Translate

maandag 27 april 2020

**Breaking News**

We waren vroeg op. Mijn liefje zat in de kamer, ik in het belendend kantoortje. De knal was oorverdovend en kwam van boven; zoveel begreep ik direct. Het was het geluid van rinkelend glas. Niet een of twee secondjes, het geluid duurde langer. Mijn hart bonsde in mijn keel, mijn handen begonnen te beven. Mijn liefje was er niet veel beter aan toe. What the hell was that? Even dacht ik dat er boven iets door een slaapkamerraam was gevlogen; om mij snel daarna te realiseren dat de luiken nog dicht zaten. We houden die gesloten totdat de buren uit bed zijn.

Ik deed het licht in het trapgat aan en liep langzaam en geconcentreerd naar boven. Mijn knieën wiebelden, mijn hartslag zat rond 200. Mijn liefje kwam hijgerig achter mij aan. De badkamerdeur stond op een kier en daar zag ik het: de glaswand van onze inloopdouche was ingestort. Op de bovenste traptreden en op de overloop lagen glasscherven. De vloer van de badkamer was bezaaid, ontelbare stukjes glas glinsterden ons toe.

Eén zijde van de glaswand stond nog overeind. Dat paneel had onbedoeld veel weg van craqueléglas. De talloze vallende stukjes glas klonken als grote regendruppels op een ondergrond. Ondanks de stress vond ik het een mooi geluid. Ik overzag de schade, nam een foto van de ruimte en sloot de deur langzaam en voorzichtig. Het overeind staande deel van de glaswand moest niet ook nog omvallen. De buren, nog in bed, vermoedden wellicht huishoudelijk geweld... Nou, dat klopte!

Hoe kon dit gebeuren? Kennelijk was de druk op de glasplaat opgelopen. Waardoor? We hebben hier vaak lichte aardbevingen… was dat het waardoor het paneel uit het lood sloeg? We zullen het nooit weten. We haalden stoffer, blik en bezem. Zorgvuldig veegde ik de glassplinters buiten de badkamer bij elkaar. Inmiddels trilden mijn handen niet meer zo maar de stress zat nog volop in mijn lichaam. Daarna zocht ik aan mijn bureau op het web naar een verklaring en vergelijkbare voorvallen. Ik trof een relevant artikel aan op de website van consumentenprogramma Kassa. Daar las ik dat het spontaan springen van een glaswand in een douche al menigmaal voorkwam. Voor ons wat dat nieuws.

Ontploffende glazen douchecabines blijken aan de orde van de dag. Het zou met name voorkomen bij wanden van inferieure glaskwaliteit; vooral producten uit China. Daar zou de hittetest na productie uit kostenoverweging vaak achterwege blijven. (We moeten maar eens stoppen met het importeren van dit soort ondeugdelijke producten!) Nu wil het geval dat onze glaswand al drie jaar staat als een huis. In die periode douchten we ontelbare keren met heel heet water. Bovendien kozen wij vóór installatie bewust voor een superieure kwaliteit glas omdat we geen toestanden wilden. Het goede nieuws is dat geen van ons zich in de badkamer bevond toen het gevaarte in duizenden stukjes uiteen spatte. De wand bestaat weliswaar uit veiligheidsglas maar de kracht van de implosie had ons kunnen deren.

We namen nog dezelfde ochtend contact op met het installatiebedrijf dat onze badkamer verbouwde, van een Spaans-Belgische eigenaar die ook voor ons vorige huis alle badkamerspullen leverde. Eerst stuurden we een mail naar zijn bedrijfsassistente met -op advies van Kassa- woorden als ‘spontaan’, ‘explosief’, ‘zonder aanleiding’ en ‘ scherven door de hele badkamer’. We maakten tevens duidelijk dat geen van ons in de buurt van de wand was toen die instortte.

Vervolgens belden we eigenaar António rechtstreeks. Hij meldde verheugd dat hij weer aan de slag was, ondanks de coronacrisis. We zetten Whatsapp-contact met hem op en stuurden twee niets verhullende foto’s mee. Hij belde direct terug en zei onderkoeld: o, een ontplofte glasplaat”. Alsof hij dat vaker had gezien of aan de orde had gehad.

Later vandaag komt hij langs met een medewerker om het glas op te vegen en de wand af te breken. Ze zullen het materiaal professioneel afvoeren en een plan voor een nieuwe douchewand met ons bespreken. Mijn liefje was kraakhelder: “NOOIT meer een glasplaat”. We kiezen bij voorkeur voor transparante glasblokken, expliciet hittebestendig. Hij zal de kwestie namens ons met de verzekering regelen. We zijn blij met zijn snelheid en service. Sinds het voorval douchen we in badkamer 2. We zijn immers niet voor één gat te vangen. We hoeven ons niet te beperken tot alleen maar handen wassen ;-) Het duurde overigens lang voordat alle stress uit onze lichamen was.

Gisteren zagen we voor de eerste keer sinds het stricte huisarrest de Spaanse achterbuur met zijn twee kids door onze straat lopen. De jongste droeg een rugzak zo groot als hijzelf. Wij stonden in de straat, verheugd keuvelend met onze Spaanse overburen Guillermo en María Victória. Ook zij kunnen niet wachten totdat ze naar buiten mogen. Mijn liefje en ik hadden natte ogen toen we naar het lokale trio keken. De vader wenste ons een héél prettige zondag. Dat zoiets eenvoudigs zoveel emotie kan veroozaken. De buren stuurden ons een filmpje van hun jongste kleinkind Marco met hun dochter in een parkje in Madrid. Alsof het nooit anders was. Tja. 

Het meest spraakmakende nieuws is echter dat wij hoogstwaarschijnlijk per 2 mei officieel ook buiten de poort mogen om een uurtje per dag te sporten en te wandelen. Joehoe! We zetten een sterretje op de kalender en kunnen ons er enorm op verheugen. Als het doorgaat -als het aantal coronadoden blijft dalen- mogen wij weer naar buiten. Geen idee of het met of zonder mondkapje is. Als we onze gezichten moeten bedekken, doen we dat zonder morren. Zeven weken strict huisarrest doet wat met een mens, zeker twee vrijheidslievende chicas de Holanda! 

Geniet van Kwoningsdag 2.0, maak er wat van vandaag. Houd afstand en blijf gezond. 


zaterdag 25 april 2020

Zorgen over gehoorzaamheid

Illustratie: Bernal (voor El Jueves)
Afgelopen week waren er zowel in mijn eerste als mijn tweede vaderland weer persconferenties op tv van regeringsleiders die de bevolking uitleg gaven over nieuw covid-19 beleid. Minister-president Rutte had de meeste kijkers ooit: er hingen 7 miljoen mensen aan zijn lippen. Premier Sánchez deed het minstens zo goed, dat wil  zeggen: qua kijkersaantallen.

Er barstte namelijk een storm los in Spanje na zijn mededelingen over de eerste verlichting van ons huisarrest. Kinderen tot 14 jaar mochten binnenkort met een ouder naar buiten om boodschappen te doen, naar de bank of apotheek te gaan. Dat viel bepaald niet in goede aarde. Onder grote maatschappelijke druk veranderde de Sánchez-regering dat besluit. Vervolgens stelde men dat alleen een specifieke bevolkingsgroep op straat voortaan een mondkapje moest dragen. Na nieuw ophef werd dat veranderd in de boodschap dat iedereen op enig moment in de toekomst een mondkapje zal moeten dragen. Tenslotte moest de uitspraak over de betrouwbaarheid van beschikbare coronasneltests worden herzien. De bestaande tests bleken na onderzoek een gevoeligheid van minder dan 50% hebben. Een goede test behoort een score van tenminste 70% te halen. De regering, bij monde van Sánchez, moest het materiaal afwaarderen van ‘betrouwbaar’ tot ‘volledig onbetrouwbaar’. De nationale pers was terecht niet mals over dit optreden. Geen beste beurt.

Zoals Nederlanders met 34 miljoen virologenogen op de bank kijken naar een persconferentie van Rutte, zo doen ze dat hier ook met miljoenen op de sofa wanneer hun premier spreekt. Onze leiders liggen onder een vergrootglas en dat vind ik goed en terecht in tijden van crisis.

Iets dergelijks gebeurde ook in Nederland. Enkele weken geleden nam de regering onder zware maatschappelijke druk het besluit -tegen advies van het nationale expertisecentrum RIVM in- om alle scholen te sluiten, nu staat men te stampvoeten om meer vrijheid. De recente boodschap van de premier viel dan ook daar vies tegen. Menigeen vond dat er te weinig voortgang was, veel Nederlanders waren teleurgesteld over de verlenging van de intelligente lockdown en de summiere verlichting. De zorg van de experts is dat als mensen weer in groten getale de publieke ruimtes gaan bezetten, de virusbesmetting oplaait en we terug bij af zijn. Of erger. Het zou te vroeg zijn voor verdere openstelling van de economie. 

Een behoorlijk aantal mensen in onze Nederlandse vrienden- en kennissenkring hebben zaken (kapsalon, kledingzaak, horecabedrijf) en zijn zzp’ers. Zij kunnen niet wachten om weer geld in het laatje te zien stromen. Dat is meer dan begrijpelijk. Ondernemers moeten immers geld verdienen om te bestaan. Er moet echter een nieuwe balans worden gevonden tussen volksgezondheid, economie en sociaal contact en dat blijkt geen sinecure. Het beleid van beide regeringen is voorlopig nog gericht op het remmen van de virusbesmetting. RIVM-cijfers doen denken dat het ergste achter de rug is maar dat lijkt schijnzekerheid. Er was deze week nog dagelijks sprake van een toename van het aantal besmettingen en ziekenhuisopnamen (echter niet van het aantal IC-patiënten en coronadoden). Dat geldt ook voor Spanje.

In een artikel in de Volkskrant van donderdag jongstleden las ik een zin die resoneerde de brutalen eisen de publieke ruimte op. De column die vastgoedondernemer en Quote 500-lid Klaas Hummel schreef, bevestigt mijn eerdere opmerking over 34 miljoen virologenogen. Hummel is zo iemand, wat mij betreft. Zijn bijdrage aan de discussie zet weinig zoden aan de dijk. Als ‘homo economicus’ is hij woedend over het Nederlands beleid en roept hij landgenoten in zijn column op na 28 april massaal in opstand te komen tegen het coronabeleid van Rutte & Co. Na opsomming van veel kille statistieken kwam de miljonair tot zijn punt. Het leed dat covid-19 aandoet, treft vooral ouderen. Waarom zouden andere 60-minners daaronder lijden? De instorting van het economische en sociale stelsel noemt hij “veel erger. Epidemiegoeroe Jort Kelder stelde eerder hetzelfde. Hij vatte de slachtoffers van de virus samen met “te dikke 80-plussers. BNR-columniste Marianne Zwagerman van Powned en WNL deed er een schepje bovenop. Zij beschreef deze groep als dor hout. Dat gaat mij mijlen te ver!

Illustratie: Collignon (voor De Volkskrant)
Rutte, kijkcijferkanon en verstandige cipier, hield een persconferentie waarbij mij een paar dingen opvielen: allereerst de diepe zucht die hij op een onbewaakt ogenblik slaakte. Die leek hem te ontsnappen. Dat is apart voor iemand die altijd alles onder controle lijkt te hebben. Het was waarschijnlijk een uiting van het gewicht dat op zijn schouders rust. Ik geef het je te doen… 

Vervolgens was er de zogenaamd simpele vraag die na de persconferentie door een NOS-verslaggever werd gesteld. Ik parafraseer we zitten hier al wekenlang voorbeeldig te zijn en dan krijgen we er dit kleine beetje voor terug? Alsof de bevolking recht zou hebben op een kadootje na al dat afzien… Tjongejonge. Je begrijpt wellicht dat ik, na zes weken huisarrest, voor zoiets weinig begrip opbreng. In Nederland mag men te allen tijde naar buiten; lopend, met de auto en op de fiets. Dat zou ik hier al geweldig vinden. Bovendien is de zorg gegrond dat alle verlichting tot het verslappen van social distancing en andere nieuwe omgangsregels zal leiden. Zozeer verbeterde de situatie op de Intensive Care in Nederland nog niet.

Mijn liefje vroeg mij deze week wat ik het meest mis in deze situatie. Even schoot de kapper door mijn hoofd. Dat kwam door een recent verhaal van iemand uit de vriendenkring (ik noem geen naam) die onlangs een thuisverfset aanschafte. Het goedje moest een half uurtje blijven zitten maar de persoon in kwestie werd afgeleid waardoor het ruim een uur op het haar bleef. Hij/Zij was nog nèt herkenbaar tijdens het videobellen… En op donderdag jongstleden zag ik aan de overkant van de straat zilverpapier glimmen in de zon. Spaanse buurman Guillermo was het haar van zijn echtgenote aan het kleuren op de patio. Ik ben blij dat ik mijn natuurlijke haarkleur behield; dat is nu een zorg minder.

Nee, het meest mis ik de vrije uitloop. Dat is ook het grootste gemis van mijn liefje. Zij voelt zich dagelijks als een dief in de nacht als ze zonder vuilniszak maar met huishoudhandschoenen nepperig naar buiten stapt. Dat noemen we intussen het stiekeme slenteren. Het diepst mis ik echter het contact met vrienden, de vrijheid om samen te zijn en elkaar aan te raken. Onder normale omstandigheden zouden we in deze tijd van het jaar samen eten en dingen ondernemen.

Wel is het apart dat we beiden restaurantbezoek niet missen terwijl we toch echte foodies zijn. We koken en eten momenteel heerlijk thuis. Voorheen deden we dat al maar we doen er nu een schepje bovenop. Wel ben ik jaloers op vrienden in Nederland die heerlijk ogende maaltijden online bestellen en ophalen bij hun favoriete restaurants. Zo zag ik een Michelin-ster driegangenmenu met onder andere witte aspergesoep en mi-cuit eendenlever (Rhoon), Indonesische rijsttafel van restaurant Sari (Heemstede), dimsum en andere Aziatische gerechten van Jason -aka Mandarin Palace- (Den Haag) voorbijkomen en appte iemand dat een restaurant in de Haagse Reinkensstraat dit weekend steak tartaar op het afhaalmenu heeft staan. Het water loopt mij sindsdien telkens in de mond als ik eraan denk.


Illustratie: Bas van der Schot (voor De Volkskrant)
Hier zijn alle restaurants gesloten en mogen wij de weg niet op voor niet-essentiële zaken. Als we dat hier wel mochten, zou ik maaltijden afhalen bij favoriete restaurants als The Fishbowl, Yaho, Ramón en Lily’s. Wel staan we op het punt om via tante Pos’ boerenkaas uit Nederland in ontvangst te nemen. Joehoe! 
De Spaanse minister van Werkgelegenheid liet deze week een bom vallen door te zeggen dat de horeca weleens tot eind 2020 dicht zou moeten blijven. De 300.000 etablissementen in deze branche bieden werkgelegenheid aan 1.7 miljoen vaste werknemers, de omzet ligt rond €123 miljard (6% van de economie).

Tijdens Nederlandse persconferenties houd ik altijd een oogje op Irma Sluis om te zien welke woorden nu weer tot bijzondere gebaren leiden. In een informatief en deels amusant artikel in De Volkskrant werd Sluis als nieuw fenomeen onder de loep genomen. De mooiste gebaren van de Tolk des Vaderlands werden door radiozender FunX op een rijtje gezet: een frisse neus halen, de kiezen op elkaar houden, carnaval, hamsteren en meer. Wij, horenden, vinden haar een lichtbaken in donkere tijden maar wat is de mening van de doelgroep eigenlijk? De journalist nam contact op met vier dove docenten van dovenscholen in Haren en Vries. Ook volgens hen doet ze het goed, vooral haar mimiek wordt geprezen. Zonder die gezichtsuitdrukkingen weet een dove niet of het bericht ernstig is of juist meevalt.

Rutte wordt in gebarentaal uitgebeeld met een klauwhand die een draaigebaar naast het hoofd maakt (?), Van Dissel heeft nog geen eigen gebaar, het coronavirus wel. Wuhan overigens ook; daarvoor gebruikt men het gebaar dat de Chinezen voor hun eigen stad gebruiken. Koning Willem-Alexander is appelwang en prinses Beatrix helmkapsel. Duidelijke taal. De opleiding tot tolk Nederlandse gebarentaal aan de Hogeschool Utrecht mag zich momenteel in een grote belangstelling verheugen.

Vanaf aanstaande maandag mogen kinderen tot 14 jaar hier dagelijks met een ouder naar buiten, één uurtje per dag; het ommetje moet plaatsvinden tussen 9 uur 's ochtends en 21:00 uur 's avonds. Tom Poes verzon een list in Huize Barefoot. Er wonen twee jonkies in de straat achter ons. Als we die nu eens leasen van hun ouders voor een uurtje per dag? Pats! Dat was het geluid van de deksel op mijn neus. Iemand die zich niet-legitiem buiten vertoont, ontvangt van de politie een boete van €300. Iemand die zich vervolgens niet kan identificeren als ouder, krijgt daar een boete van €600 bovenop. Zo gaat dat hier. Genoeg reden om gehoorzaam te zijn.

Uit interesse zocht ik naar de gebarentaalversie van mijn Engelstalige blognaam. Irma heeft er ongetwijfeld mooiere gebaren voor.


woensdag 22 april 2020

Thinking of You

Deze week ontvingen we de eerste persoonlijke covid-19 mail van een buitenlands bedrijf waarmee we in het verleden in zee gingen. De titel was ‘We Are Thinking Of You’. Het was afkomstig van een kleine aanbieder van ecotours in West-Australië. Nu menig gewezen en potentiële klant vanwege de virus niet meer hun kant op reist, bracht men de bezienswaardigheden van de streek naar hen toe. We bekeken een fraaie video met weidse vergezichten, zowel aan land als vanaf het water.

Begin 2014 verkochten mijn liefje en ik onze villa in Noord-Bali waarna we met een camper terugkeerden naar een geliefd deel Down Under dat we jaren daarvoor tè snel hadden doorkruist: West-Australië. We kozen voor Pemberton Discovery van Graeme en Toni en gingen met hen op pad, genietend van de prachtige natuur van deze streek, geboortegrond van de Bibbulmun - een Aboriginal volk. Eeuwenoude en hemelhoge Karri-bomen, zandduinen van poedersuiker die wandelen in Yeagarup, azuurblauw water waarin de Warren-rivier en de zuidelijke oceaan samenkomen. En vogels, heel veel vogels. Mijn liefje vond daar een grote kauri (schelp) in de branding die hier in mijn museum ligt. Sweet memories.
In deze tijd van thuisblijven doken de Pemberton-mannen in hun foto-archief en stelden een kleurige collage samen die op Instagram is te zien. De mail en het filmpje vond ik een goed en leuk idee. Niet dat we er 1-2-3 naar terugkeren... De toeristenindustrie ligt wereldwijd op zijn kont maar hun bedrijfje bleef tot nu toe  overeind.

Het zou leuk zijn geweest als we ook een bericht van Virgin Australia in de mailbox hadden ontvangen. Met dank voor onze trouwe dienst als passagiers in de binnenlanden van het een na grootste eiland ter wereld. Deze een na grootste vliegmaatschappij van het land had eenderde van de Australische binnenlandse markt in handen maar kon desalniettemin in de afgelopen zeven jaar geen dollarcent winst maken. De coronacrisis was de genadeklap voor de luchtvaartmaatschappij. Dit bedrijf van miljardair Sir Richard Branson bouwde in die tijd een schuld op van circa drie miljard euro en staat nu te koop. De oprichter probeerde aanvankelijk staatssteun te krijgen met de uitruil van een van zijn exotische privé-eilanden. Tja. Dat noemen we sinds kort een Booking-dot-kommetje!

We zitten hier inmiddels in onze zesde week van huisarrest. Gisteren werd over een verlenging en over verdere maatregelen gestemd in het Spaanse parlement. Het huisarrest werd verlengd tot 11 mei. Het aantal coronadoden in Spanje liep in de afgelopen weken terug al zijn het er op dit moment nog rond vierhonderd per dag;  schokkend veel. Ook in Nederland gaat het de goede kant op, met (bijna) dagelijks minder besmettingen, minder patiënten op Intensive Care en minder doden. De situatie is in beide landen echter nog steeds nijpend. Het aantal doden per miljoen inwoners stond voor Spanje gisteren op 446 en voor Nederland op 217 personen (aldus website Statista). Kille cijfers, sneue staatjes: je wordt er niet blij van.

Illustratie Forbes
Gisteren trof mijn liefje in een Forbes-artikel (op Flipboard) iets aan dat ons beiden hogelijk verbaasde, zeker in het licht van bovenstaande. Trump had weer eens gesnoefd over hoe goed ‘zijn’ Amerika het doet ten tijde van deze coronavirus. Het land zou veel betere sterftecijfers hebben dan de meeste andere landen. Er is maar 1 wereldlijer die zich hiermee op de borst slaat!

Het betreffende artikel repte onder andere over de case fatality rate, het aantal coronadoden per aantal bevestigde (dat wil zeggen: gediagnosticeerde) besmettingsgevallen. In dit staatje blijkt Nederland (11.2%) ineens boven Spanje (10.4%) te staan. Als je deze info mag geloven, pakt dit virus in het Vaderland dus relatief dodelijker uit dan hier. 't Is nogal wat, die intelligente lockdown! Onze zuiderbuur scoort het slechtst van iedereeen. Journalist en auteur van dit artikel Joshua Cohen (28) vermoedt wel dat de sterftecijfers in Europa momenteel worden overschat. Zijn verwachting is dat ze zullen dalen naarmate meer inwoners worden getest.

Hoe dan ook, er lijkt reden voor gematigd optimisme en versoepeling van stricte regels. Vorige week gingen in Spanje arbeiders in bepaalde niet-essentiële beroepen weer aan de slag; vooral in de bouw en aanverwante sectoren. Wel moet iedereen een mondkapje dragen. Toen ik recent langs de bouwplaats om de hoek reed, zag ik de mannen rondlopen met het ding onder hun kin of op het haar. Het valt kennelijk niet mee ze te dragen. We horen en zien af en toe weer witte bestelauto’s in de woonwijk. Tot dan toe hoorden we uitsluitend vogels en de zee.

Ik zag mijn kans schoon en nam contact op met onze satellietman Javi; ik ken hem  van mijn vorige woonoord. Harde oostenwind en slagregens hadden de schotel waarschijnlijk iets uit het lood geslagen. We hadden op de Nederlandse zenders vaker dan normaal en zonder aanleiding geen signaal. Hij kwam nog dezelfde week, met mondkap en handschoenen aan. We hielden tijdens ons hele contact de voorgeschreven minimale 1.5 meter afstand aan. Het euvel lijkt te zijn verholpen, al was het millimeterwerk. Als het ontbreken van het zendsignaal aanhoudt, moeten we hem weer bellen. Dan vervangt hij een onderdeeltje. Gratis.

Gisteren werd hier dus besloten dat kinderen tot 14 jaar vanaf 27 april met een ouder dagelijks naar buiten mogen; niet alleen om boodschappen te doen, naar apotheek en bank te gaan maar ook voor een wandeling in de buurt. Of de kinderen wel of geen mondkapje moeten dragen, wordt nog besloten. Zowel in Nederland als in Spanje wordt ingezien dat kinderen minder vaak worden getroffen en als ze het zijn, verliep dit via ouderen; bovendien worden ze minder heftig geïnfecteerd. Een dag eerder bleek dat  een meerderheid (61%) van Spanjaarden tegen een versoepeling zou zijn, uit angst voor oplaaiende besmetting. We zijn hier namelijk nog maar net over de top van de piek heen…

Dat neemt niet weg dat er in dit land sinds het huisarrest door de politie bijna 800.000 boetes werden uitgedeeld aan personen die buiten waren zonder geldige reden. Mijn liefje loopt regelmatig een extra blokje om met glas, plastic, papier en keukenafval. Zo lang je een vuilniszak in je hand hebt, lijkt de reden voor deze vorm van vrijheid legitiem; zolang de boevenvangers niet weten hoe vaak per dag iemand dat doet. Laatst kwam ze echter hijgend de poort binnen gerend. De Guardia Civil was op een nabij kruispunt gespot. Sommige mensen doen het voorkomen alsof Spanje zes weken geleden veranderde in een politiestaat. Dat is hier zeker niet het geval al lijkt de situatie in en om Madrid anders. Zelf doe ik sinds deze week ook dagelijks mijn passen in het uitgestorven gedeelte van mijn straat. Lange stukken rechtdoor lopen is prettiger voor de heupen.

Pas na 10 mei mogen onbesmette volwassenen tot 70 jaar in Spanje eventueel -met mondkapje- legitiem naar buiten. Wij gaan dagelijks op de knieën voor dat kado! Spaanse apotheken zouden dan gratis mondkapjes gaan uitdelen aan bewoners. Het aantal dat je ontvangt, hangt af van leeftijd en eventueel onderliggende conditie. Afgelopen week liep ik bij een apotheek naar binnen voor een bepaald product. Uit interesse vroeg ik of ze mondkapjes en latex handschoenen op voorraad hadden. Op die eerste vraag werd bevestigend geantwoord, op de tweede ontkennend. Ik kocht vijf doodgewone mondkapjes, niet de officieel goedgekeurde voor zorgpersoneel maar dezelfde die de apothekersassistente droeg; à raison van €1 per stuk.

Op mijn wekelijkse rondrit langs supermarkten droeg ik er eentje voor het eerst. Vijf weken lang was ik een van de weinige zonder mondkap. Ik merkte dat het mij beïnvloedde. Ik weet nu uit eigen ervaring: eentje dragen is zo eenvoudig nog niet! Ademen is minder licht en bovendien wordt het nogal zweterig in dat doekje. Bovendien schoof de bovenkant van de kap regelmatig tegen mijn oogleden aan. Onprettig. Mijn liefje droeg er eveneens een toen ze onlangs naar de dokterspost moest. Voor die gelegenheid hield zij bovendien haar bril op en droeg zij plastic handschoenen (van de supermarkt). De combinatie bril en mondkap bleek een combinatie van niks. De brilleglazen besloegen voortdurend. Niet te doen, al zullen we eraan moeten wennen.

Vorige week nam ik eveneens contact op met aannemer Paul, de man die de leiding had over onze recente eetkamerverbouwing. Hij bezocht ons gisteren, met mondkap en latex-handschoenen aan. Ook met hem hielden we ons aan de social distancing-afspraken. Nu iedereen thuiszit, namen wij het besluit de woonkamerwand te gaan isoleren. Buurman Gesoes heeft een zware, lijzige stem en houdt van oreren dus dat irriteert. Bovendien slaat hij regelmatig met de deuren en is een lompe schuiver van stoelen. Met dat lucht- en contactgeluid zijn wij he-le-maal klaar. Voor de goede orde: buurvrouw Isabel horen we niet of nauwelijks. Normaliter zouden we hem à la Zuster Clivia verzoeken niet met de deuren te slaan maar door de verzuurde relatie is dat geen optie meer.

En wie weet hoe vaak we dit kalenderjaar nog in quarantaine moeten zitten zolang er geen vaccin is. We kunnen voorlopig buiten zijn want de lente brak door en de tijd van shorts en teenslippers brak aan maar we willen klaar zijn voor later. We hadden al geen overwinteringsplannen dit jaar maar onder de huidige omstandigheden zeker niet. We laten de wand die onze zitkamers scheidt isoleren met het beste akoestische materiaal dat er bestaat: COPOPREN Acoustic (Duitse origine), met hoge densiteit. Als toepassingsgebied stond vermeld dat het vooral geschikt is in geval van ‘vecinos ruidosos’, ofwel luidruchtige buren. Dat brachten we in 2015 tot tevredenheid aan in onze slaapkamer op Campoamor. Het levert namelijk een geluidsreductie van tenminste 62 decibel op; dat zit tussen het geluidsniveau van een vaatwasser en het lawaai op een schoolplein in.

We doen het drastisch: we trekken het materiaal langs de trap omhoog, tot aan het plafond van de bovenverdieping. Voor dat geld kunnen we waarschijnlijk drie maanden in Bali verblijven maar dat hebben we nu toch niet op het vizier. Ik hoop dat de werkers snel kunnen beginnen. Als zij aan de voorzijde van het huis bezig zijn, kunnen wij buiten en achterin vertoeven. We denken nu even aan onszelf.


vrijdag 17 april 2020

Bats not so bad?

Het is vandaag Bat Appreciation Day al valt er wereldwijd weinig te vieren. Als we het bericht over deze dag en over vleermuizen mogen geloven, dan worden de dieren onterecht aangezien voor verspreiders van ziektes. Tja. Dat lijkt mij nepnieuws… De organisatoren achter deze dag wijzen juist op de grote waarde die ze hebben voor ons ecosysteem. Feit is dat niet is vastgesteld dat de vleermuis daadwerkelijk de overbrenger van covid-19 was. Wel dat het een zeer aannemelijk scenario is. Men vermoedt dat een andere diersoort (pangolin, schubdier) als tussengastheer diende bij de besmetting van mensen. We zullen het nooit precies weten. De markt van levende, wilde dieren in Wuhan werd razendsnel opgeruimd en schoongemaakt.

De Nederlandse Zoogdiervereniging sloot zich eerder deze week aan bij nieuw beleid voor vleermuisonderzoek. Het dier valt onder de Wet Natuurbescherming en daarom hebben wetenschappers voor veldonderzoek een vergunning nodig. Voorlopig hoeven wetenschappers op dit onderzoeksterrein niet te rekenen op ontheffing. Dat nieuwe beleid werd opgesteld om de vleermuizenpopulatie tegen het coronavirus te beschermen, dat wil zeggen: tegen de overdracht van mens op dier. Ô ironie.

De organisatie Bat Conservation International werd in 1982 opgericht om zich in te zetten voor het behoud van deze diersoort. Ik las dat er wereldwijd 1.300 soorten bestaan, allen onmisbaar voor de natuur. (Waarom worden ze dan gegeten?!) De Amerikaanse wetenschapper dr Merlin Tuttle (1941) zou wereldwijd dé autoriteit zijn op dit vlak. Met zijn puntige oren en scherpe hoektanden heeft hij wel iets weg van zijn favoriete ‘mascota’. Van de organisatie kregen we een tip over hoe deze dag het best kan worden gevierd: vliegend. Joehoe! Met name goed voor huisarrestanten als wij.

We video-appten deze week met Ketut die inmiddels terugkeerde naar Bali. Hij reisde niet met een cruiseschip naar huis maar vloog van de westkust van de Verenigde Staten eerst naar Japan, met slechts 23 passagiers aan boord. Van daaruit vloog hij door naar Jakarta met een handjevol passagiers om vanuit deze hoofdstad in een vliegtuig met vijf passagiers naar eindbestemming Denpasar te reizen. Daar werd hij per omgaande naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis getransporteerd voor een coronasneltest. Hij testte negatief.

De arts belde vervolgens met de kepala desa (dorpshoofd) van zijn Noord-Balinese woonplaats om te melden dat hij eraan kwam en dat hij 14 dagen thuis in quarantaine moest. Ze houden hem nu in de gaten. Van echtgenote Elsa wisten we al dat zij bepakt en bezakt en met vier kinderen evacueerde naar het huis van haar schoonmoeder, in de heuvels van Lovina. Een hoop gedoe en voor ieder jong gezinslid extra vervelend omdat ze niet bij hun papa mogen zijn maar desalniettemin een verstandige aanpak.

We vragen ons wel af of de twee oudste jongens vanaf hun voorlopige onderkomen online huiswerk kunnen maken, of daar voldoende internetverbinding aanwezig is om dat te doen. Ik vermoed niet dat ze naar hun lagere school terugkeren voor het einde van dit schooljaar. Yuda gaat volgend jaar naar de middelbare school, Damai naar de vierde klas van de basisschool. Vooral nummer 2 mag geen leerachterstand oplopen. Mijn liefje droomde twee nachten achter elkaar over de mannetjes dus die maakt zich zorgen…

Zodra we wisten dat Ketut weer op het Balinese honk was, belden we hem. We troffen hem alleen aan in een donker en leeg huis, met een bordje witte rijst met ei en groenten voor zijn neus. Van de catering, meldde hij met gevoel voor humor (ofwel: Elsa; ik zag overigens geen taugé en brocoli liggen.) Zij werkt momenteel als pembantu in een huurvilla waar een Amerikaan verblijft die zijn lokale hotel moest verlaten en voorlopig niet naar zijn vaderland mag terugkeren. Gelukkig heeft ze betaald werk. 

Hij bleek het warm te hebben, zat met ontbloot bovenlijf voor de camera. Hij verontschuldigde zich voor zijn naaktheid, de brave borst. Zijn hoofd voelde koortsig, hij maakte zich zorgen. Wij denken dat het door spanning in combinatie met jetlag kwam. Aan boord van zijn cruiseschip-zonder-passagiers was hij ver weg van het virus, iedereen om hem heen was gezond en vrij. Nu zit hij aan huis gekluisterd zonder familie, met om zich heen mensen die niets te verteren hebben. We spraken hem bemoedigend toe, zo goed als we konden. Niet alle zorgen kunnen wij wegnemen.

Er speelt zich nu al een groot drama af op het eiland van de Goden, ondanks het beperkte aantal besmettingen. 80% van de Balinezen is namelijk afhankelijk van het toerisme. Voor lokale mensen valt er door de huidige omstandigheden geen droog brood te verdienen. Ze hebben wat rijst om te eten and that’s it. Ketut ging werken aan boord van een Amerikaans cruiseschip om een fatsoenlijk salaris te verdienen. Hij kon zijn diensttijd deze keer niet uitdienen. We stelden de ouders voor een groepsapp te vormen om hun separatie en isolatie wat dragelijker te maken. Onze versie van een corona-app.

Wij raadden Ketut aan op zijn telefoon The Jakarta Post te lezen zodat hij in ieder geval betrouwbare informatie krijgt over de gang van zaken in zijn land en op zijn eiland. Dat is hard nodig. De Indonesische minister van Volksgezondheid opperde een tijdje geleden dat het eten van veel taugé en brocoli Indonesiërs voor covid-19 zou beschermen. We eten die ingrediënten veel en graag dus wellicht slepen ze ons door deze crisis heen. President Widodo riep eenieder op tot het veelvuldig nuttigen van jamu, een traditioneel Indonesisch kruid dat als medicijn dient; dat zou eveneens kunnen beschermen tegen het virus. Ik zal niet herhalen wat mijn liefje hierover zei. Dit soort kuloproepen van gezaghebbers maakt mij kwaad, informatie achterhouden helemaal. Jokowi gaf onlangs toe dat zijn regering dat deed om paniek in het land te voorkomen. Wake-up, dude: Indonesië heeft het grootste aantal social media-gebruikers ter wereld!

We weten uit de eerste hand dat er in hindoeïstisch Bali thans wordt geofferd en gebeden bij het leven. Eind vorige maand begon een klok in een belangrijke Hindoetempel (Puri Klungkung) op het eiland uit zichzelf te luiden. Het geklingel van deze ‘kulkul’ wordt beschouwd als een waarschuwing voor groot gevaar dat eraan komt. De bel zou ook hebben geklonken vóór de uitbarsting van de berg Agung in 1963 en vóór de terroristische bomaanslagen van 2002. Snel na dit voorval geboden religieuze leiders van Bali de bewoners een soort talisman bij hun voordeur op te hangen om het ongeluk af te wenden. Het gaat om rode ui, knoflook en chili’s gewikkeld in pandangblad, omwonden door driekleurige ceremoniële draadjes. Aan het begin van deze maand werd men aangespoord te bidden en een nasi wong-wongan offerande te maken; een menselijk figuurtje, man of vrouw, gemaakt van rijst. Er werd grootschalig gehoor aan gegeven.

Zelf stel ik meer vertrouwen in harde acties. Zoals die van ASEAN, het verbond van leiders van de landen in Zuid-Oost Azië. Zij gaan een noodfonds opzetten voor het aanschaffen van apparaten voor de eerstelijnszorg en andere medische hulpmiddelen. Ze hielden eerder deze week een virtuele meeting waarin dat werd besloten. 
Momenteel heeft die regio te maken met 20.000 besmettingen en circa 1.000 doden; bijna de helft van die doden komt voor rekening van Indonesië. Het aantal besmettingen steeg daar gisteren naar ruim boven 5.000. Het virus verspreidde zich inmiddels naar alle 34 provincies van de archipel. We weten dat in het hele land (met bijna 270 miljoen bewoners) tot nu toe slechts 12.000 keer werd getest dus de werkelijke cijfers zijn onbekend.

In Bali bevindt de brandhaard zich rondom hoofdstad Denpasar, net als in de meeste andere landen. Daar zou momenteel sprake zijn van 98 positief getestte personen, twee coronadoden en 23 herstelde patiënten. Laten we hopen dat de storm uitblijft en dat het virus niet over de berg richting het noorden gaat.


dinsdag 14 april 2020

Wij tellen de dagen niet

…alle dagen tellen! Wij gingen hier week 5 van huisarrest in. Er staan ons nog weken te wachten als ik de berichten in de Spaanse pers mag geloven. Deze week zal waarschijnlijk in het parlement worden gestemd over verlenging tot 10 mei. Er wordt zelfs al gesproken over een verdere verlenging tot eind mei. ¡Guácala! Als er geen enkele restrictie wordt opgeheven, begin ik dat teveel van het goede te vinden. Dat ben ik wel uitgekeken op de bank en de badkamer en (ben) uitgeteld op de terrastegels. Hoe lang mag je gezonde mensen opsluiten… Tot ze er ongezond van worden?

Nu ik de diamanten leeftijd bereikte, kan ik eindelijk uit de kast komen: we kijken in huize Barefoot regelmatig naar omroep Max. Donderdag jongstleden deed ik het nog! Toen keken we naar het praatprogramma ‘Tijd voor Max’. Don’t worry: mijn liefje en ik zijn niet aan het dementeren; integendeel. We kunnen hard lachen om onszelf en andere pittige oudjes. Er wordt op zender en programmering neergekeken door tout intellectueel Nederland maar mij kan dat niet bommen. In de loop van de jaren kreeg ik veel respect voor oprichter Jan Slagter. Zoals hij medemenselijkheid en medeleven tentoonspreidt, vind ik onovertroffen.

Tijd voor Max is sinds 2008 op mijn radar. In november van dat jaar zat mijn vriendin Nelly daar aan tafel. Ze vertelde over een film waarvoor zij inspiratie was in de serie ‘Long Stories’. Nelly leed aan ongeneeslijke longkanker maar bleef tot het einde van haar leven een Vrouw van Formaat. Ik vond presentatrice Martine van Os destijds bepaald geen goede, empatische interviewer. Ze leerde in de tussentijd veel bij, zal ik maar zeggen.

Dichter Jaap Robben zat bij Van Os aan tafel. Hij draagt regelmatig Nederlandse gedichten voor. Deze serie noemt hij ‘Gedichten die troost bieden’. Robben vertelde dat hij schrok toen de eerste coronadode in Nederland viel. Op weg naar de studio betrapte hij zich erop dat hij blij was met een dalend aantal van 115 doden. Zo snel gaat dat kennelijk in onze geest. Onze hersenen passen zich snel aan nieuwe omstandigheden aan, zelfs in geval van onvrijwillige opsluiting; dat noemt men neuroplasticiteit. Robben las iets voor van Menno Wigman, Anna Stikstof en Joke van Leeuwen, in oplopende gradaties van troost.

Dokter Ted legt dagelijks in de Max-studio feitelijk en deskundig uit wat wel en niet aan de orde is bij covid-19. In diezelfde uitzending schoof ook beeldend kunstenaar en tekenaar Jan Rothuizen aan. Hij riep mensen in Nederland op hun huis en thuiswerkplek te tekenen en in te zenden. Het is een creatieve manier om te gluren bij de buren. Wat staat er in het kantoortje van buurvrouw Bee en wat in de kamer van buurman Cees? Hij merkte terloops op dat zo’n tekening het een en ander zegt over (het leven van) de tekenaar. Mijn tekenkunst is niet van dusdanig niveau dat het op nationale tv kan worden vertoond dus insturen deed ik mijn schets niet. Het past echter wel op mijn blog. Rothuizen maakte vroeger onder andere tekeningen voor De Volkskrant. (Van mijn liefje ontving ik voor mijn verjaardag een jaarabonnement op de digitale Volkskrant.)

Vorige week waren we een ochtend laat met het ophalen van de rolluiken van de slaapkamer. Die luiken halen we doorgaans pas op als wij horen dat de buurman (beter bekend als ‘de macho’) uit bed is. Hij slaapt dagelijks lang uit, heel lang zelfs. We gaven hem daarom een tweede bijnaam: ‘el perezoso’ (de luiaard). Wij houden rekening met hen, van hem kan dat niet per se worden gezegd. Tja.

Het was Goede Vrijdag, de ochtend na mijn wekelijkse boodschappenronde. Die nacht had ik lang liggen lezen dus ik stond laat op voor mijn doen. De buurvrouw aan de overkant maakte haar man erop attent dat de luiken voor onze slaapkamer wel erg lang dicht bleven. Onze aardige Spaanse overburen maakten zich kennelijk zorgen. Toen mijn liefje nietsvermoedend de voordeur uitstapte, waren vier ogen op haar gericht. Was alles in orde aan de overkant? B. lag toch niet in bed? Zeker niet, ik was druk bezig met mijn ochtendritueeltjes, in pyjama. In deze tijd passen we kennelijk niet alleen op elkaar, we letten ook op elkaar.

Daarop spoorde mijn liefje mij aan om met de buren te praten. Normaliter loop ik niet in ochtendkleding naar buiten maar om hen te laten wachten op mijn douchebuurt en verkleedpartij vond ik teveel gevraagd. Ik liep dus ongewassen en ongekleed in de richting van hun poort. Hier ben ik”. Ik lichtte toe dat we de luiken gesloten houden omwille van de buren maar dat het die ochtend inderdaad langer dan normaal duurde voordat ze opengingen.

Tijdens mijn recente wekelijkse rondgang langs supermarkten moest ik mij bij Lidl  voor het eerst identificeren en aantonen dat ik een lokale ben die niet van over de provinciegrens kwam om te winkelen. Sinds we huisarrest hebben in Spanje draag ik de padron bij me als ik officieel buiten de poort ga. Daarmee kan worden aangetoond dat ik in de gemeente ben ingeschreven als permanente bewoner.

Het Paasweekend stond voor de deur en de nationale, regionale en lokale politie vreesden opnieuw een grote uittocht van Spanjaarden naar hun vakantiehuizen aan de kust. Vóór mij werd een man ondervraagd die net uit een barrel stapte met een nummerplaat met ‘M’ (Madrid) erop. Dat was er mogelijk zo een. Hij werd stevig aan de tand gevoeld en toegesproken. De ondervraagde knikte als een dolgedraaide Ja-knikker. De ondervrager met handschoenen, bril en mondkap vroeg mij op gepaste afstand te blijven. Desalniettemin hoorde ik hun gesprek aan. Daarna mocht de man overigens wel de winkel betreden.

Toen was ik aan de beurt; dat oponthoud duurde ongeveer tien seconden en verliep uiterst vriendelijk. Op de terugweg moest ik omrijden omdat toegangswegen naar  onze wijk aan zee met hekken zijn afgesloten. Dat je niet alle mensen kunt tegenhouden die door de mazen proberen te glippen, is een gegeven. Onze woonwijk blijft echter uiterst rustig. Bovendien houdt men zich aan de afspraken. Mijn liefje loopt af en toe met haar huis-, tuin- en keukenafval een extra rondje naar steeds verder gelegen afvalbakken om zo stiekem naar de zee te kunnen kijken. Als haar dat happy houdt, ben ik de laatste om er iets van te zeggen. Ik ken haar trekje van burgerlijke ongehoorzaamheid langzamerhand.

Onze overburen reden vijf weken geleden uit Madrid naar hun vakantiehuis in onze straat. Ze bleven de eerste twee weken na aankomst binnen hun poort. Ik vertelde Guillermo bij terugkeer wat ik die ochtend zag en meemaakte en dat de politie gebrand lijkt op Madrileense auto’s en burgers. (Ook hij rijdt in een auto met Madrid-sticker.) Hij zei mij dat hij eerder werd aangehouden en toen zijn betalingsbewijs van de eerste boodschappen in een lokale supermarkt na aankomst tevoorschijn haalde, die van vóór de formele lockdown. Een slimme zet. Hij maakt zich als Madrileen voortaan geen zorgen over verscherpte controles.

Staand in de straat, in pyjama, spraken we over onze dagelijkse rituelen, over wat we op dit moment lezen. Zelf vertelde ik hem met einige trots over Marieke Lucas Rijneveld die als eerste landgenoot is genomineerd voor de finale van de Man Booker International Prize. En dat ik op dit moment werk lees van de Franse auteur Laurent Binet, getiteld ‘Civilizations’. In die roman wordt de geschiedenis omgedraaid: de Inca’s en Azteken vallen Spanje binnen en koloniseren het land. Binet houdt er wel van om een loopje te nemen met de wereldgeschiedenis. In zijn sublieme debuutroman ‘HhhH – Himmlers hersens heten Heydrich’ dat de prestigieuze Prix Goncourt ontving, deed hij dat ook.

Mijn belezen en filosofische buurman legde de Premio Planeta aan mij uit, de jaarlijkse literatuurprijs in Spanje voor de beste roman. Die kende ik tot dusver niet. Achteraf bleek dat die prijs inmiddels anders heet (Premio Azorín) en dit jaar werd gewonnen door een vrouw: Mónica Carillo; ik las nog nooit iets van haar maar dat gaat veranderen. Een mens is nooit te oud om werk van nieuwe auteurs te lezen. Guillermo beval twee Spaanse auteurs aan waarvan ik boeken moest lezen: Vicente Blasco Ibañez en Jesús Sánchez Adalid; mij onbekende namen. Literatuur in Spaans is voor mij nog steeds geen sinecure maar oefening baart kunst. We mogen dan locked down zijn maar mede door boeken bepaald niet eenzaam.


zondag 12 april 2020

Sixty & Me

Vwoluk Pasuh, allemaal. Hoe ouder, hoe gekker? Het klopt! 
Mijn zestigste verjaardag sloop vanmorgen de poort binnen. Al dacht ik aanvankelijk nooit zo oud te worden, nu het zover is had ik mij deze dag anders voorgesteld. Deze jaargang wordt een feestje voor twee, met surfen op de bank en een uitstapje naar de badkamer. Vanwege het mooie weer is het parcours op het terras geopend. Het voordeel van zo’n allenig feestje is wel dat ik vandaag geen Tena Lady-grappen van jonge(re) vrienden hoef aan te horen.

Lieve kinderstemmetjes uit Bali waren vandaag de eerste die mij toezongen. Het culinaire hoogtepunt zal bestaan uit Hollandse bitterballen met een glaasje bubbels, op afstand gedeeld met onze Spaanse overburen. Wat het mooiste kado zou zijn als de omstandigheden hier minder strict waren geweest? Samen wandelen langs het strand, uitkijken over zee en fantaseren over oorden aan de andere kant van het water. Dat laatste kan altijd, de rest niet. Op die wandeling zal ik nog tenminste twee weken moeten wachten. De verlenging van het huisarrest geldt hier inmiddels tot en met 10 mei; tegen die tijd komt dat neer op twee maanden huisarrest. Poeh. Zo we dan al naar buiten mogen, zal ik voorlopig in mijn eentje aan het strand staan. Het zwemmasker past nog. Tja.


Aan het strand
(Naar François Coppée.)

’t Is ’t volle badseizoen aan ’t Scheveningsche strand,
Waar breede golven slaan op ’t zacht fluweelen zand,
Alsof het verzen zijn van Helmers, zoo plechtstatig,
Zoo deftig en zoo kalm, zoo fier en regelmatig.
Daar komen uit chalet, uit villa en hotel
De rijke kindren aan – en straks begint het spel.
De voetjes in het nat; de kieltjes opgetrokken;
’t Genot ziet de oogen uit. Op blonde en bruine lokken
Prijkt een matrozenhoedje in lossen, eedlen zwier;
Zij zien er krachtig uit, gezond, hun blik is fier;
En al die knapen, zie, in dolle vreugde, graven
Ze in ’t fijne gouden zand, met hand of schop, een haven,
’t Gecompliceerdst kanaal, een droogdok of een sluis.
En de eigen Oceaan, die, in zijn toorn, tot gruis
Meedoogenloos vernielt de grootste, sterkste vloten,
Laat, oud toegevend man, zijn golven in de sloten
Geleiden, naar ’t ontwerp der grillen van een kind.
Daar staan zij, ’t oog vol vuur, de haren in den wind,
Niet ver van een Mama, die stil zit te borduren,
En vinden ’t dood gewoon, dat steeds voor al hun kuren
De zee zoo willig is, en zich met hen vermaakt.

Een andre kinderstoet, als zij de voeten naakt,
– Het water stijgt hun langs de welgevormde beenen –
Matroosjes, visscherskroost, trekt stil voorbij hen henen;
De bruin gebrande nek kromt onder ’t wicht der ben;
’t Zijn kindren uit het volk, van de armsten onder hen.
Voor hen geen spel; hun lot zal strijd en arbeid wezen;
Toch staat op ’t streng gelaat geen jalouzie te lezen
Voor de andre knapen en hun ongestoord vermaak.
Als kleine zeelui, flink verrichten zij hun taak;
Hun dagwerk is hun lief, al is ook ’t leven strijden.
Neen, zij behoeven geen dier rijken te benijden;
De zee – zij weten ’t – is een moeder voor elk kind;
Voor ’t kleine visschersvolk waait ook de zilte wind,
Die kracht en schoonheid schenkt, als hij hun wangen streelt,
Aan ’t arme kind dat werkt, aan ’t rijke kind dat speelt.

Van: J.N. van Hall (1840-1918)

woensdag 8 april 2020

Kunst in tijden van corona

Zag je de ‘supermaan’ gisteravond aan het firmament, met merkbaar meer licht dan gewoonlijk? Ik wel. In deze tijd laat ik zeker geen gelegenheid voorbij gaan iets bijzonders met eigen ogen te zien! Kortstondig stapte ik uit de poort voor een betere foto. De Volkskrant meldde dat het hemellichaam als een kosmische schijnwerper aan de hemel zou staan. Hij stond op de kleinste afstand tot de aarde van dit kalenderjaar: op 356.908 kilometer; 7% dichterbij dan normaal. De lichte bewolking die af en toe voorbijschoof, maakte het een extra bijzonder schouwspel. Zeker voor een wolkenstaarder als ik.

We gingen hier de vierde week van huisarrest in. De einddatum van onze verplichte opsluiting werd verlengd tot 26 april. Dit zal ons niet deren, we houden vol. Gek genoeg, is er geen sprake van claustrofobie of depressie. Mijn liefje en ik zeggen dagelijks tegen elkaar dat de tijd voorbij lijkt te vliegen. Afgelopen zondag begon hier de Semana Santa, de belangrijkste week van de Spaanse kalender. Normaliter zouden de processies door overvolle straten gaan. Pasen wordt overal in dit land namelijk zeer uitbundig gevierd. Vorig jaar viel het evenement in het water door noodweer, dit jaar is het covid-19 die een streep door de rekening zet. Er werden op de provinciegrens met Murcia in de afgelopen dagen veel mensen aangehouden die op weg waren naar hun vakantiehuis gingen. Ze kregen een fikse boete en werden teruggestuurd.

Vandaag zouden wij afreizen naar Málaga om daar kwartier te maken voor het komend verjaardagsfeestje. Vriendin Bernadette zou morgen invliegen, samen zouden we enkele dagen gaan doorbrengen. Het nieuwe Centro Pompidou in Málaga stond op het programma, net als enkele bijzondere restaurants en tapasbars. Eindelijk zouden we langverwachte uitjes naar Gibraltar en Cádiz maken. Tja.

Ondanks alle annuleringen is deze week voor Spanje belangrijker dan ooit. De coronacrisis sloeg extreem hard toe in mijn tweede Vaderland maar experts menen dat morgen (9 april) het keerpunt moet komen in aantallen besmettingen en doden. In de afgelopen dagen was keer op keer sprake van teruglopende aantallen. De dalende trend moet deze week definitief doorzetten. Fingers crossed!
De autoriteiten kijken ook hier voorzichtig naar exit-scenarios. Hoe kom je het best uit huisarrest? Men praat allereerst over het doen terugkeren van mensen in niet-essentiële banen. Ook wordt gesproken over een coronapaspoort voor mensen die herstelden van de besmetting, over het toelaten van een wandeling of fietstocht voor gezonde eenlingen. Maar tevens over het voorlopig binnenhouden van 65- of 70-jarigen. Waar die leeftijdsgrens precies gaat worden getrokken, is nogal belangrijk voor mijn 68-jarige liefje. We wachten af, zij het met ongeduld.

Foto: Caspar Benson (Getty Images)
Waar zouden we in crisistijd zijn zonder schone kunsten: muziek, film, cabaret, schilderijen, boeken? Nergens, wat mij betreft. We kregen in de afgelopen dagen via Whatsapp menig fraai optreden van artiesten en muzikanten te zien. Ook die houden ons op de been. 
We kijken momenteel naar de mini-dramaserie ‘Unorthodox’ (2020), naar een boek van Deborah Feldman, op Netflix. De 19-jarige Esty vlucht als Hassidische jodin uit Brooklyn New York weg van haar echtgenoot en verstikkende schoonfamilie en probeert in Duitsland een nieuw bestaan op te bouwen. Indrukwekkend. 
En recent ontdekte ik de Google Arts & Culture app. Je treft daar een enorme rijkdom aan schilders, schilderijen, kuststromingen en kunstgeschiedenis. Met de juiste telefoon of iPad kun je een selfie omtoveren in de Madonna van Medici of Edvard Munch. (Mij lukt dat overigens nog niet.)

Mijn voorkeur blijft echter uitgaan naar boeken. Gabriel García Márquez (1927-2014), de Colombiaanse schrijver van het meeslepende boek ‘Liefde in tijden van cholera’, had een punt: ook liefde is heilzaam in crisistijd. Het eveneens onvergetelijke boek ‘De pest’ leverde de Fransman Albert Camus (1913-1960) de Nobelprijs voor Literatuur op. Dat verhaal van antiheld dokter Rieux gaat over moed, vastberadenheid en medemenselijkheid ten tijde van een pandemie.

Op 2 april jongstleden werd de shortlist gepubliceerd van de prestigieuze Man Booker International Prize. Het is dé prijs voor het beste, in Engels vertaalde, buitenlandse literaire werk. De debuutroman van de Nederlanderster Marieke Lucas Rijneveld (1991), getiteld ‘The Discomfort of Evening’ bleef overeind. Nooit eerder vertoond!  Auteurs Harry Mulisch en Tommy Wieringa haalden ooit de longlist met hun literaire  werk maar daar stopte hun Man Booker-avontuur.

Voor Rijneveld, die af en toe tafelmens was bij talkshow De Wereld Draat Door, begint het nu pas. Ze neemt het op tegen één man en vier vrouwen: de Duitser Daniel Kehlmann (‘Tyll’), de Iraanse Shokoofeh Azar (‘The Enlightenment of The Greengage Tree’), de Argentijnse Gabriela Cabezón Cámara (‘The Adventures of China Iron) ’, de Mexicaanse Fernanda Melchor (‘Hurricane Season’) en de Japanse Yoko Ogawa (‘The Memory Police’). Een paar van die werken liggen op mijn stapel. De vrouwen zijn ook dit jaar in de meerderheid maar Kehlmann’s boek (over Tijl Uilenspiegel) verkocht inmiddels ruim 600.000 exemplaren en Netflix is momenteel bezig aan een bewerking. Op 19 mei weten we wie met de eer en het prijzengeld gaat strijken.

Er stond afgelopen week een aardig interview met de auteur en de vertaalster (Michele Hutchison) in The Guardian. Rijneveld studeerde een jaar Nederlands aan de docentenopleiding in Utrecht en aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Zij-hij publiceerde tot nu toe twee dichtbundels, de eerste werd bekroond met de C. Buddingh-prijs voor beste poëziedebuut. Rijneveld is nogal een aparte vogel. In het interview wordt ze een ‘non-binaire auteur’ genoemd. Al op jonge leeftijd twijfelde Marieke over gender. Daarom werd Lucas aan de naam toegevoegd. Zij-hij zou het liefst ‘mensenkind’ worden genoemd want dat klinkt zo warm. Twee dagen per week werkt Rijneveld op een melkveebedrijf.

‘De avond is ongemak’ is Rijnevelds eerste roman. Het is deels autobiografisch maar haar-zijn rijke fantasie wordt niet uitsluitend gereserveed voor poëzie. Het verhaal speelt zich af in een streng gereformeerd boerengezin in Zeeland. Op een winterse dag schiet oudste zoon Matthies al schaatsend onder het ijs en verdrinkt. Zijn familieleden gaan ieder op hun eigen manier om met dit verlies. Dan slaat ook nog mond- en klauwzeer toe op het bedrijf, hetgeen leidt tot de slacht van alle koeien. Dit familiedrama en veel meer wordt gadegeslagen door Jas, de puberende hoofdpersonage van het boek. De recensent van The Guardian noemt Rijnevelds fictie raw and impassive, though often grotesquely vivid in its descriptions. Het is geen boek voor teerhartigen.

Dit zijn goede tijden voor boekenwurmen; we hoeven ons immers niet te verexcuseren voor binge reading! Mijn dagritme veranderde niet ingrijpend door huisarrest. De ochtend begint met lezen van (inter)nationale kranten en tijdschriften, bloggen, taaloefeningen met Duolingo; gevolgd door wandelingen op het terras en touwtjespringen. Dan is het tijd voor de lunch, voor een kaartspel of puzzel en daarna voor het Grote Lezen. Dat wordt kortstondig onderbroken door koken, een beetje NPO of Netflix kijken. In slaap vallen kan ik niet zonder te lezen (nooit gekund). Die hobby bedrijf ik nu ook 's nachts waarna ik doorslaap tot het ochtendgloren. Dan begint de volgende cyclus.

In de afgelopen weken raakte ik in de ban van het oeuvre van Britse schrijfster Jessie Burton (1982). Vooral haar laatste roman ‘The Confession’ greep mij bij de kladden. Dit werk schaar ik in de categorie van moderne literatuur met opmerkelijke vrouwen die ik mij lang zal blijven herinneren. Dat, omwille van hun kracht en mijn geplengde tranen. Tot die heugenswaardige werken behoren onder andere ook ‘On Green Dolphin Street’ (Sebastian Faulks) en ‘The Time Traveler’s Wife’ (Audrey Niffenegger). Stuk voor stuk boeken over complexe, sterke vrouwen die -om hen moverende redenen- levensgeluk, dat binnen handbereik ligt, niet kunnen of willen pakken.

In ‘De bekentenis’ van Burton draait het om twee vrouwen die elkaar in de jaren '80 van de vorige eeuw ontmoeten in Londen. Constance is een charmante, vrijgevochten schrijfster met literaire meesterwerken op haar naam. Elise is een 22-jarige vrouw die aan het begin van haar leven staat. Ze lopen elkaar tegen het lijf, worden op slag verliefd en gaan samenwonen. Een boek van Connie zal worden verfilmd en het stel verhuist voor de opnames naar Los Angeles/Hollywood. Terwijl Constance zich omringt door sterren en zich wentelt in aandacht, voelt Elise zich daar steeds meer een buitenstaander. Uiteindelijk leidt een gebeurtenis op een verlate verjaardag (!) tot een dramatische breuk in hun relatie. Dertig jaar later gaat Rose, dochter van Elise die als baby door haar moeder in de steek werd gelaten, op zoek naar haar voorgeschiedenis. De twee verhaallijnen lopen aanvankelijk prustig arallel totdat ze samenkomen. Pats. Frontale botsing!

Dit boek ontroerende mij om meer dan een reden. We wenden ons -zeker in tijden van crisis- tot de kunsten om te begrijpen wat er speelt in de wereld en in onszelf. Goede boeken hebben daarom een therapeutisch effect. Emoties ontstaan door herkenbare thema’s. Deze mate van ontroering overvalt mij niet vaak maar als het gebeurt, onderga ik dat zonder schroom. Auteur Khaled Hosseini, een andere favoriet, omschreef het ooit treffend: Het lijkt een mirakel, niet? Dat iemand iets wat in je bestaat, iets wat gehuld is in een ondoordringbare mist, zo helder en mooi kan uitdrukken. Grote kunst reikt dwars door de mist naar dat geheime hart.

Een terugkerend boekthema is weglopen. Elise loopt weg van haar familie, haar lover, de vader van haar kind en haar baby. Waarom, waarvoor? Haar drijfveren worden langzaam aan uit de doeken gedaan. Zelfs mensen die zielsveel van elkaar houden, kunnen wreed zijn voor elkaar. Dat resoneerde in mij… 
Op jonge leeftijd voelde ik mij niet op mijn gemak in het gezin en het dorp waarin ik werd geboren en opgroeide. Ik voelde mij onbegrepen en niet vrij om te zijn wie ik was en wilde zijn. Ondanks vriendschappen zwierf ik tijdens mijn middelbare school- en studententijd. Mijn comfortabele studentenhuis in A verruilde ik voor een donker hol in B nadat mijn eerste liefde (een tien jaar oudere vrouw) het onder mijn ogen aanlegde met een ander. Een vlucht? Ik noemde het lijfbehoud. Ik brak mijn studie af en sneed banden door met mijn vorige leven.

Toen ik mijn huidige liefje ontmoette, vond ik in haar een geestverwant. Zij verliet haar geboortehuis op jonge leeftijd, voelde zich minstens zo onbegrepen en misplaatst en zwierf over de wereld. Zij en ik lieten ons comfortabele leventje in Nederland vrijwillig achter ons voor een nieuw bestaan in het buitenland. Weggaan is mij (en haar) dus niet vreemd. Burton zegt daarover “They think you’re escaping, not turning to face your reality” (p. 339). Elise liep weg en kwam nooit terug. Rose keerde naar haar oorsprong terug en ontdekte haar sterke ik in een nieuwe realiteit. Dit is een prachtig boek. Het wachten is op Burtons eerstvolgende roman. Het is nu even tijd voor een heel ander boek. Vluchten kan voorlopig toch niet.