op plaats 6.

Hoe zit dat?

Nieuw-Zeeland scoorde de meeste punten vanwege de lage huidige bevolking (5 miljoen) en hoge fractie landbouwgrond (43,2%). Dit betekent dat de landbouwgrond per hoofd van de bevolking met 0,023 km2 hoog is. Er is directe toegang tot de Stille en Zuidelijke Oceaan. Het is een eilandarchipel op de middelste zuidelijke breedtegraden zonder nabijgelegen grote of dichtbevolkte landmassa's. Er is sprake van overvloedige inheemse hernieuwbare energiebronnen. Het land kent een moderne economie maar heeft een voornamelijk op primaire hulpbronnen gebaseerde, beperkte productiecapaciteit.

Australië heeft een gematigde huidige bevolking (25,8 miljoen), een hoge fractie landbouwgrond (52,9%) en zeer grote landoppervlakken. Dit betekent dat landbouwgrond per hoofd van de bevolking zeer hoog is met 0,158 km2. Het land heeft directe toegang tot de Stille en Indische Oceaan. Dit eilandcontinent is gelegen tussen de Stille, Zuidelijke en Indische Oceaan op lage tot middelhoge zuidelijke breedtegraden. Het is gescheiden van de afgelegen eilanden van de Euraziatische landmassa door een zeestraat van gemiddelde grootte, perifeer ten opzichte van grote Aziatische bevolkingscentra. Er is sprake van overvloedige inheemse hernieuwbare en niet-hernieuwbare energiebronnen. Het land heeft een moderne hightech economie met een matige productiecapaciteit.

Dit behoeft verdere toelichting. Klimaatopwarming zal waarschijnlijk leiden tot een verergering van bestaande trends op het Australische vasteland. Dat wil zeggen meer neerslag in natte, tropische zones en afnemende neerslag in gematigde en droge zones. De heersende klimatologische omstandigheden zullen waarschijnlijk extremer worden. Dat zal waarschijnlijk leiden tot veralgemeende negatieve effecten op de biodiversiteit, landbouw en infrastructuur. Landgebruikpatronen die sinds de Europese kolonisatie van het continent zijn geïntroduceerd, hebben het (reeds lage vruchtbaarheids)land zodanig aangetast dat de gevolgen van klimaatverandering (bosbranden en watertekorten) waarschijnlijk zullen verergeren.

Australië biedt een unieke situatie tussen de andere naties op deze lijst door enclave Tasmanië, 150 zeemijlen ten zuiden van het vasteland. Die eilandstaat wijkt door een aantal maatregelen aanzienlijk af van de continentale landmassa. 
De temperaturen in Tasmanië zijn sinds het midden van de 20e eeuw gestegen maar in mindere mate dan op het vasteland van Australië. De totale regenval is daar afgenomen in lijn met de ervaringen in Zuid-Australië. Over het algemeen zal Tasmanië waarschijnlijk minder gevolgen van klimaatverandering ondervinden dan continentaal Australië. Als zodanig kan het optreden als lokale regio met gunstiger startomstandigheden en zou het kunnen worden erkend als het 'lokale toevluchtsoord' (de reddingsboot) van Australië. Nu weet ik uit ervaring dat Tassies niet zitten te wachten op bootvluchtelingen uit de rest van Australië… Men ziet zichzelf niet per se als gewaardeerd onderdeel van dat grote continent. De meeste inwoners van dit eiland zouden liever als zelfstandig land verdergaan.

Ierland heeft een lage huidige bevolking (5,2 miljoen) en zeer hoge fractie landbouwgrond (66,1%). Dit betekent dat landbouwgrond per hoofd van de bevolking met 0,009 km2 matig is. Het heeft directe toegang tot de Noord-Atlantische Oceaan. Het is een eiland in de noordoostelijke Atlantische Oceaan op middelhoge noordelijke breedtegraden, gescheiden van de Euraziatische landmassa door Groot-Brittannië, een zee en een zeestraat van gemiddelde grootte, perifeer ten opzichte van grote Europese bevolkingscentra. Er is sprake van matige inheemse hernieuwbare energiebronnen. Dit eiland kent een moderne economie, maar is voornamelijk gebaseerd op primaire hulpbronnen en heeft beperkte productiecapaciteit.

IJsland heeft een zeer lage huidige bevolking heeft (54.000 inwoners) en een matige fractie landbouwgrond (18,7%). Dat betekent dat landbouwgrond per hoofd van de bevolking met 0,053 km2 ook matig is. Het land heeft directe toegang tot de Noord-Atlantische Oceaan, ligt op hoge noordelijke breedtegraden zonder nabijgelegen grote of dichtbevolkte landmassa's. IJsland beschikt over overvloedige inheemse hernieuwbare energiebronnen en heeft een moderne hightech economie, wel met beperkte productiecapaciteit.

Het Verenigd Koninkrijk laat een complexer beeld zien en heeft over het algemeen minder gunstige kenmerken dan de overige eilanden van deze lijst. Dit eiland heeft een hoge huidige bevolking (66,1 miljoen inwoners) en zeer hoge fractie landbouwgrond (71%) maar een gematigd totaal landoppervlak hetgeen betekent dat landbouwgrond per hoofd van de bevolking laag is met 0,003 km2. Het heeft directe toegang tot de Noord-Atlantische Oceaan en de Noordzee. Het is een eiland in de noordoostelijke Atlantische Oceaan op middelhoge noordelijke breedtegraden, gescheiden van de Euraziatische landmassa door een zeestraat van gemiddelde grootte, perifeer tot grote Europese bevolkingscentra. Het land kent overvloedige inheemse hernieuwbare en niet-hernieuwbare energiebronnen, een moderne hightech economie, met grote productiecapaciteit.

Ik noem mijzelf geen doemdenker maar als ik de wereld van nu aanschouw, word ik niet vrolijk van het beeld. De effecten van klimaatverandering gaan aan geen enkel land voorbij, het einde van de coronapandemie is nog echt niet in zicht, de energietransitie komt bijna overal ter wereld laat en moeizaam op gang. En over menselijke beschaving lijkt het mij beter maar helemaal te zwijgen…

Er kwam vanuit wetenschappelijke hoek ook kritiek op dit onderzoek; zoals viel te verwachten bij zo´n onderwerp. Er is onder andere kritiek op het gebruik van de ND-GAIN Landenindex omdat die een te sterke correlatie heeft met inkomen per capita. Suggeren dat alleen rijke landen veerkrachtig zouden zijn, is onjuist. Bovendien wordt geen rekenschap gegeven van het feit dat fossiele brandstoffen nog altijd nodig zullen zijn om een complete natie in zijn huidige vorm en complexiteit te voeden. Het inzetten van ossen en menselijke spierkracht is immers al eeuwen niet meer aan de orde. Ook zijn critici van mening dat het behouden van het hier & nu geen wenselijk scenario is. Een land dat wil overleven moet juist terugschalen naar een simpeler maatschappelijke, economische en technologische staat.

Nu Nieuw-Zeeland geen optie voor ons blijkt, liep ik de rest van de Lijst van Vijf nog eens af. Ook IJsland is geen uitwijkplaats naar onze goesting: het is er te koud. Ierland evenmin: ook te koud en bovendien te nat. Tasmanië, het aanhangsel aan de zuidpunt van Australië dan? Dat kennen we van een camperrondreis in 2016. Prachtig landschap en heel vriendelijke bewoners maar het lijkt alsof je Engeland van de jaren '50 van de vorige eeuw binnenstapt (met alles dat dat met zich meebrengt). Wellicht is dat de redding van die plek? Mijn liefje zou zich er direct naartoe laten teletransporteren maar zelf ben ik niet overtuigd van die plek als redding. Bovendien: hoe kom je daar als vasteland Australië niet meer als springplank kan fungeren door 's lands problematiek? Het Verenigd Koninkrijk dan, tenslotte? Nee, evenmin een optie. We woonden en werkten er vijf jaar lang met veel plezier maar na Brexit vinden we dit geen optie meer. Bovendien is het daar ook te vol, te koud èn te nat.

We laten deze reddingsboten dan ook aan onze neuzen voorbijgaan. Wel gaan we een sloepje kopen dat we op het terras leggen. Voor als het hoge water uit de Middellandse Zee komt opzetten. Dan laten we ons meevoeren op de stroming en zien we wel waar dat ons brengt. Als twee van de ettelijke miljoenen klimaatvluchtelingen van de toekomst...