We gingen vorige week weer eens snorkelen op Cabo de Palos. Het was een van de warmste dagen van de zomer tot nu toe. Niet daar maar hier. Toen we aan het einde van de middag naar huis terugkeerden, tikte de autothermometer onderweg gedurende twee seconden 40 graden Celsius aan. Kun je nagaan!? Net voor onze afslag zagen we aan de andere kant van de rijbaan een kampeerwagen om een lantarenpaal in de middenberm gekruld liggen. Een zwaar ongeval, geen idee of iemand die klap overleefde...
Normaliter ga ik daar te water aan de Cala del Muerto, de Kreek van de Dood, Dead Man's Cove. Tot nu toe doet de plek zijn naam geen eer aan, wat mij betreft. De eerste keer dat ik daar ging snorkelen, kende ik die naam nog niet. Nu ik het wel weet, weerhoudt die mij niet. Ik vermoed dat de benaming samenhangt met de verraderlijke rotsen onder en boven water. Die rotspartijen hebben vaak verrassingen voor de zwemmer in petto. Daar zag ik onder andere knalrode zeeanemonen, wuivend jong zeegras, kleine roze kwallen, abalonen, grote scholen vis van diverse kleuren en soorten en veel meer. In andere seizoenen worden daar walvissen gespot maar dat deed ik nog niet.
Normaliter ga ik daar te water aan de Cala del Muerto, de Kreek van de Dood, Dead Man's Cove. Tot nu toe doet de plek zijn naam geen eer aan, wat mij betreft. De eerste keer dat ik daar ging snorkelen, kende ik die naam nog niet. Nu ik het wel weet, weerhoudt die mij niet. Ik vermoed dat de benaming samenhangt met de verraderlijke rotsen onder en boven water. Die rotspartijen hebben vaak verrassingen voor de zwemmer in petto. Daar zag ik onder andere knalrode zeeanemonen, wuivend jong zeegras, kleine roze kwallen, abalonen, grote scholen vis van diverse kleuren en soorten en veel meer. In andere seizoenen worden daar walvissen gespot maar dat deed ik nog niet.
‘Cala del Muerto’ is ook de titel van een jeugdboek over het weesmeisje Laura
Marlin dat naar Cornwall verhuist en daar allerlei avonturen beleeft. De grote
vraag in de kinderthriller is: wat is het geheim van Dead Man's Cove? Op de kaap weet ik dat inmiddels. Mijn
liefje en ik maakten in 2001 een reisje naar Cornwall, de uiterste westpunt van
Engeland. Het gebied staat bloot aan de elementen, op land vind je geen enkele boom.
Destijds golfden we daar, liepen we een eeuwenoud kerkje binnen, gingen op zoek
naar de legende van het zeemeerminnetje, aten Cornische pastei, bezochten het museum
en geboortehuis van Daphne du Maurier en aten verse vis in de Jamaica Inn.
Sweet memories.
Op Cabo de Palos zwommen we deze keer in een andere kreek, aan de voet van de vuurtoren. Volgens mij heeft die geen enge naam. Er waren al aardig wat duikers, snorkelaars
en zwemmers in het water maar je zit elkaar daar nooit in de weg. Aan de linkerkant, voorbij het rotsige uitsteeksel, heb je grotten en doorgaans zie je daar iets
wat ook het vermelden waard is. Zo trof ik er drie à vier zwemkrabben op zes à
zeven meter diepte aan die aan het foerageren waren. De dieren hadden geen
scharen van betekenis maar de kleuren vielen direct op: geel en rood met een
beetje blauw. Het dier kon zich heel plat maken en zo in een spleet tussen de rotsen
verdwijnen om aan mijn gretige blikken te ontkomen. Ze waren razendsnel. In
eerste instantie dacht ik aan een spinkrab, gezien hun dunne, lange poten.
Het vermoeden bestond dat er op het web wel een gids van Middellandse zeekrabben
zou bestaan; daarin werd ik niet teleurgesteld. Ik trof de rijk geïllustreerde ‘Guide
for the Identification of Crab Species Atlantic & Mediterranean’ aan. Deze Crab
Watch-gids kwam tot stand met Europese subsidie. Groot was mijn verbazing toen
ik de meeste overeenkomsten zag met de Sally Lightfoot-krab (subsoort percnon
gibbesi). Deze soort kwam in de Middellandse Zee terecht via boegwater, deze
krab is niet inheems. De dieren die ik fotografeerde blijken van een zeer
invasieve soort te zijn. Het zijn aanvankelijk herbivoren maar als ze volwassen
zijn, voeden ze zich bij voorkeur met zeeegels die je veel aantreft op Cabo de
Palos. Leuk om te weten. Een dag niet geleerd, is een dag niet geleefd!
Deze en de lichtvoetige Sally’s die ik voor het eerst ontdekte in 2015 op
de Galapagos-eilanden, zijn zogenaamde ‘Googlegangers’ maar toch zijn ze
anders. Daar ging het om de subsoort grapsus grapsus die deels onder en deels
boven water leeft. Ze zijn groter en nóg kleurrijker. Ik herinner mij vooral de
grappige kleine antennes boven de ogen die constant bewogen. Ze worden ook wel rode
rotskrabben genoemd, komen voor aan de hele westkust van Noord- en Zuid-Amerika
(Stille Oceaan) en op enkele plaatsen aan de Noord-Amerikaanse oostkust (Atlantische
Oceaan).
Onlangs werd een 40-jarige zwemster in de Spaanse badplaats La Marina aan
de Costa Blanca gebeten door een vis. Vorig jaar werd ik hier in zee gebeten in
mijn bovenbeen. Ik riep weliswaar “Au” maar dat was meer een reflex dan dat het echt pijnlijk was. De afdruk
van een vissenbek stond in mijn vlees. Overigens kan ik daar wel een
hapje missen... Tijdens dit zwemseizoen overkwam het mijn liefje. Ook
zij riep, ook bij haar was een kringetje van bloed te zien. Elke dag zwemmen er
kleine, zilvergrijze vissen met een zwarte stip op hun achterlijf -net voor hun
staart- om ons heen. Ze hebben tanden, al zijn ze klein. Ik denk dat zij het opzettelijk doen, zien of er wat valt te knabbelen. Deze vissoort, de zadelzeebrasem (oblada melanura), is hier thuis. Wij zijn degenen die binnenvallen.
Medio juli kwamen twee jongeren met grote bloedende beten
aan hun voeten uit zee. Men vermoedde toen ook dat het om aanvallen van obladas
kon gaan maar die zijn niet groot en gevaarlijk genoeg om zwemmers ernstig te
verwonden, naar mijn idee. Men dacht ook aan grote pietermannen. Die verstoppen
zich echter onder de zandbodem en steken als je erop gaat staan. De wonden van
de kids zaten echter aan de bovenkant van de voet.
La Dama de Elche werd dermate hard door de vis gebeten dat het
een pees doorbeet. Dat was bepaald geen kleine beet. Gezien de hevige bloeding
en de ogenschijnlijke ernst werd ze in een ambulance naar het plaatselijke ziekenhuis
gebracht. Ze hoefde echter niet te worden geopereerd. Aan het broddellapje rond haar knie te zien, had ze dat beter wèl kunnen laten doen. Tjonge. Mijn
traumatoloog zou de wond mooier hebben gehecht! Voorlopig blijft het een raadsel welke vissoort hieraan
schuldig is.
Dat brengt mij bij een andere hoofdverdachte. Afgelopen zaterdagavond
keek ik naar een aardige documentaire van de Amerikaanse natuurfilmmaker Tom
Mustill (36), genaamd ‘Humpback Whales - A Detective Story’. Mustill is een gelauwerde filmer, hij werkte onder
andere voor de BBC, met David Attenborough. Hij is vooral geïntrigeerd door het
contact tussen mens en dier. Nou, hij kreeg zijn persoonlijke portie! Hij zat op
12 september 2015 met een maatje in een kajak in de baai van Monterey
(Californië) toen een springende bultrug van 30 ton op hun bootje landde. Het vaartuig
brak doormidden en de walvis trok beide kajakkers mee de diepte in. Ze overleefden
het.
Mustill ging op zoek naar het antwoord op de vraag of het per ongeluk of
expres gebeurde en dat leverde interessante tv op. Gezien mijn interesse in
zeeën en oceanen en de dieren die er huis houden, weet ik aardig wat van (bultrug)walvissen.
Ik zag ze met eigen ogen, al was dat nooit zo van dichtbij als Tom deed. Ik ken
deze dieren vooral als altruïsche schepselen: ze beschermen eerder dan ze
aanvallen. Tussen mensen en haaien opduiken ter bescherming, jonge walviskalveren
-zelfs van andere soorten- beschermen tegen aanvallende roofdieren, dat soort
dingen. Er zijn dieren die blijven verrassen en fascineren. De walvis is er zo
een.
Hij en zijn kajakmaatje Charlotte bleken een dag te hebben gekozen om het
water op te gaan op een plek waar zich op dat moment tevens meer dan 50
bultruggen bevonden. Hij kajakte boven een soort trog die op sommige plekken wel
1.000 meter diep is en waar op die dag een enorme hoeveel krill en ander
lekkers voor deze walvissen rondzweefde. Dat kon hij niet weten, het was een
samenloop van omstandigheden.
Mustill zocht contact met diverse lokale natuurwetenschappers en enkele toekijkers en filmers op die dag. Zo vroeg hij een beheerder van een wetenschappelijke database met
duizenden foto’s van unieke walvislichaamsdelen op zoek te gaan naar zijn ‘Prime
Suspect’. Dat lukte. De hoofdverdachte blijkt een 7-jarig mannetje, geboren in
Mexicaanse of Centraal Amerikaanse wateren; moeder is ook bekend. De bultrug staat
nu in de gegevensbank geregistreerd onder zijn nieuwe naam. Vervolgens toonden
nieuwe beelden van het voorval aan dat de ogen van het dier tijdens zijn enorme
sprong uit het water steeds verder uit zijn kassen staken en dat hij zijn
lichaam op het laatste moment in een onnatuurlijke bocht draaide,
waarschijnlijk om meer schade te voorkomen.
Dat niet alle close encounters met walvissen vriendschappelijk verlopen,
vertelde cinematograaf Howard Hall. Hij
was de eerste in de geschiedenis die parende bultrugwalvissen filmde. Hij kwam wellicht
tè dichtbij en kreeg een klap met de staart van het mannetje. De filmer
raakte bewusteloos maar zijn onderwatercamera bleef filmen. Beide overleefden
de aanvaring. Je ziet een zwaaiende walvispenis van 3.5 meter door het
beeld gaan. Daar wil je evenmin mee in aanvaring komen! Mustills documentaire is verder een oproep voor meer bescherming van deze bijzondere dieren. Regelmatig spoelen aan de Amerikaanse westkust dode en zwaar gewonde walvissen aan die hard
in aanvaring kwamen met boten en visnetten.
Ik hoop dit epicentrum van walvisspotten en onderzoek in de toekomst nog
eens te bezoeken. Mijn liefje zocht alvast de prijs van een retourtje op. Als je grijze walvissen, bultruggen,
dolfijnen en zeeleeuwen wilt zien, moet je tussen januari en april naar Zuid-Californië
gaan. Die aantekening maakte ik alvast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten